Paul Verhaeghe – Ik zie mensen in hun eigen cocon wegvluchten – Om zich daarna weer in de ratrace te storten


‘Onszelf als een superieur wezen blijven zien dat boven en buiten de natuur staat, is dom.’ Nu er kennis in overvloed is, vraagt hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe zich in een nieuw boek af: waar is de wijsheid gebleven? ‘Filosofie is op sterven na dood.’

Barbara Debusschere – De Morgen

5 april 2025

Leestijd: 20 min


‘Filosofie is op sterven na dood.’

Paul Verhaeghe


Nu sommigen ChatGPT als levenscoach gebruiken, anderen met TikTok-filmpjes miljonair worden en er technologie op komst is die onze cognitieve vermogens overtreft, lijkt een boek over wijsheid een tikje onnodig.

We hebben alle wijsheid toch permanent in onze binnenzak?

“Omdat we makkelijker en sneller dan ooit toegang hebben tot duizelingwekkende hoeveelheden kennis, hebben we juist meer wijsheid nodig”, zegt Paul Verhaeghe, emeritus-hoogleraar psychologie (UGent).

“Helaas is wijsheid een bestoft begrip geworden en verwarren we het ook met kennis”, zegt de auteur van maatschappij kritische bestsellers zoals Liefde in tijden van eenzaamheid, Identiteit en Intimiteit, terwijl hij vrolijk koffie voor ons zet in zijn mooie open keuken met zicht op de tuin.

Of zoals in het citaat van Gerard Reve waarmee hij zijn nieuwe boek opent:

‘Iemand kan een boel kennis hebben vergaard, en daarbij een stom rund zijn gebleven.’

Dat vat de analyse samen die Verhaeghe over onze huidige situatie maakt. Al doet hij dat in veel beleefdere termen.

Eerst even de definities van ‘kennis’ en ‘wijsheid’ uitklaren. Ik heb het aan ChatGPT gevraagd en die zegt: ‘Kennis is een verzameling van informatie, feiten en wetmatigheden die je door ervaring of studie hebt verzameld. Wijsheid is het inzicht om te beslissen wat je al dan niet met die kennis aanvangt.’ Juist?

(lacht) “Dat leunt heel dicht aan bij hoe ik het zelf heb beschreven.

“We weten telkens meer dan onze voorouders omdat wetenschappelijke kennis cumulatief is en onderwezen kan worden.

“Een pasgeborene kan zo in dertig jaar tijd de kennis verwerven waar de westerse mens pakweg tweeduizend jaar over gedaan heeft.”

Maar niet iedere generatie wordt wijzer?

“Zeker niet. Kennis gaat over wat juist of fout is, wijsheid over de grote vragen van het leven.

“Onze wetenschappelijke kennis over voortplanting mag dan nooit zo groot zijn geweest, over liefdesverhoudingen blijven we zoekende.

“Elke generatie worstelt met dezelfde problemen als de vorige, probeert vergelijkbare oplossingen en komt in dezelfde valkuilen terecht.

“Veertig jaar geleden hadden mensen problemen met het open huwelijk, nu heet dat polyamorie.

“Opvoedingsvragen zijn er al sinds Plato en Aristoteles.”

Waarom worden we niet wijzer?

“Wijsheid is, in tegenstelling tot kennis, niet cumulatief. En niet veralgemeenbaar.

“De wetten van de zwaartekracht gelden altijd en overal. Maar wat we wijs vinden niet.

“Twee generaties geleden werden stoute pubers en zwangere tienermeisjes nog in ‘verbeteringsgestichten’ opgesloten.”

Er wordt gezegd dat wijsheid met de jaren komt. Kunt u dat bevestigen?

(lacht) “Ja, maar ik wil benadrukken dat ik zeker geen uitzondering ben. Met verouderen word je beter in menselijke verhoudingen.

“Ik heb de pretentie te denken dat ik nu een aantal dingen beter weet dan dertig, veertig jaar geleden. Maar ik kan daar alleen maar van genieten omdat mijn leven op alle vlakken goed loopt.

“Mijn vrouw en ik zijn gezond en hebben geen financiële zorgen, net als onze kinderen en kleinkinderen.

“Als je ziek bent of andere moeilijkheden hebt, kan verworven wijsheid daar niet tegenop.”

U stelt dat wijsheid al een hele tijd in het verdomhoekje zit. Hoezo?

“Ooit was Letteren en Wijsbegeerte een van de belangrijkste faculteiten aan de universiteit en hadden filosofen recht van spreken.

“Nu is filosofie op sterven na dood. Opvoeden in wijsheid staat op een laag pitje en ethiek hebben we aan commissies uitbesteed.

“De belangrijkste reden is volgens mij de onttovering van de wereld, zoals Max Weber (een van de grondleggers van de sociologie, red.) dat beschreef.

“Begin vorige eeuw was van de wetenschappelijke vooruitgang in de huiskamer nog niet veel te merken. Velen hadden geen elektrische verlichting, de geneeskunde stond in haar kinderschoenen.

“Je leven zat nog vol calamiteiten waar je geen greep op had. Kindersterfte, epidemieën, ongelukken maar ook plotse voorspoed werden daarom eeuwenlang aan hogere machten toegeschreven.

“Met de onttovering van de wereld bedoelt Weber het einde van dat tijdperk. Het moment waarop we geen konijnenpoot meer nodig hadden omdat we met wetenschap en technologie op heel wat zaken vat kregen.

“Zeker na de Tweede Wereldoorlog werd dat met onder andere het poliovaccin en de eerste antibiotica zeer tastbaar.”

Dat bracht vooral grote vooruitgang?

“Absoluut. Onze levenskwaliteit is er enorm op vooruitgegaan. Het is dan ook niet vreemd dat we collectief zijn gaan verwachten dat wetenschap en technologie onze levens op alle vlakken altijd maar zouden verbeteren. Maar dat is niet ingelost.

“Wetenschap en technologie kunnen geen antwoorden bieden op de existentiële vragen:

  • Waar gaan we naartoe?
  • Hoe bewaren we onze menselijkheid?
  • Wat willen we voor onze kinderen achterlaten?

“Daar is wijsheid voor nodig. Maar het enthousiasme over de wetenschap heeft het belang van wijsheid weggeduwd.

“De klimaatcrisis is een treffend voorbeeld. We hebben er enorm veel onweerlegbare kennis over, maar die wordt ontkend en genegeerd.

“Het idee dat de technologie het zal oplossen overheerst, maar over de morele beslissingen die we zouden moeten nemen − bijvoorbeeld als het over solidariteit met arme landen gaat − blijft het stil.”

Paul Verhaeghe: ‘Dat er een causaal verband zou zijn tussen socialemediagebruik en mentale problemen, kun je volgens mij niet aantonen.’ Anton Coene
Een tweede probleem, zo schrijft u, is dat het model van de exacte wetenschappen aan de menswetenschappen, zoals psychologie en sociologie, is opgedrongen?

“Dat klopt. In de jaren 1980 en 90 heb ik dat vol verbazing ook in mijn vakgebied zien gebeuren, onder druk van het enorme succes van de exacte wetenschappen.

“Maar dat werkt niet omdat wat je onderzoekt in de menswetenschappen wezenlijk verschilt van wat je in pakweg de microbiologie onderzoekt.

“Hoe mensen psychisch in de problemen komen, kun je niet op dezelfde manier nagaan als hoe een virus op een bepaalde stof reageert.

“Het is een illusie dat onderzoek in de menswetenschappen netjes afgelijnde, altijd en overal geldende en eenvoudige antwoorden zal opleveren. Maar er wordt gedaan alsof dat wel kan.”

Kunt u voorbeelden geven?

“Kijk naar het onderwijs. Om de zoveel tijd hebben onderwijsministers het over een nieuwe pedagogische aanpak die alle problemen zal oplossen.

“En ja, die bepaalde aanpak werkt, maar alleen voor bepaalde scholen en leerlingen in een bepaalde sociaal-economische omgeving.

“Dat zegt men er niet bij.”

Wat zijn voorbeelden uit de psychologie?

“Vanaf wanneer is iemand die een dierbare verloor depressief? Dat is cruciaal, want vanaf dat moment wordt vaak medicatie ingezet.

“Toen ik studeerde, werd twee jaar rouwen als normaal beschouwd. Vandaag legt de DSM, een psychiatrisch classificatiesysteem, de grens op een jaar.

“Vanaf wanneer heeft iemand ADHD? In de exacte wetenschappen moet je helder vastleggen wat je onderzoekt. Dat lukt al niet met ADHD, en al helemaal niet met burn-out, dat niet eens een officiële diagnose is. ADHD wel, maar verschillende psychiatrische classificatiesystemen hanteren andere criteria. Hoe kun je dan tot veralgemening komen?”

Het is toch positief dat ook van sociologie en psychologie wordt verwacht dat ze met op bewijs gebaseerde resultaten komen?

“Zeker, maar het is absurd om te eisen dat dat met dezelfde methodes als in de exacte wetenschappen zou moeten. Daardoor hebben de menswetenschappen een karikatuur van zichzelf gemaakt.

“Dat kan ik illustreren met iets wat uw lezers kunnen herkennen:

“In De Morgen kan er op zaterdag een expert staan die stelt dat intelligentie erfelijk bepaald is en op maandag een collega die reageert met: ‘Fout. Mijn onderzoek toont aan dat het sociaal bepaald is.’

“Dat kan omdat intelligentie complex is en anders gedefinieerd en onderzocht kan worden.

“Een onderzoeker kan alleen uitspraken doen over zijn onderzoekspopulatie die met zijn methodes is onderzocht. Die bescheidenheid is er meestal niet bij.”

Hoe moet het dan wel?

“Wat goed werkt, is prospectief onderzoek bij grote groepen. Je volgt dan bijvoorbeeld tien jaar lang 5.000 tienjarigen en kijkt hoe zij zich ontwikkelen.

“Wat ook heel krachtig is, is iemand met zichzelf vergelijken.

“De klassieke aanpak is grote groepen bestuderen en daar dan statistische gemiddelden uit puren.

“In de natuurwetenschappen werkt dat goed. Maar als je in de menswetenschappen wilt weten of een bepaalde behandeling aanslaat bij iemand of hoe een bepaald kenmerk bij iemand evolueert, kan het juist interessanter zijn om alleen die ene persoon maanden te volgen.”

U waarschuwt tegen medicalisering van psychische problemen, maar mensen als Herman Brusselmans en Selah Sue getuigen dat het je leven kan redden.

“Dat is zeker zo. Maar je kunt dat niet veralgemenen zoals in de medische wetenschappen. Een antibioticum werkt nagenoeg altijd.

“In ons vakgebied is medicatie niet altijd slecht en ook niet altijd goed. Wanneer iemand een antidepressivum neemt en daar duidelijk baat bij heeft, zeg ik altijd: ‘Blijf dat nemen.’ Maar bij een meerderheid werkt het niet.

“Ik ben niet tegen medicatie, maar tegen te snel medicatie voorschrijven zonder eerst te onderzoeken wat er in iemands leven speelt. Zo gaat het heel vaak.

“Maar door alleen een lijst met gedragscriteria af te vinken en pillen te geven, is het risico erg groot dat je cruciale zaken mist.

“Neem slaappillen. Mensen die weken niet slapen, adviseer ik altijd om een slaapmiddel te nemen. Als je niet slaapt, werkt er niets meer.

“Maar het is de bedoeling die pillen zo kort mogelijk te nemen. Slaapproblemen zijn bijna altijd een gevolg van een onderliggend probleem. Daar wordt nauwelijks naar gekeken, terwijl dat juist nodig is.

“Vervolgens ontstaat er verslaving. Dan heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) gelijk om mensen via de apothekers te helpen met afbouwen.”

Als coryfee van de psychoanalyse hebt u zelf al vaak de kritiek gekregen dat die aanpak onwetenschappelijk is.

“Ik stel verbaasd vast dat enkelen die grijsgedraaide plaat blijven afspelen. Maar zij schieten op een vorm van psychoanalyse die al lang niet meer onderwezen wordt.

“De psychoanalyse is sinds Sigmund Freud sterk geëvolueerd. Hedendaags onderzoek in onze vakgroep gaat bijvoorbeeld over herstel na en terugvalpreventie bij psychose.

“Mijn opvolger Stijn Vanheule werkt daarbij samen met de vooraanstaande Nederlandse psychiater en neuroloog Jim van Os. Dat is valide en eigentijds onderzoek.

“Als die kritiek opflakkert, moeten wij telkens uitleggen dat als deze critici het bijvoorbeeld over ‘verdringing’ in de freudiaanse betekenis hebben, wij daar intussen iets helemaal anders onder verstaan.

“Ik heb wel wat beters te doen.” (lacht)

Bent u even fel gekant tegen andere methodes, zoals cognitieve gedragstherapie?

“Dat zou een even grijsgedraaide plaat zijn. Soms stuurde ik een patiënt naar een erg goede cognitieve gedragstherapeut omdat ik aanvoelde dat het bij hem beter zou werken.

“Sommige psychoanalytische therapeuten raadde ik af omdat ik aanvoelde dat er geen klik zou komen.

“In de vetes tussen methodes wordt vergeten dat de verhouding tussen de therapeut en de patiënt veel meer de doorslag geeft om therapie te doen slagen dan de techniek.

“Niemand kan exact uitleggen wat het is en je kunt het niet meten, maar hoe therapeut en patiënt zich tot elkaar verhouden bepaalt het succes van een therapie, zo toont onderzoek overtuigend aan.

“Daarna komt de mate waarin de patiënt het gevoel heeft zelf aan de behandeling te kunnen bijdragen.

“De techniek staat pas op de derde plaats.”

Paul Verhaeghe: ‘De therapeutische nood vloeit voort uit de door­geslagen indivi­dualisering. En dan gaan we alleen het individu behandelen? Dat klopt niet.’ Anton Coene
Terug naar de verhouding tussen kennis en wijsheid. Ziet u geen contradictie tussen de onttovering, waardoor we wetenschappelijke kennis op een voetstuk plaatsen en er te veel van verwachten, en het toegenomen wantrouwen tegenover de wetenschap?

(denkt na) “Beide fenomenen bestaan tegelijkertijd.

“Dat wantrouwen heeft volgens mij te maken met het feit dat er al bedrog is geweest. Zoals de tabaksindustrie die de effecten van roken via zogenaamd wetenschappelijk onderzoek heeft kunnen minimaliseren.

“Ook de farma- en agro-industrie en de fossiele brandstoffenindustrie hebben pseudowetenschappers voor hun kar gespannen om het publiek te misleiden.

“En dat trekken mensen vervolgens door naar de klimaatwetenschap.

“Voeg daar radicaal-rechtse politici bij die de klassieke waarheidsbronnen aanvallen en algoritmes die mensen in de tunnel van complottheorieën meesleuren, en het hoeft niet te verbazen dat er ook wantrouwen leeft.”

Hoe kijkt u naar het debat over mentaal welzijn bij jongeren en sociale media?

“Die technologie bestaat nog maar tien jaar, dus het is niet vreemd dat we nu pas negatieve effecten zien en maatregelen nemen. Die zijn zeker nodig.

“Maar dat er een causaal verband zou zijn tussen socialemediagebruik en mentale problemen, kun je volgens mij niet aantonen.”

Denkt u dat artificiële intelligentie ooit wijsheid kan bezitten en ons dreigt te overtreffen?

“Ik denk dat er alleen kan uitkomen wat je erin steekt. Wellicht kan AI dus ook ethische uitspraken doen als we die programma’s met ethische principes voeden.

“Misschien ben ik naïef, maar ik zie de grote gevaren niet meteen in de technologie op zich, wel in de mensen die er gebruik van maken.

“Zelfbewuste AI die de boel overneemt, kan dat alleen maar als wij dat aan de basis mogelijk maken.”

U stelt dat wijsheid haast verdwenen is, maar toont de grote aandacht voor psychologie, meditatie en zelfzorg niet dat veel mensen diepgang zoeken te midden van de hectiek?

“Mensen zijn zeker zoekend, maar het is volgens mij een minderheid die zich in psychologie en filosofie verdiept.

“Zelfzorg is populair en een goed idee, maar niet als het neerkomt op je op jezelf terugtrekken.

“Volgens de oude Grieken gaat zelfzorg over voor jezelf én anderen zorgen. Uit die wisselwerking ontstaat welzijn.

“Nu zie ik mensen in hun eigen cocon wegvluchten. Vaak eventjes, om zich daarna weer in de ratrace te storten. Dat is geen zelfzorg, dat is jezelf tijdelijk oplappen.”

Hoe verklaart u de vele burn-outs?

“Dat is het resultaat van een systeemfout, namelijk de grenzeloze jacht op prestaties, status, spullen.

“Begin jaren 2000 concludeerden onderzoekers dat de werkvloer mensen uitputte. Arbeidsorganisaties zijn dan gelukkig op burn-outpreventie gaan inzetten. Maar het aantal burn-outs bleef toenemen.

“Dat komt omdat we ondertussen niet alleen meer op het werk maar in alle levensdomeinen onder het dictaat van steeds meer en beter leven, van presteren en prestaties etaleren.”

Mentaal welzijn krijgt wel veel meer aandacht?

“Ja, maar het grootste misverstand is dat we alles bij het individu blijven leggen, terwijl de problemen vaak het resultaat zijn van interactie tussen individu en maatschappij.

“Het kan deugd doen om in therapie te gaan, maar je neemt er de maatschappelijke oorzaken van je psychisch onwelzijn niet mee weg.

“Er is ook consensus over het feit dat de therapeutische nood bij veel mensen voortvloeit uit de doorgeslagen individualisering. En vervolgens gaan we alleen het individu behandelen? Dat klopt niet.”

Paul Verhaeghe: ‘Jezelf kennen: onze blik op identiteit heeft dat mooie idee om zeep geholpen. Denk aan de psychiatrische ­labels of de indelingen op basis van gender.’
Anton Coene
Om tot meer wijsheid te komen, zo schrijft u, moeten we ons zelfbeeld corrigeren?

“Inderdaad. Lange tijd is op basis van de wetenschap, die de natuur netjes in hiërarchische categorieën indeelde, gedacht dat alles vastligt, altijd aan dezelfde wetmatigheden beantwoordt, met de mens bovenaan op de ladder van de evolutie.

“Daardoor zien wij onszelf als heer en meester die de natuur controleert.

“Maar de nieuwste wetenschappelijke inzichten tonen dat er geen sprake is van een ladder en een vaste hiërarchie en dat wij integraal deel uitmaken van en voortdurend in een wisselwerking staan met de natuur.

“Zo blijkt dat het microbioom (micro-organismen in je darmen, red.) verregaande effecten heeft op ons immuunsysteem en hersenen en zelfs op ons gemoed.

“In de genetica blijkt dat omgevingsfactoren zoals voeding, stress en luchtvervuiling een bepalende invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop genen al dan niet in werking treden.

“De kwantumfysica heeft de zekerheden over de bouwstenen van de natuur onderuitgehaald en toont aan dat wat we meten door onze waarnemingen wordt beïnvloed.

“Al die inzichten hebben grote ethische implicaties. Wij hangen compleet vast aan wat helemaal geen buitenwereld meer is, we controleren haar veel minder dan we denken en wat we de omgeving aandoen, doen we ook onszelf aan.

“Onszelf als een superieur wezen blijven zien dat boven en buiten de natuur staat, is dom.”

Wat is er nog nodig?

“Het onderwijs heeft zeker een grote rol te spelen. Door het succes van de exacte wetenschappen en de technologie lag de nadruk logischerwijs lang op de STEM vakken.

“Maar nu we met al onze kennis onwaarschijnlijke dingen kunnen, zoals AI of IVG (in-vitro-gametogenese, waarbij onderzoekers eitjes en zaad uit stamcellen maken, red.), nu de klimaatcrisis ons tot morele keuzes dwingt, zullen we veel meer op sociale en emotionele vaardigheden moeten inzetten, op ethiek.

“Zulke zaken leer je in de letteren en wijsbegeerte, in kunst en cultuur.

“Maar die vakken zijn afgevoerd omdat beleidsmakers ze ‘maatschappelijk’ niet interessant vonden, waarmee ze bedoelden dat ze ze economisch niet interessant vonden.

“Het verbaast me niet dat steeds meer mensen met zingevingsvragen naar de psycholoog stappen. Maar betekenis verlenen aan de wereld en je leven doe je best in relatie tot cultuur, in je eentje wordt dat waanzin.

“De nood aan nieuwe, zingevende verhalen waarachter we ons kunnen scharen, is groter dan ooit.

“Dat gaat gek genoeg twee tegengestelde richtingen uit: zich op nostalgisch nationalisme terugplooien, of zich bij een veel ruimere ecologische beweging aansluiten. Beide zijn morele keuzes.”

Hoe krijgen we meer wijsheid in de politiek en in het maatschappelijk debat?

“Ook door meer op collectieve wijsheid in te zetten. Met alle respect voor ethische commissies, maar dat volstaat niet meer.

“Mijn natte droom is dat wetenschappelijke kennis automatisch aan ethisch debat wordt gekoppeld. Burgeroverleg lijkt me dan een interessante optie.

“Na jaren discussie is in Ierland in een jaar tijd de versoepeling van de abortuswetgeving geregeld, via burgerraden met daarin een representatief staal van de bevolking.

“Nu horen we alleen de extremen tegen elkaar roepen.

“Het is tijd om de zwijgende meerderheid aan het woord te laten, op basis van kennis en overleg. Zo krijg je betere en meer gedragen antwoorden op lastige vragen.”

Zijn we iets met de klassieke Griekse wijsheden die u aanhaalt: ‘Ken uzelf’ en ‘Alles met mate’?

Zeker dat tweede is nu pertinent want we leven in een maatschappij die grenzeloosheid predikt.

“De oude Grieken hadden heel goed door dat alles met mate doen de beste manier is om het meeste plezier te beleven en het langst gezond te blijven.

“Jezelf kennen vind ik zeer belangrijk, maar de hedendaagse categoriserende blik op identiteit heeft dat mooie idee om zeep geholpen. Denk aan de psychiatrische labels of de indelingen op basis van gender.

“Dat zorgt ervoor dat jonge mensen soms wanhopig naar het juiste hokje zoeken en natuurlijk merken dat ze er nooit helemaal in passen.

“Als je jezelf maar kunt leren kennen door jezelf in categorieën in te delen, ken je jezelf niet.”

Slaat ‘Ken uzelf’ niet op: observeer jezelf, leer je zwaktes en sterktes kennen om zo beter met anderen en de wereld te kunnen omgaan?

“Dat is exact wat Aristoteles bedoelde. Als we het opnieuw zo kunnen zien, kunnen we er wel mee aan de slag.”

Is wijsheid vandaag ook rebellie, je wat afzetten tegen de prestatiedruk, de optimaliseringsdrang en de hyperconsumptie?

“Ja. Dat is een mooie combinatie van ‘Ken uzelf’ en ‘Alles met mate’. Maar het is niet simpel omdat je moet uitzoeken wat je wel en niet wilt, wat wel en niet bij jou past.

“Ik vrees dat de meesten dat niet aan het doen zijn.

“Die twee Griekse wijsheden kunnen alvast een aanknopingspunt zijn om ons beter bewust te worden van het feit dat altijd maar meer en sneller ons ziek maakt.

“Het noopt tot stilstaan en je afvragen wat je voor een goed leven écht nodig hebt. Veel minder dan je denkt. Dat kan een begin van wijsheid zijn.” (lacht)

Door de oorlogen, de klimaatcrisis en verontrustende politieke evoluties concluderen sommigen dat wij niet tot wijsheid in staat zijn.

“Ik heb ook sombere momenten, maar op moreel vlak hebben we in het Westen toch vooruitgang geboekt, ook al zijn er nog uitwassen. Zo neemt de ongelijkheid wel weer toe, maar de voorbije eeuwen is ze steeds kleiner geworden. Lijfstraffen en andere wreedheden zijn afgeschaft.”

U bent geen aanhanger van de vernislaagtheorie die zegt dat wij wreed en immoreel zijn met een flinterdun laagje beschaving erover?

“Dat is onzin.

Robert Sapolsky heeft zo ongeveer al het gedragsbiologisch onderzoek over mensen en primaten samengebracht, en komt tot de conclusie dat zowel het goede als het kwade in ons zit, en dat de context bepaalt of het ene of het andere naar boven komt.

“Collectieve wijsheid bestaat erin de juiste morele keuzes te maken om die context te realiseren.”

Die context ziet er nu niet goed uit. Hoe optimistisch of pessimistisch bent u over de toekomst?

“Ik beschouw mezelf niet als een pessimist noch als een optimist omdat ik beide houdingen zo passief vind.

“Ofwel is alles toch al om zeep ofwel komt het vanzelf goed.

“Ik probeer een realist te zijn en ik heb het privilege dat ik veel kennis heb mogen verzamelen.

“Als ik dan de morele en intellectuele evolutie van de mens overschouw, zie ik voldoende redenen om eerder hoopvol te zijn, ook al lijkt daar nu soms weinig reden toe.”

Paul Verhaeghe – Wijsheid
Verkrijgbaar vanaf donderdag 10 april.
Op die dag wordt het boek voorgesteld in
VierNulVier

Wijsheid
Identiteit
Autoriteit
Intimiteit

Wie is Paul ­Verhaeghe?

  • 67 jaar.
  • Emeritus-hoogleraar psychologie
  • Klinisch psycholoog en psychoanalyticus.
  • Zijn eerste doctoraat (1985) handelde over hysterie, zijn tweede (1992) over psychodiagnostiek.
  • Werkte als gewoon hoogleraar aan de universiteit van Gent.
  • Verwierf inter­nationale bekendheid met zijn boeken ­Liefde in tijden van eenzaamheidIden­titeitAutoriteit en Intimiteit.

Psychoanalyticus Paul Verhaeghe. Anton Coene

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven