België is verworden tot Europese paria wat de menswaardige opvang van asielzoekers betreft. Bijna zeven op de tien van de dringende tussentijdse maatregelen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vorig jaar uitsprak, werden opgelegd aan België. Het hof legt lidstaten dergelijke maatregelen op bij direct gevaar voor ‘onomkeerbare schade’, zoals foltering of dood. Tegelijk werd de Belgische staat meer dan 7.000 keer veroordeeld door nationale arbeidsrechtbanken en verplicht menswaardige opvang voor asielzoekers te voorzien.
Liesbet De Kock – Apache
Net als de recente uitspraak waarmee de Raad van State de omstreden beslissing terugfloot van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (CD&V) om geen mannelijke asielzoekers meer op te vangen, glijden ook de veroordelingen en maatregelen van België af als water van een eend.
Die houding schiet het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het verkeerde keelgat.
“Dat de Belgische overheid systematisch en op deze schaal voortdurend rechterlijke beslissingen naast zich neerlegt, is een primeur.”
Hoeveel rek zit er nog op de rechtstaat?
Rechtstaat op flanellen benen
Er wordt volop gemorreld aan de Belgische rechtstaat. Het justitieel apparaat kreunt onder een gebrek aan middelen en mankracht, maar verontrustender is volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat “de Belgische overheid systematisch en op grote schaal […] rechterlijke beslissingen naast zich neerlegt”.
Waar de overheid zich niet langer gebonden weet aan de wet, dreigen willekeur en machtsmisbruik voor burgers.
In een driedelige reeks maakt Apache een balans op van het tanende respect voor grond- en mensenrechten in België.
Teruggefloten
In de zomer van 2002 is Tabitha, een Congolees meisje van vijf jaar, samen met haar oom op weg naar Canada. Daar woont Tabitha’s moeder, die er inmiddels officieel werd erkend als vluchteling. Een poging om moeder en dochter te herenigen strandt echter in Zaventem.
Tabitha beschikt niet over de juiste papieren en wordt alleen opgesloten in Transitcentrum 127 in Melsbroek. Daar verblijft het meisje acht weken, zonder familie of vrienden, tot ze uiteindelijk op het vliegtuig naar Kinshasa wordt gezet. Daar wacht niemand haar op. Enkele dagen later volgt alsnog groen licht om naar Canada te reizen.
Een jaar nadat ze is herenigd met haar dochter sleept Tabitha’s moeder België voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De opsluiting van Tabitha levert België in 2006 een eerste veroordeling op wegens foltering en onmenselijke of vernederende behandeling.
Er zullen er nog 193 volgen, niet allemaal in verband met migratie en asiel, soms gaat het om zaken als detentie en internering.
Pas dit jaar werd besloten om opsluiting van kinderen zonder (de juiste) papieren te verbieden, al was dat niet naar de zin van Theo Francken (N-VA) die vond dat “het kunnen opsluiten van kinderen nodig is om een stok achter de deur te hebben.”
“Artikel 3 laat geen ruimte voor uitzonderingen”, klonk het in 2006 nochtans scherp in het arrest van het EHRM.
Zeventien jaar later blijkt het recht van asielzoekers op een menswaardige behandeling in België nog steeds voorwaardelijk.
De opsluiting van de 5-jarige Tabitha leverde België in 2006 een eerste veroordeling op wegens foltering en onmenselijke of vernederende behandeling. Daarna volgden nog 193 veroordelingen.
Eind augustus kondigde staatssecretaris De Moor nog aan dat alleenstaande mannen die in België internationale bescherming vragen voorlopig geen opvang meer krijgen. Een tijdelijke maatregel weliswaar, maar wel een die ingaat tegen de nationale als internationale rechtspraak, en daarom werd teruggefloten door de Raad van State.
Toch markeerde het een pijnlijk nieuw dieptepunt in de race to the bottom die de asielcrisis is geworden.
Dat is in de eerste plaats een humanitaire crisis, bezaaid met mensenrechtenschendingen.
Internationale waarnemers houden België dan ook steeds scherper in de gaten. Ze stellen vast dat België arresten en vonnissen in nationale en internationale zaken steeds vaker aan zijn laars lapt.
Rechtstaat in gevaar
We vatten het nog eens kort samen.
In het najaar van 2021 gaat de situatie aan het Klein Kasteeltje, het aanmeldpunt voor asielzoekers, op korte tijd van troosteloos naar dramatisch. In dat jaar vragen 25.971 mensen asiel aan in België.
Dat is erg veel, maar nog steeds ruimschoots onder het record van 2015, toen 44.760 mensen België verzochten om internationale bescherming, waarvan het overgrote merendeel uit Syrië, Irak en Afghanistan.
In dat jaar werd even gevreesd voor een ineenstorting van het asielsysteem, maar het houdt min of meer stand.
Wanneer de Taliban in de zomer van 2021 opnieuw de macht grijpen in Afghanistan en duizenden mensen het land ontvluchtten, gaat ons opvangsysteem wel in kortsluiting.
Diezelfde zomer gingen in België meer dan 1.000 opvangplaatsen verloren door de overstromingen in Wallonië. Nog eens 1.200 plaatsen worden voorbehouden voor isolatiemaatregelen in het kader van de pandemie.
De gevolgen zijn zichtbaar: de wachtrijen aan het Klein Kasteeltje lengen en steeds meer mensen brengen de nacht door op straat. Het opvangnetwerk is verzadigd, klinkt het. Ook bij het personeel van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) neemt de ontevredenheid toe, en volgt de ene staking na de andere. Resultaat: nog langere wachtrijen, nog meer mensen op straat.
Sindsdien spreken we over een asielcrisis, al lijkt het woord ‘crisis’ na twee jaar steeds minder op zijn plaats.
Tussen september 2021 en eind 2022 werd de Belgische staat meer dan 7.000 keer veroordeeld door nationale arbeidsrechtbanken, met het onmiddellijke bevel om menswaardige opvang te voorzien voor asielzoekers
Intussen zwerven duizenden asielzoekers door de Brusselse straten. In de periode tussen september 2021 en eind 2022 werden Fedasil en de Belgische staat meer dan 7.000 keer veroordeeld door nationale arbeidsrechtbanken, met het onmiddellijke bevel om menswaardige opvang te voorzien voor asielzoekers.
Navraag bij Fedasil leert dat de dwangsommen voor het niet naleven van die bevelen in augustus 2023 al waren opgelopen tot 44,2 miljoen euro.
“Dat is slechts een theoretisch bedrag”, verduidelijkt Lies Gilis, adjunct-woordvoerder bij Fedasil, want “er werden tot op heden geen dwangsommen betaald”.
Op 14 februari ging daarom een deurwaarder langs, die voor 1.840.436,48 euro goederen in beslag nam.
“Dat de Belgische overheid systematisch en op deze schaal voortdurend rechterlijke beslissingen naast zich neerlegt, is een primeur”, laakte het EHRM de situatie deze zomer. Meer nog: het brengt “de rechtstaat in gevaar […] en roept vragen op over de functie en het nut van de rechterlijke macht.”
Explosieve stijging aantal dossiers
Dat het Europees Hof België niet langer spaart in haar kritiek komt niet als een verrassing.
In 2022 legde het hof in totaal zo’n 61% meer dringende tussentijdse maatregelen op als een jaar voorheen. Die maatregelen zijn uitzonderlijk, en kunnen enkel worden opgelegd bij direct gevaar voor “onomkeerbare schade”, zoals foltering of dood, in afwachting van een definitief oordeel door het hof.
Nederland weigerde begin dit jaar een asielzoeker terug te sturen naar België wegens een reëel risico op mensonterende behandeling
De spectaculaire stijging had alles te maken met de schabouwelijke situatie van asielzoekers in België.
Liefst 748, of 68% van het totale aantal tussentijdse maatregelen in 2022 werd opgelegd aan België, en had te maken met de structurele lacunes in de (menswaardige) opvang van asielzoekers.
In datzelfde jaar zag het EHRM ook het aantal “hoogdringende” dossiers uit België explosief toenemen. Enkel Griekenland, Rusland en Roemenië deden het op dat vlak even slecht (of nog slechter).
Een korte bloemlezing:
- Op 12 juli 2022 komt Abdoulaye Camara in België aan nadat hij zijn thuisland Guinee is ontvlucht. Zelfs nadat de Brusselse Arbeidsrechtbank Fedasil beveelt om de man opvang te verlenen, blijft hij de facto veroordeeld tot een leven op straat.
Hij lijdt honger en kou en kampt met gezondheidsproblemen, maar krijgt geen toegang tot een arts. De matras die hij kreeg van een liefdadigheidsorganisatie wordt gestolen, net als de tas met documenten die hij nodig heeft om internationale bescherming aan te vragen.
Camara trekt uiteindelijk naar het EHRM, dat een noodmaatregel uitvaardigt waardoor hij op 4 november eindelijk onderdak krijgt.
De 112 dagen die waren verstreken sinds het moment van zijn verzoek tot internationale bescherming, sliep Camara hoofdzakelijk in parken, en in en rond de stations van Brussel Noord en Brussel Zuid.
Op 18 juli 2023 werd de Belgische staat door het EHRM veroordeeld. - Op 15 november 2022 gebiedt het EHRM de Belgische staat in de zaak Msallem and 147 others vs. Belgium om onderdak te voorzien voor 148 meerderjarige mannen, opnieuw nadat Fedasil het bevel van de Brusselse arbeidsrechtbank in de wind sloeg.
- Vijf dagen later vaardigt het hof hetzelfde bevel uit in de zaak Reazei Shayan and 189 others vs. Belgium.
- Op 1 december 2022 herhaalt het scenario zich in de zaak Almassri and 121 others vs. Belgium.
- Op 13 december volgt ook Al-Shujaa and 142 others vs. Belgium.
Op dat moment geeft het EHRM te kennen dat het op vier maanden tijd, tussen september en december van 2022, liefst 832 noodkreten ontving van mensen op de vlucht die zich op Belgisch grondgebied bevonden zonder dak boven het hoofd, waaronder 58 minderjarigen.
Intussen is de situatie in België dermate dramatisch dat Nederland begin dit jaar weigerde een asielzoeker terug te sturen naar België wegens een reëel risico op mensonterende behandeling.
Vandaag blijven nog 312 tussentijdse maatregelen van kracht in België in het kader van de asielproblematiek. Dat is bijzonder veel.
Ter vergelijking: Nederland kreeg in heel 2022 89 van dergelijke maatregelen opgelegd door het EHRM.
Koorts stijgt
In december 2022 volgt een brief van Dunja Mijatović, commissaris van het EHRM, naar staatssecretaris de Moor.
Daarin uit ze haar bezorgdheid over de precaire situatie van asielzoekers in België, en de intussen meer dan 4.500 zaken waarin Fedasil door de Brusselse arbeidsrechtbank werd bevolen om de gepaste maatregelen te nemen. Die werden ofwel met vertraging, ofwel helemaal niet opgevolgd.
Mijatović maant de Moor aan dringend stappen te ondernemen om de “structurele tekortkomingen” aan te pakken, en wijst meteen ook op de opeenstapeling van interimmaatregelen door het EHRM.
In haar antwoord erkent de staatssecretaris de aanslepende problemen, en wijst ze onder meer op een aantal initiatieven voor noodopvang. Ze verzoekt Mijatović om het nodige geduld tot de structurele ingrepen vruchten afwerpen, en verzekert dat ze “verder zal werken aan de duurzame verbetering van het Belgische asiel- en opvangsysteem.”
VN-rapporteurs merken dat de omstandigheden waaronder asielzoekers leven in België enkel achteruitgaan
In maart van dit jaar voerden vier VN-rapporteurs de druk op België verder op.
In een lange brief uiten ze hun “diepe bezorgdheid” over de duizenden asielzoekers die door de straten van Brussel dwalen, de uitbraken van onder meer tuberculose, en de traagheid waarmee asielaanvragen worden verwerkt.
Het afbreken van de tentenkampen waar ook niet-begeleide minderjarigen wonen, en het ontruimen van kraakpanden kan op weinig begrip rekenen.
De rapporteurs merken op dat de omstandigheden waaronder asielzoekers leven in België na twee jaar enkel achteruitgaan. Vooral de penibele situatie van vrouwen en kinderen op straat – die geconfronteerd worden met “geweld en seksueel misbruik” – baart zorgen.
De rapporteurs wijzen er ook op dat minstens 24 kinderen zonder (de juiste) papieren intussen zijn vermist in België.
In haar antwoord – deels een opmerkelijke copy-paste van haar brief aan Mijatović – erkent de Moor de tekortkomingen, maar legt de bal meteen ook terug in het kamp van een falend Europees asielsysteem.
Opnieuw vraagt ze geduld, en belooft ze het asielsysteem verder op punt te stellen. In de marge merkt ze op dat 7 van de 24 kinderen intussen werden opgespoord, en dat de rest “waarschijnlijk is doorgereisd naar andere EU-lidstaten.”
Spoorloos
Intussen weten we dat het werkelijke aantal niet-begeleide minderjarigen dat spoorloos verdween in België vele malen hoger ligt.
“De 24 kinderen waarvan sprake in de brief”, verduidelijkt Tijana Popovic, beleidsmedewerker bij Child Focus, “zijn kinderen waarbij twijfel heerste over hun minderjarigheid, en die daarom de toegang tot de opvang werd ontzegd.”
Het gaat dus om een heel specifieke groep.
Child Focus zelf noteerde vorig jaar 136 onrustwekkende verdwijningen van niet-begeleide minderjarigen in België, een stijging van 39% tegenover het jaar ervoor.
“Vandaag staat de teller al op 244 verdwijningen”, vult Popovic aan. Dat is een toename met nog eens 75%, en het jaar is nog lang niet voorbij.
Volgens de dienst Voogdij van de FOD Justitie verdwenen in 2022 in totaal 766 niet-begeleide minderjarigen, waarvan 126 onrustwekkend
Maar ook die cijfers geven een onvolledig beeld, want Child Focus wordt enkel gecontacteerd bij onrustwekkende verdwijningen.
We stelden de vraag daarom opnieuw aan de dienst Voogdij van de FOD Justitie. Ook daar is duidelijk sprake van een stijgende trend.
In 2020 werden 638 verdwijningen opgetekend, waarvan 93 onrustwekkende verdwijningen. Een jaar later gaat het om 713 verdwijningen, waarvan 106 onrustwekkende.
In 2022 verdwenen 766 niet-begeleide minderjarigen, waarvan 126 onrustwekkend. Dat laatste cijfer verschilt om onduidelijke redenen van de balans die Child Focus opmaakte in dat jaar.
Moeilijkheden om een precies getal te plakken op het aantal kinderen en jongeren dat verdwijnt in België, blijken eerder regel dan uitzondering.
“De cijfers zijn louter indicatief”, waarschuwt Sharon Beavis, woordvoerder bij FOD Justitie. Bij sommige jongeren heerst twijfel over de minderjarigheid, weer anderen verdwijnen om later terug op te duiken.
Bovendien worden “niet alle verdwijningen of teruggevonden minderjarigen systematisch gemeld”, verduidelijkt Beavis.
Het komt ook vaak voor dat jongeren “geen intentie hebben om bescherming in België aan te vragen”, vult ze aan. Die groep verdwijnt vaak al in de eerste dagen na aankomst.
Niet-begeleide minderjarigen ontvangen wel “uitgebreide informatie over hun rechten in België en de risico’s van het verlaten van het opvangcentrum zonder een adres op te geven”, benadrukt Beavis.
Liesbet De Kock schrijft sinds 2022 voor Apache. Ze heeft een achtergrond in de klinische psychologie en filosofie. Voordien werkte ze als gastprofessor aan de VUB en het KASK, en als onderwijsassistent aan de UGent.
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Migratie in en vind meer berichten.
Bron: Apache