Te Gek!? – Wij weten wat het is – De telefoon die rinkelt en de angst: wat nu weer?


Je kunt niet telkens aan vrienden of familieleden zeggen dat je zoon of dochter levenslang psychisch kwetsbaar blijft. Bij de vzw Similes vind je ‘warme ­babbelaars’ zoals Mich en An, lotgenotes die alles al een keer meegemaakt hebben.

Veerle Beel – De Standaard


‘Een van onze kinderen is kwetsbaarder. Hij heeft meer begeleiding nodig. Ik zag hoe onze dochter evolueerde en zelfstandig werd, en ik besefte pas veel later dat onze zoon daar moeilijker in zou slagen. Hij is nu 45 en zowel hij als wij weten dat hij zijn leven lang psychisch kwetsbaar zal blijven’, zegt Mich Jonckheere (73) uit Brussel.

Haar zoon woont zelfstandig in Beschut Wonen, is daar goed omringd, voelt zich thuis in zijn flat. Toch belt hij zijn ouders nog dagelijks, meerdere keren per dag.

An De Winter (53) heeft vier kinderen en woont in Antwerpen. Een van haar dochters is psychisch kwetsbaar. Op het ogenblik van dit interview verblijft ze in een psychiatrisch ziekenhuis. Ze worstelt met een drugsverslaving waar ze steeds weer in hervalt en kampt met psychotische aanvallen.

‘Het begon met gedragsproblemen. Langzaam sloop er ook een psychische problematiek in. Ik dacht dat het een moeilijke puberteit was. Ik werkte nota bene zelf in de zorg en toch zag ik het pas als laatste’, zegt An De Winter.

Van crisis naar crisis

Allebei engageren ze zich voor Similes, de vereniging voor naasten van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Ze zijn er ‘warme babbelaars’, personen met wie je een praatje kan slaan, via mail, telefoon of chat, of bij een wandeltocht of een koffie.

‘Wij zijn er voor ouders, partners, broers en zussen, kinderen of goeie vrienden van mensen met psychische problemen. Wij weten wat het is om van crisis naar crisis te leven: het slorpt enorm veel energie op.

´Wij voelen angst als ’s avonds de telefoon rinkelt: wat zal het nu zijn? We weten dat het deugd doet om te kunnen spreken met iemand die het ook heeft doorgemaakt.’

De Winter meldde zich een halfjaar geleden als ‘babbelvrager’.

‘Mijn huisarts was met vakantie en ik zat even op een dieptepunt. Er zijn heel weinig mensen met wie je zoiets kunt delen.

´Ik kende Similes, ik wist af van het initiatief. Ik heb toen drie kwartier aan de telefoon gehangen met een vrouw die me volledig begreep. Zij herkende mijn situatie en wist hoe zwaar het was. Ik voelde me … verlicht.

´Na dat gesprek kon ik weer verder. En omdat ik er zoveel deugd van had, besloot ik om zelf ook een “warme babbelaar” te worden.’

‘Toevallig gisteren heb ik in die rol mijn eerste gesprek gehad.

´De profielen van ons, warme babbelaars staan op de website warmebabbel.be. Ik weet niet waarom deze mevrouw mij uitkoos. Misschien vanwege mijn leeftijd, of omdat ze iets herkende in mijn verhaal.

´Ze vroeg me waar ik de energie haalde om ondanks mijn eigen situatie naar haar miserie te luisteren. Ze vond zichzelf zwak, maar ik vond haar net heel sterk. Alleen was ze even op een dieptepunt beland, zoals mij eerder was overkomen.

´Je praat, je luistert en je leert van elkaar. Wij zijn er om mensen weer te doen geloven in zichzelf.’

Mich Jonckheere: ‘We zeggen niet: het komt wel goed. We proberen anderen te helpen om hun problemen en gevoelens te herkennen, en er beter mee te leren omgaan.

´Onlangs sprak ik met een oudere dame die zich zorgen maakt over wie er samen met haar voor haar zoon kan zorgen. En wie zal hem helpen als zij er niet meer is?

´Ik ben op het woord “helpen” ingegaan: heeft hij echt hulp nodig? Of liever de zekerheid dat er altijd iemand voor hem zal zijn die hem graag ziet? En kunnen zijn broers en zussen die taak niet rustig overnemen, met hetzelfde vertrouwen in de eigen kracht van hun broer?’

An: ‘Je bent geneigd om als ouder altijd voor je kind in de bres te springen. Alles wat hen slecht afgaat, neem je van hen over. Je kookt, doet de was, maakt hun kamer schoon.

´Het duurt enige tijd voor je inziet dat je slecht bezig bent. Je moet net hun autonomie versterken. Je moet het je kinderen zelf laten doen, hoe moeilijk ook. Ze moeten hun plek in de wereld vinden, het gevoel krijgen dat ze ertoe doen.’

Woedeaanvallen

Ze geeft toe dat ze die les ook maar stap voor stap heeft geleerd.

‘Mijn dochter kwam soms wekenlang niet voor drie uur ’s middags haar bed uit. Als ouder ben je dan de weg kwijt. Geef ze dan maar eens een gezond eetpatroon en een dagbesteding. Er waren ook periodes waarin ze voor een paar dagen verdween, en dat gebeurt nu nog soms.’

Mich: ‘Je moet de wanorde en het onverzorgde voorkomen leren accepteren. Dat maakt deel uit van hun ziek zijn. Veel mensen kijken je daar een beetje raar voor aan.’

An: ‘Anderen vertellen je over de weg die hun kinderen afleggen en vragen hoe het met die van jou gaat. En je zwijgt over je dochter en houdt zo het taboe in stand.’

Mich: ‘Dat heb ik nooit gedaan. Ik heb altijd gezegd dat onze zoon ziek is en niet kan werken.’

An: ‘Ik verzwijg het ook niet meer. Mijn dochter heeft het nog altijd erg lastig. Haar lijden is groot en het doet me pijn om dat te zien. Maar ik ben ook fier op haar. Al die ellende die ze doormaakt en toch zo moedig blijven. Na elke woedeaanval betuigt ze spijt. Dan denk ik: ocharme, je kon er niet eens aan doen.’

Mich: ‘Net zo met onze zoon. Hij is goed omringd, heeft een goede band met ons en kan zich toch erg boos maken. Zomaar. De volgende ochtend belt hij dan: “sorry”, en “waarom toch?” Hij is heel wijs, innemend, creatief ook. Ik denk vaak: als iemand dit niet had moeten krijgen, dan hij. Hij speelt piano en schrijft gedichten. We geven straks zijn tweede bundel uit. Dat geeft hem erkenning van buitenaf: hij is dichter.’

Als geen ander weten deze moeders dat de familie mee lijdt.

‘Onze andere kinderen hebben dit lot mee gedragen. We hebben minder aandacht voor ze gehad. Zij hadden geen relaxte moeder, brachten minder vrienden mee naar huis.’

Mich heeft reuma ontwikkeld: een auto-immuunziekte die ze ziet als de tol voor de niet-aflatende stress.

An herkent het: functionele stoornissen, zoals ineens minder goed zien, prikkelbare-darmsyndroom …

‘Er is minder tijd om voor jezelf te zorgen, dat wreekt zich. Ook relaties tussen ouders kunnen eronder lijden. Alles wat je gedroomd had, valt in duigen, ook je eigen toekomstplannen.’

‘Er zijn veel herkenningspunten, maar elk verhaal is anders’, zegt Mich, die zich ook engageert in het Kaffee Similes in Brussel en het psychiatrisch ziekenhuis van Grimbergen.

‘Daarom is het zo belangrijk om te luisteren. Dat is het belangrijkste voor ons: luisteren als lotgenoot. Tips geven vanuit onze eigen ervaring. En dan hopen dat de ander daarop voort kan bouwen. Dat die weer even verder kan.’


Meer info: similes.be en warmebabbel.be. 

Luisterlijn: 016-244.200.

Op 7 en 8 oktober organiseert Te Gek de eerste Open Geestdagen: www.opengeestdagen.be


Mich Jonckheere (links) en An De Winter: ‘Luisteren als lotgenoot en tips geven vanuit onze ervaring, dat is het belangrijkste.’ 
© ID/ Bart Dewaele

Lees ook

Te Gek!? – Wij weten wat het is – Het luisterend oor van Tele-Onthaal
Te Gek!? – Het taboe rond psychisch lijden

Vul hieronder de zoekopdracht Psyche in en vind meer berichten.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven