In een betere wereld zou Kris De Bruyne over tig jaar op de planken gestorven zijn, de laatste woorden van ‘Amsterdam’ op zijn lippen. Het werd twee jaar geleden een rust- en verzorgingstehuis in lockdown, zonder dank aan het vergeetspook dat De Bruyne van zijn woorden beroofde. Zoon Klaas De Somer en dochter Hanna De Bruyne lieten zijn muziek zondagavond weer spreken met een hommageconcert in De Roma: hij drumt, zij zingt en samen praten ze met veel liefde over hun vader.
Jasper Van Loy – De Morgen/Humo
‘Elke keer moesten we meer afgeven van de persoon die hij was’
Voor Klaas De Somer is De Roma geen onbekend terrein: hij speelde er als een van Belgiës meestgevraagde drummers al met artiesten als Tourist LeMC, Eefje de Visser en Selah Sue.
Die laatste was er ook nu bij, net als Jan De Wilde, Jan De Smet, Mauro Pawlowski en Klaas Delrue van Yevgueni.
Tussen die notabelen van de Vlaamse pop en kleinkunst maakte Hanna De Bruyne haar debuut op een groot podium.
Heb je ooit overwogen om zoals je vader en broer professioneel muzikant te worden?
Hanna De Bruyne: “Ik ben net als Klaas naar De!Kunsthumaniora gegaan, maar ik voelde daar dat ik mijn leven niet wilde laten afhangen van muziek.
“Ik speel nog steeds gitaar, basgitaar en piano en probeer muziek een plaats te geven in mijn job als leefgroepbegeleider van dove en slechthorende kinderen. Ze dragen allemaal een hoorapparaatje, met de meesten kan ik gewoon praten.”
Mag ik vragen welk nummer van je vader je gaat zingen?
De Bruyne: “Dat wil ik nog voor mezelf houden, zelfs mijn beste vrienden weten het niet.”
Is het misschien ‘Uit liefde voor Hanna (zweer ik de slechte vrouwen af)’?
De Bruyne (lacht): “Nee, dat zou heel raar zijn.”
Waagt iemand zich aan ‘In levende lijve’, een lied over een zekere ‘Klaasje baasje man’?
Klaas De Somer: “Ook niet, maar er komen wel andere liedjes voorbij die over ons gaan. ‘Cirkels van goud’ gaat over Hanna, ‘Baby Blue’ over mij en ‘De andere kant’ over ons beiden.”
De Bruyne (verrast): “Dat laatste wist ik zelfs niet.”
De Somer: “Hij zingt toch: ‘Het is een jong blond heel mooi meisje / Dat blauwe ogen naar me lacht’? En daarna: ‘Het is de mooiste jongen van mijn dromen / die bruine ogen naar me lacht’.”
Wie kwam met het idee voor een hommageconcert?
De Bruyne: “Voor de praktische organisatie hebben we veel te danken aan papa’s manager Kris Eelen, maar eigenlijk willen we het al doen sinds het moment dat hij door zijn alzheimer geen muziek meer kon maken.”
De Somer: “Zijn uitvaart viel midden in de coronapandemie en dus mochten er maar heel weinig mensen bij zijn.
“Daarna heeft nog een iets groter herdenkingsfeest plaatsgevonden met vrienden en collega’s, maar onze hele familie wilde papa’s muziek toch nog eens live horen, gespeeld door zijn vrienden.”
Hoe moeilijk was het om te rouwen om jullie vader in volle lockdown?
De Somer: “Het was vooral moeilijk dat we het rust- en verzorgingstehuis waar hij zat, soms niet mochten bezoeken, of maar in kleine groepjes.
“Toen de dokters zeiden dat het niet goed met hem ging, mochten we wel allemaal bij hem komen. We hebben heel ontroerende en warme laatste momenten met hem gehad.”
De Bruyne: “Die beperkingen deden soms pijn, maar ik voelde me in die dagen net heel mooi omringd, ook door al het moois dat over mijn vader is geschreven en gezegd.”
De Somer: “Toen ik de krantenstukken las en de berichten zag binnenkomen, besefte ik pas goed hoeveel mensen hij geraakt heeft met zijn muziek. Na zijn dood zijn we een hele week bij elkaar geweest. Lachen, huilen, praten… Voor hem was de lange lijdensweg voorbij.”
Toen Kris stierf, was duidelijk dat hij al een tijdje ziek was, maar niet hoelang precies. Je had het over het moment waarop hij geen muziek meer kon maken: wanneer was dat?
De Bruyne: “Het laatste grote concert dat hij heeft gespeeld, was een sessie voor Radio 1.”
Die herinner ik me nog. Dat was in 2014 alweer.
De Somer: “Hij heeft daarna nog kleinere optredens gedaan, maar zo’n twee jaar voor zijn dood werd spelen fysiek onmogelijk. Een jaar later moesten we hem naar het rusthuis brengen.”
Wisten jullie bij die Radio 1-sessie al iets van jullie papa’s ziekte af?
De Somer: “We wisten dat hij bang was om zijn teksten te vergeten, maar we hadden er alle vertrouwen in. En terecht, want dat is een goed concert geworden.”
Herinner je je nog iets van het moment waarop hij jullie over zijn ziekte vertelde?
De Somer (denkt na): “Ik herinner me het moment waarop me dat ter ore is gekomen.”
Hij heeft het jullie niet zelf verteld?
De Somer: “Lief, de mama van Hanna, heeft me gebeld, maar we wisten eigenlijk al wat er aan de hand was. Zelf nam hij het woord alzheimer zelden in de mond.”
De Bruyne: “Dat is het mooie aan de situatie: Klaas en ik hebben elk een andere mama, maar ze kennen elkaar heel goed. Jouw mama, Klaas, voelt voor mij als een tante.”
De Somer: “En de jouwe voor mij als een plusmama, een heel waardevolle. Ik ga er nog vaak koffiedrinken. Ze werkt in de zorg, dankzij haar inspanningen is papa zo lang thuis kunnen blijven wonen.”
Hoe was je eigen mama erbij betrokken, Klaas?
De Somer: “Ze waren al meer dan vijfentwintig jaar uit elkaar, maar mijn mama was voor papa een heel waardevolle vriendin.
“Mijn stiefvader Marc was óók een vriend van hem. Die situatie is niet altijd makkelijk geweest, maar de laatste tien jaar waren we zo’n hechte groep dat we elk jaar samen kerst vierden: papa, onze mama’s en mijn pluspapa.”
De Bruyne: “Soms ging papa zelfs in zijn eentje logeren bij Ingrid, Klaas’ mama, en Marc. Dan gingen ze samen op restaurant.”
Wat hebben jullie onthouden van de periode dat hij in het rusthuis verbleef?
De Bruyne: “Ik had het steeds lastiger om gedag te zeggen en weer naar mijn kot in Antwerpen te vertrekken.”
De Somer: “Elke keer moesten we meer afgeven van de persoon die hij was. ‘Ik vind het niet meer’, zei hij op een bepaald moment: hij kon geen teksten meer schrijven en besefte dat.
“Papa heeft de muziek wel tot op het einde gevoeld. Heel zijn kamer stond vol met cd’s en platen. Als we even moeilijk konden praten, legde ik er eentje op. Dan zag ik iets gebeuren in zijn ogen. Op die momenten hebben we elkaar zonder woorden nog veel kunnen zeggen.”
De Bruyne: “Ik bracht weleens The Times They Are A-Changin’ mee, mijn favoriete cd van Bob Dylan. Van papa gekregen.”
De Somer: “Als we eens iets van hem opzetten en hij zichzelf herkende, zei hij: ‘Dabennekik.‘
“Dat hoefde nu ook weer niet per se voor hem.”
Van die Radio 1-sessie herinner ik me één specifiek nummer goed: ‘Het varken van de hoge Venen’. De hele band van je vader staat op het podium, samen met onder meer Kommil Foo en Eva De Roovere. Klaas, jij bent als 21-jarige de drummer van dienst en blijft daar ijzig kalm onder.
De Somer: “Ik ging al mee naar zijn concerten voor ik kon stappen, op den duur waren we elk weekend samen weg. Ik heb al zijn platen grijsgedraaid en ken ze tot in de kleinste details.
“Op mijn 12de ben ik beginnen mee te spelen als special guest, op mijn 14de stond ik de eerste keer op het podium van de AB. Voor en na dat concert zat ik met de drummer van de band te praten.”
Vonden de vaste muzikanten dat leuk, even een koffie gaan drinken terwijl de zoon van de baas het overnam?
De Somer: “Ik denk het wel. Zij zagen mijn ogen ook blinken als ik hun om raad vroeg en ik vormde geen bedreiging voor hen.”
De Bruyne: “Het was ook geen liefdadigheid, hè: jij kon toen gewoon al heel goed drummen.”
De Somer: “Ik wist meteen wat ik mijn hele leven wilde doen toen ik op mijn derde een kinderdrumstel kreeg.
“Ik heb ook nooit getwijfeld of het me zou lukken om professioneel drummer te worden. Daar ben ik altijd dankbaar voor geweest: dat ik goed wist wat me te doen stond.”
Hoe kritisch kon je vader voor je zijn?
De Somer: “Enorm. Het eerste concert dat ik volledig mocht meespelen, ging van een leien dakje, maar het tweede ging niet zo goed. Ik was heel zenuwachtig en toen heeft papa dat ook gezegd.
“Het was te vroeg, was zijn conclusie. Het heeft uiteindelijk nog een jaar geduurd voor ik er klaar voor was. Maar omgekeerd durfde ik het ook te zeggen als hij iets niet goed deed. We konden ons uren samen in muziek verdiepen op YouTube.”
De Bruyne: “Ik was in mijn tienerjaren nogal een metalgriet en als ik over Pantera of Alice in Chains vertelde, luisterde hij geïnteresseerd. Of hij dat goed vond, is een andere vraag, maar hij was blij omdat het mij blij maakte.
“Hij was meer een man van de blues, de folk en de rock. En van Bob Dylan, natuurlijk.”
Kwam hij vaak naar jullie kijken?
De Somer: “Zeker, ook al had hij het moeilijk in grote massa’s.
“Mijn eerste show met Tourist LeMC in Trix, vlak voor zijn grote doorbraak, heeft hij gezien.
“Hij waardeerde wat Johannes (Faes, de echte naam van Tourist LeMC, red.) deed en omgekeerd is Johannes een grote fan van papa.”
Pure rust
Ik kom even terug op ‘In levende lijve’, waarin hij je toezingt: ‘Waar ben je zo lang gebleven?’ Weet je eigenlijk waarom hij pas op zijn 43ste voor het vaderschap koos?
De Somer: “Hij leidde als twintiger een leven waarin geen plaats was voor huisje-boompje-beestje en heeft lang geleden onder de dood van zijn twee broers.
“Verder heb ik er nooit een ding van gemaakt dat hij ouder was dan de meeste papa’s: we gingen gewoon samen voetballen en zo.”
De Bruyne: “Of wandelen over de dijk, naar de film gaan… Ik heb het gevoel dat hij nergens liever was dan thuis, bij ons. Onze vakanties gingen meestal ook niet spectaculair ver, gewoon naar Zuid-Frankrijk of zo.”
In interviews liet hij weleens vallen dat hij naar Spanje wilde emigreren.
De Somer: “Hij heeft naar verschillende landen willen vertrekken (lacht).”
De Bruyne: “Papa zocht heel graag de rust op, daarom woonde hij ook zo graag in Sint-Amands.”
Hebben jullie ooit overwogen om België te verlaten?
De Somer: “Ik heb vijf jaar in Amsterdam gestudeerd, maar dat is niet echt migreren, hè (lacht). Voorlopig niet dus, maar ik ben nog jong.”
De Bruyne: “Hetzelfde hier: ik sta nog maar pas op eigen benen in Antwerpen. In september, op mijn verjaardag, heb ik wel nog het stadje Molyvos bezocht, op Lesbos.
“Ik ben er met papa en mama drie jaar op rij geweest. Een afgelegen baai, pure rust. Zowel voor hem als voor mij een heel bijzondere plek. Tot op het einde bleef hij zeggen: ‘We moeten nog eens terugkomen.’”
Joost De Bruyne was een uitstekende schilder en ontwierp platenhoezen voor jullie vader, Koen De Bruyne hoor je pianospelen op onder meer ‘Amsterdam’. Bracht Kris zijn broers vaak ter sprake?
De Bruyne: “Om de zoveel tijd vertelde hij over hen, met veel bewondering, en zag je dat hij nog altijd leed onder hun dood.
“We hebben een goed beeld van wie die mensen waren. De werken van Joost hangen bij ons thuis en we luisteren naar Koens muziek.”
En jullie grootvader Arthur De Bruyne? Hij was lid van het Vlaamsch Nationaal Verbond en schreef na de Tweede Wereldoorlog boeken en artikelen waarin hij volgens historici de collaboratie vergoelijkte.
De Somer: “Hij schreef over de collaboratie, maar dweepte er niet mee. Die collaboratie keurde papa overigens af, maar hij hield wel veel van zijn vader. We hebben daar met hem over gepraat, maar minder vaak dan over zijn broers.”
Zowat elke jongere zet zich ooit af tegen alles waarvoor zijn ouders staan. Jullie ook?
De Bruyne: “Bij mij viel dat moment samen met zijn diagnose. Dat was voor mij een moeilijke, verwarrende periode, met veel strijd in mijn hoofd. Ik had mijn eerste lief en was veel weg, maar ik wilde er ook zijn voor papa.
“Gelukkig begreep mama me en gunde ze me de tijd om dat uit te pluizen.
“De band tussen papa en mij is gelukkig op tijd gebeterd, de laatste jaren was het weer helemaal oké tussen ons.”
De Somer: “Op mijn 14de begon ik goede vrienden te maken in Antwerpen, waar mama woonde. Ik vond het moeilijk om terug te blijven keren naar het huis van mijn vader in Sint-Amands en voelde dat mijn leven zich daar niet meer afspeelde.
“We maakten daar soms ruzie over, een tijdje hadden we geen contact. Na een paar jaar heb ik de weg naar hem en zijn muzikanten teruggevonden, maar dan op mijn eigen manier. Die periode heeft papa ook zachter gemaakt.”
Lief berichtje
De meest verrassende deelnemer aan het hommageconcert is Selah Sue. Jij bent dan wel haar drummer, Klaas, maar ik associeer haar niet meteen met het repertoire van jullie vader.
De Somer: “We vonden het belangrijk om een brug te slaan naar hedendaagse artiesten zoals Selah Sue en IJsbrand, opdat de muziek van papa zou blijven leven voor een nieuwe generatie.
“Daarnaast heb ik een sterke connectie met Sanne (Putseys, de echte naam van Selah Sue, red.), omdat ik de dag voor papa’s uitvaart bij haar auditie ben gaan doen. We vonden dat ze er daarom bij moest zijn.
“Papa stierf een paar dagen nadat Sanne me gevraagd had voor die auditie. Toen het in het nieuws kwam, stuurde ze me een heel lief bericht, dat ze papa’s muziek zo mooi vond en dat ik niet hoefde te komen als ik dat niet wilde.
“Ik ben toch gegaan, om mijn gedachten te verzetten. Achteraf gezien heb ik die dagen een grote stap in mijn carrière gezet.”
Zelf heeft Sanne ook een turbulent jaar achter de rug, waarin ze onder meer vocht tegen een depressie. Hoe was dat voor jou als vriend en bandlid?
De Somer: “Op tournee was het niet altijd makkelijk, maar met de band en crew vormen we een heel hechte groep, die heel veel steun aan elkaar heeft. Door op te treden hielpen we elkaar erdoor.
“Na zo’n intense periode is het wel lastig om alleen thuis te komen, dat kan ik niet ontkennen.”
Geprivilegieerd
Jullie wonen en werken in Antwerpen, de stad waar cultuurschepen Nabilla Ait Daoud (N-VA) eind vorig jaar de projectsubsidies afschafte. Heeft dat een impact gehad op jouw werk, Klaas?
De Somer: “Ik ken veel vrienden met ongelooflijke projecten in de podiumkunsten die deels mogelijk werden gemaakt door die subsidies.
“Zelf heb ik de luxe met zangers te spelen die dat geld niet meer nodig hebben, maar er vroeger wellicht wél gebruik van hebben gemaakt. In elk geval moeten we jonge kunstenaars blijven steunen.”
Vind je België een fijn land als muzikant?
De Somer: “Er kunnen veel dingen beter, maar mijn antwoord is ja, al ben ik misschien te geprivilegieerd om daarover te oordelen.”
Of net goed geplaatst: je ziet de grote podia met Selah Sue, maar ook de berookte jazzcafés en kunstencentra met een experimentele groep als Stellar Legions.
De Bruyne (pikt in): “Op reis in Griekenland heb ik mijn lief leren kennen, een gitarist. Hij is onlangs naar hier verhuisd en ontdekt volop de Belgische muziekwereld.
“De mogelijkheden die hij hier vindt, had hij in Griekenland niet. Het is hier niet perfect, maar zeker ook niet slecht.”
Heb je hem de muziek van je vader laten horen?
De Bruyne: “Hij bewondert papa enorm en zegt vaak hoe spijtig hij het vindt dat ze elkaar nooit hebben gekend. Intussen heeft hij zelfs een paar van zijn liedjes leren spelen. Gisteren stelde hij nog voor om samen te oefenen voor De Roma. Zalig, hè?”
Waarin lijken jullie het meest op Kris?
De Somer: “We hebben zijn levenslust.”
De Bruyne: “En we omringen ons ook graag met veel fijne mensen. In sociale situaties kon hij luid en uitbundig zijn, maar evengoed genoot hij ervan om zich terug te trekken.
”Weet je, papa’s droom was altijd om met mij en Klaas samen op het podium te staan. Met hem is dat gelukt, met mij niet. Daarom vind ik het zo’n mooie kers op de taart.
“Na De Roma trekt een kleinere groep op tournee langs de culturele centra, en er wordt aan een Belpop-docu over papa gewerkt. Nu is het helemaal zoals wij het wilden, en zoals hij het zou hebben gewild.”
© Humo
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht In Memoriam in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen/Humo