Marielle De Ridder – De moeder van Shanti De Corte


Het grote assisenproces rond de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 loopt op zijn einde. Afgesloten van de rest van de wereld zit de jury de volgende weken samen om te oordelen over de schuld van Salah Abdeslam, Mohamed Abrini en co. Een van de 36 dodelijke slachtoffers is Shanti De Corte. Het meisje was 17 toen ze de aanslagen overleefde, maar koos in 2022 voor euthanasie. Fysieke verwondingen had ze niet, maar de jonge vrouw was murw geslagen door paniekaanvallen, depressies en flashbacks. Haar moeder doet het relaas van zes moeizame jaren. ‘Shanti voelde zich na de aanslagen nooit meer veilig.’

Ayfer Erkul – De Morgen/Humo


‘Op Instagram schreef ze dat ze dood wilde. Als moeder is dat vreselijk om te lezen’

Marielle De Ridder
Moeder van Shanti


In 2021 schreef Shanti De Corte op haar Facebookpagina: ‘22 maart 2016. Je hebt me gebroken. Ik probeer te leven, echt waar, maar het waren vijf zware, intense jaren. Vijf jaar van gruwel, angst, verdriet, ongeloof, pijn, woede. Nu is het nog vallen, en daarna opstaan. Maar het wordt vallen en vallen en blijven vallen.’

In haar ouderlijk huis in Kontich is Shanti nog overal aanwezig. Foto’s van een vrolijk lachend meisje, schijnbaar zorgeloos, staan tussen kaarten die vrienden en klasgenoten na haar dood hebben opgestuurd.

In een doosje ligt een halsketting met een beetje as van Shanti in een hanger. Die doet haar broer iedere dag om als hij naar school gaat. Ook in de armband van moeder Marielle De Ridder zit as van Shanti. Af en toe wrijft ze er tijdens het interview onbewust over.

Shanti De Corte werd vorige maand het 33ste slachtoffer van de aanslagen. De procureur vroeg de herkwalificatie van de beschuldiging van moordpoging naar moord voor haar en drie andere slachtoffers, die net als zij jaren later aan de gevolgen van de terreuraanslagen zijn gestorven. Een belangrijke stap, vindt Shanti’s moeder.

Twee van de vier ‘nieuwe’ slachtoffers zijn immers aan hun mentale worstelingen bezweken.

‘Vóór het proces ging de aandacht vooral naar de dodelijke slachtoffers van de aanslagen, en de slachtoffers met fysieke letsels. De zware mentale last die sommigen meedroegen, werd vaak vergeten. Dat is nu rechtgezet.’

Advocate Sanne De Clerck, die optreedt voor de slachtofferorganisatie V-Europe en ook Shanti’s zaak pleit, treedt haar bij.

Shanti stierf niet op de luchthaven, ze doofde uit over een periode van zes jaar.’

Hoe zwaar die mentale last op Shanti woog, begreep haar moeder pas toen ze, tijdens het proces, een psychologe van het leger hoorde uitleggen wat posttraumatische stress precies is.

Marielle De Ridder: “Slachtoffers van posttraumatische stress herbeleven keer op keer de gewelddaad, zei de psychologe. Ze durven niet meer te gaan slapen, ze zijn bang voor de nachtmerries. Het leek wel alsof ze Shanti beschreef.”

Sanne De Clerck: “Je stuurde toen een sms naar mij: ‘Dit is zo herkenbaar, ik begrijp Shanti nu veel beter.’”

De Ridder: “Andere slachtoffers met posttraumatische stress vertelden hoe ze het openbaar vervoer niet meer durven te gebruiken. Hoe zelfs gewoon naar buiten gaan al een overwinning was. Ook Shanti voelde zich na de aanslagen nooit meer veilig.”

Shanti stond op 22 maart 2016 in de vertrekhal van Zaventem, klaar om naar Rome te vertrekken met haar klasgenoten van het zesde middelbaar.

De Ridder: “Ik heb haar die ochtend rond zeven uur afgezet aan haar school, het Sint-Ritacollege in Kontich. Ze nam kort afscheid: ‘Oké, dag mama!’ Even later stond ze al bij haar vriendinnen.

“De school had bussen gehuurd om de leerlingen naar de luchthaven te brengen. Ik was onderweg naar mijn werk toen ik Peter Van de Veire op de radio hoorde zeggen dat er een explosie had plaatsgevonden in Zaventem. Het was acht uur. Wat er precies gebeurd was, wisten we nog niet. Maar het bericht bleef de volgende minuten wel door mijn hoofd malen.

“Alles zal wel oké zijn, dacht ik, maar toen belde Shanti me op.

“‘Mama, er zijn hier twee bommen ontploft’, riep ze in de telefoon. ‘Wij zijn oké. Kun jij papa iets laten weten?’ Daarna hing ze op.

“Ik reed op de ring rond Antwerpen en twijfelde: moest ik terug naar huis? En wat kon ik daar doen?

“Ik belde naar Peter, mijn partner, en naar de vader van Shanti. Pas toen ik op het werk de beelden van Zaventem zag, drong de ernst tot mij door.

“Ik ben naar haar school gereden, waar de leerlingen intussen al waren aangekomen. Ik wilde Shanti mee naar huis nemen, maar zij wilde blijven. Ik denk dat ze zelf nog niet goed wist hoe ze moest omgaan met wat er was gebeurd, en dat ze liever bij mensen wilde zijn die hetzelfde hadden meegemaakt.”

Wat had Shanti meegemaakt op de luchthaven?

De Ridder: “Ze sprak er niet veel over. Wat ik weet, heb ik uit de schriftjes die ze met haar ervaringen vulde. Ooit wilde ze een boek schrijven, zei ze.

“Uit haar teksten bleek dat ze heel dicht bij de explosies stond. Shanti had net haar koffer ingecheckt en praatte wat met vriendinnen toen er plots een luide knal klonk. Iedereen bleef stokstijf staan.

Shanti vroeg zich af of er misschien een loodzware koffer op de grond was gevallen. Maar toen volgde een tweede knal, met een lichtflits. Stukken plafond stortten achter haar naar beneden. Ze besefte dat er een aanslag werd gepleegd en begon te rennen.

“Dat heeft ze zichzelf later kwalijk genomen: dat ze meteen is weggelopen, en niet eerst heeft gekeken of ze hulp kon bieden.

“Ze rende met de anderen mee naar buiten en stond plots op het tarmac met haar klasgenoten en leerkrachten.

“Ze moesten naar het station van Zaventem lopen, maar toen ook in het metrostation Maalbeek een bom ontplofte, werden stations als gevaarlijk bestempeld en verzamelden de leerlingen in het centrum van Zaventem, waar de bussen hen oppikten.”

Velen zaten die dagen aan het scherm gekluisterd om geen enkel detail te missen. Jullie ook?

De Ridder: “Neen, en zeker Shanti niet. Ze wilde niet naar het nieuws kijken. Die eerste week leek alles nochtans goed te gaan. Ze werd opgevangen op school, ze ging pizza eten met vriendinnen. Ze vroeg zich zelfs af of die reis naar Rome misschien toch kon doorgaan. Waanzin, als je er nu over nadenkt.

“Maar na verloop van tijd zag ik hoe Shanti zich begon af te zonderen. Ze kwam niet meer buiten, behalve om naar school te gaan. Naar de winkel durfde ze niet meer, daar liepen te veel onbekenden rond. In de trein of de tram: idem.

“Op weg naar school keek ze voortdurend rond: zijn er verdachte personen met een rugzak, dreigt er gevaar? Tegen lawaai kon ze ook niet meer. Ze kromp ineen als een ziekenwagen met een luide sirene voorbijraasde.

“Toen we hier op een keer een verjaardagsfeest vierden, ontplofte een ballon. Shanti begon te hyperventileren. Later zei ze dat ze wel wist dat het maar een ballon was, maar dat ze geen controle had over haar reactie.

“Die zomer gingen we op vakantie naar Frankrijk. Daar zag ik voor het eerst hoe Shanti een paniekaanval kreeg. Ik weet niet meer wat de trigger was, maar ze lag op de grond, bevend van angst. Ze herbeleefde het moment van de aanslag. Dat was heftig om te zien.”

‘De euthanasie van Shanti werd weken uitgesteld, omdat iemand anoniem een klacht had ingediend. Die persoon heeft haar lijden onnodig gerekt.’ Beeld Saskia Vanderstichele
‘De euthanasie van Shanti werd weken uitgesteld, omdat iemand anoniem een klacht had ingediend. Die persoon heeft haar lijden onnodig gerekt.’ Beeld Saskia Vanderstichele

OPEN OP INSTAGRAM

De Rome-reis was sowieso geen evidente onderneming voor Shanti. Ze leed toen al enkele jaren aan hyperventilatie.

De Ridder (knikt): “Shanti deed zelf vaak achteloos over haar aanvallen. Ze kreeg die vanaf haar 15de. ‘Te hard gefietst’, hijgde ze als ik zag dat ze buiten adem thuiskwam. Maar de school is hier maar een kilometer vandaan!

“Toen ze ook eens hyperventileerde tijdens een examen, zijn we naar een therapeut gestapt. Dat was geen groot succes. Ze zat er gewoon drie kwartier lang uit het raam te staren. Later las ik in een van haar schriften dat ze helemaal geen therapie wilde.

“‘Van de vier keer dat ik ben geweest, heb ik drie keer niets gezegd’, schreef ze.”

Waarom wilde ze geen therapie?

De Ridder: “Shanti hield graag controle over de dingen. Niet kunnen meedoen met de groep, dat leek haar vreselijk.

“Nu, ze deed het goed op school, had veel vriendinnen en was heel sociaal, dus grote zorgen maakten we ons niet.

“Tot de hyperventilatie erger werd, en een uitstap met de school een probleem werd. Er waren niet genoeg leerkrachten om haar te begeleiden. Ze wilde dolgraag naar Rome, maar lange tijd was niet duidelijk of ze wel kon gaan.

“Een leerkracht heeft zich toen geëngageerd om de reis samen met haar voor te bereiden: waar ze naartoe zouden gaan, wat ze zouden zien, wat ze moest meenemen. Dat hielp enorm. De dag voor het vertrek was ze er helemaal klaar voor. Er kon niets meer misgaan, drukten we haar op het hart.”

Sprak ze na de aanslagen over hoe ze zich voelde?

De Ridder: “Neen. Shanti vertelde mij heel weinig. Ze sloot me vaak buiten, en dat deed wel pijn. Tijdens haar aanval in Frankrijk ben ik naast haar gaan zitten en wilde ik mijn hand op haar been leggen, om toch maar iets te doen, maar zij duwde die weg. Ik ben dan maar op het terras gaan zitten.

“Op Facebook schreef ze open over haar trauma’s, maar dat bleef vrij oppervlakkig. Op Instagram waren haar getuigenissen veel diepgaander, maar daar had ik geen toegang toe. Mijn zus en de buurvrouw had ze wel als vriend geaccepteerd. Zij stuurden me soms screenshots en dan las ik dat Shanti dood wilde. Als moeder is dat natuurlijk vreselijk om te lezen.”

Waarom sloot Shanti u buiten?

De Ridder: “Om mij te sparen, denk ik. Ze wilde niet dat ik zag hoe erg ze leed. Ze zei op een bepaald moment: ‘Het is beter dat jij niet alles weet, mama, dat je niet weet hoe erg het gaat met mij.’”

Ze schreef op haar Instagram-account dat ze huilend ging slapen, omdat het nooit goed zou komen met haar. En dat ze huilend wakker werd, teleurgesteld omdat ze nog leefde.

De Ridder: “De eerste keer dat we hoorden dat Shanti niet meer wilde leven, was in september 2016. Ze had zelf, zonder dat wij het wisten, een afspraak gemaakt bij een psychiater.

“Die belde mij om te zeggen dat hij Shanti onmiddellijk wilde laten opnemen in de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Daar is ze drie maanden gebleven. Daar heeft ze ook een eerste zelfmoordpoging ondernomen.

“Toen beseften we hoe diep ze zat. Ze leed aan tinnitus, had posttraumatische stress en een depressie. Ze kampte met een erg negatief zelfbeeld. Ze vond zichzelf niets waard. Ze zei soms: ‘Ik kan beter doodgaan, want mijn leven heeft geen nut.’

“Op veel foto’s staat ze lachend, maar thuis lachte ze zelden. Ze kwam thuis van school, ging naar haar kamer of lag in de zetel om wat te slapen of naar muziek te luisteren. Dat was alles wat ze deed. Ze had geen energie meer.

“Ze heeft maandenlang in een rolstoel gezeten, omdat ze niet alleen mentaal, maar ook fysiek helemaal op was.”

'De daders zijn zielige personen die mijn energie niet waard zijn. Tijdens één van de pleidooien waren ze met elkaar aan het babbelen en het lachen. Dat vond ik niet gepast.' (Foto: beschuldigde Mohamed Abrini.) Beeld Photo News
‘De daders zijn zielige personen die mijn energie niet waard zijn. Tijdens één van de pleidooien waren ze met elkaar aan het babbelen en het lachen. Dat vond ik niet gepast.’ (Foto: beschuldigde Mohamed Abrini.) Beeld Photo News

ANONIEME KLACHT

Ze heeft nog een hogere studie gevolgd. Kon ze het studentenleven aan?

De Ridder: “Ze wilde leerkracht worden. Dat was echt iets voor haar: ze was altijd snel klaar met haar eigen taken en ging dan anderen uitleg geven.

“Twee dagen voor ze werd opgenomen in de psychiatrie, hadden we haar ingeschreven voor de opleiding van leerkracht lager onderwijs. Maar dat schooljaar viel in het water, omdat ze verschillende keren naar het ziekenhuis moest gaan.

“Toen Shanti het jaar daarna aan de opleiding begon, bleek al snel dat ze niet mocht deelnemen aan de kijkstages. De school was op de hoogte van haar situatie en was bang dat ze in de klas een paniekaanval zou krijgen.

‘Dan zouden de kinderen hetzelfde trauma als Shanti kunnen oplopen’, klonk het.

“Voor haar was dat een nieuwe klap, en ze is toen weer opgenomen. Later is ze overgeschakeld op de studie orthopedagogie, maar toen was al duidelijk dat studeren moeizaam ging.

“Ze kon zich niet concentreren in een aula met veel studenten. Ze durfde ook niet met de fiets naar de les. We hebben haar het eerste semester elke dag met de auto gebracht en opgehaald.”

Later ging ze op kot.

De Ridder: “Dat was eigenlijk niet nodig, de school is maar 10 kilometer van hier. Ik gaf toe, omdat ik dan wat meer tijd zou krijgen voor mijn andere kinderen. Maar ook op kot ging het niet. Ze belde me geregeld met de vraag of ik haar niet kon komen halen, omdat ze weer een aanval had gehad.

“De volgende twee jaar verliepen met kleine pieken en diepe dalen. Ze studeerde, zat op kot, er was soms een crisisopname, er waren zelfmoordpogingen. Ze slikte zware medicatie, antidepressiva en slaapmiddelen. Ze nam Temesta om te kalmeren en de spanningen weg te nemen. Er waren periodes dat ze heel suf rondliep.

“Het liep pas echt mis toen een vriendin van haar uit het leven stapte. Dat was een mokerslag.

“Op een dag kreeg ik telefoon: Shanti lag in het ziekenhuis, omdat ze van het dak had willen springen. In het ziekenhuis zei ze: ‘Mama, ik wil gewoon dood, kunnen ze mij niet laten doodgaan?’

“Tijdens een latere opname heb ik tegen de psycholoog gezegd dat hij tegen Shanti mocht zeggen dat ik openstond voor euthanasie, als ze het onderwerp ooit ter sprake zou brengen. Na nog eens een opname sprak Shanti mij er zelf over aan.

“Ze wilde weten hoe euthanasie gebeurt, en hoe je een aanvraag moest indienen. Ik heb haar gezegd dat ik haar zou steunen, maar dat ze zelf alle afspraken moest maken.”

U vertelt het zo nuchter. Hoopte u niet dat ze haar plan zou opbergen?

De Ridder: “Neen, er was geen andere keuze. Natuurlijk wilde ik haar niet kwijt, maar ik zag geen oplossing. Mijn dochter leed pijn, ik voelde mij machteloos.

“Als ik als gezonde persoon al tegen mijn grenzen botste, hoe moest het dan voor Shanti zijn?

“Al die medicijnen, al die opnames en therapieën: ze hielpen niet. Al die zelfmoordpogingen: ooit zou er wel eentje lukken. En dan was ik haar kwijt, zonder dat ik afscheid had kunnen nemen.”

Haar aanvraag voor euthanasie wegens ondraaglijk lijden werd goedgekeurd.

De Ridder: “Ze wilde sterven op 20 maart 2022, ze wilde niet nog eens een herdenking van de aanslagen meemaken.

“We bereidden alles zorgvuldig voor. Begin maart trok Shanti met haar vader enkele dagen naar zee. Op 16 maart stuurde ze mij haar lijst voor haar begrafenis: de muziek, de foto’s, de teksten.

“Maar toen belde de dokter die de euthanasie zou uitvoeren.

‘Er is een probleem’, zei hij. De euthanasie kon niet doorgaan.

Shanti was zo overstuur dat we haar naar de crisisopvang moesten brengen. De volgende dag vertelde de politie dat iemand een anonieme klacht had ingediend tegen Shanti’s euthanasie. We konden een nieuwe datum vastleggen, maar pas zeven weken later.”

Weet u intussen wie de klacht heeft ingediend?

De Ridder: “Ik heb mijn vermoedens. Maar als die persoon denkt dat hij ons met zijn klacht extra tijd heeft gegeven met Shanti, dan vergist hij zich. Hij heeft de pijn van mijn dochter onnodig gerekt.

“Die zeven weken waren een hel.

Shanti verbleef vijf weken op de psychiatrische afdeling. Toen ze thuis was, moesten we opnieuw aan de voorbereidingen beginnen. Maar deze keer was er de stress van de onzekerheid. We vreesden voor een nieuwe klacht. Daarom gebeurde het afscheid in een veel kleiner gezelschap.

Shanti was tot op het laatste moment gespannen. Ze vertrouwde het niet helemaal.

“We hebben één voor één afscheid genomen van haar, ik zat als laatste een tijdje met haar hand in mijn hand, zonder veel te zeggen. Maar het is anders gelopen dan Shanti had gewild, en dat is jammer.”

‘Toen Shanti besefte dat er een aanslag werd gepleegd, begon ze te rennen. Dat heeft ze zichzelf later kwalijk genomen: dat ze niet eerst heeft gekeken of ze hulp kon bieden.’ Beeld ID/ Benoit De Freine
‘Toen Shanti besefte dat er een aanslag werd gepleegd, begon ze te rennen. Dat heeft ze zichzelf later kwalijk genomen: dat ze niet eerst heeft gekeken of ze hulp kon bieden.’ Beeld ID/ Benoit De Freine

15.000 EURO

Shanti had zich in 2016 burgerlijke partij gesteld. Keek zij uit naar het assisenproces?

De Ridder: “Niet echt, ik denk dat ze zich burgerlijke partij had gesteld in de hoop haar angsten te kunnen verwerken.

“Ze is in oktober 2017 zelfs naar de beelden van de veiligheidscamera’s in Zaventem gaan kijken. Dat heeft ze wel aangedurfd. Ze schreef daarna dat de terroristen verloren hadden, dat zij zich niet gewonnen zou geven. (Stilte) Toen nog wel. Later schreef ze: ‘Ik heb de strijd verloren.’”

Na meer dan acht maanden nadert het einde van het proces, nu de jury zich heeft teruggetrokken. Hoe kijken jullie terug op die periode?

De Ridder: “Ik ben niet vaak naar de zittingen geweest. In het begin omdat ik wist dat Shanti ook niet zou zijn gegaan. Ze zou het niet aangekund hebben om opnieuw geconfronteerd te worden met wat er die dag is gebeurd.

“Misschien moet ik het ook loslaten, dacht ik. Maar dat kon ik niet. Af en toe volgde ik de zittingen via de webradio die justitie voor de slachtoffers had opgezet.

“Later ben ik twee keer naar een zitting geweest, om de pleidooien van de burgerlijke partijen te horen en naar de andere slachtoffers te luisteren.”

De Clerck: “De solidariteit tussen de slachtoffers was erg opvallend. V-Europe vertegenwoordigt 150 van de meer dan 800 burgerlijke partijen. Niet iedereen kon het aan om te getuigen, maar ze kwamen wel, zoals Marielle, om de anderen een hart onder de riem te steken.

“Het proces duurt nu al meer dan acht maanden. Voor de slachtoffers is het niet vanzelfsprekend om vaak aanwezig te zijn, zeker niet als ze een job hebben. Wie kan acht maanden vakantie nemen?

“Emotioneel was het ook heftig. De speurders en hulpverleners die vertelden wat ze aantroffen op de plaats delict, de beelden die op oorlogstaferelen leken…

“Zelfs voor doorgewinterde professionelen was dat schokkend. Maar voor wie een kind of een partner heeft verloren, moet dat ronduit verschrikkelijk zijn geweest. Gelukkig was de ondersteuning voor de slachtoffers uitstekend.”

De Ridder: “Ik wil nog een keer een zitting meemaken, gewoon om er te zijn. Misschien omdat ik vrees dat als het allemaal voorbij is, ik ook een stukje van Shanti kwijtraak. Ik blijf aan haar denken.”

De Clerck: “Voor jou is het ook nog maar een jaar geleden. De meeste nabestaanden hebben iemand op de dag zelf verloren. Zij hebben meer tijd gehad om alles te verwerken.”

Mevrouw De Ridder, u hebt de beschuldigden gezien op het proces. Een van hen, Mohamed Abrini, de man met het hoedje, zag op het laatste ogenblijk af van het plan om zich op te blazen in Zaventem.

De Ridder: “Die daders lieten mij onverschillig. Dat klinkt hard, ik weet het. Maar de enige keren dat ik iets voelde toen ik hen zag, was toen ze tijdens een van de pleidooien met elkaar aan het babbelen en het lachen waren. Dat vond ik ongepast.”

De jury moet nu over de schuldvraag beslissen. Is er nog iemand die twijfelt aan de uitkomst?

De Clerck: “Voor ons is alles duidelijk: het onderzoek is minutieus gevoerd en toont de schuld van de beschuldigden duidelijk aan. Al is het natuurlijk aan de jury om daarover te oordelen.

“Verschillende beschuldigden, zoals Salah Abdeslam en Sofiane Ayari, zaten in de gevangenis ten tijde van de aanslagen in Brussel en vragen daarom de vrijspraak.”

Tijdens het proces van de aanslagen in Parijs, waar de meeste beschuldigden van het huidige proces al werden veroordeeld, gaven sommigen toe dat ze in de fout waren gegaan. Er volgden zelfs excuses. Ziet u dat hier ook gebeuren?

De Clerck: “Voorlopig is dat nog niet gebeurd. De beschuldigden krijgen na deze procesweek nog de mogelijkheid tot een laatste woord (dit interview werd voordien afgenomen, red.). Misschien horen we dan wel spijtbetuigingen, wie weet.

“Tot nu toe heeft enkel Mohamed Abrini rechtstreeks het woord gericht tot de slachtoffers. Dat gebeurde na de getuigenis van een koppel waarvan de vrouw zwaargewond was geraakt. Ze ging ook erg gebukt onder posttraumatische stress.

“Haar man stond erop dat hij mocht getuigen, want ook zijn leven was helemaal overhoopgehaald. Man en vrouw kwamen hand in hand de rechtszaal binnen. Je zag hoe erg ze aan elkaar verknocht waren. De man vertelde dat ze vroeger vaak op reis gingen, maar dat hun wereld na de aanslagen heel klein was geworden. De vrouw zei dat ze zich twee jaar lang meer dood dan levend had gevoeld.

“Daarna stond Abrini plots op. Hij bedankte het koppel voor hun getuigenis en zei dat het hem speet dat ze die beproeving hadden moeten doorstaan. Dat was het enige moment dat er zo’n vorm van interactie was tussen de burgerlijke partijen en de beschuldigden.”

Zou u met de beschuldigden willen praten, mevrouw De Ridder?

De Ridder (kort): “Neen. Voor mij zijn die beschuldigden zielige mensen die mijn energie niet waard zijn.”

Na de schuldvraag moet de jury ook nog de strafmaat bepalen. Daarna volgen de procedures voor de schadevergoedingen.

De Clerck: “Dat is voor na de zomervakantie. De schadevergoeding bepalen voor alle slachtoffers en nabestaanden wordt ook nog een belangrijke taak.”

Na het Reuzegom-proces was er verontwaardiging omdat de vader van Sanda Dia maar 15.000 euro schadevergoeding kreeg voor de dood van zijn zoon.

De Clerck: “Die schadevergoedingen liggen vast. Voor de dood van een kind is dat inderdaad maar 15.000 euro. Dat is heel weinig in vergelijking met andere landen.

“Bovendien liggen schadevergoedingen voor levende slachtoffers veel hoger. Als je iemand doodrijdt bij een verkeersongeval, moet je dus minder betalen dan wanneer het slachtoffer het overleeft en in een rolstoel terechtkomt.”

Had u ooit gedacht dat u op een dag zo’n berekening zou moeten maken voor Shanti?

De Ridder: “We zijn ooit bij een verzekeringsarts geweest om te bepalen welke schadevergoeding ze kon vragen. (Stilte) Maar toen leefde Shanti nog en was er hoop op beterschap.

“Het is inderdaad schrijnend dat er zo’n kleine som staat tegenover zo’n groot verlies. Maar eigenlijk heeft al dat rekenwerk geen belang voor mij: geen enkel bedrag brengt Shanti terug.”

© Humo


Marielle De Ridder – ‘Shanti durfde niet meer buiten te komen. Toen op een verjaardagsfeestje een ballon ontplofte, begon ze te hyperventileren.’ Beeld Saskia Vanderstichele

Wie nood heeft aan een luisterend oor, kan bij Tele-Onthaal terecht op het telefoonnummer 106 of via chat op tele-onthaal.be. Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be. Kinderen en jongeren kunnen terecht bij Awel op het gratis telefoonnummer 102 of via chat op Awel.be.


Lees ook


Bron: De Morgen/Humo

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven