De Luikse filosofe Vinciane Despret wordt gelukkig van de zang van de merel en ze vecht voor een betere wereld. Zonder doem, maar vrolijk en met verbeelding.
Filip Rogiers en Nick Somers – De Standaard
Zieners
Hoe kunnen we de radicale veranderingen begrijpen die onze wereld ondergaat?
In de reeks ‘Zieners‘ zoeken we houvast en inspiratie bij vooruitziende denkers.
In deze aflevering is dat Vinciane Despret (1959), de internationaal vermaarde Belgische wetenschapsfilosofe,
verbonden aan de universiteit van Luik.
In haar werk combineert ze filosofie met ethologie, het biologisch gedragsonderzoek van dieren.
Ze hekelt een te enge menselijke kijk op en interpretatie van de dierenwereld(en).
Ze pleit voor een pluralisme aan perspectieven.
Haar jongste werk, Habiter en oiseau (2019), verscheen dit jaar in een Nederlandse vertaling,
Leven als een vogel, bij uitgeverij Octavo.
‘Ik verbied mezelf om te denken dat het te laat is.’
Vinciane Despret
‘Vreugde is besmettelijk’, zegt ze. ‘Toch?’
De hemel klaart op wanneer we na ons gesprek weer op straat staan. Vinciane Despret wordt steevast omschreven als ‘een vrolijke filosofe’, de vrouwelijke Spinoza aan de Maas.
In Franstalig België en de rest van de francofone wereld is ze al vele jaren een BC, een Belge connu.
Op het einde van een doodlopend steegje in Luik, de stad waar ze als wetenschapsfilosoof aan de universiteit verbonden is, woont ze in een oase van rust. In de huiselijk knusse keuken biedt ze ons een stoel aan naast een Leuvense stoof.
‘Een erfstuk’, zegt ze. ‘Ik stook niet meer op kolen, natuurlijk. C’est sale.’
Ze deed het wel toen ze hier veertig jaar geleden kwam wonen.
‘Dan schoof ik ’s ochtends een schotel in de oven, ging ik werken en als ik ’s avonds thuis kwam, had ik de beste carbonade flamande van Aarlen tot Oostende.’
Zo beantwoordt ze ook elke vraag: ze laat haar woorden sudderen voor ze spreekt.
Filosofie heeft voor haar niet zozeer als taak om te informeren als wel om te vertragen. Talmen moet, minder is meer.
Soms kijkt ze tijdens het gesprek weg en zoekt ze oogcontact met Alba, haar hond. Alsof ze het antwoord van hem verwacht.
Ze heeft van dieren geleerd dat er zeven en meer werelden naast en boven de onze zijn.
Net als Gilles Deleuze vindt Despret dat filosofie ook is: de plicht tot omdenken, het probleem anders bekijken en herformuleren.
Dat helpt om valse dilemma’s te doorprikken.
‘Als ze u de keuze geven: óf minder loon en dan blijft de fabriek in België óf loonbehoud en we verkassen de fabriek naar een lageloonland?
´Ni l’un ni l’autre, zegt de omdenker, ik verwerp de manier waarop u het probleem formuleert.’
We kunnen er ook profijt mee doen in tijden van versnelde klimaatverandering, vindt ze.
‘We moeten de bijen niet redden omdat ze ons in leven houden, maar voor de bijen zelf. Ze waren hier voor ons en hebben evenveel recht om te overleven als wij.’
Het begon met de zang van een merel in haar tuin.
‘Dit was gesproken taal’, zo begint ze haar dit jaar in het Nederlands vertaalde boek Habiter en oiseau (2019), ‘maar dan boordevol schoonheid, taal waarin elk woord telde. (…)
´Ik kreeg het heel intense en overduidelijke gevoel dat het lot van de complete aarde, of misschien wel het bestaan van de schoonheid zelf, op dat moment rustte op de schouders van die ene merel.’
Dat zijn frêle schouders om op te rusten.
‘Sterker dan we denken als we er beter naar zouden luisteren. En dat doen we gelukkig ook.
´Ik vatte eind jaren 80 een fascinatie op voor ethologie, die tak van de zoölogie waarin het gedrag van dieren centraal staat.
´Ik had filosofie gestudeerd en begon aan psychologie om aan de werkloosheid te ontsnappen.
´De wereld was in volle verandering, ik wilde daar deel van uitmaken, dat onderzoeken.
´Vandaag is het niet anders. Je kunt en moet bezorgd zijn over hoe AI zijn intrede doet in ons dagelijkse leven, maar ik vind dat je in al die transformaties ook het hoopgevende kan zien.’
Waar precies paste de ethologie in dat plaatje?
‘Ook hoe de mens naar de dierenwereld – eigenlijk moet je altijd dierenwerelden zeggen – keek, is positief geëvolueerd.
´Eeuwenlang zagen we het dier louter als een mechaniekje zonder ziel. Mondjesmaat begonnen sommige wetenschappers te praten over de cultuur en taal van dieren.’
We zijn ook gevoeliger geworden voor dierenleed. We eten ze minder en met Martha Nussbaum en haar recente boek Gerechtigheid voor dieren hebben we ook meer oog voor hun rechten.
‘Dat stemt hoopvol. Al blijven we de wereld nog altijd te zeer verdelen in mensen en dieren. Alleen de grens tussen die twee is een beetje verschoven. Er is nu ook iets meer gevoeligheid voor andere dan aaibare of op ons gelijkende dieren.’
Zoals ratten of zelfs virussen?
‘Wel, de taal van Emmanuel Macron over corona zei veel over onze traditionele omgang met dieren.
“Nous sommes en guerre avec le virus”.
´Het is een misvatting dat we dat virus moesten uitroeien. Alle microbiologen zullen u zeggen dat dat geen goed idee is. Niemand kent de gevolgen. Een virus moet je niet uitroeien, je moet ermee leren leven. Dat doen we nu ook met corona.’
‘Er is in de natuur meer protocoöperatie of mutualisme tussen levende wezens dan we denken, en niet alleen tussen hond of kat en mens.
´Er is beterschap, maar er blijven nog altijd te veel dieren die niet op ons begrip of op onze sensitiviteit kunnen rekenen: we houden varkens en kippen nog altijd in de meest dieronvriendelijke omstandigheden.’
Komt een beter begrip voor taal en cultuur van dieren niet te laat? Biologen zeggen al jaren dat we getuige zijn van een zesde massale uitstervingsgolf.
‘Ik verbied mezelf om te denken dat het te laat is. Zodra je dat denkt, doe je niets meer en er is nog zoveel te doen.
´Onderschat niet wat Isabelle Stengers de “regeneratieve kracht” noemt.
´Ik put hoop uit het verzet in Frankrijk tegen de zogenaamde megabassins, dat zijn immense waterreservoirs die worden aangelegd voor de agro-industrie in tijden van droogte.
´Ook is er het verzet tegen de zogenaamde ZAD’s of Zone à Défendre, sites waar agrarisch en ecologisch waardevol gebied moet wijken voor industrie.’
Onlangs protesteerden enkele tientallen boeren, buurtbewoners en milieuactivisten tegen de uitbreiding van de Luikse luchthaven. Wat vermogen die tegenover de machine die zo’n economisch vliegwiel is?
‘U vroeg net: is het niet te laat?
´Ja, als we ervan uitgaan dat we terug willen naar een wereld zoals hij was. Maar dat moeten we niet willen, want dat is juist de wereld die ons op dit punt heeft gebracht.
´Je moet aan een andere wereld werken. En dat doen almaar meer mensen. Ze werken op lokale schaal aan de wereld zoals ze die willen: minder vervuilend, duurzaam, hartelijker.’
Degrowth?
‘Ik hou niet van dat woord. Het klinkt als een straf, een boetedoening, het einde van het feest en dat is het nu net niet.
´Dit is een gulle beweging. Ze denkt na over de gevolgen van onze manier van leven op de langere termijn.
´De werelden waarnaar ik almaar meer mensen zie snakken en ook aan werken, zijn genereus. Ze vergen werk, energie en jazeker, ook offers.
´Het zou makkelijker zijn voor die mensen om zich op te sluiten in hun eigen wereldje. Ze zeggen: wij verdedigen de natuur niet, wij zijn de natuur die zich verdedigt. Dat is een heel andere manier van kijken.
´Andersgroei is een betere term.’
Men noemt u de ‘vrolijke’ filosoof, maar echt vrolijk kan een mens er toch niet van worden?
‘Il faut mettre de la joie. Dat is zeer spinoziaans als filosofie.
´Vreugde verhoogt je verlangen om te bestaan. Ik weet ook wel dat wat ons te wachten staat niet echt vreugdevol is.
´Maar dit is de keuze: óf de catastrofe óf de catastrofe én de verbeelding om onze manier van leven te veranderen.
´Je kunt het betreuren dat we minder zullen kunnen reizen. Maar is dat echt een gemis?
´Ik heb van de covidtijd geprofiteerd om mijn leven te vertragen. Ik had het geluk dat ik dat kon doen, het was niet iedereen gegeven.
´Als ik naar Milaan ga, neem ik de trein. Ik vlieg niet meer naar Argentinië voor een conferentie van drie of vier dagen.
´Finito, andere, betere tijden. Wat ik verlies aan tijd, win ik aan ervaringen.’
Hetzelfde landschap ziet er vanuit de trein met Bach in de oren ook anders uit dan met Beyoncé, schrijft u. Het staat haaks op een wereld waarin erg veel versnelt.
‘Dat is zo. Pas op, vertragen is niet altijd goed. Ironisch genoeg is niets duurzamer dan plastic of kernafval bijvoorbeeld.
´Maar ik heb het over de vertraging die verrijkt.
´Ik stoor mij soms aan vulgariserende boeken over filosofie waarin te snel van A naar B wordt gegaan.
´Geef mij twee feiten en ik geef u een veralgemening.
´Mijn werk als filosofe bestaat erin om u stil te laten staan bij de vraag wat u onderweg van A naar B bent verloren aan finesse om de probleemstelling te verrijken, aan inzichten over wat een situatie door zijn complexiteit interessanter maakt, aan tegenstrijdigheden.’
Staat die manier van omdenken onder druk, de filosofie zelf?
‘Reken maar. In het Verenigd Koninkrijk zijn richtingen als filosofie en antropologie aan de kleinere universiteiten gesloten.
´Ze zijn niet nuttig en leveren geen geld op, want je kunt er geen samenwerkingen met bedrijven voor opzetten. Het zijn de eerste faculteiten die worden afgestoten als er bespaard moet worden.
´In de Franstalige wereld loopt het gelukkig niet zo’n vaart.’
CO₂ terugdringen doe je met exacte wetenschappen, zegt de advocaat van de duivel.
‘Het is nodig, maar het is niet genoeg. Dat denken vertrekt altijd erg van het bestaande.
´Mensen die de wereld veranderen, zijn mensen die in de wereld zoals ze is een wereld kunnen zien zoals ze anders had of zou kunnen zijn.
´Dat is de revolutionaire kracht van de verbeelding.
´Er is niets dat ontmoedigender werkt dan het gevoel geen of weinig alternatieven te zien.
´Ook daarom is degrowth zo moeilijk, het spreekt niet tot de verbeelding. Het leidt tot immobilisme.
´Dat is zo ontgoochelend aan de politiek vandaag. Regeringen zijn bezig met plak en spuug, bric-à-brac, om de bestaande toestand te kunnen verlengen en de catastrofe een ietsje uit te stellen.
´Er is altijd een andere uitkomst mogelijk.’
Wat vertellen vogels en andere dieren u meer dan zes IPCC-rapporten?
‘Ik ga de verdienste van de klimaatwetenschap niet minimaliseren. We moeten de feiten en cijfers kennen om ons rekenschap te geven van de catastrofe.
´Cijfers over het uitsterven van species en biodiversiteit zijn onontbeerlijk. Ze zijn er, ze zijn ernstig, ze verbannen klimaatsceptici en -ontkenners naar de marge.
´Maar mijn taak als filosofe ligt elders.
´Ik vermijd zo veel mogelijk termen als biodiversiteit en natuurbehoud, precies omdat de premisse daarvan heel erg blijft dat de mens, zoals Descartes het zei, maître et possesseur van de natuur blijft.
´We blijven de natuur als ons patrimonium zien, een bron die ons dient. Laat dat nu net het denken zijn dat ons op dit catastrofale punt hier heeft gebracht.’
‘Wat vertellen vogels en andere dieren mij?
´Wel, dit: dat er meer werelden zijn dan die die wij kunnen zien. Als je ze leert te “lezen”, hun taal en cultuur bestudeert, krijg je niet zozeer een andere kijk op de wereld, maar word je je bewust van veel andere werelden.
´Als we de orang-oetans, de bijen of de orchideeën verliezen, verliezen we telkens een wereld. We verliezen een rijkdom aan andere dan louter menselijke sensibiliteiten en ervaringen.
´Éric Chevillard schrijft in zijn roman Sans l’orang-outan dat met de orang-oetan ook het geluid van de regen zoals hij of zij het hoorde, sterft.
´Eerder dan te zeggen: wij zullen de vogels niet meer horen zingen, moeten we zeggen: hoe zal het de bloemen vergaan als ze de vogels niet meer horen?
´Als de vogels verdwijnen, verdwijnt met hen ook hun beleving van de hemel.’
Met elk dier dat we eten, verdwijnt er een wereld?
‘Het is pragmatisch en ecologisch juist om te zeggen dat als de bijen en de natuur verdwijnen, wij niet gaan overleven.
´Maar je moet niet willen dat de bijen en de natuur en al die andere werelden verdwijnen om de bijen en de natuur zelf.
´Het is ook juist dat je vlees beter kunt laten omdat het niet goed is voor je gezondheid, niet goed voor de planeet en omdat dieren eronder lijden.
´Maar ik voeg daar als filosofe ook graag een “onnuttig”, esthetisch argument aan toe: het maakt de wereld minder mooi.
´Het is overigens onjuist dat dieren geen gevoel voor esthetiek zouden hebben. We weten intussen dat menig dinosaurus wellicht kleurrijke veren had.
´Er zijn almaar meer wetenschappers zoals de Nederlandse fysioloog Frederik Buytendijk die erkennen dat er in de natuur ook zoiets bestaat als beauty for the sake of beauty.’
U schrijft dat onze kijk op de werelden van dieren beperkend is. Ze volgen basale instincten, vechten om voedsel en voortplanting. Dat is een deterministische en mannelijke lezing van de natuur?
‘Het negeert in elk geval subtiele manieren van communicatie en samenleven.
´Ik heb het niet over het idyllische, onrealistische plaatje van de leeuw en het lam die zich tegen elkaar aan vlijen.
´Verschillende vogelsoorten die eenzelfde voedingsbron hebben, verdelen het territorium. De ene vogel gaat het hogerop in de lucht zoeken, de andere blijft dicht bij de grond.
´Ook tussen jager en prooi zijn er codes, samenwerking en verstandhouding.
´Als een leeuw op een gazelle aast, gaat die gazelle hoger springen. Ze maakt de leeuw daarmee diets dat hij zijn en haar energie zal verspillen en dat hij beter elders een makkelijker prooi kan zoeken.
´Als ze een waterpoel moeten delen, gaan ze dan weer op enkele honderden meters van elkaar drinken.’
Dat doet denken aan voorbeelden die Rutger Bregman geeft in zijn boek De meeste mensen deugen. Het ware verhaal achter Lord of the flies toont bijvoorbeeld dat mensen in overlevingsmodus niet per se tegen, maar met elkaar werken om te overleven.
‘Dat doet me denken aan wat de Russische naturalist en anarchist Pjotr Aleksejevitsj Kropotkin (1842-1921) aanstipte over Charles Darwin.
´Hij vond de evolutietheorie formidabel en een geweldige boost voor het naturalisme, maar hij vond het bizar dat hij de these dat competitie de motor van alle evolutie zou zijn, in Rusland niet bevestigd zag.
´Decennialang werd die kritiek van Kropotkin weggewuifd: ze zou niet wetenschappelijk, maar politiek geïnspireerd zijn, want hij wilde in de natuur de samenleving zien die hij politiek nastreefde – in casu een wereld van solidariteit en gelijkheid.
´Karl Marx vond het dan weer verbazingwekkend dat Darwin in de natuur wel een opvallend sterk doorslagje zag van de Britse samenleving van de 19de eeuw.
´De struggle for life paste wonderwel in het idee van vrije markt en concurrentie.’
Darwin is aan revisie toe?
‘In de jaren 70 gingen onderzoekers in de Russische archieven snuisteren en wat bleek?
´Kropotkin had het bij het rechte eind. Een eiland is namelijk iets helemaal anders dan een uitgestrekte toendra in Rusland.
´In die laatste biotoop is er minder nood aan competitie. Door barre levensomstandigheden komt overbevolking er niet voor.
´Biologen zijn geobsedeerd door het idee van competitie.
´Samen met de Australische milieufilosoof Thom van Dooren onderzocht ik het altruïsme bij raven. Toch bizar, stelden we vast, dat je altijd het altruïsme moet uitleggen en nooit het egoïsme.
´Alsof het egoïsme en de concurrentie de natuurlijke staat van mens en dier is.’
Het is in elk geval de maat der dingen in de wereld, toch in de economie?
‘Ja, en is dat een natuurwet?
´In de middeleeuwen was de economie niet per se gebaseerd op competitie als wel op wederzijdse afhankelijkheid. Ook in ons economische denken ontbreekt het aan verbeelding.’
Tegenwoordig vervoegen wetenschappers almaar vaker de rangen van Extinction Rebellion en andere activisten. Kriebelt het bij u?
‘Ik maak me nuttiger door te denken en te schrijven dan door op de barricaden te staan, denk ik.
´Ik teken wel eens een petitie of ik schrijf een tekst als een actiegroep mij daarom vraagt.
´Volgend jaar ga ik met pensioen en dan heb ik meer tijd. Ik sluit niet uit dat ik dan ook de straat opga. Ik ben best bereid om me in de boeien te laten slaan als dat kan helpen om mensen wakker te schudden.
´Het is abnormaal hoe klimaatactivisten worden gecriminaliseerd. Macron behandelt ze als terroristen.’
Alba wordt onrustig. Despret spitst mee haar oren. Als wij mensen de taal van de dieren beter verstaan, is ook het omgekeerde waar?
‘Gedomesticeerde dieren weten vrij snel wat wij bedoelen en ze leren zichzelf ook snel verstaanbaar te maken.
´Honden. Katten ook, ze kunnen goed “zeggen” wat ze willen.
´En helaas voor ons: ‘Cats are always on the wrong side of the door.’ (lacht)
Lees ook
Lees andere gesprekken in deze reeks
Lees ook
Bron: De Standaard