Zijinstromers – Geliefd bij de leerlingen, gehaat bij de leerkrachten – Het lijden van de jonge zijinstromer

Sam Vandenbosch: “Ik werd op de vingers getikt omdat ik een koffiemok mee naar het klaslokaal had durven te nemen.” © Fred Debrock

Als zijinstromer voelde Sam Vandenbosch zich het voorbije schooljaar vooral een ongewenst buitenbeentje. “Ook al is de nood hoog, geen enkele leerkracht zit erop te wachten dat iemand zonder diploma zich bij het team voegt.”

Sam Vandenbosch – De Standaard


Bijna een derde van de zijinstromers verlaat het onderwijs na slechts één jaar, las ik onlangs in de krant. Ik rondde eind juni mijn eerste jaar als zijinstromer af. En hoe luidt het verdict? Ook mij zie je op 1 september niet meer terug voor de klas.

Het voorbije jaar werden de oorzaken voor het lerarentekort me pijnlijk duidelijk. Er zijn de voordelen, maar de kafkaiaanse inefficiëntie van het onderwijs tref je in de privésector niet aan. Zo werd er hogerop weer eens beslist om met nieuwe tools te werken, maar die leveren alleen maar meer werk en onvrede op bij degenen die ze moeten gebruiken.

Op extra schooldagen moet het hele corps aanwezig zijn, want iedereen is nu eenmaal gelijk voor de wet. In een time is money-industrie zouden die taken snel verdeeld worden. De directeur kreeg ik pas na een volledig schooljaar op bezoek in mijn klas.

“Dat ik geen voorbereiding had gemaakt” en “dat ik geen didactische tools had”, merkte hij op.

“Dat dat normaal is, als je een jaar aan je lot overgelaten wordt”, antwoordde ik.

Hoe kan het dat iemand zonder onderwijservaring een jaar lang nattevingerwerk mag afleveren? En hoe is het mogelijk dat iemand daarop wordt afgerekend in de laatste les voor de zomervakantie?

“Bewijs je maar eerst”

Het overheersende gevoel is dat zijinstromers vaak aan hun lot overgelaten worden.

Tijdens deliberaties werd er gesproken in codetaal: C12, B4, A13? Meer dan eens moest ik zonder enige uitleg meestemmen over de toekomst van een kind.

Op vakvergaderingen wist ik vooraf niet wat er van me verwacht werd. Al in mijn eerste week stond ik met de mond vol tanden voor het volledige corps. De leerkrachten die het vak al twintig jaar gaven, hielden de lippen stijf op elkaar. Als een “zie je nu wel”-signaal, aan de directie, aan minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).

Het idee heerst dat je je als nieuwe leerkracht moet bewijzen.

Zonder voorbereidend diploma moest ik die bubbel al snel doorprikken. Ik werkte bovendien slechts halftijds in het onderwijs en was daarnaast freelancejournalist.

Geïrriteerd kreeg ik daarover een resem vragen van mijn parallel-collega’s. Of ik mijn uren dan zelf mag bepalen, of ik van thuis mag werken en of ik kinderen heb. Nee. Nee. Oh god, nee.

Het eindoordeel luidde dat ik dan zeker de tijd had om mijn eigen cursus samen te stellen. De drempel om die cursus te laten nakijken, werd door al het gesnauw zo hoog dat onze parallel-lessen op het einde van het schooljaar lijnrecht tegenover elkaar stonden. Het zou een interessante casestudie voor de arbeidsinspectie zijn.

De bewijsnood opgelegd aan zijinstromers gaat ervan uit dat je de job moet verdienen, zoals ook de gewone leerkrachten dat hebben moeten doen.

Ik vrees dan ook dat met de komst van zijinstromers de trots van de leerkrachten onderuit is gehaald.

Als je aangeeft dat je niet meteen een lerarenopleiding zal volgen, zie je het gezicht van veel collega’s breken. Zoals in een cartoon: krak, krak, boem.

Ik snap wel dat iemand die jarenlang een opleiding volgde het lastig vindt dat een zijinstromer meteen op hetzelfde niveau staat. Maar men vergeet wel dat dat engagement praktisch onhaalbaar is in combinatie met een andere job.

Geïsoleerd

Ook al is de nood hoog, geen enkele leerkracht zit erop te wachten dat iemand zonder diploma zich bij het team komt voegen.

Ik voelde me op school dus nogal geïsoleerd, ik was een ongewenst buitenbeentje. Ik ging over schoolvoorschriften vaker te rade bij leerlingen dan bij collega’s.

Op een dag werd ik paniekerig op de vingers getikt omdat ik een koffiemok mee naar het klaslokaal had durven te nemen.

Shall we get more coffee or guns to kill ourselves, flitste het door mijn hoofd. Na de tweede week kreeg ik nog nauwelijks een vriendelijke goedendag.

Ik besefte met de dag meer en meer dat een job in het onderwijs een beroep apart is. Het zijn erg geëngageerde mensen, maar ze hebben een eng beeld over “de leerkracht”.

Je moest mee met de stroom, of je bent snel de meest onpopulaire persoon in de leraarskamer. Zeker als je geliefd bent bij de leerlingen, die net geïnteresseerd zijn in je expertise, in verhalen vanop de werkvloer.

Een blik van buitenaf en eerdere werkervaringen worden niet op prijs gesteld, individualiteit wordt de kop ingedrukt.

Wie de leerkrachten zijn in dit verhaal, laat ik in het midden, maar de onderwijstypes waarmee wij als zijinstromer doorgaans wel goed kunnen opschieten, zijn de directieleden en de mensen van het secretariaat.

De eerste omdat voor hen de vertrouwde managementskills vooropstaan, de tweede omdat ze de boel kunnen relativeren.

Met een kop koffie en een stevige lunchroddel hebben ze me door dat turbulente jaar gesleurd.

Altijd met een vriendelijke glimlach als ik het kopieerapparaat voor de zoveelste keer deed blokkeren, telkens met een gemeende “hallo” ’s ochtends.


Sam Vandenbosch – Freelancejournalist, zijinstromer in het onderwijs.


Sam Vandenbosch: “Ik werd op de vingers getikt omdat ik een koffiemok mee naar het klaslokaal had durven te nemen.” © Fred Debrock
Sam Vandenbosch: “Ik werd op de vingers getikt omdat ik een koffiemok mee naar het klaslokaal had durven te nemen.” © Fred Debrock

Lees ook


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven