Hij is koning van de theatermonologen, komisch televisietalent en nu ook host van Out of Office, een reeks over mensen met een burn-out. Al speelt de drukte Bruno Vanden Broecke geen parten. ‘Ik heb zoveel geluk dat ik de kost verdien met wat ik graag doe. Nu wil ik iets terugdoen voor de maatschappij.’
Het haardvuur van de Melkerij in het Brasschaatse Peerdsbos knispert als Bruno Vanden Broecke (48) zich aan tafel zet.
De acteur die furore maakte met theatermonologen als Missie en Para stelde deze plek zelf voor als locatie voor het interview.
“Ik kom hier vrijwel wekelijks wandelen of joggen om te ontsnappen aan de drukte van de stad”, vertelt hij terwijl hij van zijn koffie nipt.
“Die uitstapjes vormen het rustpunt in mijn week.”
Wie Vanden Broeckes agenda kent, begrijpt meteen waarom dat van belang is. In twee weken tijd speelt hij vijf verschillende voorstellingen, waaronder twee monologen en De woordenaar, de muziektheatervoorstelling die hij zelf schreef.
Maandag 21 november is het dan weer de beurt aan de eerste aflevering van Out of Office, het VTM-programma waarin vijf mensen met een burn-out op een zorgboerderij begeleid worden naar een loopbaan met minder stress.
“Dat lijkt veel, maar eigenlijk valt het wel mee, hoor”, glimlacht Vanden Broecke.
“Door het uitstel dat corona met zich heeft meegebracht, krijg je een lappendeken van hernemingen die dicht bij elkaar liggen, maar op zich heb ik die voorstellingen allemaal in de vingers. De teksten zitten klaar zoals liedjes die je paraat hebt in je hoofd. En Out of Office is uiteraard al een tijdje ingeblikt.”
In dat programma is Vanden Broecke voor het eerst op televisie te zien als zichzelf in plaats van als personage. Hij is de host die de deelnemers met een burn-out introduceert op de Emiliushoeve in de Kempen, een zorgboerderij die mensen met een beperking tewerkstelt. Samen met hen bouwen de deelnemers in zes maanden tijd een oude stal om tot een korteketen-biowinkel.
“Ik heb niet de ambitie om vaker in de rol van televisiehost te kruipen,” vertelt Vanden Broecke, “maar toen ik hoorde wat het kloppend hart is van deze reeks, was ik getriggerd. Het bezoek aan de hoeve en de gesprekken met de programmamakers hebben me overtuigd.”
Houdt de problematiek van burn-outs je bezig omdat je zelf een teveel aan stress ervaart?
“Ik heb het geluk om gespaard te zijn van burn-outs, al heb ik er vroeger misschien wel mee geflirt. Ik zei alleszins te veel ja op werkaanbiedingen. Mijn vrouw heeft toen een hartig gesprek met mij gevoerd en ik heb naar haar geluisterd. Sindsdien ben ik goed geworden in ‘neen’ zeggen. Ik ben 48 en voel de druk niet meer om me constant te bewijzen. Natuurlijk zijn er wel eens periodes waarin er veel samenkomt, maar al bij al blijft het behapbaar.
“Maar ik vind de burn-outs die steeds wilder en wilder om zich heen grijpen wel een heel wezenlijk thema dat veel zegt over dit tijdsgewricht. Momenteel kampen 500.000 Vlamingen met zoveel stress dat ze langdurig ziek zijn en ik houd mijn hart bovendien vast voor het komende jaar. Door de inflatie zullen werkgevers wellicht mensen laten afvloeien, wat de druk verhoogt op het personeel dat overblijft, met alle gevolgen van dien.”
Je pleit voor een systeemshift.
“Dat klopt. Ik denk dat veel grote bedrijven anders om moeten leren gaan met hun personeel. We zijn niet gemaakt om in functie te leven van algoritmes, het moet andersom: de algoritmes moeten in dienst staan van de mens. Pas op, ik ben een optimist hè. Ik denk dat we op een kantelpunt staan. Je merkt alleszins dat de problematiek door steeds meer artsen ernstig wordt genomen en steeds breder onderkend wordt. Iedereen voelt dat het niet kan blijven duren.
“Ik ben dan ook blij dat we dit met Out of Office mee op de agenda kunnen plaatsen. Ik hoop dat het programma bijdraagt aan meer begrip voor mensen die langdurig thuis zitten en dat het troostend is voor wie er zelf mee te maken krijgt.”
Het was wellicht even slikken toen comedian William Boeva met harde kritiek op Out of Office kwam. Hij vindt dat mensen met een beperking te vaak als knuffelberen worden opgevoerd die anderen een goed gevoel moeten geven.
“Ik vind het super dat William een lans breekt voor inclusiviteit, want dat is precies wat dit programma probeert te doen. Alleen is het jammer dat hij vroegtijdig een oordeel velde.
“Wij tonen juist mensen met bijzondere kwaliteiten – want dat hoor ik liever dan een beperking – die in hun kracht staan. Ik vond het ongelooflijk om te zien hoe ze dankzij hun kwaliteiten een meerwaarde betekenden voor de mensen die dat nodig hebben.
“Ze hebben ervoor gezorgd dat de deelnemers met een burn-out vertraagden en meer in het nu konden staan om van daaruit betere beslissingen te nemen over hun toekomst.
“Het klinkt misschien klef, maar er was alleen maar wederzijdse bewondering en warmte. Ik vind Williams kritiek dan ook onterecht. Hij gaf ze bovendien zonder dat hij het programma gezien had.”
Intussen heeft Boeva er wel naar gekeken. Heeft hij zijn mening bijgesteld?
“Goh, je vraagt best aan William zelf wat hij ervan vond. Ik kan Out of Office hier uiteraard zitten verdedigen, maar ik hoop vooral dat het programma voor zich spreekt.”
Je kan je wel afvragen waarom een project als de Emiliushoeve op zich al niet interessant genoeg is om een programma over te maken. Is dat format wel nodig waarbij je burn-outs betrekt bij een verbouwingsproject? Dreig je dan niet in de valkuilen van reality-tv te trappen?
“Het blijft natuurlijk een televisieprogramma dat voor een familiezender gemaakt is en waarmee we een breed publiek hopen te bereiken. Maar de geformatteerde elementen tasten het concept niet aan. Integendeel zelfs, naar het einde toe betekenen ze een meerwaarde, al kan ik daar verder niets over verklappen.
“Belangrijk is dat het human interest is, en geen reality-tv. We willen mensen niet tentoonstellen. In die val trappen we echt niet, dat spreek ik formeel tegen. De programmamakers wisten dat de mensen met een burn-out op een kwetsbaar punt in hun leven zaten en zijn daar heel respectvol mee omgegaan. Er was trouwens ook psychologische begeleiding voor de deelnemers.
“Het mooie is dat het om een traag programma gaat. We hebben die mensen een half jaar gevolgd, zodat je hun groei kunt zien. Ze zaten allemaal op een ander punt in hun burn-out: bij Walter stond de pauzeknop al tien jaar aan, terwijl An er nog middenin zat.
“De uitkomst is bij iedereen dan ook anders, maar je kan wel goed zien wat het effect is van zo’n plek op die mensen. Ik voel me een bevoorrechte getuige. Iedereen die aan het programma heeft meegewerkt, heeft er deugd van gehad, inclusief ikzelf.”
In je eigen theaterwerk toon je een voorliefde voor de anekdotiek van de kleine man.
“Ik geloof dat je door het klein te houden juist over grote dingen kunt spreken, net zoals dat lichtheid kan helpen om via ontroering toch enkele rake kletsen uit te delen.
“De woordenaar was de eerste voorstelling die ik helemaal alleen geschreven heb. Het is een muziektheatervoorstelling over een fout gelopen trouwfeest doordat de ik-figuur aan het graf van zijn ouders is aangevallen door een buizerd. Ik ben er best trots op, het publiek reageert er heel goed op.
“Het heeft me alleszins de goesting gegeven om nog stukken te schrijven. Al blijf ik even graag samenwerken met compagnons de route zoals Raven Ruëll, de regisseur met wie ik onder andere Para en Missie maakte.
“Samen met copywriter en therapeute Annemie Morbee werken we momenteel aan een monoloog over mensen die niet toerekeningsvatbaar zijn. We willen vertellen hoe het leven is op een interneringsplek.”
Je engagement komt ook tot uiting via Trappelend Talent, de vzw die je in 2020 hebt opgericht om jong podiumtalent meer speelkansen te geven.
“Het is werkelijk schabouwelijk gesteld met de ondersteuning van jonge theatermakers. Toen ik begon, was er ruimte om als onbekende beginner tournees te doen en dingen uit te proberen. Vandaag is dat anders.
“Culturele centra voelen zich vaak genoodzaakt om op veilig te spelen, omdat ze rendabel moeten zijn. Ik besef heel goed hoeveel geluk ik heb gehad en wil graag iets terugdoen.
“Vandaar dat ik met Angela Schellekens van Corso in Berchem deze vzw heb opgericht. Jonge makers kunnen bij ons terecht voor hulp bij het aanvragen van projectsubsidies, we hebben een potje voor coproducties, organiseren kijkmomenten voor programmatoren, enzovoort.”
Is dat jouw manier om als witte man je privileges ten dienste te stellen van anderen?
“Absoluut. Ik ben helemaal mee met dat debat. Het is nodig om ruimte te maken voor nieuwe stemmen, dus ik zet graag mijn tijd en netwerk in om jonge makers een zetje te geven.
“Ik heb bovendien goesting om andere mensen te leren kennen en nieuwe verbindingen aan te gaan. Ik ben al lang met monologen bezig, terwijl ik eigenlijk wil versmelten en opgaan in iets anders. Daar zijn we nu dus voor aan het gaan.”
Out of Office, vanaf 21 november elke maandag op VTM.
De woordenaar speelt op 4/12 in de Arenberg, Antwerpen. arenberg.be
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Burn-Out in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen