Armoede-expert Tim ’S Jongers – Jullie hebben het over armoede – Lekker veilig – Nee, het moet over ongelijkheid gaan


De bullshitdetector van politicoloog Tim ’S Jongers (42) staat al jaren op scherp. Hij ontworstelde zich aan armoede, doorgrondde het beleid en houdt nu mensen met geld een spiegel voor. Want die zitten aan de knoppen. “Jullie redeneren vanuit je eigen morele kader. Daardoor slaan jullie de bal volledig mis.”

Nathalie Carpentier – De Standaard


Zieners


Hoe kunnen we de radicale veranderingen begrijpen die onze wereld ondergaat?

In de reeks ‘zieners’ zoeken­ we houvast en inspiratie bij vooruitziende denkers.

In deze aflevering Tim ’S Jongers (42). 

Hij werd geboren in Lier, maar woont in Den Haag. 

Hij werkte er onder andere als senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en is sinds 2022 directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau voor de sociaaldemocratie.

 Hij schreef columns voor de Volkskrant en met het boek Beledigende broccoli brak hij door als stem binnen het politieke en publieke debat.

 In zijn werk focust hij op armoede, ongelijkheid en de afstand tussen de wereld van het beleid en de mensen die er lijdend voorwerp van zijn.

Hij bracht net het boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld uit. (nc)


“Jullie redeneren vanuit je eigen morele kader. Daardoor slaan jullie de bal volledig mis.”

Tim ’S Jongers


Tim ’S Jongers belandde op zijn veertiende alleen in een caravannetje. Op zijn negentiende was hij amper één meter zestig groot. Hij was wat de wetenschap een “ontberingsdwerg” noemt. Door de voortdurende stress en de gevolgen van een ellendige jeugd had hij een groeistoornis ontwikkeld.

’S Jongers weet dus als geen ander hoe diep het in je vezels kruipt: minder hebben en – vooral – je minder voelen. Vandaag meet hij 1,78 meter.

“Bij te veel ‘geclusterde shit’ kan je lichaam verdere ontwikkeling uitstellen tot je sociale omstandigheden beter zijn”, schrijft hij in zijn boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld.

De Belgische politicoloog lijkt wat opgejaagd als we hem spreken in zijn appartement aan de mooie Zuidwal in Den Haag. Hij ratelt, alsof hij verloren tijd in te halen heeft. Misschien is dat ook wel zo.

Op zijn 23ste stelde zijn huisarts hem voor een ultimatum. Of hij zocht zelf hulp of de dokter liet hem gedwongen opnemen.

Na een blik in de afgrond koos ’S Jongers voor het laatste, het begin van zijn sociale mobiliteit, al zou die nog erg op en neer gaan.

Pas na zijn dertigste haalde hij een universitair diploma. Vandaag is hij directeur van de Nederlandse Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau voor de sociaaldemocratie.

Zijn boek “heeft de brandstof om de wereld te veranderen”, schreef professor Wim Van Lancker (KU Leuven).

’S Jongers verweeft analyse subtiel met zijn persoonlijke verhaal. Dat laatste alleen om scherp te stellen hoezeer de soorten van kapitaal je maatschappelijke positie bepalen. Daarmee verwijst hij naar de Franse socioloog Pierre Bourdieu.

Cruciaal is financieel kapitaal. Heb je dat niet, dan kun je geen ‘cultureel kapitaal’ opbouwen – kennis en kunde – noch werken aan ‘sociaal kapitaal’ – een netwerk uitbouwen.

Bij wie opgroeit in diepe armoede, komt daar volgens ’S Jongers nog een gebrek aan instantiekapitaal bij – weten hoe de overheid werkt – en persoonlijk kapitaal – veerkracht en zelfvertrouwen.

Woede dreef ’S Jongers bij het schrijven.

“We moeten het over jullie hebben, de mensen met geld, niet over mensen in armoede. Zij beslissen niet over de toegang tot onderwijs, de socialewoningbouw, de regels voor schuldaflossing of een minimumloon. Jullie draaien aan de knoppen, zij niet.

“Jullie hebben het graag over armoede. Lekker veilig. Terwijl het over ongelijkheid moet gaan.

“Het loopt fout als mensen met geld beleid ontwikkelen vanuit hun morele kader: dat wie arm is, maar zelfredzamer moet zijn, harder moet werken. Dan begrijp je de ballen van wat armoede is.”

Wat begrijpen we niet?

Tim ’S Jongers: “Jullie denken dat het gewoon een tekort aan geld is, terwijl armoede een clusterfuck is.

“Geldgebrek weerspiegelt de oppervlakte, niet de diepte van het probleem. Sommige mensen kunnen gewoon niet mee.

“Een structureel gebrek aan geld leidt ertoe dat je moeilijker kunt studeren, minder sociale contacten hebt en dat je meer risico hebt op mentale problemen, sociale uitsluiting en schaamte. Dat je mist wat je nodig hebt om het te maken in de samenleving.”

“Op zich is er toch niets mis mee als iemand niet mee kan? Denk aan mensen met een beperking of chronisch zieken. Die moet je ondersteunen.

“Maar nee, we dwingen iedereen in een ratrace waarin je constant moet presteren en voldoen aan de normen en waarden van wie wél mee kan.

“Dat creëert een voorwaardelijk burgerschap. Wie niet kan voldoen vanuit armoede, belandt in een marginale positie.

“We onderschatten hoe sterk generatie-armoede bij kinderen later kan doorwerken.”

Wat onderschatten we precies: de verregaande impact van chronische stress?

“Onder meer. Onlangs zag ik een vrouw die haar smartphone kwijt was. Complete paniek, want die telefoon bevatte alles: bankapp, alle contacten. Ze gooide haar hele handtas ondersteboven.

Chronische stress bij armoede is die irrationele paniek, maar dan jarenlang aan een stuk.

“Je kunt door armoede zo diep in de shit zitten dat het echt niet meer gaat.”

“Jullie beweren dat je zelfs dan nog rationele keuzes kunt maken. Werkelijk?

“Stel je de schok voor bij een zware scheiding of het verlies van een dierbare. Mégastress.

“Stel dat die stress drie jaar lang even groot blijft. Denk je écht dat je dan nog steeds gezonde keuzes maakt? Ik geloof daar geen bal van.

“Bovendien kunnen jullie naar de therapeut bellen. Als je geen sociaal netwerk hebt bij stress, dan blijft die stress hangen. Dat vreet aan je. Als je arm bent, gaat niemand je helpen.”

Er is toch hulpverlening?

“De vraag is of dat de juiste hulp is. In de hulpverlening belanden ze vaak in allerlei protocollen en procedures die alleen meer stress geven.

“Veel systemen zijn gebouwd door college boys and girls die een mooie jeugd hadden en denken dat ze de wereld snappen, omdat ze cum laude zijn afgestudeerd.

“Zij redeneren dat mensen in armoede hun verantwoordelijkheid moeten nemen.”

Als u niet zélf had beslist om te gaan studeren, stond u hier misschien toch ook niet?

“Je zou kunnen zeggen: kijk naar mij. Maar ik ben vooral de uitzondering die de regel bevestigt. Ik heb het geluk dat ik blijkbaar enige intelligentie heb.

“Nu, ik snap het ergens wel. In het verkeer moet je ook je verantwoordelijkheid nemen. Alleen verwachten we wel dat de overheid goede wegen bouwt, zorgt dat de verkeerslichten werken én dat de zwakke weggebruiker beschermd wordt.

“In het armoedeverkeer wordt de zwakke weggebruiker niet meer beschermd.

“Als hij een ongeval heeft, is het zelfs zijn eigen schuld. Dat is gewoon een fucked up uit de hand gelopen meritocratisch geloof.”

“We denken dat we succes volledig aan onszelf te danken hebben, hoewel veel andere factoren bepalend zijn.

Max Verstappen zou geen wereldkampioen formule 1 geworden zijn, als zijn ouders geen gocart konden betalen.

“Ja, Verstappen heeft talent. Maar dat kon groeien doordat zijn ouders hem naar de training konden brengen, doordat ze die dure hobby konden faciliteren toen hij jong was en goede coaches vonden.

“Waarom kijkt wie wél succes heeft neer op wie het niet redt?

“Armoedebeleid is vandaag erg mensonwaardig.”

Hoe pakt de overheid generatie-armoede dan het best aan?

“Door het onderwijs, kinderopvang en wonen écht toegankelijk te maken. Als je 2.000 euro kinderopvang per maand moet betalen, en daarvan 500 euro terugkrijgt, lukt dat niet.

“We hebben sociale grondrechten in het leven geroepen – recht op onderwijs, wonen, arbeid, bestaanszekerheid – maar die vervolgens vermarkt.

“Of je nu voor of tegen die keuze bent, de analyse blijft dat al die rechten in crisis verkeren. Dan heeft de overheid haar werk niet goed gedaan.

“We hebben die grondrechten verwaarloosd, terwijl ze de bodem vormen voor een gezonde samenleving.”

“In sommige achterstandswijken is zo weinig geïnvesteerd dat de sociale grondrechten daar al 20 jaar in crisis zijn. Dat boeide ons compleet niet, hoewel arme mensen acht jaar eerder sterven.

“Nu de jongeren in de middenklasse geen eigen woning meer kunnen betalen, de huisarts minder bereikbaar is, boeit het ons wel. Dan noemen we het een crisis.

“Als het ons – hoogopgeleide mensen met geld – raakt, kan de hulp opgeschaald worden.

“Misschien moeten we eens spreken van een armoedecrisis.”

De armoedecijfers in ons land zijn gedaald. Is dat geen teken dat beleid werkt?

“Dat is goed nieuws. Alleen vertellen armoedecijfers alleen iets over de oppervlakte van armoede.

“Die kijken vooral naar inkomen, terwijl dat niet het probleem is.

“Waar lig je van wakker?
“Van je energierekening, van onverwachte kosten. Je moet op uitgaven focussen.

“De overheid kan het minimuminkomen wel met 10 euro verhogen waardoor iemand boven de armoedegrens belandt, maar wat zegt dat als de huur en de boodschappenkar 25 euro meer kosten? Niets.”

Waar moeten we dan wel naar kijken?

“Je moet kijken naar indirecte indicatoren die wijzen op een armoedig bestaan.

“Naar wie in schuldhulpverlening zit, naar wie dakloos is, naar de langere rijen aan de voedselbank, de groeiende groep die steun nodig heeft.

“Als je daarnaar kijkt, dan weet je dat het volledig uit de hand aan het lopen is.”

“Ik zie steeds vaker verwarde mensen op straat. Dat is het gevolg van de lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg en van de groeiende groep daklozen.

“Als je nergens terechtkunt, uit zich dat na een tijd in vreemd gedrag op straat. Vervolgens lopen we in een boogje om hen heen.

“Onlangs zag ik een heel verwarde, dronken man praten met zijn denkbeeldige broer. Toen hij de tram op wilde, duwde de security hem naar buiten.

“Die heeft geen duw nodig, maar hulp”, reageerde ik boos. Een verwarde man mag de tram niet meer op omdat de middenklasse zich dan wat ongemakkelijk voelt. Zo wil je toch niet met elkaar omgaan?”

“Over mensen met schulden oordeelt men dat ze een gat in hun hand hebben, maar dat klopt niet.

“Mensen belanden vaak in schulden door life events: een echtscheiding, ontslag, faillissement, plotselinge ziekte.

“Beweren dat het hun eigen schuld is, klopt niet. Er is een schuldenindustrie die mensen compleet naar de kloten helpt.

“Daarover moeten we het hebben. Dan besef je dat het geen kwestie is van harder werken of de tering naar de nering zetten.

“Je moet dat niet alleen willen, maar ook kunnen.”

Ik ken een meisje uit een gezin in generatie-armoede dat geadopteerd is door een kansrijk gezin dat haar liefdevol stimuleert. Haar mentale en fysieke achterstand blijft haar parten spelen. Kun je zoiets keren?

“Ik weet niet of je zoiets goed krijgt.

“De eerste vier jaar zijn cruciaal voor je mentale én fysieke gezondheid, je emotionele, cognitieve én psychosociale vaardigheden, je relaties, of je vriendjes leert maken.

“Als je in bittere armoede opgroeit, in een eenoudergezin, met ouders met een psychisch probleem of een verslaving, dan heeft dat gevolgen voor de rest van je leven.”

“Nog belangrijker dan je DNA is je postcode. Staat je wieg in een achterstandswijk in Rotterdam in een arm gezin, dan fnuikt dat je latere kansen. Is het dan echt je eigen verantwoordelijkheid als het later niet lukt?

“Als je in die eerste vier jaar zo verneukt bent, kun je in je volwassen leven bepaalde kansen niet grijpen.

“We veroordelen het gedrag van mensen in armoede, maar zien de mens erachter of de oorzaak niet. We veroordelen alleen hun domme, ongezonde keuzes, zoals de aankoop van een flatscreen of een huisdier. Terwijl je die keuze perfect kunt uitleggen.”

Tim ’S Jongers: “Belangrijker dan je DNA is je postcode. Staat je wieg in een achterstandswijk, dan fnuikt dat je latere kansen.”
Tim ’S Jongers: “Belangrijker dan je DNA is je postcode. Staat je wieg in een achterstandswijk, dan fnuikt dat je latere kansen.”
© Kristof Vadino
Leg gerust uit.

“Als je mensen in armoede wilt laten bewegen, moet je hen geen stappenteller geven zoals ze hier doen, maar een hond. Dan moeten ze drie keer per dag naar buiten, voelen ze zich minder eenzaam én hebben ze meer contacten in de wijk vanwege ‘dat lief hondje’. Zo veel gezonder. Maar hoogopgeleiden vinden dat arme mensen geen hond mogen hebben, omdat ze die niet kunnen betalen.”

“Ze zijn sociaal uitgesloten, de buurthuizen hebben we wegbezuinigd, maar een flatscreen mag evenmin. Moeten ze dan elke avond op hun bank zitten? Wil je hen volledig gek maken?

“Veel van hun keuzes noemen we dom, terwijl ze heel rationeel kunnen zijn. Zoals frikandellen eten in plaats van gezonde voeding.”

Waarom zijn dat rationele keuzes?

“Na een kutdag kiezen wij ook voor troostvoedsel. We drinken een wijntje, bestellen een pizza. Bij veel stress activeert je brein die drang naar comfort.

“Als je arm bent en elke dag een kutdag is, vertoon je datzelfde gedrag. Een frikandel is heel snel klaar, je kunt het tussen een boterham leggen – probeer dat maar eens met een broccoli. (lacht) En je kinderen eten het gegarandeerd op.

“Als je kijkt naar het uitgavenpatroon en de stressreductie, is dat op korte termijn een héél rationele keuze.

“Hoogopgeleiden beoordelen dat gedrag te veel vanuit hun eigen referentiekader. Daardoor faalt beleid.”

U heeft veel kritiek, toch vindt u niet dat het hele systeem op de schop moet?

”Natuurlijk niet. Het systeem werkt voor 80 procent. Dat is cum laude, hé. Ga je een systeem dat voor 80 procent werkt op de schop gooien? Nee, toch? Je fikst het zodat het weer tiptop werkt.

“We zitten met een monoprobleemcultuur: voor elk probleem een eigen loket. Armoede is een multiproblematiek. Daarvoor heb je een ander systeem nodig: een bijzondere overheid.”

Hoe ziet die bijzondere overheid eruit?

“Dan krijg je één contactpersoon die voor jou alles op een rijtje zet met een mandaat om in jouw naam de belastingen, de huisvestingsmaatschappij of de school te bellen.

“Een gatekeeper die tussen jou en het systeem zit of een buddy die de stress vermindert.

“In Zeist hebben ze beslist om bijstandsgerechtigden in een experiment een halfjaar geen post meer van de overheid te geven. De gemeente zette alle post voor hen op een rijtje, één keer per maand moesten ze daar een kruisje zetten.

“Hun stress daalde enorm, ze namen veel meer deel aan de samenleving en hun gezondheid verbeterde. Na een halfjaar!”

“Je hoort altijd de kritiek dat mensen met schulden hun enveloppen niet openen. Maar dan besef je niet wat het betekent als de zondvloed eraan komt.

“Als je zo diep in de shit zit en je ziet vier enveloppen binnenkomen, dan weet je: dat is minstens drie keer slecht nieuws.

“Je wilt gewoon niet meer weten hoe slecht. Die envelop dicht laten is stressreductie.

“Mensen met geld vergeten dat ze zelf hun shit constant uitbesteden: aan de belastingadviseur, een hypotheekmakelaar, een poetshulp.

“Geef wie dat niet kan betalen, toch op zijn minst de kans om niet nog dieper in de shit te belanden. Beleid is nu gewoon contraproductief door een gebrek aan ervaringskennis.”

Hoe zou ervaringskennis helpen? Ervaringsdeskundigen zijn er al.

“Ik ijver voor spreidstandburgers. Dat zijn mensen die niet alleen ervaring hebben met armoede, maar ook kennis van het complexe beleid. Zo creëer je brugfuncties tussen de gescheiden wereld van de college boys and girls en mensen in armoede.”

“Spreidstandburgers zorgen voor de bullshitmeter die afwezig is in het systeem.

“Als je ooit zelf je werkloze, arme buurvrouw hebt geholpen, kom je er sneller achter dat sommige formulieren voor haar gewoon niet te begrijpen zijn. Dan weet je wanneer beleid de bal mis slaat.

“Maak ambtenaren buddy van iemand met schulden. Dan zie je dat wat op papier logisch lijkt, in de praktijk vaak fout uitdraait.”

We onderschatten dat wie uit armoede wil klimmen ook bodemherstel nodig heeft, zegt u.

“Als er bij diepe armoede ook sprake is van een vechtscheiding, een moeder die depressief achterblijft, geweld door de stress, vijf keer verhuizen en telkens nieuwe vrienden moeten maken, kun je niet klimmen op de maatschappelijke ladder.

“Je ladder zakt weg omdat je bodem van zompige klei is.

“Om te kunnen klimmen, moet je je eerst over die ellende uit het verleden heen zetten. Dan moet je jezelf eerst helemaal veranderen. Je omgeving verbeteren. Dan kan die klim heel lang duren.”

“Sommige mensen lukt dat niet, die komen vast te zitten in een tunnel. Jullie oordelen dat ze niet geholpen willen worden, maar ze zijn zo getraumatiseerd in hun jeugd dat ze als volwassenen gewoon niet meer voor- of achteruit raken. Dat vergt eerst bodemherstel. Daar is te weinig aandacht voor.”

Wat maakt dat u er wel bent uit geraakt?

“Mijn beste vriendin, Punker, is naast mij komen staan.

“Als je verloren gelopen bent in een bos, heb je iemand nodig die je de richting aanwijst én vertrouwen geeft. Zonder je te veroordelen of het gevoel te geven dat zij het tien keer beter zouden aanpakken.

“Raadgevers zouden meer naast de persoon moeten staan. Niet vragen: heb jij hier recht op? Wel: wat heb je nodig? Waar wil jij heen met je leven? Is een opleiding de juiste weg of moet je eerst zorgen voor stabiele huisvesting, sterkere familiebanden of trauma­therapie?

“Daarop moet het beleid inzetten. We moeten meer een Punker zijn.”

U behoort nu zelf tot de groep mensen met geld die u bekritiseert. Hoe is dat?

“Soms voelt het wel als verraad tegenover mijn vrienden. De meeste zijn laagopgeleid en verdienen niet veel.

“Omdat ik hoogopgeleid ben, verdien ik het dubbele, hoewel ik minder hard werk. Die discrepantie veroorzaakt veel maatschappelijke onvrede.

“Een consultant in het onderwijs kan in een week verdienen wat een onderwijzer in drie maanden verdient.

“Ook in de zorg kan je rijk worden zolang je maar niet aan het bed staat. Dat klopt toch gewoon niet.”

Beledigende broccoli
Armoede uitgelegd aan mensen met geld

Lees ook

Politicoloog Tim ’S Jongers – Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd
Tim ‘S Jongers – Ik was een van de hooplozen, nu ben ik een van de hoopvollen

Lees ook

Lees andere gesprekken in deze reeks

Zieners


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven