MeToo aan de universiteiten. Het verhaal van Vlaanderen. Zijn lieve vriendin Caroline Pauwels. De kwaliteit van ons onderwijs. Woke. Aan gespreksstof geen gebrek met Antwerps rector Herman Van Goethem (64). ‘Ons hoger onderwijs is te goedkoop.’
‘Ik hoop dat ze ‘Het verhaal van Vlaanderen’ niet in scholen zullen gebruiken’
Herman Van Goethem
“Toen ik in dit kantoor trok, stonden er hier van die plompe, lelijke leren zetels. Het eerste wat ik gedaan heb, is naar een veiling trekken. Deze vijf zeteltjes heb ik voor 400 euro op de kop getikt. Prachtig hè.”
Herman Van Goethem wrijft over de zachtroze fluwelen stof van zijn art-decovondsten. “De bekleding is volgens mij zelfs nog origineel.”
We zitten in een majestueus art-decogebouw. Vlak naast het Middelheimziekenhuis en grenzend aan het Middelheimmuseum ligt het statige pand.
De Universiteit Antwerpen had slechtere plekken kunnen uitkiezen om haar rectoraat in onder te brengen. Maar van oorsprong huisvestte het gebouw een andere onderwijsinstelling: de Koloniale Hogeschool.
Het is hier dat eind maart een aula vernoemd zal worden naar Patrice Lumumba, de eerste premier van het onafhankelijke Congo. Het is ook hier dat witte jongemannen tot 1961 werden klaargestoomd om te vertrekken naar ‘de Congo’, om daar leiding te gaan geven aan de zwarte bevolking.
Dat het klinkt alsof er binnen deze muren best wel foute dingen zijn gebeurd, zeggen we. “O, maar daar ben ik zeker van”, zegt Van Goethem meteen.
“Er is een filmpje bewaard uit 1939, waarop een prof met pijp in de mond aan een tafel zit met een groepje jonge mannen. Ze staan drie schedels te bediscussiëren. Je weet niet wat ze zeggen, maar in de context van toen ben ik er zowat zeker van dat ze een raciale benadering gaven waarbij ze het n-woord niet schuwden.
“De curricula van toen zijn nog niet tot in detail bestudeerd, maar daar zijn ongetwijfeld veel kanttekeningen bij te maken. Dat is interessant om verder uit te zoeken.”
Van Goethem is rector van de Universiteit Antwerpen en is op zijn 64ste in de herfst van zijn tweede ambtstermijn aanbeland. Nog anderhalf jaar blijft hij in functie, daarna lonken de archieven weer.
Hij kijkt ernaar uit, zegt hij, om zich weer vol aan onderzoek te kunnen wijden. Want in de eerste plaats blijft het hoofd van de universiteit een volbloed historicus. En wanneer je vandaag tegenover een geschiedkundige zit, is er één vraag waaraan je sowieso niet ontkomt. Dus gooien we ze maar meteen op tafel.
Wat vindt u van Het verhaal van Vlaanderen?
“Ik heb me goed geamuseerd met de eerste twee afleveringen, die vond ik interessant. Maar sinds we in de middeleeuwen aanbeland zijn, wil ik eigenlijk afhaken.
“Het doet me denken aan mijn kindertijd in de jaren 60: toen had ik plakboeken van Artis Historia, en je had de reeks ’s Lands glorie, met prentjes in felrood en felgroen van Ambiorix en co. Ik vind het intussen niet veel meer dan dat. Het heeft te weinig niveau.”
Er werken nochtans veel historici mee aan de reeks, academici die naar ik veronderstel niet slecht zijn in hun vakgebied?
“Natuurlijk niet, maar zij zijn niet verantwoordelijk voor de volledige inhoud.”
Bent u gevraagd?
“Nee. En mocht dat zo geweest zijn, ik zou zeker niet a priori hebben geweigerd, ook al was ik misschien in een valkuil getrapt. Aan Histories, dat destijds op Canvas liep, heb ik bijvoorbeeld heel vaak meegewerkt.”
Zelfs naar de topafleveringen daarvan keken hoop en al een paar honderdduizend mensen. Het verhaal van Vlaanderen bereikt week na week meer dan een miljoen kijkers, die sowieso toch iets opsteken.
“Kijk, mensen mogen ontspanning hebben. Dit is een ontspannend programma waar ergens nog interessante weetjes in zitten.
“Wat mij vooral stoort, is dat de reeks niet verder gaat dan verhaaltjes vertellen.
‘Ik hoop dat ze dit niet in scholen zullen gebruiken.’
Herman Van Goethem
“Geschiedenisonderwijs, dat is niet alleen feitjes en weetjes, dat is vooral vragen stellen, problematiseren, analyseren. De vraagstelling is misschien wel belangrijker dan het antwoord dat je geeft. En je moet beseffen dat het antwoord dat je geeft, eigen keuzes impliceert.”
Voor Bruno De Wever is Het verhaal van Vlaanderen een duidelijk politiek, identitair project. Voor u ook?
“Ik ken de voorgeschiedenis niet, maar op zich vind ik het niet fout dat je probeert inzicht te geven in de eigen regionaal verbonden identiteit.
“Uiteraard is de geschiedenis van Vlaanderen afwijkend van pakweg die van centraal Spanje. We kunnen dus zeker zinvolle dingen zeggen over de identiteit van de regio waarin we leven. Maar men moet zich er wel bewust van zijn dat het een gelaagd en evoluerend gegeven is.
“Toen men in 1970 bij de eerste staatshervorming de cultuurautonomie doorvoerde, besefte men niet hoe verregaand die zouden zijn.
“Tot dan toe was het nieuws op de BRT en RTB grosso modo hetzelfde, dat was au fond een vertaalde versie van elkaar. Als kind maakten we er een spel van om de verschillen te zoeken.
“Het Franstalige nieuws was iets linkser, had iets meer aandacht voor sociale conflicten, maar daar hielden de verschillen wel ongeveer op. Er was nog een sterke Belgische identiteit.
“Tegen 1990 leefden we in twee verschillende landen, met verschillende identiteiten. Een Vlaamse identiteit was iets waarvan men droomde en die men vervolgens heeft gerealiseerd.
“Dat de toenmalige minister van Verkeer Johan Sauwens (toen VU, red.) de verkeerspalen in Vlaanderen geel-zwart liet schilderen in plaats van rood-wit, zoals in de rest van het land, dat vonden we belachelijk en zotte kosten.
“Maar hoe belangrijk is het identitair niet dat het straatbeeld verandert, wanneer je de grens oversteekt? Dat had Sauwens heel goed gezien.”
Kijkt u uit naar de afleveringen over uw expertise, de Tweede Wereldoorlog?
“Ik ga ervan uit dat we een behoorlijk politiek correcte analyse van de collaboratie zullen krijgen. We leven niet meer in de jaren 1970 en 1980.
“De tijd dat het in Vlaanderen in bepaalde grote groepen bon ton was om over collaborateurs als Vlaamse idealisten te spreken, die is echt wel voorbij.
“Ik ben vooral heel benieuwd hoe ze het verhaal van het verzet zullen vertellen. Daar moet namelijk nog heel veel onderzoek naar gebeuren, we kunnen over het verzet in Vlaanderen voornamelijk in hypotheses praten. Maar in heel dat programma heb ik nog niet veel hypotheses gehoord.
“Bij Yuval Noah Harari heb je dat ook. Zijn Homo Sapiens is een geweldig boek, ik heb dat heel graag gelezen, maar twijfel kent die man niet. Bijzonder.”
Misschien schuilt het belang van Het verhaal van Vlaanderen wel puur in het herhalen van de basics. Bijna een kwart van de respondenten die tussen 1980 en 2010 is geboren, zei onlangs in een Nederlandse enquête te geloven dat de Holocaust een mythe is of dat het aantal vermoorde Joden schromelijk wordt overdreven.
“Dat is schokkend, ja. En als het in Nederland zo is, moeten we ons weinig illusies maken dat het bij ons veel beter is.
“Sociale media zijn ongetwijfeld een groot deel van de verklaring. Daar circuleert van alles en nog wat en dus ook negationistische discoursen. Maar het wijst ook op een probleem in ons onderwijs, vrees ik.
“Die problemen gaan uiteraard veel ruimer dan de kennis van onze geschiedenis. En dankzij de uitvoerige internationaal vergelijkende studies zoals TIMSS, PIRLS en PISA, weten we ook wanneer ze begonnen zijn: zo rond het jaar 2000.
“Het oplossen, dat is een ander paar mouwen. Je keert dat niet zomaar in één legislatuur. De grote vraag is of de opeenvolgende ministers van Onderwijs voldoende gedaan hebben om de koers te wijzigen en over tien jaar andere resultaten te behalen.”
En?
“Ik denk dat er nog heel veel werk is. Ik ben heel benieuwd naar de adviezen van de commissie van wijzen onder leiding van onderwijsexpert Dirk Van Damme.
“Het is duidelijk dat de slinger weer naar minder vaardigheden en opnieuw meer kennis zal slaan, omdat taal en wiskunde de kern van alles zijn.
“Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft gelukkig ook op de agenda gezet dat we af moeten van die invulboeken, dat leerlingen zinnen moeten leren schrijven. Het is een begin. Maar het blijft een hele opgave. En ik vrees dat de beter gevoeden en de beter geschoolden hun toevlucht tot het private onderwijs zullen nemen.”
Dat is hier toch een marginaal verschijnsel, zeker in vergelijking met pakweg Groot-Brittannië of de VS?
“Dat kan groeien, zeker als je niet oplet. Ik begrijp dat zelfs. Ik heb kleinkinderen, ik vraag me ook af: wat voor onderwijs gaan zij krijgen?
“De dalende kwaliteit en organisatie van ons onderwijs versterken de sociale ongelijkheid.
“Het zal altijd zo zijn dat arme mensen minder kansen op onderwijs hebben, maar de bedoeling is dat je die tendens wel tegengaat. Hier gebeurt het omgekeerde en dat is echt heel erg.”
Merkt u die dalende onderwijskwaliteit ook al in het hoger onderwijs?
“Zeker. Jongeren zijn minder goed gevormd om de opleiding die je aanreikt, aan te kunnen. Dan kun je twee dingen doen. Ofwel verlaag je je eigen eisen, wat we niet gedaan hebben, ofwel komt er dus studieduurverlenging.
(Haalt er de officiële cijfers voor heel Vlaanderen bij)
“In het academiejaar 2008-2009 behaalde 36 procent van de studenten het bachelordiploma binnen de drie jaar. In 2017-18 ging het om 30 procent.
“Vandaag zitten wij te monitoren hoeveel studenten in vijf jaar tijd een bachelor (een driejarige opleiding, red.) halen.
“Vroeger hadden de meesten hun diploma wel na vier jaar, maar nu is er dus een substantieel deel dat er nog langer over doet. Dat zegt toch genoeg?”
U zegt wel dat het onderwijsniveau aan de universiteit niet gedaald is, maar daar is ook geen bewijs voor. Er bestaat geen PISA-studie voor het hoger onderwijs.
“Dat is een impressie, dat klopt. Ik weet wel dat wij er heel veel aan doen om het niveau van de instromende studenten op te krikken. We maken daar extra budgetten voor vrij, we zetten gericht in op de begeleiding van kansengroepen.
“Is dat pamperen? Ik vind dat investeren in de maatschappij. Wie een hoger diploma heeft, zal beter gevoed en beter gekleed zijn, zal gezonder zijn en langer leven.
“Maar we moeten aanvaarden dat niet iedereen ongelooflijk is opgeleid. Dat een 10 of 11 op 20 geen goed resultaat is, en dat we ook mensen afleveren van wie je zegt: daar is nog werk aan.”
Dus we moeten aanvaarden dat we collectief dommer worden?
“Helemaal niet. We leveren ook nog steeds erg veel goede mensen af. Voor de overgrote groep steek ik absoluut wel mijn hand in het vuur.
“Ondanks alle problemen die we kennen, moeten we toch ook echt niet vergeten dat, vergeleken met het buitenland, het niveau van ons onderwijs globaal genomen nog steeds erg goed is.”
Maar is dat onderwijs nog aangepast aan vandaag? Ik denk nu maar aan chatrobot ChatGPT. Hoe ga je daarmee om?
“De digitale samenleving roept heel veel vragen op over hoe ons onderwijs georganiseerd is en inhoudelijk ingevuld wordt.
“Maar wat nu op ons afkomt met ChatGPT is zodanig heftig dat we er allemaal met open mond naar staan te kijken. Wat betekent dit, hoe belangrijk is het voor onze vorming dat mensen zelf teksten leren schrijven?
“Wel, dat weten we niet, want we weten niet wat er gebeurt wanneer ze géén teksten meer schrijven.
“Ik weet wel: wie een tekst kant-en-klaar voorgeschoteld krijgt, heeft nooit moeten nadenken over hoe die te structureren, die zíét misschien niet eens de structuur van die tekst. Maar het zien van structuren, dat is wel een belangrijke vorming. Het leert je systemen te doorgronden.”
In juni zullen de eerste thesissen binnenkomen die geschreven zijn met ChatGPT. Hoe gaat u die eruit halen?
“Die hebben we in januari al gehad, zelfs. Hoe we daarmee moeten omgaan, is een grote vraag. Iedereen is daarnaar op zoek.
“Ook de European University Association zal zich hierover buigen. Uiteraard leidt het geen twijfel dat we dit ook op het niveau van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) zullen bespreken.
“Een van de antwoorden zal zijn dat we de interactieve contactmomenten met onze studenten weer gaan aanzwengelen. Wij zitten hier tegenover elkaar, dialogeren, zo kunnen we elkaar intensief toetsen.
“Er zal veel meer geïnvesteerd moeten worden in onderwijs om opnieuw kleinere onderwijsvormen te hebben. In Nederland doet men dat al, maar daar investeert men ook veel meer in het onderwijs.”
Daar is studeren ook veel duurder dan hier.
“Ook waar. Ik wil geen steen in een kikkerpoel gooien, maar ons hoger onderwijs is ontzettend goedkoop. Je zult er langer en beter door leven, en de inschrijving kost je maar 1.000 euro.”
Zegt u nu dat u het inschrijvingsgeld wil optrekken?
“Ik denk dat we er niet aan zullen ontkomen om op termijn het inschrijvingsgeld substantieel te verhogen. Maar alleen voor groepen die dat ook redelijk probleemloos kunnen betalen.
“Tegelijk moeten we het stelsel van studiebeurzen uitbreiden. Daarom hebben we absoluut een vermogenskadaster nodig: je kunt dat pas doen wanneer je de inkomsten kent uit aandelen, obligaties, huur et cetera.”
We horen rechts Vlaanderen al steigeren.
“O, maar dat weet ik. Dat vind ik niet erg. Het probleem van ons land is dat de staat arm is en zijn inwoners rijk. Of toch 60 procent ervan.
“De gemiddelde welstand is torenhoog. Ik pleit niet voor meer belastingen, maar we moeten onze sociale zekerheid wel meer herverdelen.
“Kijk, voor onze jongste zoon krijgen wij een extra vergoeding van de Vlaamse overheid omdat wij hem als pleegkind opvoeden. Eigenlijk hebben wij die toelage niet nodig. Terwijl er andere gezinnen zijn die juist een hogere vergoeding kunnen gebruiken. Dat is toch niet fair?
“Hetzelfde met kinderbijslag: ik zou dat nooit helemaal afschaffen, iedereen heeft recht op een basisbedrag, maar het lijkt mij de logica zelve dat er naargelang de behoefte gradueel wordt opgebouwd.”
Wat vindt u trouwens van het woke-meldpunt dat vorige week werd opgericht?
“Dat ding met die ingewikkelde oud-Griekse naam (Hypatia, red.)? Ik kan daar heel kort over zijn: ik ben niet onder de indruk.”
Het lijkt nogal expliciet tegen u gericht. De groep academici, onder wie Leo Neels en Mark Elchardus, die Hypatia oprichtten, deden dat naar eigen zeggen nadat u twee medewerkers van de Universiteit Antwerpen had geschorst omdat ze zich onrespectvol hadden uitgelaten over studenten met Marokkaanse roots.
(Haalt schouders op) “Over dat incident wil ik niet veel meer kwijt. Dat is afgehandeld. Maar dat meldpunt: much ado about nothing.
“In Vlaanderen gaan we op een heel normale manier om met problemen waarop je in de VS hysterische antwoorden hebt. En ook bij de Nederlandse antiwokers zitten er hysterische en narcistische lieden.
“Als ik naar die groep kijk, doet me dat denken aan Don Quichot. Een oude man die met van alles in zijn hoofd zit en tegen windmolens vecht.”
Vindt u KU Leuven-rector Luc Sels dan ook een hysterische man?
“Ik heb het helemaal niet over Luc Sels.”
Hij heeft nochtans ook al gewaarschuwd voor de cancelcultuur die de academische vrijheid onder druk zet.
“Maar die staat hier toch helemaal niet onder druk? In de VS, akkoord, maar in Vlaanderen?”
Niet moeilijk dat u het probleem niet ziet, u bent zelf een ‘wokie’, zullen de antiwokers betogen.
“Allee vooruit, maar ik laat Filip Dewinter wel aan onze universiteit spreken. Past dat in het schema?”
U hebt nog nooit een veto gesteld tegen een onderzoek?
“Maar neen. Vanouds is onacademisch onderzoek inacceptabel, zoals nu die casus in UGent (doelt op het boek ‘Psychologie van het totalitarisme’ van professor Mattias Desmet dat de UGent deze week schrapte als lesmateriaal, red.). Maar zoiets is heel uitzonderlijk.
“Zo is het momenteel veel moeilijker om bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek fondsen te krijgen voor onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog. Momenteel liggen kolonisering en dekolonisering beter in de markt.
“Tot op zekere hoogte is dat een keuze die ik ook begrijp. Maar ook in dat onderzoek is er ruimte voor het standpunt dat niet alles aan de kolonisatie fout was. Dat kan hier. Dus dat geleuter over cancelcultuur in Vlaanderen: mensen toch… Het is best aangenaam om als intellectueel in Vlaanderen te vertoeven, hoor.”
BIO
- Geboren in 1958 te Mortsel
- Historicus, jurist en hoogleraar
- Sinds oktober 2016 rector van de Universiteit Antwerpen
- Publiceerde o.m. 1942. Het jaar van de stilte, over de Jodenvervolging en de bestuurlijke collaboratie in Antwerpen tijdens WO II
U ondertekent uw mails met ‘Herman Van Goethem (hij/hem/zijn)’.
“Ja. Ik denk dat er geen twijfel over bestaat dat ik een heteroman ben, maar ik wil zo aantonen dat ik oog heb en respect heb voor de groep voor wie dit wél belangrijk is.
“Ik geloof niet helemaal dat zo’n grammaticale ingreep het effect heeft dat ze beogen. Maar ik denk wel dat de groep die niet in een binair man/vrouw-hokje past, groter is dan je denkt.
“Twee procent van de bevolking, dat is evenveel als er groenogigen of tweelingen rondlopen. Ik wil er mee voor zorgen dat er aandacht is voor die mensen.”
Naar het schijnt was u geen voorstander van het centrale externe meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs dat weldra ondergebracht zal worden in het nieuwe Vlaamse mensenrechteninstituut.
“Het is van groot belang dat je niet alleen interne meldpunten hebt, maar ook externe. Daar sta ik volledig achter. Maar is een centraal extern meldpunt dan het beste?
“Onze universiteit werkt bijvoorbeeld samen met sociaal secretariaat Mensura, zij hebben ervaring met het behandelen van klachten over grensoverschrijdend gedrag en zij kennen onze universiteit. Dat laatste is belangrijk, want dat zijn altijd erg complexe dossiers.
“Maar dat extern meldpunt zou niet alleen over alle universiteiten en alle hogescholen gaan, maar ook alle klachten behandelen binnen sport- en cultuurverenigingen, en wie weet ook bij ambtenaren, enzovoort.
“Dat gaat over honderdduizenden mensen, en dan is er één meldpunt dat dat allemaal moet opvolgen?
“Als dat geen organisatie wordt met heel veel personeelsleden en met alle expertise over al die domeinen en instellingen aan boord, zie ik dat niet goedkomen.
“Aparte externe meldpunten lijken me gewoon wijzer.
“En nog veel belangrijker dan externe meldpunten, is uw interne organisatie. Vertrouwenspersonen op de werkvloer zijn zoveel belangrijker.
“Wij hebben een uitgebreid netwerk van vertrouwenspersonen, en als ik dan hoor wat die allemaal behandelen, ben ik tevreden dat dat zo goed werkt. Zij bemiddelen in probleemdossiers en slagen er vaak in om ook oplossingen te vinden.
“En dat gaat uiteraard niet altijd over seksueel grensoverschrijdend gedrag, want dat is dan het eerste waar iedereen aan denkt. Verbaal geweld en machtsmisbruik, dat lijken me de meest voorkomende problemen.”
Er zijn in de loop der jaren al veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag aan universiteiten aan het licht gekomen, maar geen aan de Universiteit Antwerpen. Ik kan maar moeilijk geloven dat er geen zijn. Is de zwijgcultuur in Antwerpen zoveel groter?
“Maar nee, natuurlijk niet.
“Ja, wij hebben ook onze dossiers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ik denk dat onze structuur daar voor veel tussen zit, dat die verhalen niet naar buiten moeten komen.
“Wij zijn een fusie van drie kleine universiteiten, en hebben die kleinschaligheid kunnen behouden. De lijnen zijn heel kort, waardoor we heel snel kunnen inspelen op problemen.
“Er zijn dus zeker dossiers die geëindigd zijn in sancties, alleen heeft de buitenwereld daar geen zaken mee.”
Precies dat is toch een pleidooi pro centraal extern meldpunt? Stel dat u nu iemand ontslaat wegens ontoelaatbaar gedrag, kan die gewoon elders weer aan het werk, als er geen doorstroom van informatie is.
“Ja maar zeg, dan wil je in feite een strafregister invoeren voor tuchtdossiers. Dat is goed voor een totalitaire staat. Wij gaan toch geen mensen brandmerken?
“Wat niet wegneemt dat het een probleem is, wanneer iemand dezelfde praktijken gewoon elders voortzet. Maar gelukkig bestaan daarvoor nog steeds informele contacten.”
U zou uw collega’s off the record wel inseinen wanneer iemand die u ontslagen heeft, bij hen weer op opduikt? Is dat deontologisch niet even problematisch?
“Mja. Ik heb het nog nooit moeten doen, maar ik betwijfel niet dat het gebeurt. Is dat formeel oké? Misschien niet, maar wat u voorstelt is zeker overkill. Ik pas voor zo’n politiestaat. Iedereen verdient een tweede kans.
“Je kunt lang fouten begaan en toch tot inkeer komen. Philippe Lacroix (gewezen handlanger van Patrick Haemers, red.) staat zelfs in het onderwijs.
“Mijn ervaring is trouwens dat zodra het tot een tuchtprocedure komt, het al te laat is. Uiteraard grijpen we dan in, maar de schade is aangericht en die is bijna altijd onherstelbaar.
“Daarom heb ik mezelf tijdens mijn laatste anderhalf jaar als rector ook heel expliciet als doel gesteld om aan de cultuur op onze werkvloer te werken. Op de werkvloer heb je respect voor elkaar, punt. Daar is geen plaats voor jagers, m/v/x.”
Mensen kunnen toch verliefd worden?
“Natuurlijk! En natuurlijk moet dat ook kunnen. Bespaar ons dat we zo woke zouden worden dat we relaties op de werkvloer verbieden.
“Het moet wel heel duidelijk zijn dat het in een hiërarchische relatie een probleem is, dat er dan een meldingsplicht is en dat er daar dan een oplossing voor moet komen.
“Maar wanneer het structureel wordt, wanneer iemand systematisch dergelijk gedrag vertoont, dan is dat een groot probleem.
“Neem nu de verkrachtingszaak aan de KU Leuven. Zoiets komt niet uit de lucht vallen, hè. Aan dergelijke vergrijpen gaat doorgaans al tien jaar van problematisch gedrag vooraf.
“Het moet heel duidelijk zijn dat dat niet getolereerd wordt.”
U bracht vorige week met een filmpje op het Filmfestival van Oostende een eerbetoon aan uw gewezen collega-rector van de VUB, Caroline Pauwels. Mist u haar?
(zucht) “2022 was een verschrikkelijk jaar. Corona werkte nog serieus na, de oorlog in Oekraïne en zijn impact op onze financiën, de brand in het Hof van Liere (deel van de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen dat al dateert uit de 16de eeuw, red.), dat incident met twee medewerkers die ik administratief moest schorsen, Caroline die te vroeg is gestorven. En de boîte moet blijven draaien.
“Eerlijk, we hebben weinig tijd om stil te staan en te dubben. Het is altijd voortspurten. We wisten wel dat het verhaal van Caroline eindig was. Ook al heeft ze zelf maar heel laat de focus op het afscheid gelegd. Wat ik ook begrijp, hoor. (valt stil)
“Ik ben me altijd bewust geweest van mijn sterfelijkheid. Vandaag kan ik eigenlijk zeggen: mijn leven is voltooid. Mocht ik morgen het nieuws krijgen dat ik ongeneeslijk ziek ben, zou dat verschrikkelijk zijn voor mijn omgeving, maar ik heb wel al mijn pakjes afgeleverd.
“Ik heb de Dossinkazerne mee opgericht, ik heb aan de universiteit een steen verlegd, het gaat geweldig met onze vier kinderen, financieel zijn er geen zorgen want we hebben goed verdiend, en bovenal: ik heb mijn kleinkinderen al mogen leren kennen.
“Hugo is zeventien maanden, Gloria tien maanden en het derde is op komst. Wat een cadeau is dat, kleinkinderen mogen krijgen.
“Ik zat onlangs bij de bijeenkomst van de Gestelde Lichamen naast Karel Velle, de directeur van het Rijksarchief en ook opa, en in heel die setting hebben wij gesprekken gevoerd over de kinderboeken van Kikker en eend.” (giert het uit)
Lees ook
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Herman Van Goethem in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen