Martha Claeys en Paul Verhaeghe – We hebben goede leiders nodig die slechte boodschappen kunnen brengen


De klimaatopwarming wordt prangender, de energieprijzen exploderen. Ondanks de onheilstijdingen blijven filosofe Martha Claeys (27) en professor emeritus psychoanalyse Paul Verhaeghe (67) hoopvol. ‘Jongeren wachten niet meer op de machthebbers, ze zetten zélf stappen.’

Door Nathalie Carpentier
Foto’s Fred Debrock


De professor arriveert met de fiets, de filosofe komt aangewandeld van het trein­station. Allebei zijn ze bezweet door de loden hitte.

Hij complimenteert haar omdat ze geen auto heeft. ‘Wij overwegen soms wel een deelauto,’ reageert Claeys.

‘Als mijn mama (schrijfster Anne Provoost, red.) zegt dat met de bakfiets toch ook veel kan, word ik soms wel opstandig. Toen zij jonge kinderen had, had ze wél een auto! Ik besef dat we leven in een nieuw normaal, maar wij mogen zoveel niet meer.’

Het sluit naadloos aan bij de reden waarom we de filosofe en ex-leerlinge van de invloedrijke Amerikaanse rechtsfilosofe Martha Nussbaum samenbrachten met professor psychologie Paul Verhaeghe, die met boeken als Identiteit en Autoriteit de samenleving fileerde.

Hoe blijf je mentaal overeind bij de schijnbaar eindeloze stroom onheilstijdingen van deze zomer met de almaar prangender klimaatopwarming, exploderende energieprijzen en een uitzichtloze oorlog?

Zelfs de premier waarschuwde voor vijf, zelfs tien barre winters.

Ervaren jullie een groeiend onbehagen?

Claeys: ‘Onmiskenbaar. Onder mijn vrienden heerst soms verslagenheid. Zal de oorlog eindigen? Mogen we nog wel vliegen? Wij zien ook geen oplossing. Tegelijk is dat onbehagen niet nieuw. Ik zag als klein kind op 9/11 hoe twee vliegtuigen zich in de WTC-torens boorden. Mijn hele leven was er al reden tot ongerustheid.’

Verhaeghe: ‘In mijn nieuwe boek onderzoek ik onbehagen. Het is van alle tijden, omdat de oorzaak dat ook is. Een maatschappij legt zaken op zoals belastingen en verkeersregels en biedt in ruil iets als veiligheid of diensten. Als individu ondervind je daar de voor- en nadelen van, wat frictie veroorzaakt. Soms is dat onbehagen vrij klein, zoals in mijn jeugd. Ik ben van 1955, ik ben opgegroeid in ‘les trente glorieuses’. Het leven werd alleen maar beter, het omgekeerde van nu.’

‘Het huidige, algemene onbehagen is een culminatiepunt van veranderingen in de voorbije twintig jaar. Sinds de jaren 80 is de malaise toegenomen en vanaf 2000 zie ik het heel snel evolueren naar wat we vandaag voelen. Al ervaart niet iedereen dat onbehagen hetzelfde.’

Waarom niet?

Verhaeghe: ‘Omdat de invulling verschilt naargelang je sociale klasse. Als je energievoorschot plots oploopt tot 400 euro per maand en je hebt een inkomen van 2.000 euro, is dat slikken.

‘De middenklasse heeft veeleer angst om zijn levensstandaard – twee vliegvakanties per jaar, twee auto’s – niet te kunnen volhouden of niet te kunnen doorgeven aan de kinderen.’

‘Proportionaliteit is belangrijk. Klimaatangst moet je niet afzwakken. Maar bij angst voor terrorisme moet je wel benadrukken dat het vaak om individuele acties gaat’
Martha Claeys 

Claeys: ‘Over welk soort onbehagen hebben we het? Het onbehagen over de klimaatopwarming is legitiem. We stevenen af op iets waarvoor we zelfs angst moeten hebben.

‘Daarnaast veroorzaken de huidige snelle morele omwentelingen ook veel weerstand bij mensen die plots macht, ruimte en privileges moeten delen. Dat onbehagen wijst niet op een echt probleem, maar is deel van een transitie.’

Welke oorzaken zien jullie voor het groeiende onbehagen?

Verhaeghe: ‘De diepere oorzaken zijn de sociale ongelijkheid en de gevolgen daarvan, in combinatie met de klimaatopwarming.

‘Beide oorzaken zijn zelfs gekoppeld, omdat ze samengaan met een neoliberale samenleving.

‘Je kan sociale ongelijkheid goed of slecht vinden, maar uiteindelijk is dat een politieke discussie die door een verkiezingsuitslag beslecht wordt.

‘De klimaatopwarming is anders, dat is pure wetenschap. We weten trouwens perfect wat ons te wachten staat, alle voorspellingen sinds 1970 komen uit. En we weten wat we eraan moeten doen: ons energiebeleid omgooien. De impact op onze maatschappij zal enorm zijn. We wéten dat.

‘Toch blijven sommigen beweren dat de toekomst op dat vlak onzeker is. Dat is lulkoek.’

Claeys: ‘Hoe we erop zullen reageren, is toch een onbekende factor. Daar zie ik het lichtpunt. Het geeft ons de vrijheid om onze verantwoordelijkheid te nemen.’

De klimaatopwarming maakt hoe dan ook angstig. Eenmaal emoties het overnemen, vermogen rationele argumenten om verantwoorde keuzes te maken nog weinig. Denk aan de irrationele angst bij antivaxers.

Verhaeghe: ‘Angst is niet noodzakelijk slecht. Het is evolutionair ontwikkeld om ons te beschermen tegen gevaar. Het helpt om beslissingen te nemen.

‘Angst begint met opwinding en spanning. In die fase helpt het om in te grijpen als het verkeerd loopt. Maar zodra angst paniek wordt, werkt het niet meer. Dat er vandaag angst heerst voor klimaatopwarming, is terecht. De vraag is alleen of het zich op het juiste object richt.’

‘We weten perfect wat we moeten doen tegen de klimaatopwarming: ons energiebeleid omgooien. Toch beweren sommigen dat de toekomst op dat vlak onzeker is. Dat is lulkoek’
Paul Verhaeghe  

Claeys: ‘Wat je met die angst doet en hoe erop ingespeeld wordt, is ook van belang. Angst kan voeding geven aan activisme en protest, maar ook behoudsgezind maken.’

Verhaeghe: ‘De voorbije vijftien jaar hebben populisten de angst in onze samenleving bovendien heel bewust gemanipuleerd en verschoven naar andere onderwerpen, zoals vreemdelingen of de islam. Helaas werkt dat.

‘Dat is les één in de gedragspsychologie: je kan angst koppelen aan iets anders.’

Voor populisten is haatspraak vandaag een succesvol businessmodel, schreef Ignaas Devisch in deze krant. Hoe doorbreek je dat als democraat in deze moeilijke tijden?

Verhaeghe: ‘De juiste reactie is om populistische stellingen telkens opnieuw te corrigeren – nee, dat klopt niet, dit zijn de cijfers – en dat te blijven herhalen.

‘Veel partijen hebben net het omgekeerde gedaan. Ze hebben de populistische thema’s zelfs overgenomen, waardoor ze mainstream ­geworden zijn. Het maakt de populisten alleen maar sterker.’

Claeys: ‘Martha Nussbaum ziet grote verschillen in hoe politici spreken over angst.

‘Ofwel gebruiken ze angst om tweedracht te zaaien, een groep buiten ‘onze’ wereld te plaatsen zoals bij populisten.

‘Ofwel plaatsen ze die angst met redelijke argumenten in een perspectief. Daarbij is proportionaliteit van belang.

‘Klimaatangst moet je niet afzwakken. Maar bij angst voor terrorisme moet je wel benadrukken dat het vaak om individuele acties gaat. Daarnaast vind ik het zelf ook nodig dat politici emoties erkennen en niet negeren.’

Was de erg sombere waarschuwing van premier De Croo deze week de juiste aanpak?

Verhaeghe: ‘Hij heeft gelijk om te waarschuwen, we staan voor moeilijke tijden, maar hij moet het juist kaderen.

‘Bij therapeutisch werk moet je er altijd vanuit gaan dat het gevoel juist is. Tegen iemand die bang is, moet je niet zeggen dat hij geen schrik moet hebben. Maar je moet het juiste onderwerp van die angst achterhalen.

‘Ja, er zijn problemen met gasleveringen en Poetin speelt een spel. Maar de realiteit is dat onze energieproblemen niet van de baan zijn, mocht Poetin plots wél betrouwbaar zijn of de oorlog eindigen.

‘De realiteit is dat we naar een ander energiemodel moeten. Dat vergt goede leiders die slechte boodschappen kunnen brengen mét autoriteit. Maar wie gelooft die politici nog?’

Hoe kunnen ze die autoriteit terugwinnen?

Verhaeghe: ‘Heel moeilijk. Eenmaal kwijt, duurt het erg lang om vertrouwen terug te winnen. De voorbije regeringen hebben hun autoriteit verspeeld door hun beloftes niet na te komen, door zelfs te liegen of de schuld bij anderen te leggen.

‘De maatschappelijke problemen pakken ze al jaren niet aan: het tekort aan leerkrachten, zorgkundigen, huisartsen, de wachtlijsten in de zorg. Hoelang waarschuwen experts daar al voor?

‘De politiek moest daarover jaren geleden al beslissingen genomen hebben, maar er gebeurt niets. De klimaatopwarming zou topprioriteit nummer één moeten zijn. Dit zou een uitgelezen kans moeten zijn om een nieuw energiebeleid op poten te zetten, maar ik zie het niet.’

Paul Verhaeghe: ‘Ik ben opgegroeid in les trentes glorieuses. Het leven werd alleen maar beter, het omgekeerde van nu.’
Martha Claeys: ‘Ik zag als klein kind op 9/11 hoe twee vliegtuigen zich in de WTC-torens boorden. Mijn hele leven was er al reden tot ongerustheid.’

Claeys: ‘Ik merk dat mijn generatie nog erg weinig verwacht van politici. Misschien is er ook geen partij meer waarin we ons herkennen. We richten ons meer op middenveldorganisaties en activisten. Die durven tenminste een standpunt in te nemen, ook als die hen in eerste instantie niet populair maken.’

Moeten politici moeilijk beleid beter leren verkopen? Nussbaum stelde dat ‘een van de problemen van links is dat het vaak te rationeel is, te weinig durft in te spelen op de gevoelens van mensen. Dat is meer een specialiteit van rechts. Je moet nadenken over hoe je mensen kunt raken, hoe je hun geest en hart kunt vangen. Daar is niets fout mee.’

Claeys: ‘Als je het gevoel dat leeft bij de burger niet erkent en overlaat aan populisten, is dat een gemiste kans.

‘Populisten zoals Donald Trump erkennen woede bijvoorbeeld erg. Hij is zélf woest, spreekt ook zo. Democratische partijen zullen dat sneller onderdrukken of gematigder spreken. Al zie ik het ook verschuiven. De klimaat­protesten vertrokken vanuit woede.

‘Alexandria Ocasio-Cortez is ook erg geëmotioneerd. Zij vertrekt vanuit de verontwaardiging, in plaats van die te ontkennen.’

‘Mijn generatie verwacht nog weinig van politici, We richten ons meer op middenveldorganisaties en activisten. Die durven tenminste een standpunt in te nemen’
Martha Claeys 

Verhaeghe: ‘Frank Vandenbroucke vertelt erg zinnige zaken, maar een professor die doceert, krijgt niet noodzakelijk kiezers mee.

‘Het andere uiterste is de volksmenner die toogpraat verkoopt, maar wel het hele café meekrijgt.

‘We hebben politici nodig met charisma die wél de juiste boodschap overbrengen.

‘Denk aan de Amerikaanse president Franklin Roosevelt. Hij werd drie keer herverkozen. En toch zei hij: wie 25.000 dollar per jaar verdient (1 miljoen euro naar huidige maatstaven), moet 90 procent belastingen betalen op alles boven dat bedrag. Hij kon dat verpakken en verkopen aan de kiezers.

‘We zijn vergeten dat ‘Les trentes glorieuses’ bekostigd werden door een rechtvaardige fiscaliteit. Vandaag ligt de fiscaliteit exact omgekeerd: hoe meer inkomsten iemand heeft, uit loon en vooral uit vermogen, hoe minder belastingen er betaald worden.’

Nussbaum stelde ook dat we ‘meer nog dan leiders, inspiratie nodig hebben. Verbeelding van de wereld die we willen.’ Ontbreekt dat nu?

Verhaeghe: ‘Je hebt beide nodig. Onze wereld is de structurele verbeelding van een narratief. Dat werkt doorgaans enkele decennia, tot het sputtert en je op zoek moet naar een ander.

‘Op die breuklijn zitten we nu.

‘Het vorige – het neoliberale kapitalisme als de nieuwe religie – is aan het kantelen. Omdat dat de mens boven de natuur plaatste, mochten we ermee doen wat we wilden. Het nieuwe narratief vraagt de verbinding met de natuur weer aan te gaan, het plaatst ons in de natuur in plaats van erboven. Dat verandert alles.’

Claeys: ‘Nieuw is dat niet. Bij sommige inheemse volkeren is dat hét narratief. Er zijn alternatieven. Denk aan de donut-economie van Kate Raworth waar de economie de grenzen van mens en planeet moet respecteren. Al hoor ik bij economiestudenten dat het klassieke groeimodel het dominante verhaal blijft.’

Vinden jullie deze tijden zelf beangstigend of net niet?

Claeys: ‘Ik vind het erg spannend omdat er van alles beweegt, maar ik hou mijn hart vast voor de terugslag. Vooral van de sociale omwentelingen op het vlak van seksisme, ongelijkheid en racisme. Voor we er zijn, gaat het eerst nog harder botsen en extreemrechtse partijen zullen nog een tijd groeien. Dat verontrust me wel.’

Verhaeghe: ‘Historisch en globaal bekeken, zie ik wel vooruitgang op veel vlakken. De huidige gelijkheid tussen man en vrouw bestond zelfs in de jaren 70 nog niet. Op kortere termijn zie ik de laatste 25 jaar net een achteruitgang voor psychosociale gezondheidscriteria: meer mensen die uitvallen, meer burn-outs, opnames in psychiatrie, kinderen met gedragsstoornissen, gewelddelicten.’

‘Het goede nieuws is dat het bewustzijn groeit dat onze samenleving moet veranderen. Het neoliberale model loopt op zijn laatste benen. Normaal zou ik zeggen dat we binnen dertig jaar evolueren naar een nieuw maatschappijmodel.

‘Alleen is er nu een derde hond in het kegelspel: de klimaatopwarming. Die verandert alles. En veel tijd rest ons niet: tien of vijftien jaar?’

Jullie blijven geëngageerd. Wat voedt jullie optimisme?

Claeys: ‘Zien hoe bewegingen van jongeren niet meer wachten op de machthebbers die over hun hoofden heen blijven praten, maar zélf stappen zetten. Ze leven al in dat nieuwe narratief.’

Verhaeghe: ‘Die opwaartse verandering in mentaliteit stemt mij ook hoopvol. Het verlangen naar een nieuw narratief, meer gelijkheid, een nieuwe manier van werken en leven. Grote veranderingen zijn bijna altijd bottom-up ontstaan.’

‘We hebben politici nodig met charisma die wél de juiste boodschap overbrengen’
Paul Verhaeghe 

Claeys: ‘Je moet wel opletten dat de vraag naar optimisme niet passief maakt. Dat het niet lijkt of je legitiem onbehagen moet onderdrukken. Dan wordt optimisme hetzelfde als pessimisme: passief.’

Verhaeghe: ‘Berichtgeving over slecht nieuws plaatst ons nu te vaak in die passieve positie. Psychologisch gezien is dat de meest onaangename positie die er bestaat, daarin voelt iedereen zich slecht. Je moet kunnen overstappen naar de actieve positie. Dat lukt het best in groep.’

Claeys: ‘Samen actie voeren biedt veel plezier. Ook dat helpt. Voor schrijfster ­Rebecca Solnit zit hoop niet in het idee dat alles goedkomt, maar wel in het onbekende. In de mogelijkheid om te kunnen handelen en zo misschien wel golven te veroorzaken.’

Dat doet denken aan wat voedselbos­ontwerper Louis de Jaeger in De Standaard zei: ‘Als een blond meisje van 15 met asperger (Greta Thunberg) een beweging op gang kan trekken, wat is dan jouw of mijn excuus?

Claeys: ‘Precies. Het is gemakkelijk om mensen te laten geloven dat ze er toch niets aan kunnen veranderen, dan blijft het sociaal rustig. Maar zodra je beseft dat je wél iets vermag – en dan bedoel ik geen bamboetandenborstel kopen, maar mensen met macht ter verantwoording roepen en protesteren – kan er veel.’

Liefde in tijden van eenzaamheid
Identiteit
Autoriteit
Intimiteit

Wie is Paul ­Verhaeghe?

  • 67 jaar.
  • Klinisch psycholoog en psychoanalyticus.
  • Zijn eerste doctoraat (1985) handelde over hysterie, zijn tweede (1992) over psychodiagnostiek.
  • Werkt als gewoon hoogleraar aan de universiteit van Gent.
  • Verwierf inter­nationale bekendheid met zijn boeken ­Liefde in tijden van eenzaamheidIden­titeitAutoriteit en Intimiteit.

Wie is Martha Claeys?

  • 27 jaar.
  • Doctor in de filosofie, verbonden aan het Centrum voor Ethiek en het Centrum voor Europese Filosofie van de UAntwerpen.
  • Doet onderzoek naar trots en hoe die emotie een rol kan spelen bij een goed leven.
  • Produceert samen met Lotte Spreeuwenberg de filosofische podcast ‘Kluwen’
  • Werkt momenteel aan een boek over trots.
  • Woont en werkt in Borgerhout.

Paul Verhaeghe en Martha Claeys
Beeld Fred Debrock

Lees ook

Portret – Paul Verhaeghe

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven