Giuliano Da Empoli’s eerste roman was af voor Kiev werd gebombardeerd. Toch is er geen betere tekst dan De Kremlinfluisteraar om te begrijpen waarom Vladimir Poetin doet wat hij doet. ‘Met hem valt niet te onderhandelen.’
Kasper Goethals – De Standaard
Misschien viel er met Rusland wel nooit te praten
Giuliano Da Empoli
Al sinds Vladimir Poetin in 1999 aan de macht kwam in Rusland, wil iedereen hem doorgronden. Wie is de contraspion die opklom tot baas van de geheime dienst, premier werd en ten slotte ook president voor het leven?
We kennen alleen anekdotes. We weten dat de jonge KGB-officier vanuit Dresden naar Moskou belde om tanks op betogers af te sturen. Dat hij schrok toen die niet kwamen. En – minder bekend – dat hij daarna doordrongen van ressentiment naar Rusland terugkeerde met op het dak van zijn auto een gestolen wasmachine.
Maar wie is Poetin echt? Sinds de invasie van Oekraïne bepaalt hij onze toekomst. Hoe verhouden we ons tot een onvoorspelbare alleenheerser met kernwapens?
Net die vraag maakt van De Kremlinfluisteraar een kaskraker. Het afgelopen halfjaar werden in Frankrijk honderdduizend exemplaren van de roman verkocht. Het boek werd bekroond met de Grand Prix de l’Académie française en eerder deze maand greep Giuliano Da Empoli op één stem na naast de Prix Goncourt. Er is ook al een uitstekende Nederlandse vertaling.
‘Het is een soort Russische paradox’, zegt Da Empoli (49) in een bar in Parijs.
‘Ik wilde de werkelijkheid niet verlaten, maar er juist dichterbij komen. Om dat te doen moest ik een roman schrijven. Rusland diende als decor voor een verhaal dat over macht gaat.’
Da Empoli is directeur van de Volta-denktank en doceert internationale betrekkingen aan het gerenommeerde Sciences Po in Parijs.
Hij zat jarenlang in de bestuursraad van de Biënnale in Venetië en schreef tijdens de pandemie een pamflet voor een maatschappelijke relance van Europa.
Maar in zijn debuutroman springt hij verder.
Door voor literatuur te kiezen, zit hij Poetin op de huid. Je ziet de nihilistische machthebber transformeren tot ‘de tsaar’.
Poetin vereenzaamt en kent geen limieten meer. Plots begrijp je ook beter waarom Oekraïne hem tot razernij drijft.
Da Empoli wilde eigenlijk een boek schrijven dat losstond van de actualiteit, maar Oekraïne is ermee aan de haal gegaan
In het boek reist een naamloze verteller naar Moskou. In opdracht van een Parijse universiteit doet hij er onderzoek naar de vergeten Russische schrijver Jevgeni Zamjatin, maar hij verveelt zich.
Dwalend door de besneeuwde straten raakt de verteller stilaan gehypnotiseerd door de fysieke aanwezigheid van de macht.
Op een avond, in een appartement vol halflege wijnflessen en half gelezen boeken, raakt hij op Twitter aan de praat met Vadim Baranov, het hoofdpersonage van het boek.
De gewetenloze spindoctor is gemodelleerd naar Vladislav Soerkov, de voormalige adviseur van Poetin.
Baranov nodigt de verteller uit in zijn landhuis in een sparrenbos en vertelt hem zijn verhaal.
Selfmade machiavellist
De echte Soerkov is een selfmade machiavellist die houdt van Amerikaanse rapmuziek.
Da Empoli’s fictieve Baranov is niet minder cynisch, maar als kleinzoon van een door de Sovjetrevolutie berooide aristocraat, erft Baranov een berg cultureel kapitaal en een Franse bibliotheek.
Net als Soerkov begint hij zijn carrière in de jaren 90 in het avant-gardetheater, om daarna reality-tv te maken voor de staatsomroep.
Hij begeeft zich in de kringen van de oligarchen die de staat leegroven, charmeert hen en wordt naar de top van de macht gekatapulteerd.
Uiteindelijk is het Baranov die Poetin – Da Empoli behoudt wel de echte naam van de president – helpt om de macht te grijpen. Twintig jaar lang blijft hij diens trouwe adviseur en daarmee is hij een bevoorrechte getuige van het machtsspel, ‘het grootste kunstwerk op aarde’.
‘De macht is zoals de zon en de dood’, begint Baranov, met een groot glas whisky in de hand.
‘Geen van beide kun je in het gezicht kijken. Vooral in Rusland niet. Maar nu u toch dat hele eind hiernaartoe bent gekomen, zou ik u graag een verhaal vertellen.’
Via de grootvader en vader van Baranov – de volgzame directeur van het sociologie departement van Stalin – krijgen we een spoedcursus in de geschiedenis van Rusland.
Dat Da Empoli zelf jarenlang spindoctor was van de Italiaanse premier Matteo Renzi heeft duidelijk geholpen om Baranov te verbeelden.
‘Om aan de macht te komen, moet de machthebber goed zijn in het lezen van anderen’, zegt Da Empoli.
‘Maar wanneer hij de macht eenmaal heeft verworven, lukt dat steeds minder goed en heeft hij anderen nodig om hém te lezen. Het maakt van de politieke adviseur een vreemde eend in de cirkels van de macht.’
Baranov voelt zich vooral aangetrokken door het oerinstinct van Poetin. Wanneer die premier wordt, gaat hij niet meteen voor het grote geld. Hij neemt een eenvoudig bureau in een karakterloos kantoor.
‘De dure horloges, zijn eigen Versailles en de trainingspakken van 15.000 dollar kwamen veel later.’
Het belangrijkste is dat de orde wordt hersteld. De Russen voelen zich vernederd, weet Poetin.
‘Het Westen wil ons op de knieën houden.’
Het is een echo van de slogans van rechts-populisten wereldwijd. Progressieven, elites, westerlingen: ze kijken neer op ons.
Baranov geeft het voorbeeld van Bill Clinton, die de slappe lach kreeg tijdens een persconferentie met Boris Jeltsin. Die raakte, stomdronken, niet uit zijn woorden.
‘Het probleem is dat Clinton niet ophield met lachen. Aan de buis gekluisterd smeekten wij Russen hem in ons binnenste alsjeblieft op te houden. Wij kenden Jeltsin, zijn manier van doen, zijn zwakheden. Maar het was verdomme nog aan toe de president van de Russische federatie!’
Poetin wil het anders doen. Intern wordt meteen orde op zaken gesteld.
Ex-medestanders worden hard aangepakt bij het eerste teken van dissidentie. Oligarchen die in de jaren 90 de lakens uitdeelden – zoals tv-magnaat Boris Berezovski, een oude vriend van Baranov – worden met een vingerknip onteigend en verbannen.
De andere kleptocraten mogen blijven onder voorwaarden. Ze mogen zelfs de staat blijven leegplunderen, maar ze mogen zich nooit meer bezighouden met de macht of de oppositie in Rusland.
En als Poetin het vraagt, moeten ze hun kapitaal ten dienste stellen van zijn project.
Na tien jaar van casinokapitalisme wordt de ‘verticale macht’ hersteld. Rusland wordt een ‘soevereine democratie’, zegt Baranov. De macht wordt opnieuw geconcentreerd en moet angst inboezemen.
De blik verstrakt
Doorheen het boek zie je Poetin radicaliseren. Zijn ijzige blikken, de rillingen die door hem heen gaan bij het zien van zwakte, zijn dedain voor economische ratio
Na mysterieuze bomaanslagen op appartementsgebouwen in Moskou, is de externe vijand terug in Moskou.
In een persconferentie zegt Poetin dat hij de terroristen ‘tot in het schijthuis’ zal opjagen. Dat hij hen zal vernietigen. Baranov ziet de blik van zijn baas verstrakken.
‘Op de dag van de invasie van Tsjetsjenië werd Poetin een volwaardige tsaar’, zegt hij.
Of de bomaanslagen opgezet spel waren, wordt in het midden gelaten. Het doet er niet toe: feiten zijn bijzaak in deze nieuwe wereld.
‘De tsaar heeft het nooit over cijfers als hij over politiek spreekt, wel over woede, over angst, over leven, over dood, over eer, over vaderland’, zegt Baranov.
‘Het besturen van mensen is niet iets dat je kan overlaten aan een stelletje lafaards die te lui zijn om geld te verdienen en te verlegen om rockster te worden. De politiek dient maar één doel: een antwoord bieden op de angsten van mensen.’
In een gesprek met Baranov blikt ‘de tsaar’ terug op zijn jeugd in Leningrad. Daar, verbeeldt Da Empoli zich, woonde Poetin in een wijk met bedelaars.
‘De kinderen uit de wijk schopten hen. En hoe harder ze schreeuwden, hoe harder en raker er werd getrapt. Zomaar, voor de grap.’
Eén armoedzaaier werd niet geschopt, maar niet omdat hij groot of sterk was. Poetin heeft een andere les getrokken uit de anekdote.
‘Weet je wat er anders aan hem was? Hij was gek, volslagen onvoorspelbaar. Als je naar hem toe liep, gewoon om dag te zeggen, was hij in staat een fles op je kop stuk te slaan, zomaar, zonder enige aanleiding.’
Dat Ruslands economie is gekrompen tot de grootte van die van Italië doet er niet toe. Als je wil dat iedereen rekening met je houdt, moet je volslagen onvoorspelbaar zijn.
Al vroeg wordt het Poetins strategie op het internationale toneel. Chaos, geweld en cynisme zetten Rusland weer op de kaart.
Da Empoli zoomt daarvoor uitgebreid in op een waargebeurd incident uit 2007.
Poetin nam toen een labrador mee naar zijn ontmoeting met Angela Merkel. Hij wist donders goed dat de Duitse bondskanselier een panische angst had voor honden, maar hij wilde een punt maken: je solt niet met ons.
Doorheen het boek zie je Poetin radicaliseren. Zijn ijzige blikken, de rillingen die door hem heen gaan bij het zien van zwakte, zijn totale dedain voor economische ratio. Zijn ingehouden, woedende blik.
Wat voor Baranov een spel of een kunstwerk is, dat hem tegen het einde zelfs gaat ‘vervelen’, is voor Poetin een levensdoel.
‘Weet je wie populairder is dan ik?’, vraagt hij. ‘Niemand’, antwoordt Baranov.
‘Toch wel’, zegt Poetin. ‘Stalin is populairder. Hij zou de verkiezingen makkelijk van mij winnen.’
Ondertussen beginnen politieke tegenstanders te sterven. Ze worden vergiftigd, vallen uit flatgebouwen of hangen zich volslagen onverwacht op.
Wanneer ook Berezovski – de verbannen oligarch die Baranov zijn eerste baantje gaf bij de staats-tv – zelfmoord pleegt, maakt Poetin er in Da Empoli’s vertelling een grapje over.
‘Je denkt toch niet echt dat ik dat heb gedaan?’
Orde wordt chaos
Vlak voor zijn dood geeft Berezovski nog een waarschuwing aan zijn oude vriend. Met Poetin hebben ze een monster gecreëerd. Hij heeft misschien orde gebracht, maar hij zal terugkeren naar de chaos.
‘Je baas werkte voor de contraspionage, dat is niet hetzelfde als spionage. Spionnen zijn op zoek naar accurate inlichtingen, dat is hun vak. Maar het vak van mensen in contraspionage bestaat erin paranoïde te zijn – overal samenzweringen en verraders te zien. En zo nodig verzinnen ze die.’
Baranov kan zich niet losmaken van de macht. De enige andere liefde in zijn leven, Xenia, een matig uitgewerkt personage, verlaat hem voor een oligarch.
Dus orkestreert hij de ceremonie van de winterspelen in Sotsji, bedenkt hij het idee om een internetleger van trollen uit te bouwen en schrijft hij speeches over het gevaar van gay prides.
Of de echte Soerkov, op wie Baranov is gebaseerd, dat allemaal heeft gedaan, is niet te bewijzen. Daarom had Da Empoli fictie nodig. Hij laat Baranov meetings houden met Hell’s Angels, communisten, religieuze fanatici.
‘Met extreemlinks, extreemrechts en ongeveer alles ertussenin.’
Baranov trekt ze allen mee in Poetins narratief van het vernederde volk dat opstaat tegen het decadente Westen. Door alle bestaande politieke krachten te corrumperen, maakt hij ze ongevaarlijk. Behalve progressieven, die zijn het makkelijkst te bestrijden.
‘De enige die ik niet heb aangenomen waren leraren, technocraten die verantwoordelijk waren voor de rampen van de jaren 90, voorlieden van politieke correctheid en progressievelingen die ijveren voor transgendertoiletten’, zegt Baranov.
‘Het was zaak dat de oppositie bestond uit mensen zoals zij. In zekere zin waren ze mijn beste acteurs.’
Overal complotten
Het trauma van de jonge Poetin, die de Sovjet-Unie uit elkaar zag vallen, wordt nergens duidelijker dan in de hoofdstukken over Oekraïne.
Da Empoli wilde eigenlijk een boek maken dat losstond van de actualiteit en het verkopen als een portret van reactionaire machthebbers die, wereldwijd en doorheen de hele geschiedenis, hun opmars maken.
Maar Oekraïne is met De Kremlinfluisteraar aan de haal gegaan. Dat Poetin pas ‘echt gek’ wordt van het verlies aan invloed in Oekraïne, zoals Baranov vertelt, was visionair.
De kleurenrevoluties in post-Sovjetstaten in 2004 hebben hem ervan overtuigd dat hij keihard moet optreden als zijn imperiale wereld wil blijven bestaan.
‘Hij ziet alleen de complotten. De CIA, George Soros, de Amerikaanse stichtingen en de EU die democratische bewegingen steunen. Die zijn er wel, maar dat gewone Oekraïners misschien zelf anders willen leven, kan er bij hem niet in’, zegt Da Empoli.
‘Hij begrijpt niets van de liberale democratie, het bestaan van een functionerende scheiding der machten kan in zijn wereldbeeld alleen een verzinsel zijn.’
Het plaatst je als lezer voor het onoplosbare dilemma van het Westen. Hoe moet je je als liberaal tot zo’n leider verhouden?
Door er literatuur van te maken, probeert Da Empoli de kwestie te beslechten: je kan niet praten met Rusland. Erger nog: misschien konden we wel nooit praten met Rusland.
Alleen de wet van de macht geldt er, macht die alleen overmacht erkent.
Dat is hartverscheurend voor de Oekraïners. Oorlogen eindigen meestal met vredesonderhandelingen, zelden met de totale overgave van één partij.
Maar juist dat schreeuwt De Kremlinfluisteraar tussen de regels: Poetin is niet te vertrouwen. Met hem valt niet te onderhandelen. En zo is vrede veraf.
Het succes van het boek kan ontnuchterend werken. In Kiev hoeven ze het niet meer te lezen.
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Portret in en vind meer berichten.
Bron: De Standaard