Geen van de achttien Reuzegommers geeft toe dat hij Sanda Dia de vissaus toediende die tot zijn dood zou leiden. Dat blijkt uit de conclusies die ze overmaakten aan alle procespartijen.
Niet de Reuzegommers, maar Sanda Dia zelf is verantwoordelijk voor zijn dood. Dat concluderen enkele beklaagden voorafgaand aan het proces. ‘Sanda Dia heeft de stoffen enkel door zijn eigen toedoen ingenomen. Hij stemde uitdrukkelijk zelf in met de doop’, schrijft een advocaat van een van de achttien beklaagden. Zelfs het woord ‘automutilatie’ valt. Volgens die these heeft de Edegemse ingenieursstudent zichzelf vergiftigd en is hij daardoor overleden. Het is een conclusie die de nabestaanden bijzonder zwaar valt. ‘De waanzin voorbij.’
Het wordt de vraag op het proces dat vandaag start: wie van de beklaagden heeft de grote hoeveelheden vissaus effectief toegediend? Was het één Reuzegommer? Waren het meerdere leden van de studentenclub?
‘Dit is het laatste moment waarop ze nu eindelijk, na al die jaren, de omerta kunnen doorbreken’, zegt Sven Mary, de advocaat van de vader en de broer van Dia.
Afgaande op de conclusies die alle partijen voorafgaand aan het proces uitwisselden, is het antwoord op de vraag: niemand. Elke betrokkene laat via zijn advocaat schriftelijk weten te betwisten de vissaus te hebben toegediend.
Dat Sanda Dia op 7 december 2018 in de namiddag bezweek omdat zijn lichaam vol zout zat, kan door niemand ontkend worden. Het college van experts oordeelde ook dat de behandelende artsen geen fouten maakten en er alles aan gedaan hebben om Dia’s leven te redden. ‘Het was al te laat. De situatie was onomkeerbaar’, luidde hun conclusie.
Onderzoek heeft uitgewezen dat er liefst 114 gram puur zout in zijn lichaam zat. Wetsdokter Werner Jacobs vergelijkt dat met het drinken van vier liter zeewater. Dodelijk voor iedereen.
Zoutkristallen zijn onschadelijk
Meerdere leden zullen zich verschuilen achter het etiket op de door hen aangekochte bidon met vissaus. ‘Zoutkristallen kunnen aanwezig zijn in de vissaus. Deze zijn onschadelijk’, staat er letterlijk. Het is een zin die in de uitgewisselde conclusies meermaals terugkomt.
‘Zoutvergiftiging komt weinig voor en is niet goed bekend’, schrijft de advocaat van ‘Sondage’ (A.V.), destijds penningmeester van Reuzegom en naast preses ‘Zaadje’ (J.J.) en schachtentemmer ‘Janker’ (A.G.) het hoogst in de hiërarchie.
De advocaat van ‘Flodder’ (J.S.) schrijft over zijn cliënt wat alle Reuzegommers unisono volhouden: ‘Hij heeft de visolie niet gekocht, niet aangeraakt, heeft er geen papjes mee gemaakt en ze niet toegediend.’
En dus – komt telkens terug – moet een vrijspraak volgen voor het bewust toedienen van schadelijke stoffen, een van de kwalificaties waarvoor de achttien terechtstaan. Want hoe konden zij inschatten dat de vissaus gevaarlijk kon zijn?
De hiërarchie
Het onderzoek heeft uitgewezen dat tal van leden urineerden op de schachten, zowel tijdens de cantus als op de tweede dag van de doop. Toch lijken verschillende Reuzegommers dat ritueel te minimaliseren.
De advocaat van ‘Wally’ (P.O.), Sanda’s dooppeter, stelt dat hij niet rechtstreeks op de schachten urineerde, maar in een emmer. ‘Hij goot de beperkte hoeveelheid van zijn urine in de emmer nadien echter lichtjes uit over hun enkels.’
Velen, onder wie Wally, verwijzen naar de strikte hiërarchie binnen Reuzegom. Ook ‘Pronker’ doet dat. Hij zegt geen dader, mededader of zelfs medeplichtige te zijn. Preses Zaadje, die voor de volledige vrijspraak gaat, ontkracht die hiërarchie dan weer. ‘Zo machtig waren wij niet, zoveel gezag was er niet.’
De drie ‘leiders’ van toen wijzen op ieders individuele verantwoordelijkheid. Toch hebben ze bijzonder veel spijt en verdriet, schrijven ze.
‘Hij voelt zich wel degelijk medeverantwoordelijk voor het overlijden van Sanda’, schrijft de advocaat van Sondage. ‘Hij heeft echter niet alles gezien of gehoord.’
Sondage betwist niet dat Sanda Dia stierf ‘door een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg’. Maar, schrijven velen, er was geen sprake van opzettelijke doding, een van de kwalificaties waarvoor de Reuzegommers terechtstaan.
Vrijspraak of werkstraf
Niemand acht zich schuldig aan ‘mensonterende behandeling’. Hier en daar geeft een beklaagde een bepaald misdrijf toe, vooral inbreuken op het dierenwelzijn. Tijdens de doop lieten ook een paling, een resem muizen en goudvissen het leven.
Bijna allemaal gaan ze voor de vrijspraak, een opschorting, een straf met uitstel of een werkstraf. Hun advocaten wijzen op hun blanco strafblad, hun jonge leeftijd en het proces dat ze al doorgemaakt hebben.
De burgerlijke partijen zijn geschrokken van wat ze de voorbije week te lezen kregen. ‘Als er maar een iemand is die enig medeleven wil betuigen, dat hij dan nu rechtstaat’, zegt advocaat Sven Mary.
Bron: De Standaard