Gelijkheidseconoom Thomas Piketty – Geef iedere burger een minimumerfenis van 100.000 euro


Het crisisspook waart rond en juist nu komt de beroemde Franse econoom Thomas Piketty met een naar eigen zeggen optimistisch boek vol ideeën over meer gelijkheid. ‘Het gaat me niet om het herverdelen van geld. Het gaat om het herverdelen van macht.’

Bart EeckhoutDe Morgen


Thomas Piketty (51) is misschien wel de meest spraakmakende econoom van deze tijd. In zijn standaardwerk Kapitaal in de 21ste eeuw  (2013) toonde de Franse hoogleraar economie aan dat een inkomen uit vermogen sneller stijgt dan een inkomen uit arbeid. Die boodschap raakte een snaar bij een breed publiek. Piketty gaf een wetenschappelijk fundament aan het ongemakkelijke gevoel dat je rijker werd door rijk te zijn dan door te werken voor je centen.

In het vervolgboek Kapitaal en ideologie (2019) veegde hij, onder meer, het hedendaagse Europese socialisme de mantel uit omdat het meer aandacht besteedt aan de bekommernissen van zijn hoogopgeleide kaderleden dan aan de economische zorgen van de arbeidersklasse. En nu is er Een kleine geschiedenis van de gelijkheid, een toegankelijker geschreven synthese van Piketty’s denken tot dusver. Een ronduit geëngageerd boek ook, dat progressieven aanmaant om de draad weer op te pikken van de strijd om meer gelijkheid.

De geschiedenis toont een tendens naar meer gelijkheid, zo luidt de centrale stelling van Piketty, en dus is het zaak om die beweging weer voort te stuwen. En de econoom is niet te beschroomd om zelf een resem controversiële/prikkelende ideeën te lanceren.

U schrijft dat vooruitgang van uit een crisis voortkomt. Het ís crisis. Welke mogelijkheden ziet u?

Thomas Piketty: “Ik verheug me daar natuurlijk niet in, maar het is wel helder dat ook deze crisis bestaande ongelijkheden blootlegt. Wat geldt voor de coronacrisis geldt ook hier: wie weinig heeft, en bijvoorbeeld woont in een slecht verwarmde, slecht geïsoleerde woning, wordt harder getroffen.”

Nationale regeringen en de Europese Commissie twijfelen over de te volgen koers.

“Ik pleit voor wat ik sociaal federalisme noem. Samenwerking tussen landen moet in de eerste plaats gericht zijn op het wegwerken van ongelijkheid – binnen Europa, maar ook daarbuiten.

“Door internationaal samen te werken kun je de grote winsten van megabedrijven wél aanpakken. Niet omwille van de lust van het belasten, maar om beleid te financieren dat ongelijkheden wegwerkt. Die boodschap dringt stilaan door. Ik merk toch dat het pleidooi voor overwinstbelastingen vandaag breed gedragen wordt.

“Landen hoeven heus niet te wachten tot iedereen mee is. In 2010 kreeg de Amerikaanse regering-Obama het voor elkaar dat Zwitserland zijn bankgeheim ophief.”

Mag ik zeggen dat uw nieuwe boek geëngageerder is dan uw vroeger werk?

“Bij mijn vorige boeken kreeg ik weleens het commentaar dat ze nogal dik waren (glimlacht). Daarom wou ik een synthese maken. Dat heeft me gedwongen mijn ideeën te verhelderen en te verdiepen.

“Het grote verschil is het optimistische perspectief. Als je naar de langere termijn kijkt, zit er in de geschiedenis een fundamentele beweging naar meer gelijkheid. Economische gelijkheid, maar ook politiek-maatschappelijke.

“Natuurlijk spelen de revoluties aan het einde van de 18de eeuw in Frankrijk en de VS daar een grote rol in. Sindsdien heeft die evolutie zich doorgezet, via onder meer de afschaffing van slavernij, het algemeen stemrecht, de ontwikkeling van sociale welvaartsstaten, dekolonisering, en later de grotere gelijkheid tussen man en vrouw.

“Een historische prestatie van formaat, maar we zijn er nog niet. We mogen ons niet tevreden stellen met het niveau dat we bereikt hebben. U mag mijn boek beschouwen als een poging om mensen te mobiliseren rond die progressieve gedachte.”

Waar moet die beweging vandaan komen?

“Vooruitgang komt er niet door het beleefd te vragen. Die is afgedwongen vanuit krachtige bewegingen – in de politiek of in de vakbond – met vaak ambitieuze eisen. Dat mis ik vandaag. Vele politici op links leggen zich te gemakkelijk neer bij de conservatieve sirenenzang van ‘There is no alternative’. Het verleden bewijst het tegendeel.

“Als we altijd naar de conservatieven hadden geluisterd, zou het nog altijd ondenkbaar zijn dat iedereen recht heeft op evenveel stemmen bij verkiezingen. We leven nog altijd in een kapitalistische vrijemarktsamenleving, maar het is wel een kapitalisme dat anders is dan dat van begin jaren 1900. Dus ja, verandering klinkt ambitieus en controversieel, maar ze is wel degelijk mogelijk.”

Geeft u eens een voorbeeld van wat een ambitieuze verandering zou kunnen zijn.

“Neem de machtsverdeling in ondernemingen. In landen als Zweden of Duitsland bestaan er systemen om werknemers inspraak te geven in het bestuur van bedrijven. Dat gaat tot bijna 50 procent van de stemmen. Waarom zouden we dat voorbeeld niet volgen? Vele bedrijfsleiders zullen meteen op de achterste poten gaan staan.

“Mijn antwoord is: het bestaat in Zweden en in Duitsland. Dat zijn toch niet meteen communistische dictaturen geworden. Integendeel, dat werkt prima. Omdat je werknemers medeverantwoordelijk maakt voor de strategische koers van het bedrijf.”

In uw boek stelt u voor om nog verder te gaan.

“Omdat de macht nog vaak bij de aandeelhouders alleen blijft berusten. Vandaar mijn idee om in grote bedrijven een plafond in te stellen voor individuele aandeelhouders op 5 of 10 procent van de aandelen.

“Nu geven we alle macht over een onderneming aan een persoon die op zijn dertigste een goed idee heeft gehad en dat in gunstige omstandigheden heeft kunnen uitwerken. En dus blijft hij in zijn eentje de baas tot hij 70 of 80 is. Dat is toch absurd?

“Waarom geen inspraak geven aan de vele duizenden eveneens goed opgeleide ingenieurs, managers of werknemers? Zij kunnen wellicht nieuwe inzichten aanreiken en het bedrijf beter laten groeien.

“Er zit een vreemd monarchistisch trekje in het huidige kapitalisme, met die absolute verering voor het Genie dat bovenaan op de troon mag zitten. En die troon wordt vaak dan nog via erfenis doorgegeven.”

Is de beloning van risico en ondernemerschap geen voorwaarde voor vooruitgang?

“De geschiedenis wijst het tegendeel uit. De tendens naar meer gelijkheid gaat telkens gepaard met meer vooruitgang en meer economische groei. Wanneer de gelijkheid toeneemt, groeit ook de welvaart. Zo ging het ook hier tot voor enkele decennia.

“De Verenigde Staten kenden bijvoorbeeld een behoorlijk progressief belastingstelsel tot 1980. De VS waren in die periode meer egalitair dan Europa. Dat heeft de ondernemingslust daar niet bepaald kapotgemaakt. Integendeel, de groei was navenant, eveneens groter dan in de rest van de wereld.

“Toen kwam Reagan en is de ongelijkheid weer beginnen toenemen. En de groei is sindsdien zowat gehalveerd.”

Hoe verklaart u dat?

“Als de welvaartskloof binnen een samenleving te groot wordt, geeft het uitdiepen van die kloof geen positieve prikkel meer aan de economie.

“De grote motor van de Amerikaanse vooruitgang was zijn excellente onderwijs.

“De belastingopbrengsten werden massaal geïnvesteerd in een sterk onderwijs voor een brede laag in de bevolking. In de jaren 50 ging al 80 procent van de kinderen daar naar het secundair onderwijs. In Frankrijk lag dat percentage toen vier keer zo laag!

“De VS hadden bijgevolg meer ingenieurs, meer dokters, meer wetenschappers om de vooruitgang voort te stuwen.

“Die educatieve voorsprong is nu verminderd, en ook de groeicijfers zijn minder dan wat ze vroeger waren. Dit is het beste bewijs dat een trickle down-economie niet werkt.

“Te veel geld wordt geaccumuleerd in een te beperkt aantal handen. Daardoor kan onvoldoende geïnvesteerd worden in basisvoorzieningen waar nieuw talent zich kan ontwikkelen.”

Is investering in onderwijs uw prioriteit in het streven naar meer gelijkheid? Ik zou denken: belastinghervorming.

“Een belastinghervorming staat niet op zichzelf. De vraag is: wat wil je ermee bereiken? Als het doel is om meer gelijkheid te krijgen in de samenleving, dan is een investering van belastingmiddelen in beter onderwijs een slimme zet.

“Maar er zijn uiteraard ook andere domeinen: sociaal beleid, gezondheidszorg, goed openbaar vervoer. Op al die punten tonen de feiten dat de staat efficiënter en beter werk aflevert dan de privésector.

“Het Amerikaanse gezondheidssysteem is daar het voorbeeld bij uitstek van. Het is voor de burgers duurder, en de kwaliteit is minder dan wat Europeanen krijgen.”

U gaat nog verder. U wil fiscaliteit inzetten om eigendom te herverdelen.

“Ik pleit voor een minimumerfenis voor iedereen. Ik denk dan aan een bedrag van 100.000 of 120.000 euro dat elke burger rond zijn 25ste krijgt. Dat komt overeen met ongeveer 60 procent van het gemiddelde bezit van een volwassene vandaag.

“Vandaag zit je met een kloof tussen een grote groep mensen die nul euro erven, en een bovenlaag van 10 procent die 1 miljoen of meer erft. Na een herverdeling van de erfenisbelasting zou de laagste groep uitkomen op 100.000 en de hoogste nog altijd op 600.000.”

Voor velen is het idee iets te kunnen nalaten voor de kinderen een belangrijke drijfveer om te werken.

“Voor de grote meerderheid verandert er niets. Alleen in de toplaag zal het wat minder zijn. Kijk, iedereen, inclusief de liberalen, zegt voor gelijkheid van kansen te zijn. Maar als je dan consequent een voorstel doet om meer gelijkheid te creëren, gaat iedereen meteen in de remmen.

“Het huidige erfrecht is de ontkenning van gelijke kansen. En dan hoor ik mensen argumenteren dat arme mensen dat geld zullen verkwanselen, dat je luiheid en afhankelijkheid institutionaliseert.

“Is dat zo? Besteden rijke mensen al hun geërfde geld dan zo efficiënt? Bovendien zou je vooraf beperkingen kunnen opleggen over wat mensen met die minimumerfenis kunnen doen, zodat het geld nuttig ingezet wordt voor samenleving en economie.”

Is dat wel realistisch?

“Mijn ideeën liggen in lijn van hoe de sociaaldemocratie, in brede zin, in de voorbije eeuw de welvaartsstaat heeft uitgebouwd. Ik heb de waarheid niet in pacht. Misschien komen andere mensen met betere ideeën.

“Mijn punt is: het wordt tijd dat ook socialisten weer een ambitieuze horizon durven voorstellen. Het doel mag best weer hoger liggen dan behouden wat we nu hebben.

“Het gaat me niet zozeer om het verdelen van geld. Het gaat om het herverdelen van macht.

“Wie niets bezit, is verplicht om alles te aanvaarden: een precair contract, een laag loon, weinig rechten. En als je weigert word je nog eens extra gestraft. Een herverdeling van het bezit verandert die startpositie. Het geeft macht aan wie nu machteloos is. Behalve over gelijkheid gaat dit ook over vrijheid.”

De slinger gaat wel de andere kant op. Ook in Italië is het een conservatief en radicaal-rechts bestuur dat de vruchten van de gramschap plukt.

“Ook daar ben ik optimistisch over. Dat neo-nationalisme zal maar een kortstondige oprisping zijn. Omdat het geen problemen oplost.

“Kijk naar het klimaat. Je kan mensen die zich zorgen maken over de impact op hun leven en inkomen misschien even wijsmaken dat het allemaal niets voorstelt, maar dat blijft niet duren.

“Wat in Italië en elders gebeurt kan veel schade aanrichten aan de samenleving, maar dan nog zal het niet blijven duren.”

In Vlaanderen fleurt de socialistische partij weer wat op. Ze doet dat door klassiek-linkse prioriteiten te koppelen aan een koers die cultureel wat conservatiever is. Dat gaat lijnrecht in tegen uw pleidooi voor een ecologisch, internationalistisch socialisme.

“Ze vergissen zich. Linkse partijen kunnen de arbeidersklasse niet opnieuw voor zich winnen door radicaal-rechtse, xenofobe ideeën te kopiëren. De kiezer zal altijd het origineel verkiezen, zoals in Zweden nog maar eens gebleken is.

“De Zweedse socialisten hebben altijd mee vooropgelopen voor meer herverdeling. Die ambitie hebben ze nu ingewisseld voor een wat zachtere kopie van wat rechts voorstelt. Het gevolg is dat hun kiezers niet meer inzien waarom ze specifiek voor de socialisten moeten stemmen, als zelfs zij niet meer achter de miljardairs aan gaan.”

Critici, ook op links, zullen zeggen dat uw internationalisme in de kaart van de neoliberalen speelt.

“Een progressief kan toch moeilijk blind blijven voor het internationaal perspectief?

“Het is onmogelijk om een ambitieus programma te bedenken over herverdeling zonder de manifeste ongelijkheid op wereldschaal mee in rekening te nemen. Wij hebben daarin een historische verantwoordelijkheid.

“Hoe gaan de nationalisten of communautaristen de klimaatstrijd voeren? Door de grenzen te sluiten? Het is een beetje makkelijk om armere landen te verwijten dat ze zaakjes willen doen met China of Rusland als je hen zelf de rug toekeert.

“Ook hier ben ik graag de optimist.

“Vele kiezers zitten te wachten op ambitieuze voorstellen voor meer herverdeling. Ze blijven op hun honger zitten. Daardoor neemt het aantal mensen dat thuis blijft of blanco stemt bij verkiezingen toe. Omdat die mensen vinden dat de politiek er niet meer voor hen is, dat het allemaal niet uitmaakt.

“Dat zijn dus mensen die niet enthousiast zijn over de huidige rechts-nationalistische tendens, anders zouden ze wel gaan stemmen.

“Neem je al die afwezigen samen, dan krijg je een reusachtige beweging van burgers die nu niet bediend worden door de politiek. Zij willen iets anders dan wat er al is. Dat zijn de mensen die progressieven moeten proberen bereiken.”

Een kleine geschiedenis van de gelijkheid
Kapitaal in de 21ste eeuw
Kapitaal en ideologie

Thomas Piketty

  • Clichy, 7 mei 1971
  • Frans econoom gespecialiseerd in economische gelijkheid
  • Studeerde en werkte onder meer aan de Franse universiteit EHESS, de London School of Economics en MIT
  • Was economisch adviseur voor het campagneteam van Ségolène Royal in de Franse presidentsverkiezingen
  • Is onder meer columnist voor het linkse Libération en schrijft opiniestukken voor de progressieve krant Le Monde
  • Auteur van onder meer de bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw
Thomas Piketty. Beeld Roger Cremers/Lumen

Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven