Ilja Leonard Pfeijffer won de Boon Literatuurprijs voor ‘Alkibiades’, zijn meest politieke boek ooit en volgens de jury “onvergelijkbaar”. Bij de jeugdliteratuur schoot Erna Sassen de hoofdvogel af, de publieksprijs ging daar naar het Belgische schrijversduo Elvis Peeters.
Sam De Wilde, Vanessa Joosen
In De Warande in Turnhout heeft Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer de Boon Literatuurprijs gewonnen. Aan de Boon is een geldbedrag van 50.000 euro verbonden.
Pfeijffer won ook de publieksprijs, goed voor 5.000 euro.
“Ik ben buitengewoon dankbaar en ontroerd door de warme ontvangst die Alkibiades in België heeft gekregen. Als ik nog in Nederland woonde, zou ik naar België emigreren”, zei de schrijver in een eerste reactie. En meteen daarna bedankte hij ook zijn Italiaanse vriendin Stella, in het Italiaans.
Met de Boon haalt de immer in elegant maatpak uitgedoste auteur van Alkibiades zijn eerste grote Belgische literatuurprijs binnen.
De Boon zag het levenslicht in 2022 als jaarlijkse literatuurprijs in twee categorieën (fictie en non-fictie enerzijds, kinder- en jeugdliteratuur anderzijds) en wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid.
Jan Jambon (N-VA), Vlaams minister-president en tevens minister van Cultuur, was op de prijsuitreiking aanwezig en bevestigde het belang van de prijzen:
“De Boon Literatuurprijzen zijn in de meerjarenbegroting opgenomen, hun voortbestaan is verzekerd.”
De Nederlandse classicus Pfeijffer gold met zijn 944 pagina’s tellende roman over de Griekse veldheer Alkibiades dit jaar als favoriet in de categorie fictie en non-fictie.
Maar dat was Tom Lanoye vorig jaar ook met zijn collaboratieverhaal De draaischijf, en toen kreeg uiteindelijk Geert Buelens de cheque voor zijn klimaatboek Wat we toen al wisten.
Beluister
Hoe belangrijk zo’n bekroning voor de carrière van een auteur kan zijn, heeft Pfeijffer in het verleden zelf al aangetoond.
De dichter en romancier werd pas de succesauteur die hij vandaag is, nadat hij in 2014 de Libris Literatuurprijs had ontvangen voor zijn magistrale migratieroman La superba.
Dat de zeskoppige vakjury onder leiding van Dichter des Vaderlands Mustafa Kör de inmiddels alomtegenwoordige veelverkoper Pfeijffer verkoos boven medegenomineerden:
(die het zetje allemaal beter konden gebruiken), zegt veel over de onmiskenbare kwaliteit van zijn roman.
Burgerplicht
Pfeijffers vuistdikke werk werd door de jury omschreven als een onvergelijkbaar boek:
“Het is een gefictionaliseerde biografie (mét notenapparaat). Een avonturenroman en een filosofisch en politiek traktaat over onze moeilijke omgang met democratie.”
De juryleden, die ruim 400 inzendingen beoordeelden, lazen Pfeijffers boek over de omstreden politicus en strateeg uit de 5de eeuw voor Christus ook als een statement. Als een actueel boek dat vanuit het verleden tot ons spreekt.
Alkibiades is Pfeijffers meest uitgesproken politieke boek tot nog toe.
De schrijver die ook in La superba en Grand Hotel Europa moeilijke maatschappelijke discussies niet uit de weg ging, heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zijn vertelling over het verval van de Atheense democratie als een waarschuwing gelezen mag worden.
Dat hij steeds minder schaamte voelt om zichzelf geëngageerd te noemen, zei hij daarover afgelopen zaterdag nog in De Standaard der Letteren.
En daar voegde hij nog aan toe dat hij dat engagement niet per se als de taak van de schrijver, maar simpelweg als zijn burgerplicht beschouwt.
Heeft de jury van de derde editie van de Boon Literatuurprijs met haar keuze voor actualiteit en engagement dan een veeleer inhoudelijke beslissing genomen?
Het officiële juryrapport maakt geen melding van Pfeijffers stijl, maar daar valt nu eenmaal niet omheen te lezen.
Alkibiades is even ambitieus als zijn eergierige onderwerp, de schrijver even ijdel als de historische figuur die hij tot leven wekt.
Dat doet hij in zwierige volzinnen die de lezer dwingen om zijn opvattingen over wat we als een fatsoenlijk leesbare lengte mogen beschouwen, te herzien.
Licht ironische humor
Pfeijffers Alkibiades is niet alleen een literaire reis naar een andere tijd, de historische roman is ook en vooral een onderdompeling in een andere taal.
Een met de verheven toon, specifieke woordenschat en licht ironische humor van de grote klassieke werken geïnfuseerd idioom dat tegelijkertijd herkenbaar pfeijfferiaans is.
Ilja Leonard Pfeijffer, die ooit promoveerde op een proefschrift over de Griekse dichter Pindarus en die ook al een bloemlezing Nederlandse poëzie van de 20ste en de 21ste eeuw op zijn naam heeft staan, wordt sinds het verschijnen van Alkibiades vaker gevraagd naar zijn meningen over de internationale politiek dan naar zijn ideeën over alliteratie en binnenrijm.
Maar hoe welwillend hij zijn opinie over het huidige politieke bestel ook deelt, de man blijft eerst en vooral een schrijver.
De bekroning van Alkibiades kan dan ook niet anders gezien worden dan als een keuze voor de literatuur, een keuze voor de traag werkende kracht en de fragiliteit die het woord deelt met de democratie waar Pfeijffers boek zo hartstochtelijk voor pleit.
Een keuze die, net als het gevierde literaire werk zelf, ook gerust als een statement beschouwd mag worden.
Boon voor jeugdliteratuur
Eerder op de avond won het jeugdboek Neem nooit een beste vriend van Erna Sassen en illustrator Martijn van der Linden de derde Boon voor kinder- en jeugdliteratuur.
De jury koos die roman uit een recordaantal van 242 titels. Aan de prijs is een geldbedrag van 50.000 euro verbonden. Daarmee geldt hij in de Lage Landen als de grootste onderscheiding voor jeugdliteratuur.
Samen met de winnaars van de twee vorige edities bestrijkt de Boon nu het hele landschap van de jeugdliteratuur: bij de eerste editie won Een zee van liefde, een prentenboek van Pieter Gaudesaboos, en vorig jaar ging de Boon naar Misjka, een kinderboek van Edward van de Vendel en Anoush Elman.
Nu bekroont de jury een gedurfde adolescentenroman die zich kan meten met de beste youngadultliteratuur uit het buitenland.
Ze looft met name de geloofwaardige manier waarop Sassen de stem van een tienerjongen vertolkt en de durf waarmee ze “heikele thema’s met open vizier en zwier” behandelt.
Centraal in Neem nooit een beste vriend staat Joshua, een tienerjongen die zich uitdrukt in woorden én beelden.
De dialogen met zijn stoere vrienden zijn zelden verfijnd, maar Sassen weet de forse jongerentaal te verheffen tot eigentijdse literatuur: gevat, vol vaart, humor en verwijzingen naar de populaire cultuur.
De redeneringen van de jongens zijn opgebouwd volgens hun eigen logica, en daarvoor moet je tussen de regels kunnen lezen.
“Lucky us”, zegt Joshua bijvoorbeeld over de pandemie, want zo ontsnappen ze aan school.
“’s Ochtends zetten we de wekker om even in te loggen en ‘onze goede wil te tonen’ en daarna sliepen we uit tot ver in de middag. ‘Mijn camera is kapot meneer!’”
In een eerste reactie zei een geëmotioneerde Sassen “sprakeloos” te zijn:
“U heeft geen idee wat dit voor mij betekent. Ik was net tegen mijn collega’s aan het klagen dat mijn doelgroep zo moeilijk is, ze lezen niet.”
Ze had ook lof voor illustrator Martijn van der Linden: “Die man begrijpt mij.”
Van der Linden was zelf ook vereerd:
“Het was fantastisch om de tekeningen van Joshua te mogen tekenen. Ik ben meestal voor kinderen aan de slag, het was fantastisch om voor deze doelgroep (young adult, red.) te mogen tekenen.”
Filosofisch prentenboek
Sassen bouwde de laatste jaren veel krediet op door de manier waarop ze haar jonge personages neerzet.
Net als de populairste youngadultboeken uit de VS schuwt Sassen geen taboes of controverses. Voor jongere kinderen schreef ze boeken met titels als Snoep je wel genoeg? en Breek je nek voorzichtig.
Haar tienerpersonages gaan nog een stap verder. Ze vertellen over de zelfmoord van hun moeder, een verhouding met hun leerkracht, of hun beste vriendin die zich neerlegt bij een gedwongen huwelijk.
‘Rembrandt’ is de bijnaam van Joshua, die ook een gevoelige kant heeft, graag tekent en zijn inspiratie haalt bij kunstenaars als Vermeer of de hedendaagse, Britse schilder Lynette Yiadom Boakye.
Zo probeert hij ook het meisje te portretteren voor wie hij een zwak heeft. Dat levert een prachtig portret op, in gevoelige en grappige reflecties en in ontroerende schetsen en schilderijen.
Tussen de tekst van Sassen en de illustraties van Martijn van der Linden ontstaat zo een spannende dialoog waarbij niet alleen het meisje, maar ook Joshua zich steeds eerlijker blootgeeft.
Publieksprijs
Dankzij het publiek stond gisteren nog een ander duo op het podium: de enige Vlaamse titel op de shortlist wint de publieksprijs.
Kijk dan toch! is een filosofisch prentenboek van Elvis Peeters (het pseudoniem van het schrijversduo Jos Verlooy en zijn vrouw Nicole van Bael) en illustrator Sebastiaan Van Doninck over een kikker en een slak die wachten op iets bijzonders.
Een boek over kijken en zien: want kijken is niet hetzelfde als zien, en niet iedereen die kijkt, ziet hetzelfde.
Het taalspel van Elvis Peeters onderstreept de boodschap om schoonheid in het kleine te zien, met zinnetjes als “Dan strijkt een mus neer. Ze hipt naar de bes. Ze pikt naar de bes.”
Van Doninck heeft veel ervaring met het tekenen van dieren met menselijke trekjes, en hij zet die kunde hier volop in.
De extatische beleving van de slak contrasteert grappig met de verveelde, sceptische blik van de pad.
De jury leest dit boek als een ode aan de rijkdom van de natuur die tevoorschijn komt “door al het overbodige weg te snijden”.
In het dankwoord riep Elvis Peeters op om het geweld in Gaza te stoppen:
“We vieren hier een kinderboek, terwijl in het Midden-Oosten zoveel kinderen zijn gestorven. We willen aan de wereld zeggen: doe iets! Laat het geweld stoppen.”
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van
Bron: De Standaard