“Humor is nodig in het leven om alle shit aan te kunnen.” Boon-winnares Erna Sassen neemt in haar jeugdboeken geen blad voor de mond, ook niet over seks.
Maria Vlaar – De Standaard
“Ik ben de puberteit nooit ontstegen”
Erna Sassen
“Praat met iemand!” Met die zin eindigt Neem nooit een beste vriend, het youngadultboek van Erna Sassen (62), waarmee ze de Boon Literatuurprijs won.
Sassen publiceerde tien kinderboeken en vijf youngadultboeken en ontving al eens de prestigieuze Nienke van Hichtum-prijs.
Met haar man, theaterregisseur Aike Dirkzwager, woont ze in een gezellig huis in een voormalige arbeidersbuurt in Haarlem, waar de kat graag slaapt in het draagmandje waarmee ze naar de dierenarts moet (“zo grappig”, zegt Sassen zelf) en de wc zich nog ouderwets achter de keuken bevindt.
Als uw verslaggever onderweg is, krijgt ze al een appje: “Wil je thee of koffie?”
Sassen is één brok energie. Voor haar en de hoofdpersonen in haar boeken mag iedereen er zijn en is geen probleem te gek.
Haar boodschap: práát er godverdomme met iemand over!
Waarom deze oproep?
“Zoek een vriend. Dat wil ik vertellen, dat is wat ik hoop dat jongeren gaan doen.
“De wereld is zo grimmig, er komt zoveel op ze af.
- Desinformatie
- Klimaatverandering
- Bedreigende politiek
“Kijk naar die vreselijke Poetin of achterlijke Trump.
“Vriendschap is heel erg nodig.
“Joshua raakt in Neem nooit een beste vriend bevriend met een paar harde, grappige gasten: Sergio, Dylan en Lindsey.
“Ik hoop dat jongeren iets hebben aan de woede van mijn personages.”
In uw boeken zijn ouders veel met zichzelf bezig. Zijn volwassenen te vertrouwen?
“Ja, ze zijn te vertrouwen.
“Als er zware dingen zijn – verkrachting, mishandeling, pesten – moeten kinderen iemand in vertrouwen nemen, maar ze gaan meestal niet naar hun ouders.
“Kinderen beschermen hun ouders.
“Ouders reageren vaak emotioneel en willen alles oplossen, wat niet kan.
“Mijn moeder las mijn eerste youngadultboek, Dit is geen dagboek, en zei me dat ze toen pas begreep hoe mijn broer in elkaar zit.
“Ik schrijf dus ook voor ouders.
“Hoewel Joshua’s ouders weinig aanwezig zijn, zijn er cruciale momenten: zijn moeder neemt Joshua mee naar een museum als hij er helemaal doorzit, zijn vader troost zijn vriend Dylan.”
Boulimia
Erna Sassen groeide op in Beverwijk en IJmuiden, provincie Noord-Holland. Het is nog steeds te horen aan haar tongval.
“Zeker als ik boos ben, dat had ik ook met acteren, dan krijg ik zo’n dikke l, of als ik emotioneel word: jammmerrrrrrr. Heel lelijk, maar dat heb ik gewoon.”
Ze kreeg spraaklessen op de Kleinkunst academie, maar praat nog steeds met lange uithalen.
Cabaretier of musicalartiest wilde ze worden.
Of actrice: ze had een rol als zuster Suzanne in de succesvolle televisieserie Medisch Centrum West.
Sassen: “Toen ik nog solotheatershows maakte, zaten de zalen vol. Het publiek kwam voor zuster Suzanne maar kreeg iets heel anders te zien.”
Acteren, muziek of schrijven?
“In Dit is geen dagboek moet een jongen, in de rouw en depressief vanwege zijn moeders zelfmoord, van zijn vader verplicht cd’s beluisteren, waaronder het Stabat Mater van Pergolesi.
“Toen ik scheidde van mijn eerste man, lang geleden alweer, draaide ik juist geen muziek: te emotioneel.
“Muziek is dus eigenlijk heel belangrijk voor mij. In het theater vond ik dat ook het allerleukste, de kinderopera’s van Frank Groothof en zo. Keiharde muziek.”
Toch besloot u twintig jaar geleden schrijver te worden.
“Ik schreef al voor theater, eigenlijk uit nood: ik speelde in een project op de theaterschool en vond de tekst zó stom.
“Ik kreeg voor het eerst van mijn leven migraine. En toen besloot ik nooit meer in iets te staan waarvan ik denk: waar slaat dit op?
“Dus óf ik hield ermee op, óf ik ging het zelf maken.
“Dat werden soloprogramma’s, begeleid door George Groot van Don Quishocking (een legendarisch cabaretgezelschap, red.).
“George kan als geen ander aanwijzen waar een tekst verkeerd gaat en wat juist heel mooi is. Hij is nu 82 en nog steeds mijn eerste meelezer, van alles wat ik schrijf. Al veertig jaar.”
“In je eentje voor publiek met heel persoonlijke voorstellingen: ik vond het eigenlijk verschrikkelijk. Ik was zo zenuwachtig.
“Bij alles wat misging dacht ik: komt het door hoe ik speel of door mijn tekst?
“Daarna ging ik met anderen spelen, met eigen teksten.
“Ik liet een keer tijdens een repetitie wat lezen aan een collega en kreeg de opmerking: aardig, maar meer voor kinderen.
“Die tekst kwam ik tien jaar later bij de verhuizing naar Haarlem weer tegen en liet ik mijn man lezen, zo van moet-je-zien-ha-ha-ha, maar hij vond het heel erg leuk: daar moet je iets mee doen.
“Ik stuurde het op naar uitgeverijen, zo is het begonnen.”
Kunt u zich als 62-jarige wel in een achttienjarige inleven?
“Ken je die grap van David Letterman?
‘”Alle oude mannen gaan op Sean Connery lijken, alle oude vrouwen ook.’
“Leeftijdsdiscriminatie is zeker aanwezig in de maatschappij, vooral voor vrouwen. Op straat kijken mensen dus inmiddels dwars door mij heen.
“Maar zelf ben ik de puberleeftijd eigenlijk niet ontstegen. Alles in de wereld maakt mij nog steeds even kwaad als toen.”
“Neem nooit een beste vriend gaat over zestien- tot achttienjarigen, de hoogste klas vmbo, het beroepsonderwijs, een milieu dat ik zelf niet ken.
“Ik weet het van mijn broer en zijn vrienden – hoe zij met elkaar omgaan, echt héél grappig.
“Ik zit ook weleens achteraan in de klas bij een school hier in de buurt, voor de sfeer.
“Mijn kinderen Mats en Micky zijn nu eind de twintig. Mijn dochter is een echte lezer, op haar achtste vroeg ze al: wat ben je aan het doen, mag ik het lezen?
“Zij is nog steeds mijn tweede meelezer. Nummer drie is mijn zus. Zij hebben dezelfde smaak als ik.
“Als ik te veel commentaar krijg, dan houd ik er gewoon mee op, dan denk ik: oooooo, dit is helemaal niks.”
“Ik heb voor schrijven gekozen omdat ik aan een tekst kan sleutelen zo lang ik wil en hem dan pas laat lezen aan drie veilige personen.
“Ze zijn evengoed wel kritisch, hoor. Mijn zus en dochter zouden zó sensitivityreaders kunnen worden.”
Houd u daar rekening mee, met de gevoeligheden van nu?
“Mijn zus zei: kijk uit met hoe je dikke mensen beschrijft.
“Maar zo praten die jongens en ik beschrijf een realistische wereld waarin jongeren elkaar soms uitschelden.
“Lindsey worstelt met haar gewicht, ze vindt zichzelf dik. Haar pesters noemen haar een hoer en zij gaat zich als reactie zo gedragen. Ik denk dat ze dat doet omdat ze de macht wil terugpakken.”
“Ik heb zelf elf jaar een eetstoornis gehad, die begon op de middelbare school en veel erger werd op de theaterschool, waar je de hele tijd op je uiterlijk wordt beoordeeld.
“Ik had boulimia – heel veel kotsen …
“Ik mocht van mezelf niet eten: wat ik at, kotste ik meteen uit. Zo ben je de hele dag bezig met eten. Ik schreef er Kom niet dichterbij over.”
U maakt pittige grappen: Joshua noemt Lindsey een “tot hoer gemaakte” en gaat naar een feest als “roetveeg-Beyoncé”.
“Een beetje gevaarlijk, hé?
“Context is hierbij nodig: Joshua’s oudere broer is behoorlijk woke. Ze geven een feest met als thema: lekker wijf.
“Dat is natuurlijk seksistisch, Joshua bewondert Beyoncé, hij vindt haar een kunstwerk en wil als Beyoncé naar het feest.
“Dat kan al helemaal niet, dat is blackface, vindt zijn broer – en dan maakt Joshua die verkeerde grap.
“Maar zo doen ze, ze zijn hartstikke brutaal, die gasten. Zeker Sergio en Dylan durven alles.
“Humor is nodig in het leven om alle shit aan te kunnen!”
En vanwaar de kunst in uw boeken? Van Vermeer over Munch tot hedendaagse kunstenaars als Lynette Yiadom-Boakye …
“Ik weet weinig van kunst, en als ik zelf ga tekenen word ik alleen maar bang. Mijn zus weet er veel over en stuurt mij naar allerlei musea.
“Daar ben ik steeds meer gaan ontdekken, en ik neem Joshua mee in mijn eigen ontdekkingen in de kunst.
“De schreeuw van Munch, bijvoorbeeld, vind ik echt heel lelijk, maar als Joshua hem na gaat tekenen voelt hij dat hij zijn woede erin kwijt kan.
“Sergio en Dylan noemen Joshua grappend ‘Rembrandt’. Tekenen is zijn uitlaatklep.”
Bloot wijf
Neem nooit een beste vriend is de opvolger van Zonder titel. Daarin schrijft Joshua een dagboek over zijn liefde voor Zivan, een meisje dat uitgehuwelijkt wordt aan een neef in Irak.
Beide boeken zijn geïllustreerd door Martijn van der Linden. Hij maakte de vele schetsen en probeersels van Joshua, die wat hij denkt, ziet en beleeft in zijn schetsboek tekent.
Bijvoorbeeld: hoe ziet een naakte vrouw eruit? Dat leverde mooie, ingetogen tekeningen op, die niet door alle jongeren op prijs gesteld worden.
“Wat is er eigenlijk verkeerd aan een naakt lichaam?” vraagt Sassen zich hardop af.
“Ik wilde Zonder titel eerst Bloot wijf noemen, maar dat vond de uitgever geen goed idee.
“Als ik in een beroepsklas vraag wie dat een betere titel vindt, zegt de helft ja en de helft nee. Laatst zei een meisje: het is te hard. En daar ben ik het mee eens, hoewel ik van harde grappen hou.
Neem nooit een beste vriend had als werktitel Kom je naar mijn poes kijken – een dubbelzinnige opmerking die Lindsey maakt als ze het over haar kat heeft. Maar dat vond de uitgever ook niet goed.”
U schrijft expliciet over seks – Sergio is achttien en sekswerker, Lindsey kleedt zichzelf heel sexy en daagt jongens uit, terwijl Joshua nog nauwelijks aan seks durft te denken.
“Ik wilde schrijven over een jongen die heel graag en goed tekent.
“Joshua tekent zoals ik schrijf: om dingen op een rijtje te krijgen. En ik wilde óók een realistisch liefdesverhaal schrijven.
“Ik lees in de krant dat jongeren steeds banger worden om relaties aan te gaan. Ze zitten op hun telefoon en hun beeld van seks wordt gevormd door porno. Dus hoe doe je dat dan in het echt?
“Daar kwam eerst het verhaal van Zivans uithuwelijking doorheen, in Zonder titel: een waargebeurd verhaal.
“Dat boek gaat daarom vooral over liefde, in deel twee ontwaakt Joshua seksueel en wordt verliefd op Lindsey.”
Het lesprogramma seksuele voorlichting ‘De week van de lentekriebels’ kreeg een haatcampagne te verduren en kinderboekenschrijver Pim Lammers wordt bedreigd. Bent u bang voor bedreigingen vanwege de seks in uw boek?
“Wat er met Pim Lammers gebeurd is vind ik verschrikkelijk en onbegrijpelijk.
“Zelf ben ik eerder bang omdat ik Joshua kwaad laat zijn op de cultuur van Zivans Koerdische familie. Hij raakt zijn beste vriendin kwijt.
“Ik ben tegen godsdienst en ik ben heel erg tegen discriminatie van vrouwen. Jongens mogen in streng religieuze culturen vaak alles en meisjes niks.
“Als ik voorlees op scholen zijn er altijd meisjes met hoofddoek, en dan vind ik dat moeilijk: ik wil ze geen pijn doen en het is niet mijn bedoeling dat ze thuis problemen krijgen als ze mijn boeken lezen.”
“Misschien storen mensen zich nog meer aan het gevloek in mijn boeken.
“Ik houd er niet van mensen te beledigen, maar ik haal wel uit naar bijvoorbeeld Thierry Baudet (controversieel uiterst-rechts Nederlands politicus, red.), dat vind ik terecht.”
“Voor mij én voor Joshua mag alles bestaan in de lgbt-beweging.
“Kijk, het is moeilijk voor kinderen om over seks te praten, en het is óók moeilijk erover te schrijven. Seks is zoiets intiems. Ik moest iets realistisch maken.
“Het is niet goed om alleen maar te waarschuwen tegen seks. Want vergis je niet: kinderen kijken porno, ik heb het ook moeten doen voor het boek. En dat is afschuwelijk!
“In één klik kom je bij de ranzigste porno, waarin vrouwen de keel dichtgeknepen wordt, echt walgelijk.
“Vanaf elf jaar kijken kinderen deze gewelddadige porno. Hoe leren kinderen dan dat seks ook leuk kan zijn?
“Bij mijn schoolbezoeken vertel ik dat als ze willen weten hoe een relatie écht kan zijn, ze boeken moeten lezen.”
Juryrapport
Boon voor jeugdliteratuur
Het jeugdboek Neem nooit een beste vriend van Erna Sassen en illustrator Martijn van der Linden wint de derde Boon voor kinder- en jeugdliteratuur.
De jury koos die roman uit een recordaantal van 242 titels. Aan de prijs is een geldbedrag van 50.000 euro verbonden. Daarmee geldt hij in de Lage Landen als de grootste onderscheiding voor jeugdliteratuur.
Samen met de winnaars van de twee vorige edities bestrijkt de Boon nu het hele landschap van de jeugdliteratuur: bij de eerste editie won Een zee van liefde, een prentenboek van Pieter Gaudesaboos, en vorig jaar ging de Boon naar Misjka, een kinderboek van Edward van de Vendel en Anoush Elman.
Nu bekroont de jury een gedurfde adolescentenroman die zich kan meten met de beste youngadultliteratuur uit het buitenland.
Ze looft met name de geloofwaardige manier waarop Sassen de stem van een tienerjongen vertolkt en de durf waarmee ze “heikele thema’s met open vizier en zwier” behandelt.
Centraal in Neem nooit een beste vriend staat Joshua, een tienerjongen die zich uitdrukt in woorden én beelden.
De dialogen met zijn stoere vrienden zijn zelden verfijnd, maar Sassen weet de forse jongerentaal te verheffen tot eigentijdse literatuur: gevat, vol vaart, humor en verwijzingen naar de populaire cultuur.
De redeneringen van de jongens zijn opgebouwd volgens hun eigen logica, en daarvoor moet je tussen de regels kunnen lezen.
“Lucky us”, zegt Joshua bijvoorbeeld over de pandemie, want zo ontsnappen ze aan school.
“’s Ochtends zetten we de wekker om even in te loggen en ‘onze goede wil te tonen’ en daarna sliepen we uit tot ver in de middag.
‘Mijn camera is kapot meneer!’”
In een eerste reactie zei een geëmotioneerde Sassen “sprakeloos” te zijn:
“U heeft geen idee wat dit voor mij betekent. Ik was net tegen mijn collega’s aan het klagen dat mijn doelgroep zo moeilijk is, ze lezen niet.”
Ze had ook lof voor illustrator Martijn van der Linden: “Die man begrijpt mij.”
Van der Linden was zelf ook vereerd:
“Het was fantastisch om de tekeningen van Joshua te mogen tekenen. Ik ben meestal voor kinderen aan de slag, het was fantastisch om voor deze doelgroep (young adult, red.) te mogen tekenen.”
Filosofisch prentenboek
Sassen bouwde de laatste jaren veel krediet op door de manier waarop ze haar jonge personages neerzet.
Net als de populairste youngadultboeken uit de VS schuwt Sassen geen taboes of controverses. Voor jongere kinderen schreef ze boeken met titels als Snoep je wel genoeg? en Breek je nek voorzichtig.
Haar tienerpersonages gaan nog een stap verder. Ze vertellen over de zelfmoord van hun moeder, een verhouding met hun leerkracht, of hun beste vriendin die zich neerlegt bij een gedwongen huwelijk.
‘Rembrandt’ is de bijnaam van Joshua, die ook een gevoelige kant heeft, graag tekent en zijn inspiratie haalt bij kunstenaars als Vermeer of de hedendaagse, Britse schilder Lynette Yiadom Boakye.
Zo probeert hij ook het meisje te portretteren voor wie hij een zwak heeft. Dat levert een prachtig portret op, in gevoelige en grappige reflecties en in ontroerende schetsen en schilderijen.
Tussen de tekst van Sassen en de illustraties van Martijn van der Linden ontstaat zo een spannende dialoog waarbij niet alleen het meisje, maar ook Joshua zich steeds eerlijker blootgeeft.
Lees ook
Bron: De Standaard