De zaak-Sanda Dia blijft voor deining zorgen. Schaden politici en YouTubers het vertrouwen in justitie? Zijn data over ‘klassenjustitie’ polariserend? Sowieso is het wantrouwen tegenover justitie reeds zeer hoog en sterk gepolariseerd tussen sociale klassen. De voorbije jaren nam dit bovendien sterk toe. Een struisvogelpolitiek zal het tij niet keren, integendeel.
Maarten Hermans – Apache
YouTubers en partijvoorzitters zouden met hun interventies over ‘klassenjustitie’ in de zaak-Sanda Dia het vertrouwen in het gerecht schaden.
Het initiatief klassenjustitie.be van techneut Inti De Ceukelaire om een open dataset samen te brengen over ongelijkheden in toegekende schadevergoedingen, wordt afgebrand als “polariserend”.
Vaste columnisten zoals Dave Sinardet sussen dat hoewel we niet blind mogen zijn voor klasse, we moeten oppassen de legitimiteit van het rechtssysteem niet te ondermijnen.
In die discussie wordt vergeten dat het wantrouwen tegenover justitie reeds zeer hoog en sterk gepolariseerd is tussen sociale klassen. Die polarisatie is de laatste jaren sterk toegenomen.
Hogere klasse vertrouwt justitie
Wanneer de langlopende Eurobarometer-bevragingen peilen of Belgen eerder wel dan niet geneigd zijn vertrouwen te hebben in het rechtssysteem, dan hangt hun antwoord sterk samen met hun sociale klasse.
Bij zij die zichzelf tot de hogere klasse of de hogere middenklasse rekenen, is 73% geneigd vertrouwen te hebben, tegenover slechts 42% van de arbeidersklasse.
Ook bij de lagere middenklasse heeft slechts een minderheid vertrouwen in justitie, in de middenklasse gaat het om een nipte meerderheid.
Een verschil van 31 procentpunt tussen sociale groepen op vlak van vertrouwen in een cruciaal instituut als het rechtssysteem, is een enorm alarmsignaal, wat de redenen ook zijn voor dit wantrouwen.
Samengenomen over sociale klassen heen betekent dit dat in 2022 nauwelijks de helft van de Belgische bevolking vertrouwen heeft in het rechtssysteem, en dat enkel in de meest dominante sociale klassen een stabiele meerderheid vertrouwen heeft.
Klasse-ongelijkheid verdrievoudigd
Deze klasse-ongelijkheid in vertrouwen in het rechtssysteem is verdrievoudigd de laatste zeven jaar. Het verschil in vertrouwen tussen de sociale groepen met het minste en het meeste vertrouwen in het rechtssysteem – de arbeidersklasse en de hogere (midden)klasse – is van 9% in 2015 gestegen tot 31% in 2022.
Maken we abstractie van de fluctuaties, dan zien we algemeen een toenemende klasse-polarisatie: bij de middenklasse en hogere (midden)klasse stijgt het vertrouwen, bij de arbeiders- en lagere middenklasse daalt het.
Onze buurlanden kennen een gelijkaardig sociale klasse-patroon in het vertrouwen in het rechtssysteem.
De arbeidersklasse heeft gemiddeld steeds het minste vertrouwen, en hoe dominanter de sociale klasse, hoe hoger het vertrouwen.
Enkel in Frankrijk heeft de arbeidersklasse nog minder vertrouwen in het gerecht dan in België – een relatief laag vertrouwen dat ook de andere sociale klassen in Frankrijk delen.
De klasse-ongelijkheid in vertrouwen is met 31% in België nipt het grootst in vergelijking met de buurlanden.
De combinatie van de grootste klassenongelijkheid en een relatief laag niveau van vertrouwen binnen de Belgische arbeidersklasse, betekent bijvoorbeeld dat de Nederlandse arbeidersklasse gemiddeld meer vertrouwen heeft in justitie dan de Belgische middenklasse.
YouTube-deontologie
Met zulke uitgesproken, sterk groeiende en internationaal gezien hoge klasse-ongelijkheid in het vertrouwen in het rechtssysteem, zou men verwachten dat het publieke en politieke debat meer fundamenteel zou zijn dan over bijvoorbeeld de deontologie van YouTubers of de trage digitalisering van justitie.
Hoe komt het dat geen fundamenteler debat op gang is kunnen komen? Dat we nu verzanden in verwijten en waarschuwingen om “niet te polariseren” of het vertrouwen in justitie te ondermijnen?
Dit heeft waarschijnlijk aardig wat te maken met het gegeven dat het publieke debat voornamelijk gevoerd wordt door mensen uit die sociale klassen waar een meerderheid vertrouwen heeft in het rechtssysteem.
Voor de helft van de Belgen, en zeker zij uit minder dominante sociale klassen, is wantrouwen in justitie reeds lang niet zozeer een dankbaar onderwerp om even de opiniepagina’s te vullen, maar een gegeven.
Blinde vlek voor sociale klasse
Deze blinde vlek voor sociale klasse is een terugkerend manco in het publieke debat. Of het nu gaat over justitie, langer werken, inkomensongelijkheid, uitkeringen, pensioenleeftijd, uitdagingen van telewerk, huizenmarkt, … het zijn vooral de getuigenissen, tweets, opiniestukken en interviews van en met mensen uit de meer dominante sociale klassen — of zij die ervoor werken — die de toon zetten.
Het principe dat vrouwe Justitia geblinddoekt is en recht spreekt ongeacht de sociale klasse van de persoon die voor haar staat, is een enorm belangrijk principe. Dat mag niet lichtzinnig in vraag gesteld worden.
Maar we mogen onszelf in het publieke debat niet ook een blinddoek opzetten voor de fundamentele sociale klasse-ongelijkheden in de samenleving en hoe die doorwerken in de ervaring en perceptie van het rechtssysteem. Dat is de meest zekere manier om het wankele geloof in dat principe verder te ondergraven.
Maarten Hermans is kernlid van Denktank Minerva, ACV-expert welzijn op het werk en vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de VUB.
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Apache in en vind meer berichten.
Bron: Apache