Een groep tot dezelfde elite behorende mensen behoedt elkaar, ze hebben elkaar nodig om hun posities te vrijwaren. Dat gevoel krijg je na de uitspraak in de zaak-Sanda Dia, schrijft Bieke Purnelle, en dat is waarom die uitspraak zoveel commotie veroorzaakt.
Bieke Purnelle – De Standaard
Ik wilde niet schrijven over de zaak-Sanda Dia. Misschien is alles al gezegd. Misschien is er al veel te veel gezegd, en wat hebben zijn geliefden, die zonder hem verder moeten, aan al onze woorden?
Dat de uitspraak zoveel mensen beroert, is op zich niet vreemd. Sterk gemediatiseerde processen begeesteren nu eenmaal even sterk als fictie.
Gerechtsjournalistiek als storytelling, ik weet oprecht niet of dat altijd een goed idee is.
Dat sommigen, advocaten het luidst, ‘trial by media’ roepen, is dan weer overtrokken.
Dat sommige van die advocaten blinken en floreren onder het licht van de schijnwerpers en de media gretig gebruiken om hun argumentatie kracht bij te zetten of de beeldvorming te beïnvloeden, doet de ernst en de geloofwaardigheid van hun beroep weinig deugd.
Feiten benoemen is bovendien niet hetzelfde als veroordelen. Niemand is gebaat bij een absoluut stilzwijgen over feiten en daden die de samenleving aanbelangen.
Natuurlijk maken media fouten en hanteren ze dubbele standaarden. Natuurlijk zijn er journalisten die de hiaten in een rechtszaak zelf invullen met speculaties en suggesties met het oog op een goed verhaal.
Maar we zijn gelukkig nog ver af van Angelsaksische toestanden waarbij tabloids verdachten aan de galg schrijven nog voor hun proces van start is gegaan. Dat sociale media zonder filter vaak de rol van schandpaal spelen, is dan weer een tendens waar we ons beslist zorgen over moeten maken.
Een vraag die mij al langer dan vandaag bezighoudt, is wat de rechtbank vermag, en waarin ze tekortschiet. Rechters kunnen oordelen en straffen, maar veel minder goed helen of tot schuldinzicht leiden.
Wat de betrokkenen in rechtszaken nodig hebben, is misschien niet compatibel met wat ons rechtssysteem te bieden heeft en waarvoor het is bedacht, en al helemaal niet met de meningen en emoties van miljoenen onbekenden die meekijken naar hun kwetsuren en rauwe emoties.
Maar we zitten ermee, met al die meningen en emoties, allemaal gekleurd door onze persoonlijke ervaringen en overtuigingen.
Het is niet omdat de slachtoffers het hoofdstuk willen afsluiten, dat we er als samenleving vlot een punt achter kunnen zetten. En dat heeft wellicht minder te maken met het berokkende leed dan met de plegers van de feiten.
De indruk is ontstaan dat zij relatief ongehavend uit deze episode komen en verder kunnen met hun levens en loopbanen, ongehinderd door een strafblad, zonder dat hun namen en gezichten circuleren in de reguliere media.
Elk onderzoek wijst uit dat mensen opsluiten nadat ze een misdrijf hebben gepleegd, geen betere mensen van hen maakt. Onze gevangenissen puilen uit van wanhoop.
We roepen om repressie, maar wat we eigenlijk nodig hebben is preventie en therapie. Waarom dan lijken een werkstraf en een geldboete velen zo vederlicht en niet in proportie met de gepleegde feiten?
Niemand kan met zekerheid stellen dat wie in deze zaak moest oordelen zich liet (mis)leiden door raciale of andere bias. Evenmin kunnen we met zekerheid stellen dat dat níét het geval is. We hebben immers allemaal blinde vlekken, ook magistraten. Niemand oordeelt onbezoedeld, zelfs niet met de wet ter hand.
Om te begrijpen waarom de zaak-Sanda Dia bij zoveel mensen verontwaardiging opwekt, moeten we de uitkomst van de zaak misschien in een ruimer licht plaatsen, namelijk het felle licht van de maatschappelijke straffeloosheid die een bepaalde groep mensen toelaat te blijven doen wat ze misdeden.
Machtige mensen, veelal wit, hoogopgeleid en welgesteld, die een spoor van overschreden grenzen en gekwetste zielen achter zich laten in hun onstuitbare opmars.
Een groep mensen die zelden tot de orde wordt geroepen omdat ze de orde zijn, en zich uitstekend weten te wapenen tegen elke mogelijke aantijging omdat ze zich de duurste en beste rechtsbijstand kunnen veroorloven.
Mensen met aanzien, die na een klacht of veroordeling hun grensoverschrijdend of gewelddadig gedrag gewoon elders voortzetten.
Ze bemannen rechtbanken, raden van bestuur, sportclubs, universiteiten, redacties en productiehuizen.
Ze behoeden elkaar omdat ze elkaar nodig hebben om hun posities te vrijwaren. Wanneer ze met stille trom naar de achterdeur worden geleid, staat er elders alweer een voordeur voor hen open.
Voor veel mensen, die te vaak het slachtoffer werden van mensen met macht, is deze uitspraak een teken van een falende samenleving, die er niet in slaagt haar kwetsbare burgers te beschermen tegen een dominante groep die vakkundig haar eigen muren optrekt.
Of de rechter in de zaak Sanda Dia in eer en geweten handelde en correct oordeelde, doet niets af aan wat zijn oordeel onbedoeld heeft losgemaakt.
We kunnen die gevoelens neerbuigend onder de mat schuiven, maar verdwijnen doen ze niet. Ze zullen er blijven schimmelen en gisten tot ze de vloer hebben aangetast.
Bieke Purnelle – Freelanceschrijver en directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender en feminisme. Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.
Lees ook
Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van
Bron: De Standaard