Hendrik Vos – Het sluipende gif van radicaal-rechts


Het gevaar van radicaal-rechtse partijen zit niet in hun partijprogramma, dat is toch niet realiseerbaar. Het zit in hun ruwe en brutale taalgebruik, dat de bodem uit de samenleving slaat.

Hendrik Vos – De Standaard


Wilders is een nachtmerrie voor Europa’, kopte Politico, de oerdegelijke nieuwssite gespecialiseerd in Europese berichtgeving.

Daarna volgde een artikel met een opsomming van rampen die zich zullen voltrekken als de radicaal-rechtse Geert Wilders (PVV) in Nederland regeringsleider wordt.

Met hyperbolen moet je opletten.

Brexit-tegenstanders waarschuwden er destijds voor dat het licht in het Verenigd Koninkrijk zou uitgaan, dat er oorlog van zou komen en dat mensen hongerig en zonder medicijnen door de straten zouden dwalen.

De Brexit is een regelrecht fiasco, maar door er in karikaturen over te spreken, ontstaat achteraf de indruk dat het nog zo erg niet was.

Bij Wilders dreigt zich ook zoiets voor te doen. Hij breekt Europa tot op de grond af, maar het beleid van de Unie wordt bepaald in overleg tussen 27 landen, niet door de Nederlandse minister-president.

Een lidstaat die dwarsligt, is vermoeiend en tenenkrullend, maar zelden een onoverkomelijk probleem.

De Unie verlaten mag dan al een programma punt van de PVV zijn, maar het is niet aan de orde. Eventuele coalitiepartners laten dat nooit gebeuren. Ze zouden niet alleen over hun schaduw moeten springen, maar over de Himalaya.

Als het Wilders lukt om een regering te vormen, wordt het waarschijnlijk iets Meloni-achtigs.

Giorgia Meloni werd in Italië premier na een harde campagne waarin ze een zeeblokkade aankondigde. Eerder had ze al beloofd om de lire weer in te voeren. Het gewicht van de beleidsverantwoordelijkheid is evenwel zwaar en de realiteit blijkt bokkig.

Over de lire piept ze niet meer en er steken meer migranten de Middellandse Zee over dan ooit tevoren.

Meloni steunt zelfs de Europese Oekraïne politiek, ook al had ze eerder haar sympathie voor Rusland geuit.

Radicale programma’s zijn onuitvoerbaar omdat de werkelijkheid lastiger in elkaar zit dan kiezers werd voorgehouden.

Trouwens, waarnemers die van aan de zijlijn roepen dat extremisme alleen maar kan bestreden worden door de problemen van deze tijd rap en beslissend aan te pakken, gooien onbedoeld koren op de radicale molen.

Sommige uitdagingen zijn niet helder, snel en krachtig op te lossen. Moeilijke vraagstukken aanpakken vereist dikwijls improvisatie, creativiteit, hinkelen van deeloplossing naar deeloplossing, vallen en corrigeren.

Dat mag wel eens uitgelegd worden. Wie de indruk wekt dat er wonderen bestaan, miskent de complexiteit van het politieke bedrijf en laat uitschijnen dat centrumpolitici uiteindelijk maar een bende prutsers zijn.

In die sfeer gedijen radicale stemmen goed. Maar zodra ze bij het beleid betrokken worden, botsen ook zij op de grenzen van de weerbarstige werkelijkheid.

Zo bekeken lijkt het niet erg om ze het eens te laten proberen. Ze gaan toch op hun bek.

Maar bij radicaal-rechtse regeringsdeelname doet zich ook iets anders voor, dat veel zorgwekkender is dan het geworstel met groteske beloften.

Die partijen halen met de voorhamer uit naar de samenleving – in de betekenis van een groep mensen die ‘samen leven’.

Dat is een constructie, die bij ons behoorlijk goed in elkaar zit: dankzij die constructie hebben wij hier meer vrijheid, veiligheid, welvaart en levenskwaliteit dan mensen op de meeste andere plekken in de wereld.

Zo’n bouwwerk vereist permanent onderhoud. Als de onderkant van de samenleving het hoofd amper boven water houdt terwijl er bovenaan champagne wordt gedronken, dan staat de constructie niet stabiel en moet het weefsel weer hechter worden.

Daar dient politieke actie voor. Ongelijkheid leidt tot onbehagen, frustratie en gevoelens van onrechtvaardigheid waarop extremistische partijen kapitaliseren.

Radicaal-rechts wil niet de gaten in de maatschappij dichten, maar er voor hele groepen de bodem uitkletsen.

Hun leiders willen de samenleving uiteenranselen en wie een beetje afwijkend is, eruit duwen: mensen van andere afkomst, met een andere godsdienst, met andere politieke overtuigingen.

In het Italië van Meloni krijgen ook mensen met een andere geaardheid het lastig.

Radicaal-rechtse politici spreken laatdunkend over iedereen die volgens hun definitie niet tot hun volk behoort. Hun taal is ruw en brutaal, en daarmee spuiten ze een gif in de samenleving. Ze helen niet, ze verdelen.

Discriminatie wordt in zo’n klimaat legitiem, ook op de arbeidsmarkt, in de huisvesting, of aan de toegangsdeuren tot cafés.

Wie behoort tot een zogezegde minderheidsgroep, wordt het leven zuur gemaakt. Geweld wordt aanvaardbaar, zoals in Groot-Brittannië, waar na het Brexit referendum Oost-Europeanen vaker in elkaar getimmerd werden.

Als de leiders van het land er minachtend over doen, waarom zouden burgers zich dan nog inhouden?

Daar zit het grote gevaar van radicaal-rechtse partijen voor de democratie: ze verbrijzelen wat niet in hun overtuiging past en slaan het fundament uit de precair opgebouwde constructie die wij samenleving noemen.


Geert Wilders: minder tongue in cheek dan hij hier laat uitschijnen. © Robin Utrecht/Abaca

Vul hieronder de zoekopdracht Hendrik Vos in en vind meer berichten.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven