Landbouw – De machtige Europese landbouwlobby is de winnaar van de boerenprotesten

Boerenprotest

Conservatieve politici en ­industriële lobbygroepen proberen al drie jaar de ambitieuze Europese voedselstrategie te torpederen. Dat is hen deze week gelukt, dankzij het oproer.

Ine Renson - De Standaard


“De boeren vergissen zich van vijand.”


Ursula von der Leyen tekende deze week voor een ongezien schouwspel.

De voorzitter van de Europese Commissie kondigde dinsdag aan dat ze de Europese pesticidewet, die bepaalt dat het gebruik van pesticiden tegen 2030 moet halveren, zou intrekken.

Schijnbaar onbewogen sloeg ze daarmee een fundament van haar prestigieuze Green Deal aan diggelen. Toch wist ze dat het een politieke meesterzet was.

De wet is het symbooldossier voor de ‘groene regelneverij’ waartegen de boeren al weken tekeergaan.

Ons voedselsysteem is verantwoordelijk voor een derde van de broeikasgasemissies en heeft een grote impact op de biodiversiteit.

Maar landbouw bleef in het Europese klimaatbeleid grotendeels buiten schot.

Dat veranderde in 2020, toen de Commissie de ‘Van boer tot bord’-strategie voorstelde.

Het was de meest ingrijpende omwenteling in het ­Europese landbouwbeleid in decennia. Ze leunt onder meer op een verschuiving van vlees naar plantaardige eiwitten, op natuurherstel en minder gebruik van pesticiden.

Die strategie botste op grote ­weerstand van groepen die belang hebben bij de status quo: fabrikanten van pesticiden, veevoeder of kunstmest, voor wie een ecologischer model een existentiële bedreiging is.

Ook lobbyisten die de industriële boerenbedrijven vertegenwoordigen, waren tegen. Net als (uiterst) rechtse politici die de belangen van de traditionele landbouw verdedigen.

“Samen voerden ze sinds 2020 aanvallen uit op essentiële onder­delen van het plan”, zegt Jeroen Candel, hoofddocent landbouw en voedselbeleid aan de universiteit van Wageningen.

“Ze hadden het vooral gemunt op de natuurherstelwet en de pesticidenwet. Minder pesticiden en meer ecologische maatregelen zouden de opbrengsten van de boeren doen kelderen, klonk het. ­

“Milieuwetgeving zou onze voedsel­zekerheid ondermijnen. De pandemie en de oorlog in Oekraïne gaven dat idee wind in de zeilen. Voedselzekerheid stond plots ­bovenaan op de agenda.”

Het verzet sloeg aan.

Von der Leyen stopte een wetsvoorstel dat de voedings­industrie duurzaamheids­eisen zou opleggen terug in haar schuif nog voor het echt op tafel had gelegen.

De natuurherstelwet werd vorig jaar goedgekeurd, maar pas ­nadat ze helemaal was uitgekleed.

Ook de pesticidenwet werd zo sterk uitgehold, dat zelfs de voorstanders er hun handen van aftrokken.

Eind november werd de wet onder luid applaus weggestemd in het Europees Parlement.

Toch was ze nog niet dood. Als tijdelijk EU-voorzitter probeerde België de pesticidenwet de voorbije weken te reanimeren in de Europese Raad.

Tot Von der Leyen er zelf de stekker uit trok.

Links project

Von der Leyen is dan wel de moeder van de Green Deal, voor het landbouwpakket ervan liep ze nooit warm.

Uitpakken met de energietransitie en groene groei levert ­applaus op, maar een paradigma­shift in de landbouw doorduwen ligt voor een christendemocraat moeilijker.

Ze werd bovendien klemgereden door Manfred Weber, de voorzitter van haar eigen EVP-fractie.

In de hoop de stemmen van het platteland binnen te harken, voert hij een virulente campagne tegen de ‘Van boer tot bord’-strategie.

Von der Leyen trok de stekker uit de Europese pesticidenwet.
Von der Leyen trok de stekker uit de Europese pesticidenwet.  © Theo Audenaerd/anp

“De EVP is als de dood voor een Nederlands scenario, waar de christendemocratische CDA helemaal leeggegeten werd door de BoerBurgerBeweging”, zegt Candel.

“Ze voelen de hete adem in de nek van ­uiterst rechts, dat zich opwerpt als verdediger van de boeren. De voedselstrategie, die steeds meer gekaderd werd als een links kosmopolitisch project, moest van tafel.”

Het lijdt weinig twijfel dat Von der Leyen in de komende weken aankondigt dat ze zichzelf wil opvolgen als Commissievoorzitter.

Daarvoor heeft ze de steun van Weber ­nodig. En van de Franse president Emmanuel Macron, die haar aanmaande om de groene agenda op pauze te zetten.

Een Europees platteland in lichterlaaie kan ze zelf ook missen, zo kort voor de stembusgang. Ze ­begreep dat er stemmen te winnen waren als ze zich kon op­werpen als de vrouw die de gehate landbouwhervormingen terug schroefde.

Dus greep ze in. Ze maaide niet alleen de pesticidenwet van tafel. Dinsdag stelde haar commissaris voor de Green Deal, Wopke Hoekstra (CDA), een ambitieus klimaatplan voor.

Europa wil de emissies van broeikasgassen met 90 procent verminderen tegen 2040.

In de eerste versies van de tekst stonden nog verwijzingen naar de landbouw (min 30 procent) en de consument (minder vleesconsumptie). Die werden weggegomd.

De week voordien had de Commissie ook al de verplichting voor boeren om 4 procent van hun grond braak te laten liggen, on hold gezet.

“Daarmee is de hele ‘Van boer tot bord’-strategie ontmanteld”, zegt ­Jeroen Candel.

“Ik ben wel geschokt dat het zo snel ging. In enkele ­dagen tijd zijn wetten en plannen waarover zo lang is onderhandeld, zomaar van ­tafel geveegd.

“Door dit cynische ­politieke spel blijft er van de landbouwhervormingen niets meer over.”

Studies op bestelling

De politiek was de doodgraver. Maar de munitie werd geleverd door de agro-industrie.

Die brede groep van onder meer pesticiden fabrikanten, de kunstmestindustrie, de grote boerenbedrijven en vlees- en groenteverwerkers vormt de grootste lobby in Europa.

Hun impact op de ­conservatieve Europese politici werd de voorbije maanden uitvoerig ge­documenteerd.

De pesticidenwet werd uitgehold met 3.095 amendementen.

Uit onderzoek van het Nederlandse tv-programma Pointer blijkt dat 70 procent daarvan werd ingediend door drie fracties:

  • De centrumrechtse EVP (waartoe CD&V behoort)
  • De rechts-conservatieve ECR (met onder meer N-VA)
  • De uiterst rechtse ID (met Vlaams Belang)

Sommige voorgestelde wijzigingen komen rechtstreeks uit teksten van de lobbygroepen.

“Een vertegenwoordiger van de pesticiden industrie heeft me bevestigd dat zij amendementen schreven voor de EVP”, zegt het ­Oostenrijkse parlementslid Sarah Wiener (Die Grünen), die de pesticidenwet door het parlement moest loodsen.

Behalve over de voedselzekerheid en de economische gevolgen van de pesticidenwet, gaat het in de teksten die de lobby aanlevert regelmatig over de zogenoemde ‘impact­studies’.

Die zijn een essentieel instrument in de gereedschapskist van de lobbyisten, zegt Nina Holland, onderzoeker bij de Europese lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO).

“De industrie bestelde vijf studies bij onderzoeksinstellingen, waaronder die van Wageningen en Kiel. Die zijn erg eenzijdig.

“Ze moeten aantonen dat de voedsel­opbrengsten dalen als we pesticiden of kunstmest terugschroeven.

“Ze ­kijken dan alleen naar de pesticiden, maar houden alle andere parameters uit beeld. Met een ander landbouwmodel of de voordelen van een gezondere bodem houden ze geen rekening.”

Bezoekjes aan het parlement

De argumenten van de impact­studies werden ontkracht door 23 experts, gesteund door zo’n 6.000 ­wetenschappers.

Zij benadrukken dat de voedselzekerheid net op de helling staat als we de klimaat­verandering en de biodiversiteits­crisis níét temperen.

De studies werden ook weerlegd in onderzoek van de Europese Commissie. Toch bleef de industrie ermee leuren bij Europese parlementsleden.

“Pesticidenfabrikanten Bayer, BASF en Syngenta hebben kantoren op wandelafstand van het Europees Parlement”, zegt Nina Holland.

“Ook koepelvereniging CropLife Europe zit om de hoek. Zij beschikken over een honderdtal toegangspasjes waarmee ze vrij binnen kunnen lopen.

“Sinds 2020 is het aantal pasjes fors gestegen. Net als het lobbygeld dat de ­industrie er tegenaan gooit.”

Het onderzoeksplatform DeSmog legde in oktober vorig jaar bloot hoe intens de contacten zijn tussen de lobbyisten en zes invloedrijke parlementsleden.

De zes hebben banden met de landbouwindustrie en zitten in cruciale commissies voor landbouw- en milieubeleid.

Allen behoren ze tot de EVP. Zij dienden de meeste amendementen in tegen de pesticidenwet.

Tussen januari 2020 en juli 2023 hadden ze ruim vierhonderd afspraken met de lobbyisten uit de agro- en chemische industrie, acht keer meer dan met ngo’s zoals Greenpeace.

Ook de machtige landbouwkoepel Copa-Cogeca, die vooral de grote landbouwbedrijven en de agro-industrie vertegenwoordigt, kwam veertig keer over de vloer bij de parlementsleden. Op cruciale momenten in het onderhandelingsproces werden de bezoekjes opgedreven.

Samen spendeerden de lobbyisten in die periode zo’n 40 miljoen euro aan lobbyactiviteiten.

“De ­balans is zoek”, zegt Sarah Wiener.

“De industrie gooit alles in de strijd om haar grote winsten niet te verliezen. Het is problematisch dat een oligopolie met diepe zakken zo ­massaal kan tussenkomen in het Europese beleid.”

Copa-Cogeca ziet dat anders. In een reactie stelt Copa-voorzitter Christiane Lambert dat het maar normaal is dat de belangrijkste landbouworganisatie de belangen van de landbouw behartigt.

“Dat is de essentie van ons bestaan. De pesticidenwet zou grote gevolgen ­gehad hebben voor de meeste ­boeren, en zeker voor de kleine.”

Valse tegenstelling

Die mantra van de lobbyisten krijg je moeilijk ontkracht, zegt wetenschapper Jeroen Candel.

“‘Als we de milieuwetgeving doorduwen, lijden we honger in Europa.’

“Dat is een statement als een dijk, dat gretig wordt opgepikt door boeren, media en politici.

“Zo had ik een gesprek met een Vlaamse Europarlemen­tariër die tegen de natuurherstelwet zou stemmen.

“Ik legde uit hoe ­gevoelig Vlaanderen, met zijn aardappel­industrie, voor droogte is. Dat de tegenstelling tussen natuur en landbouw vals is. Hij knikte ­begripvol. En stemde vervolgens toch tegen.”

Het is cynisch, zegt Candel, dat de hervormingen sneuvelden met de boeren als uithangbord.

“Boeren wekken nu eenmaal meer sympathie dan Bayer of Syngenta. Ze hebben ook een gedeeld belang met de industrie.

“Eenmaal je aan het infuus van kunstmest en pesticiden ligt, kun je weinig anders dan daarmee doorgaan. Maar door de wetgeving te bannen, verdwijnen de problemen niet.

“Het aandeel van de landbouw in de vervuiling zal toenemen. De druk op landbouwers zal alleen maar groter worden.”

De boeren vergissen zich van ­vijand, vindt ook Sarah Wiener.

“Dat ze weinig verdienen, ligt niet aan de milieuregels. Dat komt door de druk van groothandelaars en super­­markt­en, en door goedkope invoer van buiten Europa.

“Daar komen straks een vergiftigde bodem, droogte en ander extreem weer bovenop.

“Laten we samen nadenken hoe we de fundamenten van een gezonde landbouw kunnen versterken. In een open debat, waarin alle betrokkenen – ook de industrie – de kaarten op tafel leggen.”

Dat debat belooft alle kanten op te schieten. Gevraagd naar een reactie, mailde CropLife Europe een ­wazig statement door van directeur-generaal Olivier de Matos.

“We staan klaar om bij te dragen met het harde werk en de oplossingen waarin onze sector investeert, om inclusieve, goed geïnformeerde en holistische oplossingen voor de agrifoodsector in de EU vorm te geven.”


© Kristof Vadino

Lees ook



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven