Nadat het door vandalen was vernield, heeft de stad Antwerpen het graf van August Borms hersteld, klaar voor een inhuldiging op Allerheiligen. Elders zamelt een vzw geld in om het praalgraf van Staf De Clercq aan te kopen. Waarom blijft dit Vlaanderen vechten om de herinnering van de collaboratie? ‘Vlaanderen is daarmee een uitzondering in West-Europa.’
In Merksem scharrelen kippen over het oude kerkhof. Sommige graven zijn statige monumenten uit de eerste helft van de twintigste eeuw, maar verschillende zijn in zulke slechte staat dat er een rood-wit lint rond is gespannen. Om te vermijden dat wandelaars vroegtijdig in een grafkelder sukkelen.
Bovendien is dit kerkhof al twintig jaar buiten gebruik: er komen geen nieuwe graven meer bij. Toch plaatsten de stadsdiensten woensdag een nieuwe zerk, en wel op het graf van August Borms en zijn echtgenote.
Dat graf is in juni door vandalen vernield en besmeurd. De daders zijn nog altijd onbekend voor het gerecht. Vragen over de reparatie van het graf door de stad worden niet beantwoord door bevoegd schepen Els van Doesburg (N-VA), maar door de stadswoordvoerder.
Hoeveel het precies kostte blijft onbeantwoord: “Een deel van de zerk kon worden hergebruikt en gelijmd door de sociale werkplaats, andere delen waren onherstelbaar en dienden opnieuw te worden gemaakt. Op deze manier bleven de kosten beperkt.”
Na aandringen krijgen we dan toch een indicatie: “Enkele duizenden euro’s.”
Het ligt zo gevoelig omdat August Borms tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de nazi’s, daarvoor ter dood is veroordeeld en geëxecuteerd, maar tegelijkertijd door een deel van de Vlaamse beweging nog altijd wordt vereerd.
Bij de vernieling in juni kreeg Merksems districtsburgemeester Luc Bungeneers (N-VA) het woord collaborateur niet over zijn lippen. “Veel Vlaams Belangers hebben in het verleden op mij gestemd. Daarom wil ik liever de confrontatie over deze kwestie vermijden”, zei hij aan Gazet van Antwerpen.
BLOEMENHULDE
Borms is wel degelijk een belangrijk figuur binnen het Vlaams-nationalisme, al van voor de Eerste Wereldoorlog, toen hij ijverde voor het Nederlands aan de Gentse universiteit.
Tijdens WO I koos hij voor het activisme, geschokt door de taalproblemen van Vlaamse soldaten aan het front, en verleid door de Flamenpolitik van de Duitse bezetter. Hij probeerde actief een Vlaamse strijdmacht te vormen, die de Belgische staat moest ondermijnen.
Na de oorlog werd hij daarvoor ter dood veroordeeld en opgesloten, maar zijn grootste bijdrage aan het Vlaams-nationalisme leverde hij allicht toen, in het interbellum.
Vanuit zijn cel groeide hij uit tot een symbool van de verdrukking van de Vlaming en raakte hij verkozen in het parlement. Hij kon niet zetelen, maar de ‘Bormsverkiezing’ leidde onrechtstreeks tot nieuwe taalwetten en ook tot amnestie voor activisten.
Borms kwam vrij en koos in WO II opnieuw de kant van de bezetter. Hij voerde propaganda die Vlaamse jongeren naar het Oostfront leidde, om te vechten voor de nazi’s en tegen de Sovjet-Unie. Na de oorlog werd hij opnieuw ter dood veroordeeld, en dit keer werd de straf uitgevoerd.
Borms heeft met de SS meegeheuld, Hitler toegejuicht en de dwangarbeiders in de IG Farben-fabriek bij Auschwitz bezocht. Toch wordt hij na zijn executie een martelaar, niet het minst door een vlijmscherpe aanklacht in de vorm van een gedicht van Willem Elsschot.
Al sinds 1947 is er op zijn sterfdatum een Borms-herdenking, met speeches waarvoor ook dit voorjaar honderden Vlaams-nationalisten opdaagden.
Het Bormshuis, dat deze herdenkingen organiseert, zal op 1 november het nieuwe graf van August Borms inhuldigen.
“We houden een korte bloemenhulde”, zegt Lieve Van Onckelen, bezieler van het Bormshuis, op welk adres ook de vzw IJzerwake is gevestigd, die deze zomer in opspraak kwam met het neonazifestival Frontnacht.
Eerder deze zomer kreeg Antwerpen kritiek omdat een pagina over het Bormshuis op de website van de stad met geen woord rept over zijn collaboratie. De stad weigert om die pagina aan te passen, ondanks kritiek van historici.
HET VNV
Elders in Vlaanderen, in Gooik, vlak bij Brussel, ligt een ander graf dat al 80 jaar controverse opwekt. Op een heuvel die uitkijkt over het glooiende Pajottenland ligt het graf van Staf De Clercq, een praalgraf, want zijn stoffelijk overschot ligt er niet.
Ook hij startte als een strijder tegen de verfransing. Maar in de velden achter de Kesterheuvel waar nu enkele Schotse hooglanders grazen, organiseerde hij vanaf de jaren 20 van de vorige eeuw landdagen waar duizenden Vlaams-nationalisten op afkwamen. Vanaf de jaren 30 hield hij die landdagen als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond.
Op de eerste VNV-landdag in 1935 was het August Borms die de VNV-vlag hees.
Nog voor de invasie van nazi-Duitsland onderhield Staf De Clercq al contacten met de Duitse geheime dienst en meteen erna schakelde hij zijn VNV volledig in het Duitse apparaat in.
Hij overleed een natuurlijke dood in 1942 en kreeg meteen een monument op de Kesterheuvel, dat altijd gecontesteerd bleef.
In mei vroeg Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open Vld) aan de gemeente om te onderzoeken of er geen infobordje bij kon.
De burgemeester van Gooik, Simon De Boeck (cd&v), liet toen weten dat hij experts zou raadplegen, onder wie de lokale heemkundige kring, maar die hebben nog geen aanvraag gekregen.
In augustus bezorgde het Wij-Zij-Netwerk, dat expertise rond polarisering deelt, een lijst van acht experts aan de burgemeester.
“Er boden zich ook mensen uit Vlaams-nationalistische hoek aan, waardoor we nu een lijst van twaalf experts hebben”, zegt De Boeck. “We moeten dus nog selecteren.”
Vijf maanden na de oproep is er geen infobordje van de gemeente, maar wel eentje van de Werkgroep Kesterheide, die het monument onderhoudt en daarvoor nauw samenwerkt met de radicale actiegroep Voorpost.
Hun bordje hangt aan een berkenkruis, het symbool voor Oostfronters, en noemt Staf De Clercq ‘een van de belangrijkste vooroorlogse leiders van de Vlaams-nationalistische beweging’.
Het rept met geen woord over collaboratie en de nationaal-socialistische, antisemitische grondslag die hij het VNV zeker vanaf 1940 gaf.
“Het is niet omdat hij twee jaar met zijn handje omhoog heeft gelopen voor de bezetter, dat hij geen onderdeel is van ons Vlaams erfgoed”, zegt Bob Wellens, voorzitter van Werkgroep Kesterheide.
“Waarom moet het daar altijd over gaan? De rest van zijn leven wordt telkens vergeten.”
VLAAMSE UITZONDERING
Zoals Borms werd vereerd als ‘de gekerkerde heilige’ wegens zijn verwezenlijkingen vanuit gevangenschap, zo heeft ook Staf De Clercq zijn merites in zijn strijd tegen het Franstalige establishment. Zo won hij in 1921 de lokale verkiezingen, maar weigerde de minister van Binnenlandse Zaken hem als burgemeester te benoemen.
Zijn overlijden in 1942 aan een hartinfarct schrijft de Werkgroep Kesterheide toe aan een verzwaard gemoed door de collaboratie, maar er is geen enkel historisch bewijs dat hij daarop wou terugkeren, integendeel.
“Mensen zijn totaal verkeerd geïnformeerd”, beweert Bob Wellens. “Om Vlaanderen onafhankelijk te verklaren heeft hij gewoon alles geprobeerd.”
“Dat is een heel gekleurde weergave van de werkelijkheid”, zegt historicus Bruno De Wever (UGent), die ooit nog een boek uitbracht over Staf De Clercq.
“Je kan moeilijk de belangen van de Vlamingen behartigen door mee te werken met de bezetter die de hele civiele maatschappij in Vlaanderen aanvalt en die de Vlamingen zelf plundert en bedreigt. Dat is de oude, vergoelijkende visie op de collaboratie, die door academisch onderzoek decennia geleden al is ontmanteld.”
Ook zijn broer, N-VA-voorzitter Bart De Wever, heeft het in een nawoord van een boek over taalstrijd en natievorming, over “de radicalisering” en “ontsporing” van het Vlaams-nationalisme in de jaren 30 en die heeft “de Vlaamse ontvoogdingsstrijd jaren teruggezet en de legitieme Vlaamse eisen bevuild met het odium van nationaalsocialisme”.
Waarom worstelen overheden er dan zo mee? Vorig jaar moest het Vlaams Parlement zich nog bij monde van haar voorzitter Liesbeth Homans (N-VA) excuseren.
In een speciaal magazine naar aanleiding van het 25-jarig jubileum van het parlement stonden Borms en De Clercq in een eregalerij, tot onvrede van het Forum van Joodse Organisaties.
“Met deze terugkerende discussies is Vlaanderen in West-Europa de uitzondering”, zegt historicus Bruno De Wever.
“Dat komt doordat in Vlaanderen de collaboratie verweven is met substaat-nationalisme, waardoor we er wat veelzijdiger naar kijken dan andere landen.”
In Oost-Europa heb je hetzelfde, omdat daar de collaboratie verweven is met de strijd tegen de Sovjet-Unie. Denk maar aan de verheerlijking van Stepan Bandera bij sommige Oekraïners.
Maar zelfs als overheden correct zouden willen informeren, is dat niet altijd mogelijk. Het praalgraf in Gooik ligt niet op een kerkhof, maar op een stuk privégrond, dat nog altijd in handen is van Staf De Clercqs aangenomen kleindochter.
Zij wil het al enkele jaren verkopen en het terrein zou ingekleurd zijn als bouwgrond. In tussentijd heeft Werkgroep Kesterheide het er voor het zeggen. Vorig weekend, op de tachtigste herdenking van De Clercqs overlijden, hield de werkgroep een eetfestijn om geld in te zamelen.
“Als de grond gekocht wordt door officiële instanties, gaat het praalgraf weg, zoals ze nu alle straatnaambordjes van Cyriel Verschaeve verwijderen”, zegt voorzitter Bob Wellens.
“Jullie, de media, doen daar aan mee. Je mag geen blanke man zijn, en zeker niet Vlaamsgezind, want dan noemen ze je een nazi.”
Lees ook
Bron: De Morgen