Peter Verhelst wint de prestigieuze Grote Poëzieprijs met Zabriskie, een bijzondere bundel waarin zowel het einde van de oude als het begin van een nieuwe wereld doorheen zindert.
Veerle Vanden Bosch – De Standaard
“Beginnen en opnieuw beginnen. Zo hartverscheurend mooi kan dat zijn”, schrijft de jury van de Grote Poëzieprijs over Zabriskie van Peter Verhelst.
In die bundel dropt Verhelst ons in een woestijnlandschap, een mythisch universum waarin twee geliefden zeven ‘voyages’ ondernemen, onderbroken door vier fata morgana’s en een oase – een verzinnebeelding van het leven, door Verhelst geschetst in een beeldende, zinderend zintuiglijke taal.
“Weldra hebben we alles opgebruikt. De grassen zijn geel. / We halen er de polsen aan open, de kinderen de hals”, zo luiden de onheilspellende openingsverzen.
Schraalheid en hitte zinderen erin door. Samen met de personages in de bundel reizen we naar de horizon, naar de goudberg, naar het beloofde land, als in een koortsdroom.
Zabriskie is het slotdeel van een trilogie.
Samen met Zon (2015) en 2050 (2021) vormt de bundel een dystopie over de mens die naar houvast zoekt in een tijd die naar ondergang ruikt.
Maar er klinkt ook een ander geluid in door: hoop en een verlangen naar een nieuw begin.
“Het is een koortsige trip naar de essentie van menselijk leven”, aldus het juryrapport.
Anders dan in de eerdere bundels lijken we “in een wereld terechtgekomen die opnieuw ontstaat”, schreef recensent Paul Demets in De Standaard der Letteren.
Een vrouw gooit suiker in de lucht, die opgevangen wordt, stolt en een brug vormt: ‘Het ontstaan van verlangen’.
Ja, in de prachtige, zinnelijke beeldtaal van Peter Verhelst kan dat.
De beginnende wereld wordt gebouwd op resten uit het verleden, op ‘Wervels van wat ooit een stad was’, bijvoorbeeld.”
Het is een bundel die anders dan de eerdere delen in de trilogie oproept tot dromen, dansen en zingen, als tegengif tegen de apocalyps.
“Zing door boomkruinen heen, breng kabels tot zoemen,/ gebouwen tot neuriën. Fluit door gaten in muren. / Huil als de wind door de vallei. Spring blaffend tegen de flanken op.”
Vuurwerk boven water
Zabriskie zit vol verwijzingen naar muziek, film en kunst.
In de eerste plaats refereert de titel aan Zabriskie Point in Death Valley, een van de heetste plekken op aarde.
Maar het is evengoed een verwijzing naar de gelijknamige film van Michelangelo Antonioni.
Zo zitten er in de bundel ook verwijzingen naar de Goldbergvariaties van Bach en de choreografie die Anne Teresa De Keersmaeker daarop maakte, naar kunstenaars als Bram Demunter en Dirk Braeckman, naar een song van de Pixies.
Pijn en troost, kracht en broosheid liggen in deze poëzie dicht bij elkaar.
Verhelst laat alles uitlopen op een open einde.
En op vuurwerk:
“Onder een eik neemt een vrouw een aanloop en rent over de vijver de nevel in.
Denk: vannacht is niets onmogelijk.
De volgende vrouw begint te rennen en een man trekt zijn schoenen al uit.
Een voor een. Vuurwerk boven water.
Miljarden gensters.”
Zabriskie is “een gloedvolle, bezwerende bundel die uitnodigt tot reflectie en die de taal viert, met dromen, visioenen, gezangen en rituelen, een sprookjesachtige bundel waarin we in deze donkere tijden troost kunnen vinden”, aldus de jury.
De al veelgelauwerde Peter Verhelst (61) was de ouderdomsdeken van de shortlist.
Hij haalde het van Merel van Slobbe (32), Sofie Verdoodt (41), Dewi de Nijs Bik (36) en Jens Meijen (28).
De Grote Poëzieprijs is de opvolger van de VSB-Poëzieprijs. Er is een bedrag van 20.000 euro aan verbonden.
De publieksprijs gaat naar de bundel Anker Kruis Hart van Sofie Verdoodt.
Lees ook
Bron: De Standaard