Brussel was deze week gaststad voor het WK poetryslam. Uit alle hoeken van de wereld zakten dichters af, voor vurige performances die werden getrakteerd op enthousiast vingergeknip.
Mona Thijs – De Standaard
Een menigte toeschouwers, van woordliefhebbers tot slamcoaches, is donderdagavond naar Kinepolis in Brussel afgezakt voor de finale van het wereldkampioenschap poetryslam – de eerste keer dat het evenement in België plaatsvindt.
‘De sfeer is super exciting’, zegt Clara (16). ‘Er hangt iets in de lucht.’ Ze studeert aan het KA Etterbeek en is hier met haar klas voor het vak Nederlands.
‘Wij rappen zelf een beetje als we chillen’, vult medeleerling Caroline (17) aan, ‘maar verder weet ik niet wat te verwachten.’ Giechelend gaan ze op zoek naar vrije zitplaatsen, met een zak zuurtjes in hun handen.
‘3-2-1 slam!’ klinkt het luid vanuit de zaal bij de start van elke performance. Onder aanzwellend vingergeknip – in de poetryslamwereld een teken van aanmoediging – vuren twintig dichters van over de hele wereld hun boodschap af op het publiek.
Dat doen ze telkens in drie minuten en in verschillende talen, met op het grote scherm achter hen een Franse, Nederlandse, Spaanse en Engelse vertaling.
Ook de verschillen in stem- en lichaamsgebruik zijn indrukwekkend, al hebben alle kandidaten iets gemeenschappelijks: een brandende noodzaak.
‘Slampoetry is een kunstvorm die uitdrukking geeft aan vrijheid’
Philip Meersman
Organisator WK poetryslam
Gemeenschapsgevoel
‘Dit WK is belangrijk omdat het stemmen hoorbaar maakt’, zegt Philip Meersman, voorzitter van World Poetry Slam Organisation, die met steun van het Willemsfonds en Creatief Schrijven het WK organiseert.
‘Ook de stemmen van mensen die uit landen komen waar vrijheid van meningsuiting een gevaar voor het leven vormt. Slampoetry is een kunstvorm die uitdrukking geeft aan vrijheid.’
Dat gelooft ook Matic Ačko, de Sloveense kampioen poetryslam en een van de finalisten:
‘Slampoetry gaat over community, over samenkomen. Dat op dit wereldkampioenschap de wereldwijde slampoetrygemeenschap bijeenkomt, is geweldig.’
Ons land wordt vertegenwoordigd door Marie Darah, die eerder Belgisch en Europees kampioen werd.
‘De sterkte van slampoetry is dat het een orale dichtvorm is’, zegt Darah.
‘Het is de kortste weg tussen twee harten. Dat heb ik niet bedacht, maar het klopt wel.’
Darah opent zijn slamperformance ‘Bravo’ met gespreide armen. De zaal is muisstil. Met kalme, dreigende stem brengt Darah een persoonlijke tekst over verkrachting en alcoholmisbruik.
De slaglijn ‘Bravo qu’ils disent, félicitations’ wordt om de zoveel tijd herhaald, met een steeds dubbelere tong en dichtvallende ogen, tot er uiteindelijk alleen klanken overblijven: ‘A-o, qu’ils disent, élicité’.
Darah schuwt in ‘Bravo’ geen taboe, en dat valt in de smaak bij het publiek: overal weerklinkt vingergeknip.
Ratelende cadans
Iedere performance trilt van de urgentie en is vaak doorspekt met kwaadheid. Dat is zo bij AnthXny, de kandidaat van Botswana. Omdat hij niet in Brussel raakte, krijgen we een vooraf opgenomen video te zien.
Daarin klaagt AnthXny een ‘mister slavemaker’ aan voor een hele rist daden, waaronder het ‘wegvegen van de culturen en talen van onze broeders en zusters die u ontvoerd heeft’. Dat doet hij in een ratelende cadans, die je als toeschouwer ademloos achterlaat.
De Mexicaanse Victoria Equihua begint in een wiegend ritme en met zoetgevooisde stem aan een onschuldig ogende ‘Ik wil’–opsomming, die ontaardt in vurig geschreeuw:
‘Ik wil niet meer dat dit land bestaat als Mexico, ik wil dat het bestaat als een rivier of een bloem.’
En dan moet Xabiso Vili uit Zuid-Afrika nog komen. In zijn tekst ‘We have come to this place to forget how to die’ sluiten kwaadheid, poëzie en podiumprésence naadloos op elkaar aan.
‘Jesus is not the only one who deserves resurrections/ we have been in line for a miracle’, declameert hij, waarmee hij verwijst naar de vele doden die het Zuid-Afrikaanse volk telt.
Spontane stoet
Sommige performances verliezen zich in een kwaadheid, waarbij de poëzie vaak zoek is: het zijn persoonlijke woede-uitbarstingen die je als kijker bijna doen schamen dat je ernaar kijkt.
Tegelijk voel je aan alles dat dit de plek bij uitstek is waar al die gevoelens welkom zijn en worden gedeeld. Voortdurend klinken er applaussalvo’s of bemoedigend geroep (‘Yeah!’). Niemand hangt achterover in zijn bioscoopstoeltje – de performers krijgen alle aandacht.
Wanneer de Zuid-Afrikaanse Xabiso Vili wordt uitgeroepen tot winnaar van de juryprijs, en kandidaat EOB uit Guinea de publieksprijs wint, ontstaat er een spontane stoet van dansende en juichende mensen die, samen met de winnaars, de trappen van de zaal afdalen naar het podium.
Als hij de overwinningstrofee in ontvangst neemt, vat Vili de ondertoon van de avond perfect samen:
‘This cup isn’t mine’, zegt hij, terwijl hij de beker voor zich op de grond zet.
‘This cup belongs to every single poet that has come here.’ Waarna er een lang, bevestigend en euforisch gejuich losbarst.
Slam Poetry wordt wel eens een boksmatch met woorden genoemd. Het is voordrachtspoëzie in zijn meest pittige vorm, verwant aan hiphop & rap. De slamoptredens gebeuren in de vorm van wedstrijden, met ruimte voor improvisatie en inbreng van het publiek. Slam Poetry kwam overgewaaid uit Amerika, maar ondertussen is er ook een Belgisch en zelfs een Europees en Wereldkampioenschap Poetry Slam.
Lees ook
Bron: De Standaard