Bruno De Wever (63), de bekendste historicus van Vlaanderen, gaat met pensioen. Hij heeft zich een carrière lang gebogen over de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme, terwijl zijn jongere broer als N-VA-voorzitter de toekomst ervan smeedde. Met veel belangstelling zal hij volgend jaar de verkiezingen volgen, waarvan nu al wordt voorspeld dat het een zwarte golf wordt. Hij wil waarschuwen voor de Vlaams-nationalistische strategie, maar heeft ook een boodschap van hoop: ‘Ik heb me een weg uit het fascisme gepuberd.’
Sam Ooghe – De Morgen/Humo
Bruno De Wever ziet ons met genoegen komen in zijn thuishaven in Deurne-Noord: “Ik zoom graag uit om mijn eigen leven en mijn carrière in perspectief te zien, zoals ik ook naar historische figuren kijk.”
En wat is uw conclusie?
Bruno De Wever: “Ik ben misschien een publieke intellectueel in Vlaanderen, maar voor het overige was ik niet zo’n uitzonderlijke historicus.”
U hebt toch baanbrekend onderzoek verricht naar de collaboratie in Vlaanderen? Dankzij u zijn heel wat taboes gesneuveld.
De Wever: “Dat is waar, maar ik heb ook geluk gehad. Ik heb toevallig onderzoek gedaan naar onderwerpen die sexy zijn en veel emoties losmaken:
- de Tweede Wereldoorlog
- het Vlaams-nationalisme
- de collaboratie
- de Jodenvervolging…
“Collega’s die over de middeleeuwen schrijven, hoeven qua vakkennis en expertise zeker niet onder te doen.
“En laten we er niet flauw over doen: mijn familienaam doet ook veel. Twintig jaar geleden is de populariteit van mijn broer als een raket omhooggeschoten. Ik heb mee kunnen surfen op zijn populariteit.
“Het is ook een opmerkelijk verhaal: ik ben een bekende onderzoeker van het Vlaams-nationalisme en mijn bloedeigen broer is één van de hoofdrolspelers. Wij zijn elkaars compagnon de route.”
Uw broer bepaalt volgend jaar mee de geschiedenis: de N-VA en Vlaams Belang kunnen samen een meerderheid halen na de Vlaamse verkiezingen.
De Wever: “Het wordt een kwestie van een paar procenten of zetels. De onderhandelingen zullen zeer voorzichtig moeten verlopen, want als te veel gematigde N-VA’ers afhaken, zal het niet lukken.”
Hoe bedoelt u?
De Wever: “Als de N-VA een coalitie met Vlaams Belang vormt, zal de partij dat niet overleven. De ideologische spreidstand is te groot voor de brede partij die de N-VA geworden is. Bij de N-VA’ers die zo’n coalitie volstrekt onaanvaardbaar vinden, zitten veel invloedrijke figuren.”
Onder wie uw broer, lijkt het.
De Wever: “Ik denk dat hij worstelt met het vooruitzicht van die meerderheid. Hij is ook historicus en hij denkt goed na over zijn plaats in de geschiedenisboeken:
‘Zal ík de persoon zijn die dat verbond sluit?’
“Hij vindt het nog altijd zijn grote verdienste dat zijn partij het VB jarenlang klein heeft kunnen houden. Zijn tegenstanders geven dat niet graag toe, maar het klopt wel.”
Zou u hem die coalitie kwalijk nemen?
De Wever: “Ik zou nooit op Vlaams Belang stemmen, het blijft een partij met abjecte waarden. Maar de drijfveer van mijn broer is de realisatie van een onafhankelijk Vlaanderen: je kunt een Vlaams-nationalist niet verwijten dat hij ingrijpende middelen inzet om dat doel te bereiken. Een politicus mag streven naar onafhankelijkheid, hè.
“Je kunt niet applaudisseren voor de Schotten en de Catalanen, en daarna zeggen dat de Vlamingen dat niet mogen nastreven. Ik zal geen vlag buiten hangen als Vlaanderen onafhankelijk wordt, maar ik zal ook geen traan laten als België verdwijnt.”
Uw broer praat daar niet over met u?
De Wever: “Nee, we praten niet meer over politiek. Vroeger wel, maar onze visies zijn te verschillend, en bovendien praat hij me toch onder tafel. Over elk dossier heeft hij meer technische kennis en voorkennis dan ik. Samen met mijn zus, die als grafisch ontwerper niets met politiek heeft, praten we liever over andere dingen. De kinderen, bijvoorbeeld.”
Geen ruzie aan de kerstdis, dus.
De Wever: “Nee, dat heet democratie (lacht). Maar ik betreur dat wel. Vroeger mochten de meningen thuis botsen, nu vermijden we discussies.”
Bent u als historicus bang voor een land waar Vlaams Belang aan de knoppen zit?
De Wever: “De samenleving zal niet instorten, hoor. Elders in Europa zijn al figuren aan de macht in vergelijking met wie de politici van Vlaams Belang wel kleuters lijken. Denk aan Giorgia Meloni in Italië, of aan Viktor Orbán in Hongarije.
“Vaak hebben die figuren hun macht te danken aan coalities met conservatieve partijen of met de christendemocraten. Dat vind ik hypocriet: in Vlaanderen is extreemrechts in de regering een groot probleem, maar elders in Europa werken gematigde partijen zonder problemen met hen samen.
“We trekken volgend jaar ook naar de stembus voor de lokale verkiezingen. Hier in Deurne haalde Vlaams Belang in één van de vorige districtsverkiezingen bijna 50 procent van de stemmen. Als die partij de absolute meerderheid haalt in een gemeente, móét ze wel besturen.”
Overschatten mensen hoeveel schade Vlaams Belang kan aanrichten?
De Wever: “Ik denk het wel. Ze zouden zeker morrelen aan de cultuursubsidies, maar in het lgbtqia-beleid zal Vlaams Belang niet zover gaan als Viktor Orbán in Hongarije.
“Dat is zo’n onderwerp waardoor de N-VA verdeeld kan raken, en dus moet Vlaams Belang opletten. Er zal bijgevolg niet zoveel veranderen, en dat zullen veel van hun kiezers niet aangenaam vinden.
“Wat ik niet kan voorspellen, is wat de N-VA en Vlaams Belang bij een eventuele meerderheid zullen doen om een onafhankelijk Vlaanderen te forceren. Ik heb geen idee hoe het strijdplan er zou uitzien.”
De Vlaams-nationale partijen flirten met een meerderheid, maar er ligt nauwelijks een mens wakker van een onafhankelijk Vlaanderen.
De Wever: “Inderdaad. Vlaams Belang is populair door de openlijke vreemdelingenhaat, en de N-VA surft mee op de angst voor migratie. Tegelijk is de N-VA een wel zéér liberale partij die mensen uit de middenklasse verleidt, met een grote communicator aan het roer.
“Mijn linkse vrienden zeggen soms: ‘Ach, die Vlaamse separatisten hebben geen aanhangers meer. Als ze een betoging organiseren, komt er geen kat op af.’ Dat is waar, maar dat doet er eigenlijk niet toe.
“Als volgend jaar meer dan de helft van de verkozenen in het Vlaams Parlement de onafhankelijkheid wil uitroepen, moet je niet verbaasd zijn dat ze zullen proberen België te blokkeren en een semionafhankelijk Vlaanderen uit de brand te slepen.”
Uw broer flirt nadrukkelijk met Vooruit. Er lijkt op federaal niveau een nieuwe staatshervorming in de maak.
De Wever: “Ja, en de sociaaldemocraten zullen niet zomaar aanvaarden dat de N-VA op Vlaams niveau met Vlaams Belang in zee gaat. Mijn broer zal misschien wel moeten kiezen. Hij zal op meerdere borden moeten schaken, maar hij doet niets liever (lachje).”
In 2010 zei u: ‘België is te complex, we vinden geen consensus meer. Er zal iets moeten gebeuren, een soort majeure crisis die dit land fundamenteel verandert.’
De Wever: “Daar wil ik van terugkomen. Het lijkt wel alsof we één langgerekte crisis beleven, maar ik zeg aan mijn studenten: dit land heeft altijd een enorme elasticiteit getoond.
“We zijn de coronacrisis uitstekend doorgekomen en ook de energie- en de prijzencrisis hebben we met verve doorstaan: de koopkracht bleef beter op peil en de prijzen stegen minder spectaculair dan in het buitenland.
“Armoede-expert Ive Marx zegt terecht: ‘België wérkt.’ Volgens hem zijn we zelfs een gidsland geworden.
“Weet u wat ik ook fantastisch vind? Dat de Belg geen vendelzwaaier is. We voelen ons een beetje Vlaming, en een beetje Belg, maar de oranjegekte of de quatorze juillet-vieringen zijn niet aan ons besteed. Ik vind dat een grote kwaliteit.
“Ik heb de gevaren van het opgezweepte nationalisme aan den lijve ondervonden in mijn jeugd, en ik heb daaruit geleerd dat je heftige emoties maar beter achterwege laat. Omdat we de spreidstand tussen verschillende identiteiten gewend zijn, doen we het ook zo goed in de Europese Unie. Die lijkt wel wat op België, met al die talen en oeverloze discussies. Maar dat is wel de toekomst.”
ZUS MET HANENKAM
U gaat na de zomer met pensioen als historicus. Wat heeft u veertig jaar lang gedreven?
De Wever: “Ik ben een kind van mijn opvoeding. Ik zat in het AVNJ, het Algemeen Vlaams Nationaal Jeugdverbond, wat niets anders was dan een neonazistische jeugdbeweging.
“We werden geïndoctrineerd, leerden molotovcocktails maken en liepen met dolken rond. Eén van mijn grootste drijfveren is de mythes uit mijn jeugd ontkrachten en bewijzen dat de wereld zelden zo zwart-wit is als radicale bewegingen ons willen voorspiegelen.”
Dan stond uw carrière in het teken van uw jeugd?
De Wever: “Absoluut. Het is mijn diepe overtuiging dat elke mens wordt gevormd door zijn omgeving. Als ik in 1920 in dat extreemrechtse milieu was geboren in plaats van in 1960, was ik óók naar het oostfront getrokken. Ik heb geleerd dat je nooit te streng mag zijn voor de keuzes van mensen.”
U bent toch het perfecte tegenvoorbeeld? U bent opgegroeid in een neonazistisch milieu, en nu bent u een progressieve intellectueel.
De Wever: “Ja, maar ik heb mijn hele leven aan het Vlaams-nationalisme gewijd. Ik was een tiener in de jaren 70, in het Vlaanderen van de flowerpower en de hippiebeweging.
“Ik verkeerde in radicale kringen, maar op school had ik andere vrienden en op tv zag ik hoe de tijdgeest omsloeg. Vooral de Nederlandse programma’s hebben me beïnvloed, want daar waren de geesten al progressiever. En dat ik tegen mijn vader kon ingaan, vond ik natuurlijk óók heerlijk.”
U hebt zich een weg uit het neonazisme gepuberd?
De Wever: “Eigenlijk wel. Terwijl mijn vrienden in de jeugdbeweging met gemillimeterd haar rondliepen, liet ik mijn haar groeien en droeg ik een oorbel. Ik was een bohemien, een hippie, omdat ik anders wilde zijn.
“Dat ik uit dat extreemrechtse milieu ben ontsnapt, is eigenlijk banaal: ik wilde gewoon tegenwringen. Ik was trouwens niet de enige: anderen zijn naar Groen en Vooruit overgegaan.
“Toen ik geschiedenis ging studeren in Antwerpen en Gent, had ik de omslag al gemaakt. Mijn studie heeft onderbouwd wat ik al voelde, namelijk dat de verhalen uit mijn jeugd niet klopten.”
U vervelde tot een linkse historicus en uw broer werd een rechtse politicus, maar uw zus heeft niets met geschiedenis of politiek.
De Wever: “Bart is geboren in 1970, hij is tien jaar jonger dan ik: hij is opgegroeid in de jaren 80, een veel rechtsere periode. In zijn tienerjaren liep hij er al netjes bij – hemd, trui, verzorgde haren: ik krijg er nog rillingen van (lacht).
“Karina is een paar jaar ouder dan Bart, zij is geboren in 1967. Ze was een echte punker, inclusief een hanenkam. Zij zat ook in een extreemrechtse jeugdbeweging, het VNJ, maar net als ik heeft ze zich in haar puberjaren afgezet van dat milieu.”
Uw vader en grootvader verkeerden in bedenkelijke kringen, maar u spreekt wel erg liefdevol over uw familie.
De Wever: “Ik heb veel te danken aan mijn vader. Hij heeft mij, Bart en mijn zus bagage meegegeven voor de rest van ons leven.
“We hebben thuis vaak over politiek gesproken en geleerd om met wederzijds respect te discussiëren. Hij dacht anders over abortus, Zuid-Afrika en migratie dan ik, maar hij vond het fantastisch dat wij onze eigen mening vormden en dat er vrienden van Amada (voorloper van de PVDA, red.) over de vloer kwamen.”
Misschien is het geen toeval dat uw broer ook het extreemrechtse nationalisme achter zich heeft gelaten. Hij is één van de bewakers van de muur tussen de N-VA en Vlaams Belang.
De Wever: “Dat zou goed kunnen, ja. Net omdat vader ons altijd heeft gestimuleerd om kritisch na te denken, ben ik ontsnapt uit het milieu waarin hij me liet opgroeien.”
Eén van de zonen van de historicus komt binnen en knikt vriendelijk.
“Straks moet hij zijn rijexamen afleggen”, zegt Bruno De Wever, terwijl hij zwaait naar een buurvrouw in de tuin. De professor woont in een prachtig kasteeltje.
De Wever: “We waren één van de eerste cohousers van Vlaanderen. Met vier andere gezinnen hebben we dit kasteeltje gerenoveerd. We delen een tuin en een moestuin, maar de woonruimtes zijn gescheiden.
“Hier, in onze woning, was vroeger een schrijnwerkerij. Een ander deel van het kasteeltje was tijdens de jaren 30 en 40 het kantoor van de politie van Deurne-Noord. Een handvol agenten is hier in het verzet gegaan tegen de Duitsers.”
Hier?
De Wever: “Ja, maar later is het hele korps opgepakt, en een heel aantal is in de kampen omgekomen. Ter ere van hen heeft het gemeentebestuur een groot monument opgericht.
“Maar diezelfde agenten hebben tijdens de razzia van 27 augustus 1942 op bevel van de Duitsers meer dan honderd Joden opgepakt.
“Dat is mijn job: uitleggen dat je je kunt verzetten tegen de nazi’s, terwijl je kort tevoren blind hun bevelen hebt uitgevoerd.
“Toen ik dat tijdens een lezing in Deurne uitlegde, hingen de mensen aan mijn lippen.
“Ik heb hun gevraagd om de herinnering aan die razzia levendig te houden door gedenksteentjes te plaatsen voor de huizen waar de gedeporteerde Joden woonden. Er liggen er nu tachtig in Antwerpen. Dat maakt me trots. Ook in deze straat ligt zo’n steentje.”
Wat is het verhaal daarachter?
De Wever: “Hier woonde een Joods gezin dat al vroeg in de oorlog is opgepakt.
“De vrouw en de kinderen zijn vermoord in de vernietigingskampen, de man is afgevoerd naar een werkkamp. Toen ook hij op de trein werd gezet, is hij eruit gesprongen en terug naar Deurne gekomen, waar hij kon onderduiken bij zijn buren. Overal in Vlaanderen hebben gezinnen grote risico’s genomen.
“Samen met mijn collega Nico Wouters schrijf ik daar nu een boek over.
“Ik heb mijn hele carrière gewijd aan de collaboratie, maar nu ik met pensioen ga, wil ik graag het verzet in Vlaanderen op de kaart zetten. In elke gemeente is er verzet geweest, maar die mensen zijn vergeten. Of kunt u me vijf grote verzetsfiguren opnoemen?
“Het bekendste voorbeeld in Vlaanderen is dat van de drie mannen die in Boortmeerbeek het twintigste transport van de Dossinkazerne naar Auschwitz hebben tegengehouden.
“Robert Maistriau, Youra Livchitz en Jean Franklemon hebben in 1943 een wagon geopend toen de trein voor een rood signaal stond. Daardoor konden zeventien mensen ontsnappen.
“Zulke figuren verdienen het dat ze niet vergeten worden. Ze hebben hun leven gewaagd voor de democratie en mensen gered die ze niet kenden.”
Ze hebben hun leven op het spel gezet voor hun principes?
De Wever: “Ja, maar de oostfronters deden dat ook, hoor. Sommige verzetsmensen vochten misschien voor de democratie, maar er zaten ook fascisten bij. Zij wilden geen democratie en waren geen voorstander van universele mensenrechten, het waren ultra-Belgische nationalisten die een autoritair regime rond de koning wilden forceren.
“Ik ben opgevoed met helden als August Borms, Cyriel Verschaeve, Joris van Severen, Reimond Tollenaere…
“In de jeugdbeweging werden we onderwezen over hun levenswandel, terwijl we liederen zongen en de vlag hesen. Dat heeft me een levenslang antigif gegeven tegen het heldendom.”
TWINTIG GOEDE JAREN
Sommigen noemen u denigrerend een tv-historicus.
De Wever: “Ik heb nooit gestreefd naar academische eretitels en prestigieuze publicaties. Ik wilde liever mijn onderzoek vertalen naar het grote publiek, dus schreef ik boeken in leesbaar Nederlands.
“Ik kan me voorstellen dat sommige collega’s weleens gefrustreerd zijn: ‘Altijd weer die Tweede Wereldoorlog, wij hebben óók iets te zeggen.’
“Competitie en prestige spelen een grote rol in ons wereldje, er zitten veel ego’s aan de universiteit.”
Uw collega en middeleeuwen-expert Jan Dumolyn zat in de Canoncommissie.
De Wever: “Ik had daar mijn bedenkingen bij, want ik sta niet achter de canon, maar Jan wilde zijn stem laten horen. En hij weet veel over de Guldensporenslag. Dat helpt ook in deze tijden (lacht).”
Maar u hebt het wel gehad met de academische wereld? U bent 63, u had nog enkele jaren kunnen doorgaan.
De Wever: “Het is tijd om af te ronden. Bovendien ben ik de bureaucratie en het papierwerk beu. En…”
Echtgenote Liesbet daalt met de kleine Noa in haar armen de trap af.
“Kom eens hier, kleine snottepiet”, zegt De Wever vertederd, terwijl hij het neusje van zijn kleindochter schoonveegt. Hij is zichtbaar apetrots.
De Wever: “Noa is dertien maanden oud. Ze kan bijna stappen. U ziet het, we zijn echte grootouders: het speelgoed ligt hier overal op de grond. Binnenkort zal één van mijn boekenkamers in een speelkamer veranderen.
“Haar geboorte heeft meer met me gedaan dan ik had gedacht. Grootouder worden is een héél uniek gevoel.”
Speelde dat ook mee in uw beslissing om met pensioen te gaan?
De Wever: “Zeker. We zijn anderhalve maand geleden voor de tweede keer grootouders geworden. Ik wil meer tijd voor mijn familie vrijmaken.
“Vorig jaar werd ik 62, mijn vader is op die leeftijd overleden. Dat heeft wel wat met me gedaan. Ik dacht: misschien zou ik beter niet meer elke dag naar Gent pendelen.
“Hoeveel tijd rest me nog? Twintig goede jaren? Dat weet ik niet.
“Ik heb afgelopen week een vriend begraven, een collega-historicus. Hij was veertien dagen jonger dan ik. Zes maanden geleden was hij nog gezond, en plots werd hij ziek. Ook dat heeft me aan het denken gezet.”
Zou u op uw sterfbed denken: ik heb te veel gewerkt?
De Wever: “Nee, dat niet. Mijn werk heeft mijn leven nooit beheerst. Ik ben altijd mijn eigen baas geweest. Ik heb mijn goesting mogen doen, en ik heb mogen zeggen wat ik wilde in de pers. Ik ben de belastingbetaler heel dankbaar.”
U zou, naast dat boek over het verzet, aan een magnum opus denken.
De Wever: “Mijn droom is een groot werk over het Vlaams-nationalisme, van het prille begin tot nu. En Bart is in dat verhaal de belangrijkste politicus in de Vlaamse geschiedenis.”
Veel Vlaams-nationalisten gaan daar niet mee akkoord. Hun heilige graal is een onafhankelijk Vlaanderen.
De Wever: “Daarom is het confederalisme voor hem zo belangrijk. Het is zoals Wout van Aert in de koers: die wil niet alleen vooraan rijden, hij wil ook een prijs pakken.
“We mogen niet onderschatten welke invloed mijn broer heeft gehad op de politiek van de afgelopen twintig jaar. Vandaag gelooft bijna iedereen dat we in België twee verschillende democratieën hebben – dat is zíjn stelling.
“De Volksunie van Hugo Schiltz heeft in de 20ste eeuw enkele staatshervormingen mogelijk gemaakt, maar dat was toch vooral een zweeppartij.
“De N-VA is de grootste partij van Vlaanderen geworden, én ze heeft een cruciale rol gespeeld in de overheveling van bevoegdheden en dus macht naar Vlaanderen. En misschien gebeurt dat volgend jaar nóg een keer.
“Bovendien is de N-VA succesvol in het creëren van een Vlaamse identiteit. Het is duidelijk een politieke strategie: ze wil via de Vlaamse geschiedenis en de cultuur de mensen meenemen in haar Vlaams-nationalistische verhaal – ook via de canon, bijvoorbeeld.
“Een tv-programma zoals Het verhaal van Vlaanderen heeft de N-VA niet besteld, maar dat productiehuis wist wel dat de VRT daar in deze tijdgeest geld en zendtijd voor zou vrijmaken.
“Mijn broer vindt het ridicuul dat ik daar kritiek op heb, maar het is mijn taak als historicus om te waarschuwen voor die strategie.”
NAZI-IDEOLOGIE
U begeleidt nog tien doctoraatsstudenten. Eén van hen is Jan Peumans, oud-voorzitter van het Vlaams Parlement en voormalig N-VA-politicus.
De Wever: “Hij maakt een studie over de Volksunie in Limburg. Hij is met pensioen, dus hij neemt er zijn tijd voor.”
Zijn oom, een collaborateur, werd na de oorlog vermoord. Net als u onderzoekt hij zijn eigen geschiedenis.
De Wever: “Sommige collaborateurs waren een gevaar voor anderen, maar er zijn ook mensen voor veel minder doodgeschoten. Ik kan de emoties van de nabestaanden goed begrijpen. Verzet en collaboratie zijn ook voor Jan gevoelige thema’s, maar hij heeft geleerd dat hij zijn emoties moet loslaten als onderzoeker.”
U geeft lezingen over de collaboratie voor zalen die tjokvol Vlaams-nationalisten zitten.
De Wever: “Vroeger liepen de emoties weleens hoog op, maar ik heb de indruk dat de angel er stilaan uit is. Bijna alle betrokkenen zijn intussen overleden. De kinderen en kleinkinderen willen nu vooral begrijpen wat er toen is gebeurd.
“Mensen vragen me: ‘Wat heeft mijn vader precies gedaan? Had hij iets te maken met de Holocaust?’
“Als ze me zeggen dat hij ‘gewoon lid van het VNV (radicaal Vlaams-nationalistische partij van collaborateur Staf Declercq, red.) was’, zeg ik eerlijk dat dat lidmaatschap nooit onschuldig was: het betekende dat hij deel uitmaakte van een partij die de nazi-ideologie aanhing.
“Mijn grootvader was een VNV’er: ik kan niet zeggen dat hij niets te maken had met wat er toen is gebeurd.
“We hebben een lange weg afgelegd. Toen ik begon met mijn onderzoek, meer dan dertig jaar geleden, werden de oostfronters nog als halve helden gezien. En tot voor enkele jaren was er om de zoveel tijd een rel omdat een politicus naar een herdenking of een plechtigheid van een collaborateur was gegaan.
“Mijn broer vond in 2007 de excuses van de toenmalige Antwerpse burgemeester Patrick Janssens voor de Jodenvervolging gratuit, maar intussen heeft hij begrepen dat daar niets mee te winnen valt.
“Hij zegt nu: ‘We moeten niet meer discussiëren over de collaboratie: er is toen een principiële fout gemaakt.’
“Hij beseft dat hij de Joodse gemeenschap nodig heeft, en hij weet ook dat zijn politieke familie een zekere verantwoordelijkheid draagt.
“De Volksunie daarentegen bleef warm en koud blazen over de collaboratie van de Vlaamse beweging. Ze heeft lange tijd het ene na het andere wetsvoorstel voor amnestie ingediend, en ze heeft zich nooit geëxcuseerd.”
Over de collaboratie in Wallonië wisten we tot voor kort niets.
De Wever: “In Wallonië was het lang een omgekeerd verhaal. In Vlaanderen praatten we de collaboratie goed, daar wilden ze liever afstand houden van hun onprettige verleden.
“Het eerste boek over Léon Degrelle en zijn fascistische organisatie Rex is niet toevallig van de hand van een Brit, en niet van een Franstalige Belg.
“De collaboratie in Vlaanderen was breder gedragen door de verwevenheid met de Vlaamse beweging, in Wallonië waren de straffen voor collaboratie na de oorlog zwáárder. Daar konden de daders niet rekenen op politici die hun gedrag vergoelijkten, en de collaboratie in Wallonië was ook gewelddadiger dan hier.”
DRIES & VRIENDEN
Terug naar 2023. Als u figuren zoals Dries Van Langenhove ziet, slikt u dan eens?
De Wever: “We moeten niet overdrijven. Groepen zoals Schild & Vrienden duiken om de zoveel jaar eens op. Ze doen me denken aan mijn eigen jeugdbeweging.
“Dries Van Langenhove organiseert cursussen om te leren vechten, net zoals bij ons alles in het teken van mannelijkheid, een sterke fysiek en weerbaarheid stond. Wij droegen een uniform met zwarte laarzen, bij Schild & Vrienden zijn het T-shirts en polo’s, maar het is oude wijn in nieuwe zakken.”
De organisatie verkocht ook pepperspray op haar website.
De Wever: “Wij droegen dolken (lachje). Ik maak me niet te veel zorgen, de politie heeft tijdig ingegrepen. Nu moet de rechter oordelen, maar ik denk niet dat Schild & Vrienden ooit tot een gewelddadige massabeweging had kunnen uitgroeien.
“Dries Van Langenhove was in die beweging de enige kerel met talent. Van de andere leden ken ik er een aantal omdat ze geschiedenis studeerden aan de UGent. Met hen zul je geen oorlog winnen, dat kan ik je wel vertellen (lachje).”
Vlaams Belang is groter dan ooit, maar u maakt zich geen zorgen over geweld en afrekeningen?
De Wever: “Nee, want we leven in uitzonderlijk vredevolle tijden. Er is nog nooit zo weinig geweld geweest als vandaag. In de volksbuurten werd vroeger veel meer in het rond geklopt en geslagen.
“In mijn jeugd heb ik op café vaak vechtpartijen gezien. Fuiven werden stopgezet omdat honderden mensen aan het knokken waren. In mijn jeugdvereniging zijn vrienden veroordeeld voor zware geweldpleging. Ze raakten betrokken in knokpartijen, ze staken gebouwen in brand… Dat zie ik niet snel meer gebeuren.”
U kunt met een gerust gemoed met pensioen?
De Wever: “Nee, want ik ben wél bezorgd over de toestand van onze planeet. Almaar meer mensen beseffen dat het zo niet verder kan. Ze voelen een onbehagen, zelfs een existentiële paniek, omdat we de problemen niet meer onder controle hebben. Misschien is het zelfs al te laat om nog te kunnen ingrijpen.
“We hebben snel grensoverschrijdende oplossingen nodig, maar wat zien we: door die angstgevoelens stemmen mensen voor partijen die zich terugplooien op hun eigen lapje grond.
“Vlaams Belang en de N-VA spelen daarop in door nog meer angst te zaaien over migratie, ofwel door te ontkennen dat er een klimaatprobleem is.
“Ik zal de ergste gevolgen niet meer aan den lijve ondervinden, maar (wijst naar kleinkind Noa) deze kleine snotter maakt straks wél de 22ste eeuw mee. In welke wereld zal zij leven?”
© Humo
Lees ook
Lees ook
Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten over
Bron: De Morgen/Humo