Tot het laatst bleef Johan Leysen volop acteren, zowel op het scherm als in het theater. Met zijn karakterkop en doorleefde vertolkingen in vier talen liet Leysen een onuitwisbare indruk na. Hij overleed onverwacht op zijn 73ste.
Filip Tielens en Charlotte De Somviele
Johan Leysen: de meest Europese Vlaamse acteur is niet meer
‘Oud worden vind ik hoegenaamd niet leuk’, zei Johan Leysen in 2017, toen hij op 67-jarige leeftijd werd gelauwerd met een carrièreprijs voor zijn indrukwekkende palmares op het Filmfestival van Oostende.
De rasacteur, toen al met kenmerkend gegroefd gezicht en witte haardos, was nog in de fleur van zijn leven, al sputterde zijn lichaam tegen.
In 2016 kroop hij door het oog van de naald na een zwaar hartinfarct tijdens een draaiperiode in Genève. Het weerhield hem er niet van om te blijven spelen.
De acteur was net nog te zien in de film Noise, die vorige week uitkwam op Netflix. Donderdag overleed hij op zijn 73ste, na een hartstilstand.
Met meer dan 170 rollen in films en series behoorde Leysen tot een van de bedrijvigste acteurs van zijn generatie.
Op het kleine scherm was hij te zien in reeksen als De smaak van De Keyser, The missing en Pandore.
Nog meer rollen speelde hij in films, zoals het Oscar-genomineerde Daens, het Franse Jeune & jolie van François Ozon en in The American van Anton Corbijn, waarin hij de baas speelde van huurmoordenaar George Clooney.
Ook in het theater voelde Johan Leysen zich als een vis in het water, onder meer bij regisseurs Kris Verdonck in projecten rond Samuel Beckett en Daniil Charms en Guy Cassiers in de Jeanne d’Arc-vertelling Bloed & rozen, en recent nog zijn solo Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen, naar het werk van dichter Leonard Nolens.
Ook Milo Rau noemde hem zonder twijfel zijn ‘fetisjacteur’. In Raus voorstelling Civil wars vertelde Leysen openhartig over zijn tweeling, die bij de geboorte stierf.
Later was hij nog te zien in La reprise en Orestes in Mosul, bij Milo Rau in NTGent.
Nomadisch bestaan
Tot het laatste moment rolde Leysen van de ene rol in het andere project. ‘Dat is echt een godsgeschenk’, zei hij daarover in 2017.
‘Er zijn zoveel getalenteerde mensen die jonger zijn dan ik en vergeten worden.’
Johan Leysen
Niet dat hij een masterplan had om te kiezen welke projecten hij wel of niet aannam.
‘Wanneer ik nu terugkijk op mijn carrière, kan ik wel rode draden detecteren, maar op het moment zelf stond ik bij die keuzes amper stil.
´Voor een groot gedeelte is mijn carrière toch gewoon een speling van het toeval en het lot. Zo ben ik in het Frans beginnen te acteren omdat Godard me die vraag stelde, niet omdat ik er zelf voor koos.’
Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen – trailer van Toneelhuis op Vimeo.
Leysen stond bekend om zijn onberispelijke dictie. Een monoloog van anderhalf uur in wervelend Standaardnederlands of strak Engels, je bleef aan zijn lippen hangen.
Maar evengoed speelde Leysen vlot in het Duits, het Frans in de film Je vous salue, Marie van de vorig jaar overleden Franse cineast Jean-Luc Godard of het Engels, zoals in A hidden life van Terrence Malick, nog zo’n grootheid van het witte doek.
‘Dat is het voordeel van Vlaming zijn, natuurlijk’, zei Leysen daar zelf over.
‘Als je honderd kilometer opschuift, zit je al over de grens en verstaat niemand nog wat je zegt. Ik heb altijd de drang gevoeld om ook in het buitenland te spelen. Dan zit er weinig anders op dan te acteren in een vreemde taal.’
Zo verhuisde Leysen 25 jaar geleden naar Parijs. Voor de liefde, maar ook omdat hij veelvuldig werd gevraagd voor Franse toneelstukken en films.
De voorbije jaren woonde en werkte hij weer vaker in Vlaanderen, onder meer bij Milo Rau. En vorig jaar nog vertolkte hij een rol in Ernani bij Opera Ballet Vlaanderen.
Voor Leysen was dat even wennen: in zijn lange carrière was hij nooit verbonden aan één theaterhuis; als vrije vogel bleef hij fladderen van het ene naar het andere project, al waar de creatieve wind hem bracht.
‘Ik hou erg van dat nomadische bestaan en voel me overal snel thuis’, zei hij daar zelf over.
Oude vaders en maffiosi
Leysen studeerde in 1974 af aan de Studio Herman Teirlinck. Hij richtte zijn blik eerst op Nederland, waar hij aan de slag ging bij Toneelgroep De Appel, bij het Ro-theater van Franz Marijnen en nadien bij het legendarische Baal – dat Leysen toen ‘de anarchistische luis in de pels van het Nederlandse theater’ noemde.
Zijn debuut op het scherm maakte hij in 1977 in de tv-serie Rubens, geschreven door Hugo Claus. Zijn rol als Rubens noemde hij een goede leerschool.
‘Er kon veel geëxperimenteerd worden op de set. Toen waren er ook nog meer draaidagen dan nu.’
Zo scherp hij kon zijn voor projecten waarin hij speelde, zo kritisch kon hij ook zijn eigen prestaties onder de loep nemen.
‘Ik vind me niet in alle rollen goed’, zei hij in 2017.
‘Het is ook niet zo dat je met ouder worden per se een betere acteur wordt. Mijn carrière is alleszins geen steile klim naar het walhalla van de perfectie.’
Zijn loopbaan kenmerkt zich daarentegen door hard werken en voortdurend nieuwe uitdagingen opzoeken, vijf decennia lang. Menig acteur zou zijn hand omdraaien voor zo’n rijk gevuld artistiek leven als Leysen had.
Leysen was overal, maar de schijnwerpers schuwde hij.
‘Mensen herkennen mijn gezicht wel, maar hebben vaak geen idee hoe ik heet of vanwaar ze me kennen.’
Leysen, die er altijd wat ouder uitzag dan hij was, werd de laatste jaren naar eigen zeggen vaak ‘gecast om oude of dementerende vaders te spelen’, al kon het – met dank aan zijn gegroefde gezicht – evengoed een maffioso zijn, zoals in The American.
Voor Hollywood-rollen paste hij daarentegen. ‘Als je het ginder wil maken, moet je er echt in investeren. Ik voel me daar te oud voor en heb er nooit echt zin in gehad.’
Johan Leysen was de broer van Frie Leysen, die De Singel in Antwerpen en het Kunstenfestivaldesarts in Brussel oprichtte en die in 2020 overleed.
Zijn vader Bert Leysen, boegbeeld van de (voorlopers van de) VRT, stierf in 1959 in een auto-ongeluk.
Johan Leysen laat een vriendin en drie dochters na.
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Postuum in en vind meer berichten.
Bron: De Standaard