Sien Volders heeft een nieuwe boekenkast en dat bezorgt de schrijfster kopzorgen. Want hoe orden je de boeken nu het best in zo’n kast? ‘Welk systeem je ook gebruikt, vroeg of laat loopt het fout.’
SIEN VOLDERS
‘Brouwers heeft eindelijk de plek die hij verdient.’
Mag je Nabokov, die het grootste deel van zijn oeuvre op Amerikaans grondgebied bij elkaar pende, nog wel een Russische auteur noemen? Of: moet je echt dood zijn om als auteur tot de literatuurkleppers gerekend te worden?
Het zijn maar twee van de vragen waar Sien Volders afgelopen week mee worstelde. De schrijfster heeft namelijk een nieuwe, op maat gemaakte boekenkast en deelde op sociale media flarden van het denkproces dat tot een logische invulling van het nieuwe hebbeding moet leiden. Want zo’n boekenkast heeft een systeem nodig en in het geval van Volders is dat er één van het behoorlijk strikte soort.
“Ik ben een volbloed chaoot”, vertelt ze.
“Allerhande systemen hanteren is een – weliswaar bij voorbaat gedoemde – poging tot een beetje orde in de chaos.”
Daarom worden in de kast van Volders fictie en non-fictie van elkaar gescheiden en krijgen ook Nederlandstalige en anderstalige literatuur een eigen stuk van de kast.
Daarnaast hanteert ze nog een aantal heel eigen categorieën.
De ‘kleppers’ bijvoorbeeld, voorbehouden aan de grote namen uit boekenland. Al volstaat renommee niet om een plaatsje bij de kleppers te veroveren, zo blijkt.
“Je moet ook dood zijn”, legt Volders uit. “Daar wijk ik niet van af, ook al leidt het soms tot harde keuzes: Alice Munro bijvoorbeeld behoort voor mij absoluut tot die kleppers, maar zolang ze nog leeft, kan ik haar boeken niet in die categorie zetten.
“Met Jeroen Brouwers had ik hetzelfde probleem, maar nu heb ik hem eindelijk de plaats kunnen geven die hij altijd al verdiende.”
Nog een eigenaardigheid: alleen boeken die ze ook effectief gelezen heeft, krijgen een plaats in Volders’ kast. Dat heeft ook te maken met de eeuwige vijand van de boekenfan: plaatsgebrek – meteen ook de reden waarom er een nieuwe boekenkast moest komen.
“Overal in huis lagen boeken waar in de oude kast geen plaats meer voor was.” En een deel van de collectie de deur uit werken was geen optie.
“Ik vind een bibliotheek met fysieke boeken iets heel waardevols”, legt Volders uit.
“Als kind hadden we thuis geen tv en dus ging ik ’s avonds geregeld voor de boekenkast van mijn ouders zitten. Door daarin op ontdekking te gaan, ontwikkel je een soort basis, een richtlijn voor je latere lezersleven. Die basis wil ik mijn kinderen ook meegeven. (lacht) Daarom zet ik nu alle boeken waarvan ik wil dat ze ze lezen subtiel op ooghoogte.”
LYNN VAN ROYEN
‘Toen ik mijn boeken op kleur klasseerde, begon mijn hoofd te knetteren’
Actrice Lynn Van Royen heeft een boekencollectie van naar schatting zo’n vijfhonderd boeken. Hoeveel het er precies zijn, valt moeilijk te zeggen. Ook al omdat ze de collectie geregeld uitbreidt.
“Zowel ik als mijn vriend kunnen moeilijk een boekenwinkel binnengaan zonder met een boek weer buiten te komen”, vertelt ze.
Toen ze onlangs naar een nieuwe woonst verhuisde en daar voor haar boekencollectie een volledige kamer ter beschikking kreeg, begon de actrice na te denken over een nieuw systeem om haar boeken te klasseren.
“Het leek me toen een leuk idee om alle boeken volgens kleur in te delen. Alle rode boeken bij elkaar, dat zou in de leeskamer visueel een mooi effect hebben, dacht ik.”
Maar toen Van Royen samen met haar moeder aan de kleurenklassering begon, bleef van dat leuke idee al snel niet veel over.
“Ik heb bijvoorbeeld een paar boeken van Umberto Eco. Alleen hebben die een verschillende kleur. Toen ik de groene Eco en de gele Eco elk op een verschillende stapel moest leggen, begon het te knetteren in mijn hoofd.”
In een poging die vonken te doven, koos Van Royen uiteindelijk voor het wat conservatievere alfabetische systeem.
“Alles staat gerangschikt op naam van de auteur. Ik heb er ook nog even aan gedacht een indeling in categorieën, maar omdat we boeken over zoveel uiteenlopende onderwerpen hebben, zou dat het geheel niet meteen ordelijker maken.”
Want Van Royen houdt wel van wat orde en netheid, zo blijkt.
“Ik vind het wel belangrijk dat boeken op hun juiste plaats blijven staan. Al sta ik ook niet elke avond voor mijn boekenrek om te controleren of het systeem wel nog klopt.”
De digitalisering is voorlopig nog niet doorgedrongen tot de boekenkamer ten huize Van Royen.
“Een e-reader is niet aan mij besteed. Ik maak graag aantekeningen in de boeken die ik lees, en digitaal is dat nu eenmaal moeilijker.”
Ook andermans aantekeningen intrigeren haar.
“Daarom koop ik vaak tweedehandsboeken. Ik vind het leuk te ontdekken welke passages de lezers voor mij interessant vonden of waar ze hun bedenkingen bij hadden.”
In haar eigen bibliotheek boeken richting uitgang begeleiden doet ze minder snel.
“Enkel wanneer ik boeken al een paar keer herlezen heb, durf ik ze weg te geven.”
WIM OOSTERLINCK
‘Het perfecte systeem al lang uitgevonden’
Voor zijn podcast Drie Boeken ging radiomaker Wim Oosterlinck al bij zowat 150 bekende boekenliefhebbers langs.
Tijdens zo’n bezoek vraagt hij hen naar de drie boeken die je volgens hen gelezen moet hebben, zijn gesprekspartners gunnen hem meestal ook een blik in hun boekenkast en hij krijgt omstandig uitleg over de systematiek die daarachter schuilgaat.
“Tijdens die gesprekken merkte ik dat iedereen die iets met boeken heeft heel hard en heel lang over dat systeem nadenkt. Ik begrijp dat wel: de indeling van je boekenkast is één van de grote levensvragen. Ik vind het heerlijk om daarmee bezig te zijn.”
Oosterlinck worstelt bijvoorbeeld met de verschillende categorieën waarin hij zijn non-fictie boeken onder moet brengen.
“Ik heb bijvoorbeeld al geprobeerd om te werken met een categorie ‘personen’, die dan alle biografieën groepeert. Dat werkt perfect voor iemand als Barack Obama, maar wat doe je met de biografie van Luc De Vos? Hoort die niet eerder bij muziek thuis? En Steven Spielberg? Moet die niet eerder bij film? Je merkt het, het is een nooit eindigende zoektocht.”
Nochtans is het perfecte systeem al lang uitgevonden, beweert Oosterlinck.
“Het is zoals bij zoveel dingen. We proberen steeds het warm water uit te vinden, terwijl dat eigenlijk niet nodig is. Bibliotheken bestaan al honderden jaren. Mensen die veel slimmer zijn dan ik hebben het perfecte systeem uitgedokterd om die logisch in te richten. Dat gewoon naar je thuisbibliotheek kopiëren is het slimste wat je kan doen.”
Toch heeft Oosterlinck dat zelf ook niet zomaar gedaan.
“Ik heb wel een paar grote non-fictiecategorieën zoals geschiedenis, filosofie en cultuur overgenomen, maar daarnaast heb ik bijvoorbeeld nog een hele plank boeken over Obama die ik graag bij elkaar hou.”
Literatuur staat dan weer, net als in de bib, alfabetisch gerangschikt. Maar een opsplitsing tussen Nederlands-, Engels-, Frans- en Duitstalige boeken maakt Oosterlinck niet.
“Omdat het me niet zoveel uitmaakt in welke taal ik lees. Zodra ik aan een boek begin, vergeet ik dat vaak.”
Heel strikt is hij niet in het toepassen van zijn systeem, behalve op één vlak.
“Ik schaam me een beetje om het te zeggen, maar ik gun enkel mijn eigen boeken een plek in mijn bibliotheekkast. De boeken van mijn vriendin komen er niet in. Ik had wat schrik om haar die boodschap te brengen, maar ze begreep me gelukkig volledig.”
JEAN PAUL VAN BENDEGEM
‘Het enige wat ik nu niet mag doen, is dement worden.’
Wetenschapsfilosoof Jean Paul Van Bendegem drukt de hoop van boekenliefhebbers op zoek naar het perfecte klasseringssyteem meteen de kop in.
“Zo’n systeem bestaat niet. Wat je ook bedenkt, vroeg of laat loopt het fout.”
Van Bendegem schrijft over bibliotheeksystemen en hun imperfecties in zijn nieuwste boek Geraas en Geruis.
“Daarin heb ik het onder andere over In de naam van de roos van Umberto Eco. Dat boek klasseer je uiteraard onder de E van Eco. Maar wat als je nu een boek in huis haalt dat uitleg geeft over Eco’s klassieker? De kans is groot dat zo’n naslagwerk geschreven is door een minder bekende auteur. Als je het boek onder de beginletter van zijn familienaam klasseert, is de kans groot dat je het nooit meer terugvindt.”
En zo stoot je bij het klasseren van je boeken constant op problemen, zegt Van Bendegem.
“Telkens opnieuw moet je dan compromissen sluiten, waardoor op den duur een geheel eigen logica ontstaat.”
De werkbibliotheek van de professor is er het perfecte voorbeeld van.
“Die is door de jaren heen een rariteitenkabinet geworden waar enkel ik nog de weg in vind.”
Van Bendegem houdt dan wel een elektronisch bestand bij van alle boeken die hij bezit, een exacte locatie staat daar niet in vermeld.
“Dat bestand dient gewoon om er zeker van te zijn dat ik een bepaald boek wel degelijk heb, zodat ik niet nodeloos aan het zoeken sla.”
“Ik heb in mijn werkbibliotheek een tijdje met de klassieke categorieën gewerkt,” legt de professor emeritus uit, “maar al snel begon ik daarop uitzonderingen te maken. Ik heb bijvoorbeeld een hele collectie Sherlock Holmes-boeken apart staan. In de sectie kunst kregen dan weer de boeken rond Mondriaan een eigen plek.”
De laatste jaren ging Van Bendegem nog een stap verder in de personalisatie van zijn systeem.
“Ik ben op een gegeven moment op projectbasis gaan werken: wanneer ik aan een nieuw boek bezig ben, breng ik alle literatuur die daarmee te maken heeft samen op één plek in mijn bibliotheek. Zo ontstonden op den duur allemaal aparte eilandjes. Geen kat die er nog zijn jongen in vindt, behalve ikzelf.
“Het enige wat ik nu niet mag doen, is dement worden.”
Mijn TOP 10 Boeken
Bron: De Morgen