Tim ‘S Jongers – Ik was een van de hooplozen, nu ben ik een van de hoopvollen


Nadat hij in Den Haag beleidsmakers uit hun kantoortorens heeft gehaald om hen rond te leiden in achterstandswijken, mag de Belg Tim ‘S Jongers er nu de sociaaldemocratie gaan heruitvinden. En dat na zelf 33 jaar in de shit gezeten te hebben.

Door Stijn Cools
Foto’s Jan Rosseel
De Standaard


Vier tatoeages houdt Tim ‘S Jongers (40) over aan zijn universitaire ­studies. Het vraagteken op de binnenkant van zijn rechterarm symboliseert het besef dat hoe meer hij leert, hoe meer vragen hij zich stelt. De zandloper op de linkerarm staat voor de tijdnood die hij ervaren heeft door pas op zijn 27ste een studie politieke wetenschappen in Antwerpen aan te vatten, alsof hij al te laat was. Onder die twee tatoeages staat telkens een niet vervolledigde cirkel met een pijl.

Turn my shit around’, zo vat hij de betekenis ervan samen. Het symboliseert hoe ‘S Jongers erin geslaagd is zijn leven vorm te geven: van niet eens genoeg geld om aan de hogeschool te beginnen op zijn 18de tot de nieuwe directeur van de Wiardi Beckman Stichting.

Sinds 1 september is hij daar aan het werk om na te denken over de toekomst van de sociaaldemocratie, vooral voor de Nederlandse partij PvdA.

Zijn eigen ervaring met bestaansonzekerheid – ‘33 jaar in de shit’ – maakt hem tot een van de scherpzinnigste analisten. Dat blijkt ook uit zijn bijdrages voor onder meer De Volkskrant en De Correspondent.

In zijn vlak voor de zomer verschenen boek Beledigende broccoli zet hij uiteen wat hem al jaren bezighoudt: de kloof die gaapt tussen het beleid en de echte wereld – en hoe hij die elke dag probeert te overbruggen.

Kunt u die kloof tussen het beleid en de echte wereld concreet maken?

‘Van de nachtopvang voor daklozen en verslaafden in Antwerpen naar de campus voor Sociale Wetenschappen van de UAntwerpen was het zes minuten fietsen.

‘Ik werkte daar ’s nachts en studeerde overdag. Ik deelde er onder meer schone spuiten uit en scheurde de aluminiumfolie om er heroïne op te branden.

‘Daarna ging ik richting de aula, met allemaal blozende jonkies die keurig hun diploma secundair onderwijs gehaald hadden.

‘Ik fietste van de hooplozen naar de hoopvollen. En die hoopvollen werden klaargestoomd om beslissingen te nemen over de hooplozen.

‘We worden geregeerd door tevreden mensen, die goed verdienen en woonzekerheid hebben. Het is hun gegund. Maar een grote groep wordt geconfronteerd met bestaansonzekerheid. Geen goede woonst, geen zekerheid op een goede gezondheid of op goed werk. Die twee groepen ontmoeten elkaar niet.’

Ook na uw studies bewoog u zich in die twee werelden. U ging aan de slag bij de Raad voor Volksgezondheid & Samen­leving, die de overheid adviseert. En u werkte mee aan een boek met ­getuigenissen van mensen met een onzeker bestaan. Om beleidsmakers met hun neus op de feiten te drukken?

‘Ja. Er is geen voeling meer met de mensen voor wie het beleid gemaakt wordt. De kantoortorens van ambtenaren en kabinetten staan nochtans op enkele honderden ­meters van de achterstandswijken. Maar veel verder dan een rondgeleid ­bezoek, een wijksafari, komen ze niet.’

‘Ik kom uit een nest waar extreem gestemd werd. Van andere partijen kregen we te horen dat wie hard werkt, er wel komt.
Dat was bullshit, en dat wisten we. Wij zouden er niet komen

Tim ‘S Jongers

‘Dat kan perverse effecten hebben. Ik zag bijvoorbeeld hoe er vanuit de overheid preventieprogramma’s werden uitgedacht om gezonde voeding in de klas te krijgen.

‘Dan krijg je iemand die een lesuur lang staat te zwaaien met broccoli en liefst ook een pastinaak – want vergeten groenten zijn belangrijk – zonder erbij stil te staan dat een kwart van die klas die ochtend niet ont­beten heeft.

‘Op die manier wordt het een beledigende broccoli.

‘In de hele keten die daaraan voorafgegaan is, heeft niemand zich verdiept in de leef­wereld van die kinderen. Zo ­creëer je een vijandig sentiment ­tegenover de overheid: de leerkracht vraagt zich af waarom de regering het in godsnaam ­nodig vindt om met een broccoli te komen zwaaien, de kinderen willen gewoon eten.’

Men beargumenteert ook wel dat het niet zo ver zou mogen komen dat de overheid mensen betaalt om met een broccoli te zwaaien, dat ouders ­gezonde maaltijden op tafel moeten zetten. Waar stopt de individuele verantwoordelijkheid en begint de taak van de overheid?

‘Die eigen verantwoordelijkheid is er altijd. Maar kun je spreken van eigen verantwoordelijkheid als mensen onderaan de ladder zich geen ­woning kunnen veroorloven, ­omdat de huizenmarkt dolgedraaid is?

‘Of wanneer ze niet rond­komen, ­omdat de energieprijzen zo spectaculair gestegen zijn?

‘Of denk eens aan de kinderen die geen fatsoenlijke opleiding meer krijgen door het lerarentekort. We zijn wel erg doorgeslagen in die eigen verantwoordelijkheid.’

‘Als we willen dat mensen gezond leven, moeten we hun daar een eerlijke kans op geven. Dan volstaat het niet om te doen alsof de markt – de arbeidsmarkt, woningmarkt, enzovoort – een soort natuurwet is waaraan niet geraakt mag worden.’

Tim ‘S Jongers: ‘Kun je spreken van eigen verantwoordelijkheid, als mensen onderaan de ladder zich geen ­woning kunnen veroorloven, omdat de huizenmarkt dolgedraaid is? 

‘In het begin van corona riep ­iedereen op tot meer solidariteit. Blijkbaar vinden we dat belangrijk als we zelf in de knel zitten. Die roep tot solidariteit was er voorheen niet voor mensen die in armoede ­leven. En tot op vandaag is die er niet. Terwijl de middenklasse nu ook geraakt dreigt te worden.

‘Als je niet wil dat je sociale weefsel scheurt, dan moet je opnieuw kijken naar hoe je solidariteit organiseert. Met een verhaal dat iedereen verbindt en breder is dan de doctrine van eigen schuld, dikke bult.’

En daar hoort met een broccoli voor de klas staan niet bij?

‘Je zou evengoed elke dag vers fruit kunnen aanbieden, en daar uitleg over geven. En waarom denk je er niet wat breder over na? We doen ­alle scholen veel vroeger ’s ochtends open zodat alle kinderen er gezond kunnen ontbijten. En de ceo die graag vroeg aan zijn dag begint, kan er meteen zijn kinderen afzetten. ­Iedereen wint. Betuttelend? Vraag eerst eens aan de mensen – niet aan politici of beleidsmakers – wat ze daarvan zouden vinden?’

10-0 achter

Ze zouden hem vroeger nog geen 50 cent gegeven hebben. Dat vertelde ‘S Jongers zijn beschaafd luisterende publiek afgelopen maart tijdens de Participatielezing.

Het was voor hem niet zozeer een eer om die jaarlijkse voordracht in Amsterdam over sociale vraagstukken te geven, het was vooral een kans: niet alleen om gehoord te worden, maar ook om een stem te geven aan al die hooplozen.

Want in tegenstelling tot vele anderen is hij er wel in geslaagd om ‘articulatiemacht’ te verwerven, zoals hij dat zelf zegt.

‘Dat was niet vanzelfsprekend. Ik had liever niet gehad dat het zo gelopen was, om eerlijk te zijn’, vertelt hij.

‘Op mijn veertiende poetste ik in het weekend in de discotheek. Op ­maandag viel ik dan in slaap in de les en op woensdag had ik daarvoor strafstudie. Dat voelde voor mij aan als broodroof. Want ook op woensdag moest ik gaan werken.’

‘Het ging niet goed thuis. Ik kwam daardoor al snel in het beroepsonderwijs terecht. Ik was een slimme leerling, maar als je drie weken niet naar school kunt omdat je geen schoenen hebt, doet dat je punten geen goed.

‘Op een gegeven ­moment was ik op geen enkele school in de regio nog welkom. Door twee keer een jaar te dubbelen ben ik er uiteindelijk in geslaagd een diploma technisch onderwijs te halen.’

‘Niet dat ik dat diploma meteen kreeg. Ik moest eerst al mijn spaarcenten afstaan omdat er nog schoolfacturen betaald moesten worden. Ik woonde toen al alleen. Daardoor moest ik mijn plan om aan de ­hogeschool te studeren opbergen. Dat kon ik niet betalen.

‘Ik heb daarna een ­opleiding tot onderofficier in het leger ­gevolgd en ben nog onderofficier artillerie geweest, drie jaar in ­totaal. Het leger gaf me structuur, thuis had ik dat nooit ­gekend. Daarna heb ik nog hard gewerkt in de horeca, onder meer om schulden af te lossen. Ik was toen jong, een twintiger, maar voelde me al erg oud.’

Gelooft u in het meritocratische ­ideaal? Wie hard werkt, komt er wel? Zoals u dat ook gedaan hebt?

‘In een tv-programma waaraan ik deelnam, maakte iemand de opmerking dat ik het voorbeeld ben van hoe armoede te ontvluchten.

‘Dat is niet waar. Ik ben de uitzondering die de regel bevestigt.

‘Mijn levensloop aanhalen mag geen semantisch trucje van beleidsmakers zijn om zich van hun verantwoordelijkheid te ontdoen. Iedereen zal er op zijn of haar manier wel hard voor gewerkt hebben, maar als je met een tien-nul-achterstand begint, heb je een heel ­andere uitdaging.’

‘Op mijn 27ste ben ik gaan studeren, politieke wetenschappen. Dat combineerde ik met werk in de nachtopvang. Mijn studie was een goede investering, maar die periode was onvoorstelbaar zwaar.

‘Ik herinner me nog een nacht waarin ik eerst een geval van geweldpleging en een overdosis moest bolwerken in de opvang om daarop aansluitend ’s ochtends een presentatie over politiek-ambtelijke verhoudingen te geven voor ongeïnteresseerde studenten met wallen onder hun ogen van het uitgaan. Twee werelden.’

‘Op mijn veertiende poetste ik de discotheek in het weekend. Op maandag viel ik dan in slaap in de les, waarvoor ik op woensdag strafstudie had. Dat voelde als broodroof, want ook op woensdag moest ik werken’

Tim ‘S Jongers

‘Daar heb ik zelf ook een beledigende broccoli voorgeschoteld gekregen.

‘Door een teamvergadering van de nachtopvang op donderdag­ochtend kon ik niet aanwezig zijn op een werkcollege politicologie. Daarop kreeg ik een mailtje van een 24-jarige doctoraatsstudent met de mededeling dat ik drie strafpapers moest schrijven. Zo niet, mocht ik niet aan het examen deel­nemen.

‘Ik begrijp die bestraffing ergens wel, regels moeten er zijn. Maar die doctoraatsstudent slaagde er niet in te begrijpen hoeveel ballen ik in de lucht aan het houden was. En dat ik daardoor ieder vrij moment die maand moest besteden aan het schrijven van strafpapers op mijn kamertje.

‘Dat is niet alleen vernederend. Iemand die volop bezig is om zijn eigen kansen te creëren, wordt zo een rij achteruit gezet. Het onderwijs vindt het moeilijk de sociale context mee te nemen, heb ik ­ervaren.’

Hoe belangrijk is een diploma?

‘Geen grotere discriminerende factor in onze samenleving dan een ­diploma, denk ik. Ik begrijp het belang ervan: dat diploma duidt aan dat je bepaalde kennis en competenties verworven hebt. Maar de weg ­ernaartoe, je kindertijd, is een periode waarover je zelf geen zeggenschap hebt. Volgens de wet zelfs.

‘Ouders die met veel shit geconfronteerd worden, hebben geen tijd om hun kinderen te helpen zich te ontplooien. Ze zijn vooral heel hard bezig met zelf het hoofd boven water te houden.

‘Het is helemaal geen schande dat iemand die op jonge leeftijd dakloos ­geworden is, geen diploma Latijn-Grieks gehaald heeft. Maar misschien had dat er wel ingezeten als er genoeg tijd en aandacht was geweest.’

‘Kijk naar hoe ze mensen binnen de ­Nederlandse overheid selecteren voor zogeheten traineeships: liefst heb je les gevolgd op een prestigieuze school, heb je de universiteit in één keer afgemaakt met een ­gemiddelde boven de 80 procent, heb je in het bestuur gezeten van een vereniging en ben je nog een halfjaar naar Portugal ­geweest op Erasmus.

‘Maar als je op je vier jaar naar hier bent gekomen vanuit het buitenland, de taal hebt moeten ­leren en hebt moeten werken naast je studie, dan kom je toch ook met heel veel bagage op de arbeidsmarkt? Dat wordt veel minder naar waarde geschat.

‘Hoe komt het dat schoonmakers vaak mensen van kleur zijn? Is dat omdat ze allemaal geen hogere studie aankunnen? Er moet toch iets in het systeem zitten dat voorkomt dat zij hun weg naar boven vinden.’

Als u met uw verhaal binnenkomt in een vergaderzaal, kijken de beleidsmakers daar dan van op?

‘Ik denk het wel. Ik was een van de hoop­lozen en ben nu een van de hoopvollen. Beide werelden zijn de mijne. En ik spreek de taal van het beleid.

‘In het verleden zag ik te vaak het scenario dat bij een discussie over dakloosheid een voormalige dakloze mocht opdraven om zijn verhaal te doen. Hij kreeg dan een cadeaubon van 25 euro, iedereen was heel tevreden over het initiatief en de dag erna was zijn verhaal vergeten.

‘Dat resulteert dan in beleid dat ik wie-verzint-dit-nou-beleid noem. Er wordt bijvoorbeeld uren vergaderd over wat financiële stress doet voor de hormoonhuishouding. En of de voedselbanken wel voldoende gezond voedsel aanbieden.’

Tim ‘S Jongers

‘Als ik de straat opga, dan spreekt niemand me over die vragen aan. Mensen vragen zich vooral af hoe de overheid van hen kan verwachten dat ze met 50 euro per week twee kinderen grootbrengen. Of waarom er schimmel op de muren van hun sociale huurwoning staat.

‘Die extra broccoli die ze wekelijks zouden krijgen van de voedselbanken compenseert de gezondheidsschade niet die ze ervaren door de vernedering, de schaamte en het verlies aan regie waarmee ze elke dag opnieuw kampen.’

Gezonde voeding promoten kan een makkelijke en snelle maatregel zijn. Uitkeringen optrekken of mensen schuldenvrij maken is dat niet. Is haalbaarheid niet ook een factor in het armoedebeleid?

‘Haalbaarheid? Waarom zou het ­onhaalbaar zijn de winst op aandelen te belasten? Of om wat minder belastingen op ­arbeid te heffen? Dat is een kwestie van keuzes maken.’

Sociaaldemocratie 2.0

De Wiardi Beckman Stichting is in 1945 opgericht als onafhankelijke denktank ter ondersteuning van de Nederlandse PvdA.

Met studies en analyses probeert ze vanuit een wetenschappelijke basis de sociaaldemocratie vorm te geven. Die gaat ­wereldwijd door een moeilijke periode.

S Jongers is onder meer aan­gesteld omdat hij de dagelijkse problemen kent die mensen ervaren.

‘Het wordt tijd om een sociaaldemocratie 2.0 uit te vinden’, vindt hij.

Er zijn verschillende strekkingen over hoe die toekomst eruit zal zien. Er is de optie om de flinkse lijn te volgen in thema’s als asiel en migratie. Maar evengoed is er de mogelijkheid om thema’s zoals klimaat en Black Lives Matter op te eisen. Welke kant gaat u op?

‘Het is nog te vroeg om met een agenda te komen. Maar we leven in een tijd van transitie. En alle transities zijn inherent ­sociale transities, of het nu gaat om klimaat of vergrijzing.

‘Het zijn de armste mensen die het hardst getroffen worden door de klimaatverandering. Het mattheuseffect – de rijken worden rijker en de armen armer – speelt in de manier waarop we verduurzamen.

‘Als je tochtstrips wil subsidiëren, dan kan iedereen daarvan profiteren. Veel geld moet je als individu niet bijleggen.

‘Als je led-lampen subsidieert, waarbij je als consument zelf 70 euro moet bijleggen, dan wordt dat al een ­ander verhaal.

‘Het grootste subsidiebedrag staat klaar voor het leggen van zonnepanelen. Maar de som die je zelf moet betalen, kan lang niet ­iedereen zich veroorloven. Om van de huurders nog maar te zwijgen. Zij worstelen wel het meest met hun energiefactuur. Dan schort er toch iets aan je beleid.’

‘Bij discussies over dakloosheid mocht vroeger vaak een ex-dakloze komen opdraven. Die kreeg dan een cadeaubon van 25 euro, en de dag erna was iedereen zijn verhaal vergeten’

Tim ‘S Jongers

Een boutade uit de Wetstraat luidt: armoedebeleid is electoraal niet interessant. Hoe bewust zijn politici zich van de keuzes die ze maken?

‘Dat is de vraag. Er kan sprake zijn van een onbewuste onbekwaamheid. Als je al jaren een beeld hanteert van luie, profiterende, burgers, dan sluipt dat in het systeem.

‘In de ruime meerderheid van de gevallen volgt armoede op een ingrijpende gebeurtenis in het leven: een echtscheiding, een ontslag, een faillissement. Maar als mensen dat soort klappen niet meer kunnen ­opvangen, dan zegt dat vooral iets over de structuren, het systeem en de veerkracht van de samenleving.’

‘De lijn dat alles ieders eigen schuld zou zijn, valt niet vol te houden. Zijn we niet vergeten om mensen tweede kansen te geven in het leven?’

Schuilt daarin ook het succes van radicaal- en extreemrechts? Zij focussen zich op de groepen die zich vergeten voelen?

‘Dat doen ze eerder vanuit een electoraal motief dan vanuit een echte bekommernis. Ik kom zelf uit een nest waar best extreem gestemd werd. Van de andere partijen kregen we te horen dat wie hard werkt, er wel komt.

‘Dat was bullshit en dat wisten we. Wij zouden er niet ­komen.

‘Ik denk dat veel mensen zich daarin herkennen. Die brede leuzen, dat spreken in gemiddeldes en die dooddoeners in de politiek. Ze beslissen over ons, maar ze snappen niets van ons leven, zo voelt het.

‘Ook de minachting die soms aan de dag gelegd wordt, zoals toen Hillary Clinton tijdens haar presidentscampagne sprak over deplorables. Hoe ­beleidsmakers vroeger over het Vlaams Blok en vandaag over Vlaams Belang spreken, vertrekt vanuit hun ­eigen visie, niet vanuit het denkkader van de mensen die erop stemmen.’

‘Zo kom je er niet. Voor de extreme partijen zitten we in een perfecte storm: een identitaire politiek die steeds meer tractie krijgt, sociaal­economische verschillen die uitdiepen, welvaartsgroei die de fase van de vanzelfsprekendheid voorbij is, groepen die zich benadeeld voelen, oude breuklijnen zoals die tussen stad en platteland die zich scherp aftekenen.

‘Het onbehagen is groot.’

U bent nu directeur van een bekende stichting en verdient goed uw kost. Hebt u het gevoel dat u verwijderd raakt van dat leven in armoede?

‘Ik kom nog op straat, spreek met mensen, doe vrijwilligerswerk en spring nog binnen bij de lokale nachtopvang. Ik weet wat er leeft. Ik herinner me nog goed mijn euforie zeven jaar geleden, toen bleek dat ik tweeduizend euro per maand verdiende met mijn eerste job na de universiteit. Dat kon toch niet kloppen?

‘Het is niet omdat ik nu zeven jaar hoogopgeleid ben en goed mijn boterham verdien, dat daarmee de shit gecompenseerd is waar ik 33 jaar in gezeten heb. Ik ga daar de rest van mijn leven gevoelens bij hebben. En maar goed ook.’

Beledigende broccoli

Tim ‘S Jongers (40) is de nieuwe directeur van de Wiardi Beckman Stichting (WBS). Voordien was hij werkzaam als senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) op het gebied van verschillen in de samenleving. Per 1 september begon hij bij de WBS.


Tim ‘S Jongers: ‘Iemand noemde me een voorbeeld van hoe je de armoede kunt ontvluchten, maar ik ben de uitzondering die de regel bevestigt.’ 

Lees ook

Politicoloog Tarik Abou-Chadi – Alleen een progressievere politiek kan de sociaaldemocraten redden

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven