Thomas Opgenhaffen – Verpleegkundige in Gaza – Mijn nachtmerries komen nu pas

Thomas Opgenhaffen © Debby Termonia

Als geen ander weet AZG-verpleegkundige Thomas Opgenhaffen wat er schuilgaat achter de dagelijkse dodentol van Gaza.

Erik Raspoet – Knack


‘Gaza slaat alles wat ik al heb meegemaakt.’

Thomas Opgenhaffen


De hoogste huisnummers in de Koestraat in Kemzeke voeren naar de rand van een bos. Kabeltelevisie of internet is er niet, het is centimeterwerk om in de chalet een gsm-signaal te vangen. Maar dat vindt de bewoner van het huis niet erg. Prikkels heeft Thomas Opgenhaffen meer dan genoeg gekregen tijdens de voorbije zeven weken in Gaza.

Als Nursing Activity Manager voor Artsen Zonder Grenzen België maakte hij de humanitaire noodsituatie in en rond Rafah vanaf de eerste rij mee.

De soundtrack van de oorlog kan hij intussen feilloos beschrijven, gelaagd zoals een plaat van The Beach Boys.

  • Het permanente gezoem van drones

  • Het oorverdovende gebrul van laag overvliegende F-16’s

  • De salvo’s van Merkava-tanks

  • De beschietingen met zware obussen vanaf oorlogsschepen, niet te verwarren met het snerpende geluid van de speedboten die vuren op Palestijnse vissers die zich te ver buiten de kust wagen, noch met het pandemonium van een naderend grondoffensief.

‘Op een keer ging een F-16 erg laag door de geluidsmuur’, zegt hij.

‘Toen dacht ik echt dat we er allemaal aan gingen. Ik was aan het werk in ons primary health care center (PHCC) in Al-Mawasi.

‘Kinderen begonnen hysterisch te krijsen, door de schokgolf sprongen alle ramen in de wijde omgeving stuk. It’s okay, riep iemand, it’s just a sonic boom.’

Opgenhaffen is nochtans wel wat gewoon.

Als verpleger combineert hij al 13 jaar halftijds ziekenhuiswerk op spoed- en intensieve zorgafdelingen met vliegende urgenties voor AZG/MSF.

Ook daarvoor was hij al vertrouwd met oorlog en natuurgeweld.

Wijlen dokter Luc Beaucourt, spoedarts aan het UZA en bezieler van het B-Fast Team, vond hem altijd bereid om te vertrekken.

‘Dit slaat alles wat ik al heb meegemaakt, zowel de dodentol als de verwoesting. Gaza is de hel.’

Thomas Opgenhaffen

We zitten in zijn woonkamer waar de oorlog in Gaza voortwoedt: Al Jazeera blikt terug op de bevrijding van enkele Israëlische gijzelaars.

Het Israëlische leger kon bij een even gewaagde als gewelddadige raid op het vluchtelingenkamp Nuseirat vier landgenoten bevrijden, wat aanleiding gaf tot uitzinnige vreugdetaferelen in de hele Joodse staat.

Het trauma van 7 oktober, toen Hamas-strijders 1120 Israeli’s vermoordden en 200 mensen ontvoerden, blijft springlevend en belemmert elke vorm van medeleven met het leed dat de Gazanen de voorbije acht maanden hebben doorstaan.

37.000 Palestijnen zijn al omgekomen, nog eens 10.000 worden vermist en liggen wellicht ergens bedolven onder puin.

Er zijn intussen al meer dan 80.000 gewonden en verminkten.

Meer dan de helft van alle gebouwen werd vernield of beschadigd, twee derde van de bevolking is ontheemd.

Hongersnood en epidemieën dreigen de tol nog op te drijven, want Israël laat slechts mondjesmaat voedsel en medicijnen binnen.

Bij flankerende aanvallen om Hamas-commando’s in Nuseirat te misleiden, verloren in enkele uren tijd 274 Palestijnen het leven – hoofdzakelijk vluchtelingen, onder hen veel kinderen.

Een uitschieter, maar het verandert niks aan de vaststelling dat de dagelijkse dodentol nog nauwelijks een wenkbrauw doet fronsen.

Tien, twintig, dertig Palestijnen omgekomen bij Israëlische beschietingen? Het klinkt in de nieuwsbulletins haast even routineus als het weerbericht.

Niet voor Thomas Opgenhaffen. Hij weet als geen ander wat achter het verhullende woord ‘omgekomen’ schuilt.

Hij scrolt door de foto’s die hij na een zoveelste beschieting maakte in het Al-Aqsaziekenhuis in Deir el Balah, in Centraal Gaza. Je hebt een sterke maag nodig om ernaar te kijken.

Benen zijn een bloederige brij geworden van weefsel, bot en kledij, het is niet te geloven dat deze patiënt met een dubbele amputatie kon worden gered.

Een meisje heeft schijnbaar alleen wat schrammen in haar gezicht, maar als je inzoomt op de foto, zie je de hersenen die uit haar opengebarsten schedel puilen.

‘Hier worden mensen boos als ik hen met die beelden confronteer’, zegt hij.

‘Waar is dat nu voor nodig, vragen ze. Omdat ze de realiteit van de oorlog tonen, daarom is het nodig.

‘Dit is wat ik de voorbije weken dagelijks heb gezien. Op mijn knieën, tussen zwaar verminkte of verbrande patiënten die bij gebrek aan bedden op de grond moesten liggen.

‘Na zo’n shift zat ik helemaal onder het bloed, zo kapot dat ik zelfs door de bombardementen heen sliep. De nachtmerries komen nu pas.’

‘Gazanen vergelijken dit met de vorige oorlogen. Die duurden een paar weken, daarna konden ze hun huizen heropbouwen en de draad weer oppikken. Maar deze oorlog is totaal anders.’

Thomas Opgenhaffen

Is Gaza de ergste noodsituatie die u als hulpverlener hebt gezien?

Thomas Opgenhaffen: Zonder twijfel. Ik ben in 2023 in Oekraïne geweest, drie maanden op de medische trein met vijf ICU-bedden om gewonden vanuit Donjetsk en Loegansk naar ziekenhuizen in veilige gebieden te evacueren.

Ik heb vier missies in Irak gedaan, onder meer tijdens de bevrijding van Mosul. Vreselijke toestanden gezien, ook in Jemen.

Toch slaat dit alles wat ik al heb meegemaakt, zowel de dodentol als de verwoesting. Gaza is de hel.

Wat deed u precies in Gaza?

Opgenhaffen: Mijn opdracht was de coördinatie van ons PHCC in Al-Mawasi, dat is een van de door Israël aangeduide ‘veilige gebieden’ vlak bij Rafah waar honderdduizenden ontheemde Palestijnen samentroepen.

Mijn voorgangers begonnen er te werken vanuit twee vrachtwagens, nadien hebben ze een leegstaande kippenkwekerij omgebouwd.

We zien er veel luchtweginfecties, gynaecologische complicaties, kinderen met acute ondervoeding, geestelijke gezondheidsproblemen en chronische ziektes die door de chaos niet meer behandeld worden.

Omdat de organisatie al op poten stond heb ik mijn focus snel uitgebreid naar het Al-Aqsa ziekenhuis waar de lokale staf overrompeld werd door de onophoudelijke stroom van zware oorlogstrauma’s.

In het jargon heet dat mass casualty incident, maar dat begrip schiet hier hopeloos tekort.

Hoezo?

Opgenhaffen: Mass casualty incidents, daarvoor schrijven we in België medische interventieplannen en organiseren we rampenoefeningen.

Tientallen zwaargewonden bij een treinongeluk of vliegtuigcrash? Het scenario voor de verdeling van de slachtoffers over verschillende ziekenhuizen ligt klaar, binnen de twee uur is de situatie onder controle.

Dat is het verschil met Gaza: er blijft maar één min of meer functionerende spoeddienst over.

Bovendien is dit een incident waar geen einde aan komt, want de beschietingen en bombardementen blijven duren.

‘Ik kan nu op adem komen in België, maar de lokale staf houdt dat al acht maanden vol.’

Thomas Opgenhaffen

Uw foto’s kunnen we niet laten zien, maar kunt u de gruwel beschrijven die u in al-Aqsa hebt meegemaakt?

Opgenhaffen: Waar begin je? De spoedzone was opgedeeld in kleurencodes.

Groen voor wie nog kon lopen, geel voor de ernstig gewonden.

In de rode zone, waar ik meestal werkte, lagen de kritieke gevallen: afgerukte armen, benen die tot moes waren herleid, kinderen van kop tot teen vol schrapnel.

Veel zware brandwonden ook door de explosieven en pletwonden door instortende gebouwen.

Soms brachten ze sukkelaars binnen die dagenlang onder het puin hadden gelegen, met complexe breuken, ingedrukte longen en een kaliumvergiftiging die het gevolg is van de spierafbraak in zo’n situatie. Dat loopt bijna altijd fataal af.

We moesten voortdurend selecteren: wie proberen we nog te redden, en wie behandelen we palliatief met de pijnstillers – voor zover we die hadden?

Dat alles speelde zich af in een heksenketel. De vloer vol bloed, huilende ouders die hun kinderen zoeken.

Of omgekeerd, ik heb gewonde kinderen gezien die vanuit de gele zone de rode zone binnenliepen op zoek naar hun ouders die lagen te sterven.

‘Of Hamas dan wel Israël wint, dat kan de mensen in Gaza niet schelen, als de oorlog maar stopt.’

Thomas Opgenhaffen

Hoe houdt u dat vol als hulpverlener?

Opgenhaffen: Ik kan nu op adem komen in België, maar de lokale staf houdt dat al acht maanden vol. Bijna allemaal hebben ze zelf familie of dierbaren verloren.

Op een dag kwam een Palestijnse collega na een marathonshift onverwacht terug naar het ziekenhuis. Wat doe je hier, vroeg ik, je moet slapen. Hij zocht zijn schoonbroer die bij een bombardement was gewond.

Bleek dat de patiënt te zijn die op dat moment op onze operatietafel lag, met verbrijzelde benen.

Het valt niet te bevatten wat onze lokale collega’s moeten doorstaan. Ze verlaten ’s morgens hun tent om te gaan werken en ze weten niet of ze die tent na hun shift nog terugvinden.

Een Palestijnse collega ging even boodschappen doen. Toen ze terugkeerde, lag haar huis in puin en had ze geen familie meer.

Hoe groot is de radeloosheid van de Gazanen?

Opgenhaffen: De mensen zijn moe, doodmoe. Of Hamas dan wel Israël wint, dat kan hen niet schelen, als de oorlog maar stopt. Ze willen terug naar het Gaza van voor 7 oktober.

Niet dat hun situatie toen ideaal was, verre van, maar de kinderen konden naar school, de winkels waren open, ze hoefden niet permanent te vrezen voor hun leven.

Maar ik vrees dat veel Gazanen niet realistisch zijn over de toekomst.

Ze vergelijken met de vorige oorlogen. Die duurden een paar weken, daarna konden ze hun huizen heropbouwen en de draad weer oppikken. Maar deze oorlog is totaal anders, de verwoesting is zo groot dat er geen huis meer is om naar terug te keren.

Hele wijken werden van de kaart geveegd, mensen vinden zelfs geen spoor terug van de plek waar ze jarenlang hebben gewoond.

‘Daar word ik zo moe van, mensen die me vragen of ik ook Hamas-strijders heb verzorgd.’

Thomas Opgenhaffen

Israël krijgt internationale kritiek voor de aanvallen op ziekenhuizen en andere gezondheidsinfrastructuur, waarbij al meer dan 500 gezondheidswerkers zijn gestorven. Hebt u daar zelf iets van gemerkt?

Opgenhaffen: Bij mijn eerste missie eind februari was het meteen prijs. Een tank vuurde op de propvolle Médecins Sans Frontières-shelter in al-Mawasi.

Een projectiel vloog door het raam in de keuken, waardoor een gasfles ontplofte. Een medewerkster is gestorven, zeven anderen raakten gewond.

MSF heeft toen geprotesteerd en uitleg gevraagd aan het Israëlische leger. En dan krijg je altijd dezelfde uitleg: dat ze iets verdacht hadden opgemerkt.

Volgens Israël verschuilt Hamas zich ook in ziekenhuizen. Is dat uit te sluiten?

Opgenhaffen: Daar word ik zo moe van, mensen die me vragen of ik ook Hamas-strijders heb verzorgd.

Hoe zou ik iemand van Hamas moeten herkennen in de rode zone van het Al-Aqsa Ziekenhuis? Hebben ze een merkteken op hun voorhoofd?

Ik zie alleen patiënten, mensen in nood die vreselijk lijden en hulp nodig hebben.

De discussie doet me denken aan Irak. In Mosul was iedere patiënt een potentiële terrorist, de stad was drie jaar lang in handen van de IS geweest. Maar wat is een terrorist?

We hoorden verhalen van mannen die door de IS verplicht werden om aanslagen te plegen. Als ze weigerden, werden hun kinderen voor hun ogen gemarteld en vermoord.

Is zo iemand dan een terrorist? Moet je hem medische zorg weigeren? AZG is principieel neutraal, wij verzorgen iedereen.

‘Mijn solidariteit is niet begrensd door familiebanden. De kinderen die ik in Al-Aqsa heb verzorgd, dat zijn ook mijn kinderen.’

Thomas Opgenhaffen

Leeft er onder Palestijnse collega’s sympathie voor Hamas, dat deze oorlog heeft uitgelokt?

Opgenhaffen: Moeilijk te zeggen, ze waren te druk bezig met overleven om daarover te praten. Maar er is ook angst mee gemoeid, het onderwerp ligt gevoelig. Zelfs tijdens de oorlog vinden er interne afrekeningen plaats en verdwijnen er mensen.

Er is dus polarisatie, maar dat is niet het overheersende beeld dat ik heb meegenomen.

Ik was vooral onder indruk van de grote solidariteit onder de Gazanen. Ondanks de voedseltekorten en dreigende hongersnood blijven ze met elkaar delen, al was het maar een stuk brood of een koekje.

Zelfs in de diepste humanitaire crisis gebeuren er mooie dingen. Daar kan ik me aan optrekken.

Waar komt uw engagement vandaan?

Opgenhaffen: Ik ben zelf op mijn negende uit India geadopteerd en in een erg geëngageerd gezin beland. Ik liep met mijn ouders in vredesbetogingen, en ook op school hing het engagement in de lucht.

Toen ik zestien was, wist ik al dat ik verpleegkundige zou worden om mensen te helpen.

Ik heb zelf twee jongvolwassen dochters, we vertrekken straks samen naar Zuid-India waar ik een ngo heb opgericht.

Maar mijn solidariteit is niet begrensd door familiebanden. De kinderen die ik in Al-Aqsa heb verzorgd, dat zijn ook mijn kinderen.

Thomas Opgenhaffen

  • 1972: Geboren in Pachalam, India.
  • 1981: Wordt geadopteerd en groeit op in Nieuwkerken-Waas.
  • Bachelor verpleegkunde Karel De Grote Hogeschool.
  • Specialisatie urgente en intensieve zorg.
  • 1994-196: lepraproject Tamil Nadu.
  • 2005: Hulpverlener aardbeving Kashmir. Nadien rijke ervaring in noodhulp met B-Fast Team, V-Med en AZG.
  • Werkt halftijds op spoed en ICU KLINA ziekenhuis Brasschaat.

Thomas Opgenhaffen © Debby Termonia
Thomas Opgenhaffen © Debby Termonia

Lees ook


Overzicht

Lees alle berichten in deze categorie

,

Bron: Knack

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven