Toneelhuis kan nog gered worden, schrijft Elisabeth Meuleman – Vlaams Parlementslid (Groen) en voorzitter van de commissie Cultuur in het Vlaams Parlement. De raad van bestuur moet ontslag nemen en de artistieke leiding moet meer tijd krijgen om een stevig dossier uit te werken.
Een op de vier kunstenorganisaties in Vlaanderen dreigt haar werkingsmiddelen te verliezen. Een van hen is Toneelhuis, het vlaggenschip van de Antwerpse en bij uitbreiding de Vlaamse kunstensector.
Dat de iconische Bourla de deuren zou moeten sluiten, lijkt haast ondenkbaar, maar dreigt realiteit te worden. De instelling kreeg een negatief preadvies en de kans dat minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) dat advies zal negeren, is klein. Dit was a tragedy waiting to happen.
Een sluiting van de Bourla zou een aderlating betekenen voor de kunstenwereld. Tientallen medewerkers zouden hun job verliezen en duizenden theaterliefhebbers een magische plek.
Het is tragisch en ironisch dat het vlaggenschip van de Vlaamse cultuur net onder toezicht van Jambon dreigt te kapseizen, en daarmee 50 jaar Vlaams cultuurbeleid.
Tot voor kort kreeg Toneelhuis nog meer dan 3 miljoen euro aan ondersteuning van de Vlaamse overheid.
Dat het zonder werkingsmiddelen dreigt te vallen, doet heel wat vragen rijzen. Van een instelling van dit kaliber zou je verwachten dat er een degelijk dossier wordt voorbereid waar de beoordelingscommissie nauwelijks omheen kan. Quod non.
Belachelijk weinig tijd
Het gelekte preadvies laat er geen twijfel over bestaan: het ingediende dossier voldoet niet. Het is de taak van de directie en de (artistieke) leiding om zulke subsidiedossiers op te stellen.
Dat vraagt veel overleg, binnen en buiten het huis, kennis over het huis zelf, zijn geschiedenis en zijn plaats in de stad en een onderbouwde toekomstvisie. Het vraagt tijd om je te kunnen inwerken, gesprekken aan te gaan, samen visies te ontwikkelen. Vraag het aan iedere directie van een groot cultuurhuis: daarvoor moet je minstens een jaar uittrekken.
Het nieuwe directieteam kreeg een halfjaar om zich in te werken, een nieuw seizoen in elkaar te boksen en daarna een onderbouwd dossier op tafel te leggen: een onmogelijke opdracht
Daar wringt het schoentje. De huidige directie werd pas eind mei 2021 aangesteld, terwijl al sinds 2019 geweten was dat Guy Cassiers zou stoppen als artistiek leider. Het nieuwe directieteam kreeg amper een halfjaar de tijd om zich in te werken, een nieuw seizoen in elkaar te boksen en daarna binnen de belachelijk korte periode van een maand een onderbouwd dossier op tafel te leggen: een onmogelijke opdracht.
Nalatigheid
De verpletterende verantwoordelijkheid ligt daarom in eerste instantie bij de raad van bestuur van Toneelhuis. Het is de raad die een nieuw directieteam moet aanstellen, en daar heeft die te lang mee gewacht.
Het bestuursorgaan had er op zijn minst voor kunnen pleiten om de nieuwe artistieke leiding voldoende tijd te geven om haar dossier goed voor te bereiden. Het personeel van Toneelhuis en de kunstenaars verbonden aan dit huis moeten mogelijk de gevolgen dragen van die nalatigheid.
In het preadvies van de beoordelingscommissie staat te lezen dat ‘het bestuursorgaan zich ernstig moet bezinnen over de verantwoordelijkheid dat het draagt’.
Een duidelijk vingerwijzing, onder meer gericht naar toenmalig voorzitter Johan Swinnen, die het hazenpad koos. Eén maand voor het preadvies werd bekendgemaakt, bood hij zijn ontslag aan bij de raad van bestuur.
Niemand trok aan alarmbel
Het zijn politieke partijen die bestuurders voor raden van bestuur benoemen. Dat ze daarbij al te vaak kiezen voor mensen met dezelfde ideologie in plaats van de nodige expertise, maakt deze situatie pijnlijk duidelijk.
Voor Toneelhuis betekent dat concreet dat velen in de raad een N-VA-stempel dragen. Johan Swinnen, als voorzitter verantwoordelijk voor de aanstellingsprocedure, was vroeger nog adviseur bij Elke Sleurs toen die forse besparingen moest doorduwen bij de federale culturele instellingen.
Swinnens voorlopige opvolger, Jan Rombouts, is nu nog adviseur cultuur van de Antwerpse schepen Nabilla Ait Daoud. De Vlaamse regering heeft een groot deel van de raad van bestuur benoemd, maar ook vanuit de stad Antwerpen werd een rist N-VA-bestuurders afgevaardigd. Niemand van hen trok aan de alarmbel: een ongelooflijk zware politieke verantwoordelijkheid.
Zoals dat wel vaker gaat met politieke verantwoordelijkheid, wordt ervan weggekeken.
Ik vraag de raad van bestuur om dat niet te doen en om Toneelhuis te redden. Dat is in het belang van Antwerpen, dat een belangrijke rol opneemt binnen het internationale kunstenveld.
De raad moet zijn ontslag aanbieden en extra tijd vragen voor de directie bij minister van Cultuur Jan Jambon.
Als de raad kan erkennen dat de nieuwe artistieke leiding door slecht management nooit een eerlijke kans kreeg om een goed dossier uit te werken en daarnaar handelt, dan kan Toneelhuis, en bij uitbreiding de Vlaamse kunstensector, hopelijk gered worden van een menselijk én cultureel drama.
Lees ook
Bron: De Standaard