Onderzoek naar geestelijke gezondheid is minder ontwikkeld en sterk ondergefinancierd in vergelijking met onderzoek naar lichamelijke gezondheid. Dat staat in een nieuw rapport van de Hoge Gezondheidsraad. ‘We hebben gewoon te weinig cijfers voorhanden’, zegt psycholoog Inez Germeys, die meewerkte aan het rapport.
Enid Vera Panchana – De Morgen
Onderzoek naar geestelijke gezondheid wordt steeds achtergesteld op onderzoek naar lichamelijke gezondheid. Hoe komt dat?
Germeys: “Er heerst nog steeds een taboe op geestelijke gezondheid.
“Daarbij acht men de somatische gezondheid (lichamelijke gezondheid, red.) steeds net iets belangrijker dan de geestelijke. Zowel in de onderzoekssector als in de gezondheidszorg zelf.”
“Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek is het belangrijkste Vlaamse subsidieorgaan voor wetenschappelijk onderzoek.
“Zij hebben bijvoorbeeld een specifieke commissie voor kankeronderzoek, maar niet voor de geestelijke gezondheid.
“Die onderwerpen worden verspreid over verschillende commissies. Ook dat bemoeilijkt de zaak.”
Is geestelijke gezondheid ook moeilijker om te onderzoeken dan de somatische?
“Het is zeker een complex probleem. Maar dat is reden te meer om erin te investeren. We hebben gewoon te weinig cijfers voorhanden.
“Er worden wel gegevens verzameld door verschillende spelers, maar iedereen doet dat op zijn eigen manier. Daardoor kunnen we moeilijker algemene conclusies trekken.”
“We hebben richtlijnen nodig voor eenduidig onderzoek zodat data gemakkelijker gedeeld kunnen worden. Alleen zo kunnen we dit complexe probleem beter in kaart krijgen.”
Zorgt dit gebrek aan onderzoek ervoor dat de geestelijke gezondheidszorg vatbaarder is voor charlatans?
“Ik vind het moeilijk om me daarover uit te spreken. We zien inderdaad dat er naast de reguliere geestelijkegezondheidszorg nog heel wat andere opties zijn. Het zou kunnen dat mensen zich hierdoor geholpen voelen, maar ze zijn niet wetenschappelijk onderbouwd.”
“Dit toont vooral een gebrek aan.”
“Mensen gaan op zoek naar andere mogelijkheden omdat ze binnen de reguliere gezondheidszorg soms niet of niet snel genoeg geholpen kunnen worden, door lange wachtlijsten en door gebrek aan onderzoek naar geschikte behandelingen.”
Wat met de onderzoeken die momenteel gefinancierd worden? Moet er een shift komen of is het een en-en verhaal?
“Momenteel wordt voornamelijk basaal onderzoek, zoals hersenonderzoek, gefinancierd. Dat is belangrijk, maar er zijn nog heel wat andere onderzoeksdomeinen die even belangrijk zijn.”
“Ik denk aan onderzoek naar preventie, nieuwe behandelingen, evaluaties van behandelingen en van de gezondheidszorg. Ook dat moet gefinancierd worden.”
Tijdens de pandemie was er veel te doen rond geestelijke gezondheid. Wat hebben we hieruit geleerd?
“Er werd veel aandacht besteed aan onze geestelijke gezondheid, maar telkens wanneer er beslissingen genomen moesten worden, liep het mis.
“Er waren altijd wel andere dingen die net iets belangrijker waren. We kwamen in een vicieuze cirkel terecht.”
“De geestelijke gezondheid stond onder druk en daar moest dringend iets aan veranderen. Maar doordat het onderzoek ondergefinancierd is, waren er geen cijfers voorhanden en konden we niet gericht ingrijpen.”
“Ik hoop dat we nu een punt hebben bereikt waarop we eindelijk onze woorden in daden kunnen omzetten.”
Inez Germeys
“Tijdens de pandemie hebben we ook een platform opgericht met alle beschikbare wetenschappelijke informatie over de relatie tussen covid en de geestelijke gezondheid.
“Hiervan willen we nu een algemeen platform voor de geestelijke gezondheid maken. Zo krijgen we een beter zicht op wat er al gebeurt en waar kennis en cijfers ontbreken.”
De pandemie ligt al enige tijd achter ons. Waarom zijn er nu pas concrete aanbevelingen?
“Deze aanbevelingen hadden onze tijd en samenwerking nodig. We werken in een complex veld met veel verschillende spelers: van huisartsen tot psychologen en de centra voor geestelijke gezondheidszorg.”
“Daarom is het uiterst belangrijk dat iedereen achter deze aanbevelingen staat en samenwerkt. Alleen zo kunnen we hier iets aan veranderen.”
Lees ook
Bron: De Morgen