In de rubriek ‘De zin’ in De Standaard Magazine toont Alexia Leysen ons week na week het leven. Gebarsten leven en hoe het te lijmen. Zelf vindt ze almaar meer harmonie, ‘de sleutel tot geluk’.
Jelle Van Riet – De Standaard
‘Ik zou het mooi vinden mochten we elkaar meer aanraken’
Alexia Leysen
Het loopt al tegen tienen wanneer haar spraakbericht mijn telefoon doet oplichten. Ze heeft nog een aanvullinkje en spreekt de hoop uit dat ze tijdens ons gesprek deze ochtend voldoende heeft kunnen aantonen dat ze niet langer geplaagd wordt door existentiële twijfels.
In de regen van interviews die ze als piepjonge voortrekker van Dagen Zonder Vlees gaf, kwam Alexia Leysen naar voren als iemand in wie twee zielen huisden.
De een wilde de wereld aanvuren om het juiste te doen – met succes, ze wist Vlaanderen ertoe te verleiden om tijdens de vastentijd minder vlees te eten – de ander wilde kunst winnen uit wat er zich diep in haar roerde.
Zelfs in haar theaterstukken zoals My life with the tree en Knaus werden de personages door tegenstrijdige gevoelens voortgedreven.
Ze wilden orde en wildheid, vrijheid en geborgenheid, terra incognita veroveren en op vertrouwd terrein blijven.
De ambivalentie in haar is niet hocus pocus verdampt, maar inmiddels weet ze dat twijfel des mensen is en begrijpt ze haar eigen ‘handleiding’ beter. Achteromkijkend naar die roerige jaren voelt de 33-jarige Leysen nog steeds trots maar denkt ze ook: ‘zoveel stress nooit meer’.
Leysen: ‘Zowel de Dagen-Zonder-Vleescampagne trekken als theater maken bracht veel spanning met zich mee en ik ben zeer stressgevoelig.
Het was natuurlijk geweldig om te merken dat ik de kracht had om op zo’n grote schaal verandering teweeg te brengen, maar de verantwoordelijkheid om de machine draaiende te houden vrat aan mij.
‘Ook het theater zorgde voor veel spanning: ik werkte gedurende maanden keihard aan iets waarvan ik niet wist wat het zou worden en tegen de tijd dat we in première gingen was ik te bekaf om er voluit van te genieten. Ik ben superblij met wat ik toen heb gerealiseerd, maar nu ben ik veel meer in balans.’
Vandaag doet Leysen werk dat dichter aansluit bij haar gevoelige natuur.
Sinds twee jaar trekt ze er voor De Standaard Magazine op uit met de Hasselblad-camera die ooit aan haar grootvader heeft toebehoord.
Ze gaat op bezoek bij veelal bekende mensen, schiet twaalf portretten van hen, één rolletje, niet meer, en ontfutselt hun onderwijl hun comfort words: woorden die kracht geven op momenten dat het leven tegenwringt.
‘In plaats van achter mezelf aan te hollen, land ik nu elke week samen met iemand in het nu. Ik neem foto’s, we praten en later kook ik de woorden in en kunnen ze zich via de krant verspreiden. Dat is behapbaar, waardoor er meer rust in mij gekomen is.
“Ken uzelf”, deze van het orakel van Delphi geleende zin leidt niet alleen Aster Nzeyimana door het leven. Ook mij helpt hij om te weten of ik wel of niet op iets moet ingaan, of ik wel of niet met een bepaalde persoon moet afspreken.’
Die in twee jaar bijeengesprokkelde zinnen zijn nu gebundeld. Wat biedt het boek meer dan de krant?
‘Het boek moest inderdaad meer zijn dan een bundeling, vond de uitgever. Doordat ik de geportretteerden heb gerangschikt naar leeftijd, krijgt het geheel iets tijdloos én ontroerend: je ziet het leven voorbijtrekken.
‘Het opent met een negenjarig jongetje dat “Ik hou van je” de meest geruststellende zin vindt en schuift dan op, eerst naar tieners die hun seksualiteit ontdekken, dan naar twintigers die moeten beslissen wat ze willen gaan doen, vervolgens naar dertigers die al dan niet in een relatie zitten, met of zonder kinderen.
‘Weer later gaan mensen scheiden, worden ze ziek, verliezen ze dierbaren, tot we bij mijn 94-jarige grootmoeder aanbelanden voor wie de dood heel nabij voelt. Wat houdt je dan nog recht?
‘Bijzonder is dat waar jij je als lezer ook op de tijdlijn bevindt en hoe zwaar het leven jou ook treft, je troost en inspiratie voor meer geluk aangereikt krijgt.’
‘Ik moet ervoor waken me niet te laten verlammen door schuldgevoel. Zelfs als je goed bent van inborst en enkel doet wat gangbaar is, dan nog berokken je voortdurend schade aan anderen en de planeet’
Alexia Leysen
Jan Eelen volgt Ivan Pavlov, die stelde dat nieuwe ideeën te vinden zijn in oude boeken. Is De zin een nieuw boek met oude ideeën?
‘Naarmate de maatschappij opschuift naar steeds drukker, almaar meer opties en meer consumptie, groeit ook het verlangen naar rust. Ieders hoofd staat op ontploffen.
‘Veel zinnen komen dan ook neer op minder ruis, meer natuur, terug naar de ademhaling. Naar de oerwaarden van het bestaan, want waar we als mens het meeste behoefte aan hebben blijft onveranderd.
‘Patrick Doyen is rijk geworden door Coca-Cola en Chaudfontaine te verpakken in zo veel mogelijk plastiek, maar heeft nu het duurzame waterbedrijf Robinetto opgericht. Het vernieuwende van dat model is dat het teruggrijpt naar toen we onverpakt water dronken.
‘Ook oosterse wijsheden worden aangehaald, maar blijven geen dode letter. Ze worden doorgegeven door mensen die in het nu staan. Hierdoor kan het boek fungeren als een scheurkalender, die je openlegt bij iets wat nu voor jou toepasbaar is.’
Zit het troostrijke van uw sprokkelwaar in de reddingsboeien die worden aangereikt of in het besef dat we allemaal drenkelingen op zee zijn?
‘Dat laatste, zeker. Vroeger kregen we in glossy magazines altijd plaatjes te zien van mooie mensen met succesvolle carrières, in perfecte outfits en volmaakte interieurs, terwijl dat in je eigen leven nooit zo is.
“Ik mis iets”, denk je dan.
‘Toen ik voor DS Magazine een rubriek mocht verzinnen vanuit mijn oprechte nieuwsgierigheid, bedacht ik dat ik licht wilde laten schijnen op andermans kwetsbaarheden, zodat je jezelf erin kon herkennen. In die inkijk liggen kracht, troost en schoonheid.
‘Niemand wordt gespaard van tegenslagen, alleen menen veel mensen dat ze zich uit de wereld moeten terugtrekken als het wat minder gaat. Maar je hoeft je niet te verstoppen tot alles is opgelost.’
Ik zie in uw boek ook alleen maar mooie mensen. Ogen ze volmaakt omdat ze zich onvoltooid tonen?
‘Ik druk enkel af wanneer ik voel dat iets échts gebeurt. Ik houd niet van de poserende mens. Doordat ik de camera ter hoogte van de borst houd, kan ik blijven praten. Het enige wat ik moet bereiken is dat de ander er graag is en zich kan ontspannen.
‘Ik geloof in wat Karl Ove Knausgård schrijft: “Alles hangt af van het oog dat kijkt.” Ik probeer liefdevol door de rimpels, de wallen en de kilo’s heen te kijken, tot ik bij de schoonheid uitkom.
‘En ik selecteer natuurlijk niet een van de elf banalere beelden, maar die ene magische foto waarin ik een ontroerende kracht opmerk.
‘Ik hoor vaak: “Wauw, zo ben ik echt, alleen heb ik mezelf nog nooit zo gezien.”’
Toont u zich gemakkelijk onvoltooid of zit de schaamte in de weg?
‘Bij mij hangt altijd alles af van hoe ik me voel. Als ik te weinig slaap, ongezond leef en stress heb, word ik een ingekrompen versie van mezelf en komt alles hard binnen: schaamte, onzekerheid, de twijfel of ik er goed genoeg uitzie, noem het.
‘Stom, want schaamte is iets dat van buitenaf naar binnen komt en daar alles reguleert. Je straft alleen jezelf, want anderen liggen niet wakker van datgene waarvan jij dénkt dat ze wakker liggen. Als het goed gaat, kan ik me wel loszingen.
‘Sinds mijn dertigste weet ik gelukkig beter wat mijn lichaam en hoofd nodig hebben om me goed te voelen. Sinds ik yoga doe, mijn voeding en verzorging heb aangepast, ben ik ook bevrijd van de hormonale problemen waar ik lang mee heb gekampt en waarover een hoop schaamte hing.
‘Ik weet nu dat ik een basiskracht heb, waarnaar ik altijd terug kan. Ik héb iets te bieden, en als het een niet lukt, zal iets anders vast wel lukken.’
Kunt u ook beter om met de information overload, waar de hoofdpersoon in uw toneelstuk Mieren slapen nooit zo onder leed?
‘Zowel thuis als op school heb ik geleerd dat kennis van de geschiedenis en de actualiteit cruciaal is. Onze hele quizcultuur is erop gebaseerd. Je krijgt met andere woorden vooral punten voor informatie die er voor een goed leven weinig toe doet.
‘Ik vind De slimste mens ter wereld een leuk spel, maar liever dan al die overbodige kennis op te slaan, verdiep ik me in wat werkelijk van waarde is.
- Waar word ik gelukkig van?
- Hoe word ik een betere burger?
- Hoe word ik een betere consument?
‘We kopen crèmes in potjes met “actieve stoffen” waarvan we niet weten wat ze zijn, terwijl we ons prima kunnen verzorgen met natuurlijke ingrediënten.
‘We kopen basilicum in plastic potjes omdat we niet weten hoe we een zaadje in de grond steken. We zouden moeten applaudisseren voor wie weet hoe je groenten teelt, hoe je composteert, je geest tot rust brengt.’
U trekt zich veel aan. Heeft u talent voor geluk?
‘Ook hier geldt dat ik fris en uitgeslapen moet zijn zodat ik kan filteren, anders gaat mijn telefoon met me aan de haal en schreeuwt alles in de stad me toe: kijk hier! Hoor daar! Koop dit! Doe dat!
‘Ik moet ervoor waken om me niet te laten overspoelen door alle wereldproblemen en me niet te laten verlammen door schuldgevoel.
Alexia Leysen
‘Zelfs als je goed bent van inborst en enkel doet wat gangbaar is, dan nog berokken je voortdurend schade aan anderen en aan de planeet.
‘Het leven is een voortdurend gevecht tegen de grote stroom aan prikkels, verleidingen en verslavingen, en ik ben lang niet de enige die daar last van heeft. Zelfs sterke persoonlijkheden worstelen ermee.
‘Toen Erik de Jong van Spinvis geluk een gerucht noemde, was ik verbaasd. Zelf wil ik niet accepteren dat geluk iets zeldzaams is.
‘Ik heb juist de ambitie om steeds vaker gelukkiger te zijn en beter te weten welke ruis ik moet uitfaden om me soms uitbundig en vaak gewoon harmonieus te voelen.
‘Harmonie is de sleutel tot geluk.’
Alexia Leysen
Wanneer komt u het dichtst in de buurt van uw doel?
‘Het gevoel vanbinnen en vanbuiten te stralen overkomt mij wanneer ik met de juiste mensen in de juiste stemming ben en we ons amuseren. Dan ben ik precies waar ik wil zijn. De ene keer is dat ’s avonds aan een bar, de andere keer tijdens een wandeling in de natuur.
‘Ik kan ook in mijn eentje geluk ervaren, maar het grootste geluk is toch gedeeld geluk. Samen lachen, samen koken, samen eten.
‘Eigenlijk komt het haast altijd neer op gedeelde aandacht, waardoor alle ballast wegvalt. Iets samen aanpakken, ook dat.
‘Toen we hier met een hoop mensen mijn tuin hebben aangelegd, viel de wereld voor mij in de plooi. Alles was zoals het hoorde: met onze handen in de aarde, wetende dat je iets bijdraagt aan de biodiversiteit, samen plezier maken. Heel verbindend is dat.’
U bent geboren in een nest met mateloze mogelijkheden. Is uw strijd voor minder een poging te ontsnappen aan een teveel?
‘(ferm) Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik alles kon worden wat ik wilde. Integendeel. Ik las graag, hield van theater en programma’s als In de gloria en Het Peulengaleis. Maar het is niet omdat je uit een rijke familie komt, dat je daar voordeel uit spint of dat alle deuren voor je opengaan.
‘Het teveel zit trouwens in de hele samenleving. Ik had gewoon al vroeg de gevoeligheid om te zien dat er problemen waren en heb me vervolgens afgevraagd wat ik daar vanuit mijn situatie, met mijn talenten en gebreken aan kon doen. Ik voelde sterk dat een huishouden vol overbodig, slecht gemaakt spul niemand helpt.’
Het ‘koraalrif aan spullen’ dat in Knaus wordt beschreven?
‘Juist. De overvolle ijskast waaruit vaak eten weg moest worden gegooid, de massa plastic zakjes onder de gootsteen die eruit vielen telkens je het deurtje opende, de grote voorraad chemische poetsproducten, het vele schoolmateriaal voor vier kinderen, enzovoorts.
‘Omdat ik de steunpilaar was van het gezin, moest ik daar orde in zien te brengen, wat een bij voorbaat verloren gevecht was. Voor mij betekent luxe: de mentale ruimte hebben om nee te zeggen tegen brol, tegen wat snel stuk gaat.
‘Bij alles wat ik koop, vraag ik me af: heb ik het écht nodig? Vooral van plastic en elektrische spullen met handleidingen die je nooit vindt wanneer je ze nodig hebt, word ik ongelukkig. Ik zet koffie met een percolator die een leven meegaat. Ik heb nog te veel, hoor, maar ik ambieer wel de ultieme lichtheid.
‘Want, wanneer zijn we het gelukkigst? Op vakantie, met één boek en drie kledingsetjes in de koffer. Je hoeft nergens over na te denken en komt ertoe dat ene boek te lezen en die wandeling effectief te maken.’
‘Lichtheid is ook verzet’, zegt kunstenaar Benjamin Verdonck in De zin.
‘Ik zoek de speelsheid zelf ook op. Ik doe niks liever dan pingpongen, squashen en badmintonnen: volwassen mensen die even kinderlijk willen winnen en zich fysiek smijten, heerlijk!
‘Ook dansen vind ik zalig. Wanneer je de energie voelt stromen en je bent waar je op dat moment moet zijn, met anderen. Hoe minder ik aan een computer moet zitten, hoe beter.
‘Helaas ontsnap ik daar niet aan; er moet van alles geregeld worden. Je kunt niet de hele tijd in je blootje in de tuin dansen. Het is zaak evenwicht te bewaren tussen controle en loslaten.
‘Ik word zo blij van dit werk omdat ik er de teugels in kan vieren. Ik bereid geen enkele vraag voor, bedenk vooraf geen enkele pose. Ik kom ergens binnen en doe het met dat interieur, die outfit, dat licht en vertrouw erop dat het goed komt.
‘Dat ik de juiste vragen ga stellen en we binnen het halfuur bij de essentie zullen uitkomen.’
Iedereen wil gezien worden. Welke ogen zijn u het dierbaarst?
‘Ik vind het fijn dat ik zonder de schijnwerper op mezelf te richten toch ergens gezien word in mijn werk.
‘Anton Corbijn noemt fotografie een manier om te zeggen: ik was hier en jij was hier. Zonder dat je hem ziet, voel je dat hij het is die het heeft doen gebeuren.
‘Ook in wat ik schrijf connecteer ik dusdanig met mijn buik dat mensen menen mij te hebben gezien. Dat diepmenselijke verlangen om gezien te worden, waarover Knaus ook gaat, kan vies worden. Denk aan de selfiecultuur: zie mij hier lunchen met deze persoon! Je gaat als het ware meer boven het leven zweven dan dat je eraan deelneemt.
‘Het meeste word je gezien, vind ik, als je met iemand in het moment connecteert.
‘Als ik voor De zin met Dieter Coppens in zijn tuin tussen de bomen zit en we praten over wat er groeit, dan zou dat evengoed het gewone leven kunnen zijn.
‘In wat ik maak probeer ik altijd mijn ego te overstijgen. Dat leidt tot verbinding.’
‘Op de mooiste momenten in het leven bevind je je in een verdwenen toestand’, aldus muzikant Tom Van Laere in uw boek. Herkent u dat?
‘Ja. Dat is ook in seks het geval, toch? Of in elk warm contact. Door corona en MeToo zijn we het verleerd om elkaar aan te raken. Ik zou het mooi vinden mocht iedereen elkaar meer aanraken.
‘Als je babbelt, zoals wij nu, ben je hersenen tegenover elkaar. Binnen die mentale constructie maak je het verhaal van je leven, terwijl als je elkaar aanraakt, de ander een massage geeft en iemands ademhaling voelt, dan overstijgt dat alle communicatie. Alle zwaarte lost vanzelf op.
‘Ik heb een yogadocentenopleiding gevolgd, waarbij we aan het einde van een sessie elkaar een hoofdmassage gaven: de savasana bliss. Dat iemand toelaat dat je hem aanraakt, was het allermooiste. Je komt elkaar heel nabij.’
Wat verstaat u onder schoonheid?
‘Niks is mooier dan de natuur, precies omdat niemand haar bedacht heeft. In de bergen, de zee, het landschap zit een universele schoonheid die iedereen die ernaar kijkt instant ervaart.
‘In de natuur is alle oordeel afwezig. Je geest is er vrij, terwijl die in de stad op volle toeren draait om alles te filteren. Wat dacht die persoon op de fiets ook alweer van mij? Al is het positief, dan nog gaan je gedachten met je aan de haal. En ik heb ook een oordeel over de stad zelf: dit is mooi gedaan, dat slaat nergens op.
‘In de natuur fladderen mijn gedachten vrijuit. Ik denk niet: ik vind deze boom goed of slecht gedaan, en omgekeerd beoordeelt de natuur ook mij niet, waardoor ik rust vind en ruimte krijg voor diepere gedachten.
‘Voor – alweer – harmonie.
‘Het heeft ook te maken met onze zintuigen. Waar je in de stad je ogen, oren en neus afsluit voor de lelijkheid, het geluid en de stank, zet je ze in de natuur juist open om alle zintuigelijke genot te laten binnenstromen. Blije zintuigen betekent instant geluk.’
Het advies van uw 94-jarige grootmoeder, Anne Leysen, luidt ‘Lernen, Laufen, Lieben’. Hoe goed heeft u het liefhebben onder de knie?
‘Hoewel ik klaar ben om me te settelen, heb ik op dit moment geen relatie. Zoiets kan aan je zelfbeeld knagen, maar ik probeer weg te blijven van redeneringen als zou ik te kieskeurig zijn.
‘Ik ben het afgelopen jaar niemand tegengekomen met wie het genoeg stroomt om samen een leven op te bouwen en had geen zin om online te daten. Misschien doe ik dat alsnog. Op een gegeven moment moet je misschien pragmatisch zijn.
‘Ik voel dat ik veel liefde te geef heb en vind in die gedachte rust. Ik probeer de liefde brandende te houden, door ze deel te laten zijn van alles wat ik doe. Zo probeer ik iets te maken wat niet alleen het ego boost van wie ik portretteer, maar dat ook een cadeau kan zijn voor anderen. Ik wil anderen omarmen, troosten, empoweren.’
Spreekt u de voor de negenjarige Elmo meest geruststellende zin, ‘Ik hou van je’, vaak uit?
‘Die dag was ik moe en triestig, gecrasht. Voor ik Elmo ging interviewen, ben ik met een vriendin gaan wandelen in het Rivierenhof, waardoor ik helemaal opgekrikt met hem kon praten.
‘We zaten in zijn kamer op zo’n klein stoeltje, toen hij zei dat hij “ik hou van je” de mooiste zin vond. Hij hield van twintig mensen maar had het nog maar tegen vier gezegd. We hadden het erover dat het mooi zou zijn als we het aan meer mensen zouden kunnen zeggen, maar dat iets ons tegenhoudt.
‘Ik vertelde hem hoe net nog een vriendin erg lief voor me was geweest en ik toch niet had durven te zeggen dat ik van haar houd. Na dat gesprek heb ik haar direct gebeld en gezegd dat ik haar graag zie, en het naar nog twee mensen ge-sms’t.
‘Door het gesprek met die jongen had ik mijn schroom overwonnen.’
Krijgt u die zin zelf vaak te horen?
‘Het mag meer. Van een onstilbaar verlangen gesproken (lacht).’
Alexia Leysen (33) is een fotograaf en theatermaker. Ze werd in 2011 bekend als initiatiefneemster van Dagen Zonder Vlees. Voor De Standaard Magazine verzorgt ze de rubriek De zin, een reeks die pas gebundeld is in een boek.
Lees meer interviews
Het leven – Een gebruiksaanwijzing
Bron: De Standaard