Johan Staes en Luc Van Gorp – Wij leven in een verdoofde samenleving

Johan Staes en Luc Van Gorp. Beeld Humo

De ouderenzorg wordt een van de grote splijtzwammen in de regeringsonderhandelingen. N-VA en MR pleiten voor besparingen. Vooruit, cd&v en Les Engagés willen net meer investeren. Zullen er straks nog zorgverleners aan het bed staan? CM-voorzitter Luc Van Gorp en Johan Staes, CEO van de Vlaamse koepel voor private ouderenzorgvoorzieningen (Vlozo), luiden de alarmbel.

Raf Liekens – De Morgen/Humo


‘Wij leven in een verdoofde samenleving: 1,2 miljoen Belgen slikken elke dag slaapmedicatie, hetzelfde aantal neemt antidepressiva of antipsychotica’


Frank Vandenbroucke (Vooruit) gaf recent in De Morgen aan dat de zorg “voor tien jaren van stress” staat. Onderzoekster Anja Declercq noemde dat “het meest optimistische scenario”. De Gentse professor Johan Albrecht waarschuwde zelfs voor een “zorginfarct”.

Zijn die alarmberichten overdreven?

Luc Van Gorp: “Helemaal niet. Als we ons niet anders organiseren, dreigt er een crash. Tegen 2050 zal het aantal 80-plussers in België verdubbeld zijn, van 640.000 nu tot 1,2 miljoen. Een op de tien Belgen zal ouder zijn dan 80. Hoe gaan we al die mensen opvangen en verzorgen? Met welk geld? En met welke mensen?

“Vandaag is een op de zeven aan de slag in de zorg. Om alle noden in te vullen moet dat een op de drie worden. Dat is niet realistisch.

“We hebben ook nog mensen nodig in het onderwijs, het transport, de bouw en de veiligheidssector. Maar tijdens de verkiezingscampagne heb ik daar geen antwoorden op gehoord. Het was gewoon geen thema.”

Zullen er voldoende woon-zorgcentra zijn?

Johan Staes: “Zo’n 12 procent van de 80-plussers verblijft in een woon-zorgcentrum (wzc). Als die trend zich doorzet, zijn er tegen 2033 meer dan 130.000 kamers in wzc’s nodig. Vandaag hebben we er 82.500, er moeten dus bijna 50.000 kamers bijkomen.

“Ook dat is een utopie. Vind in Vlaanderen nog maar eens ruimte voor zo’n groot project. In Sint-Truiden houden buurtbewoners al zes jaar een nieuw wzc tegen.

“En zelfs áls er een vergunning wordt afgeleverd, blijven veel plannen in de kast door de stijgende bouwkosten en de onzekerheid of je wel personeel zult vinden. Bovendien erkent de overheid amper nog nieuwe woon-zorgcentra.”

Excuseer?

Staes: “Om het budget onder controle te houden heeft de vorige minister van Welzijn Jo Vandeurzen (cd&v) het maximale aantal kamers in wzc’s bevroren op 86.000 tot eind 2025. Tegen dan kunnen er dus nog maximaal 3.500 kamers bijkomen. Ondertussen zitten de meeste woon-zorgcentra vol en werken ze met wachtlijsten.”

Van Gorp: “Bijbouwen heeft geen zin als je toch geen mensen vindt om er te werken. Daardoor staan er nu al heel wat ziekenhuiskamers leeg.

“In de thuisverpleging krijgen ze het budget van de ziekteverzekering niet meer op, bij gebrek aan personeel. Ook dat zorgt voor meer druk op de woon-zorgcentra, want als je thuis niet goed verzorgd kunt worden, kom je naar het wzc.

“Eigenlijk verkeert de sector al tien jaar in een crisis. De pandemie heeft dat nog verergerd. Onze zorgverleners hebben het beste van zichzelf gegeven, maar zijn daarbij zwaar in het rood gegaan. Sommigen stapten uit het vak, anderen vielen uit.

“Zo is een vicieuze cirkel ontstaan: door die uitval moeten de overblijvers nog harder werken, waardoor ook zij meer risico lopen om tegen de muur te knallen. Je kunt dat voor een deel opvangen met arbeidsmigranten, maar ook die vallen ten prooi aan burn-outs.

“Niet zo vreemd als je, zoals soms in wzc’s gebeurt, voor dertig bewoners moet instaan.”

Staes: “Die oudere bewoners hebben ook steeds complexer noden, omdat ze vaak te lang wachten om naar een gespecialiseerd centrum te komen.

“De helft lijdt aan dementie, een vijfde heeft een psychische aandoening. Dat maakt het voor het personeel nog zwaarder.”

Luc Van Gorp: ‘De ouders van een collega zitten allebei in een wzc, op een aparte kamer. Dat kost hen elke maand 6.000 euro. Wie kan dat betalen?’ Beeld Saskia Vanderstichele
Hoe groot is het personeelstekort in de woon-zorgcentra?

Staes: “Volgens de laatste cijfers staan er 4.000 vacatures open. Sommige worden ingevuld met lapmiddelen zoals interimkrachten en freelanceverpleegkundigen, die vaak hogere vergoedingen vragen: ze weten dat we hen nodig hebben.”

Een recente personeelsenquête van het ACV leverde schrijnende verhalen op: ouderen die 18 uur op eten moeten wachten, oproepen die pas na 20 minuten worden beantwoord en overbevraagde kinesisten die noodzakelijke behandelingen moeten schrappen.

Van Gorp: “Die verhalen kennen we. Door de hoge werkdruk hebben veel zorgverleners het gevoel dat ze hun werk niet meer naar behoren kunnen doen, zelfs niet als ze zich de benen van het lijf lopen.

“Ze moeten snel snel patiënten- en takenlijstjes afvinken, maar hebben te weinig tijd om een diepere connectie te maken met de ouderen die ze verzorgen. Zo krijg je demotivatie en burn-outs.”

Staes: “De administratieve lasten zijn te zwaar. Zorgverleners zijn meer bezig met gegevens op de computer invullen.

“Vlaanderen is een meester in papieren tijgers creëren. Voor alles bestaan regeltjes: van rigide personeelsnormen, ventilatievoorschriften, bouwnormen, hitteplannen, tot zelfs de hoogte van de vensterbanken. Dat staat goede zorg in de weg.”

Van Gorp: “Ik ben verpleger van opleiding en draai nog elk jaar een week in een zorginstelling mee, om de voeling met de praktijk niet te verliezen.

“Ik zag een kinesist mensen van de eettafel weghalen voor een behandeling. Ik verwijt die man niks, hij moet zijn overvolle planning afwerken. Maar voor de oudere die met zijn rolstoel wordt weggereden, en achteraf koud eten krijgt, is dat niet fijn.

“Dat moet je anders organiseren. Maar dan moet je de regeltjes los durven te laten. Geef het personeel daar meer zeggenschap over: zij weten hoe zorg werkt.”

LEVENSMOE

Als er te weinig personeel en accommodatie zal zijn, welke oplossingen zien jullie dan voor die stijgende noden?

Staes: “We moeten mensen sensibiliseren om hun oude dag véél beter voor te bereiden. De babyboomers die nu massaal met pensioen gaan, kunnen binnen vijftien jaar niet allemaal in een wzc terecht. En als ze thuis oud willen worden, moeten ze nú hun woning aanpassen of verhuizen naar een geschikter woonst.

“Er is nood aan meer assistentiewoningen, cohousing voor ouderen en kangoeroewoningen voor verschillende generaties. Dat is de beste manier om niet, of pas veel later, in een wzc te belanden.

“We zien veel minder doorstroom vanuit assistentiewoningen dan van wie in de gezinswoning is gebleven. Met een slimme preventie zouden we honderden miljoenen kunnen besparen.”

Meneer Van Gorp, u zei begin april in Het Nieuwsblad: ‘Veel ouderen zijn levensmoe. Waarom zou je zo’n leven nog per se willen rekken? Die mensen willen dat zelf niet, en het kost de overheid alleen maar geld.’ De reacties vanuit de politiek waren vernietigend.

Van Gorp: “Maar ik heb massa’s reacties gekregen van mensen die het moedig vonden dat ik dat debat durfde te openen.

“Vraag aan honderd mensen of ze het leven nog de moeite vinden als ze hun kinderen niet meer herkennen en aan allerlei chronische kwalen lijden: de overgrote meerderheid zal nee antwoorden. Daar blijf je toch niet blind en doof voor?”

Vandenbroucke noemde het een gruwelijke fout om het debat over levensmoeheid te vermengen met dat over de vergrijzingskosten.

Van Gorp: “Dat was nooit mijn bedoeling. Sommigen beweren van wel, zodat ze het debat over levenskwaliteit niet moeten voeren.

“Mijn analyse was: we worden met z’n allen ouder, zieker en dementer, dan vind ik dat je meer moet focussen op levenskwaliteit, en minder op kwantiteit.

“Het doel is niet dat zoveel mogelijk mensen zo oud mogelijk worden. Het doel is dat ze oud worden op een gezonde, fijne manier.

“Levenskwaliteit gaat voor mij over drie dingen: veiligheid, een authentieke connectie en zingeving.

  • Voel ik me veilig?
  • Is er nog iemand die voor mij zorgt?
  • Wordt er nog naar mij geluisterd?
  • Ervaar ik nog zin en betekenis?

“Als het antwoord op die vragen nee is, zijn we als samenleving niet goed bezig.

“Meer dan 10 procent van de ouderen kampt met depressie of klachten van levensmoeheid. De zelfmoordcijfers bij 85-plussers pieken. Dat zegt toch iets?

“Neem radiopresentatrice Lutgart Simoens, die in interviews liet verstaan dat het leven voor haar ‘op’ was.

“Ze is uiteindelijk een natuurlijke dood gestorven, maar moet je die mensen niet de mogelijkheid bieden om het leven terug te geven?

“Voor die vraag zijn wij blijkbaar niet klaar. (Fel) Dat heeft níéts met euthanasie te maken. Ik heb dat woord zelfs niet gebruikt.”

Waarom zijn we niet klaar voor die vraag?

Van Gorp: “Omdat je daar andere mensen voor nodig hebt. En omdat sommigen nog altijd het idee koesteren dat God het leven geeft en neemt.

“Maar het leven is niet heilig, anders zou Jezus niet op z’n 33ste gekruisigd zijn.

“Ik heb wel eerbied voor het leven, je mag daar niet mee smossen. Maar elke mens heeft het recht te oordelen of diens leven nog zinvol is.”

Cd&v-voorzitter Sammy Mahdi reageerde verbolgen op uw oproep: ‘Dit is de wegwerpmaatschappij 2.0. Als ouderen zichzelf als last zien, is het onze taak als samenleving om dat gevoel aan te pakken.’

Van Gorp: “Maar ik heb noch van hem, noch van andere politici oplossingen gehoord. Nochtans maken veel ouderen zich zorgen over hun levenseinde.

“Wat als ik niks meer kan? Zal er nog wel iemand aan mijn bed staan? Met wie zal ik nog een diepere band hebben? Mijn vraag aan alle partijen is: hoe gaan we dat aanpakken?

“Met meer geld alleen zal het niet lukken.”

Staes: “Sinds dat bewuste interview vragen mensen me vaker of ik een woon-zorgcentrum ken waar ze de euthanasievraag van hun vader of moeder sneller kunnen afhandelen.

“In het centrum waar ze nu verbleven, moest het ‘toch nog eens voorgelegd worden aan de ethische commissie’.

“Deze sector moet nog meer inzetten op de laatste wensen van ouderen.”

Van Gorp: “Als jonge verpleger werkte ik vaak ’s nachts in het ziekenhuis.

“Wanneer een terminale patiënt niet kon slapen, ging ik naast het bed zitten om te praten. Vaak legde iemand in die laatste nacht nog een biecht af: ‘Ik heb nooit van mijn vrouw gehouden’ of ‘Ik zie mijn dochter al twintig jaar niet meer’.

“Ik ging altijd náást hen zitten, zodat we in dezelfde richting keken. Niet tegenover hen, alsof je in de oppositie gaat. Die positie hebben sommige politici ingenomen, maar daarmee is het probleem niet weg.”

Intensivist Philippe Meersseman en verpleegkundige Greet De Cock schaarden zich in een open brief wel achter u: ‘Waarom kiezen we voor nierdialyse, reanimatie, chemotherapie, bloedtransfusies, infuustherapie, invasieve onderzoeken of operaties, om dan ergens onderweg te verzuchten dat het leven eigenlijk al lang ‘voltooid’ is?

Van Gorp: “Artsen leren om er alles aan te doen om het leven te behouden. Maar het lijkt alsof daar geen rem meer op zit.

“Sommige artsen zijn niet goed in de laatste vragen van een patiënt: de fase waarin het niet meer nuttig is om nog iets te doen, behalve er te zijn.

“We hebben meer psychologen en therapeuten nodig in de ziekenhuizen en woon-zorgcentra.”

Staes: “Ouderen moeten ook vroeger nadenken over die laatste vragen en er zorgplannen voor opstellen. De meesten duwen dat te lang voor zich uit.”

Veel ouderen vullen dan in dat het allemaal niet meer hoeft als ze zwaar dement zijn. Maar de huidige wet dwingt hen te vroeg om voor euthanasie te kiezen, omdat ze dat niet meer kunnen als ze niet meer wilsbekwaam zijn.

Staes knikt: “Veel mensen worstelen daar inderdaad mee.”

Van Gorp: “Maar de oplossing daarvoor moet vanuit de zorg komen, niet van de politiek.

“Ik heb Marieke Vervoort goed gekend, onze olympische rolstoelatlete die heel lang met helse pijnen heeft geleefd.

“Wat hield haar recht? De zorg en liefde van de mensen uit haar omgeving, onder wie dokter Wim Distelmans, die zich persoonlijk over haar heeft ontfermd.

“Het is straf hoelang zij het leven daardoor heeft kunnen volhouden.”

U vindt niet dat de euthanasiewet versoepeld moet worden, zodat de kinderen in samenspraak met een arts de wens van hun demente ouders kunnen vervullen?

Van Gorp: “Ik geloof niet in stringente wetten, nee.”

Een familielid van me liep stage op een gesloten afdeling voor dementerenden. Sommige bewoners zaten voortdurend te huilen, van de pijn en de verwarring. Zij en haar collega’s hadden het daar moeilijk mee, maar de patiënten waren niet meer wilsbekwaam, dus werden ze met een apothekerskast vol pillen en pijnpleisters in leven gehouden. Wat voor zin heeft dat?

Van Gorp: “Er zijn sowieso grenzen. Hebt u de film Human Forever van zorgvernieuwer Teun Toebes gezien? Hij is 24 en woonde ruim drie jaar op zo’n gesloten afdeling, samen met mensen met dementie.

“Hij zegt dat de pijn die ze ervaren vooral voortkomt uit hoe de samenleving met hen omgaat.”

Staes: “Die film toont dat je ook in een vergevorderd stadium nog altijd zinvolle relaties met zwaar dementerenden aan kunt gaan.”

Van Gorp: “Het vraagt wel een andere taal. Je kunt geen lange gesprekken meer voeren, maar de taal van aanraking en nabijheid werkt nog altijd.

“We hebben ook te vaak de neiging om tegen die mensen te roepen, alsof ze allemaal doof zijn. Je hebt veel meer bekwaamheden nodig om hen te begeleiden.

“Ouderenzorg is de meest complexe zorg, en toch is de kinesist in het wzc vaak de enige op de vloer met een universitair diploma.”

Staes: “Maar goede zorg hoeft niet alleen van medisch personeel te komen. Een recent voorbeeld: een oudere man is onrustig en het woon-zorgcentrum gaat met hem in gesprek. Hij vertelt dat hij altijd graag heeft gewerkt en zich nu nutteloos voelt.

“Ze laten hem daarop de was helpen op te plooien, op een andere verdieping. Sindsdien gaat het beter met hem. Hij heeft het gevoel dat hij van thuis naar zijn werk gaat. Maar zijn collega’s in de wasruimte zijn geen zorgkundigen, maar laaggeschoolde medewerkers.”

Van Gorp knikt: “Laat ze helpen in de keuken, als ze dat willen!

“Ik ken een woon-zorgcentrum waar de bewoners de nieuwe directeur mee gekozen hebben. Ze hadden een comité gevormd dat elke sollicitant ontving. Tijdens zo’n gesprek kreeg een van die ouderen telefoon van zijn zoon: ‘Sorry, maar ik kan nu niet praten,’ zei hij, ‘ik zit in een belangrijke meeting.’

“Die zoon dacht dat zijn vader dement aan het worden was. (lacht)

“Fantastisch toch, dat je de bewoners bij zo’n belangrijke beslissing betrekt? En het kost niks, behalve wat tijd.”

Johan Staes: ‘Ik krijg vaker berichten van mensen die vragen of ik een woonzorgcentrum ken waar de euthanasievraag van hun vader of moeder sneller kan afgehandeld worden.’
Beeld Saskia Vanderstichele
In dat beruchte interview zei u ook: ‘Als er in bepaalde woon-zorgcentra dieren zouden wonen in plaats van mensen, had Gaia al lang een klacht ingediend.’ U vergeleek ouderen ook met een berg vlees die begint te stinken. Dat choqueerde veel critici.

Van Gorp: “Het spijt me als ik daarmee mensen heb gekwetst. Dat was echt niet mijn bedoeling. Mijn vrouw werkt in een wzc en zei: ‘Dat doet pijn, Luc.’

“Mijn woorden waren stuitend, maar als je een debat op gang wilt trekken, moet je zeggen waar het op staat. Ik ben verpleger, ik kén de realiteit. De waaromvragen worden te weinig gesteld.

“Waarom doen we dit op deze manier? Als je daar niet meer op kunt antwoorden, moet je zaken omgooien.

“En een heel belangrijke vraag, die Teun ook in zijn film stelt, is: ‘Zou je hier zelf willen wonen?’”

Staes: “Bompa Bockie vind ik een mooi programma, maar doorgaans is de beeldvorming over onze sector erg negatief. Alsof woon-zorgcentra de hel zijn.

“Nochtans zeggen veel bewoners: ‘Als ik had geweten hoe goed het hier is, was ik veel vroeger gekomen.’

“Vooral sociale types bloeien vaak weer open nadat ze te lang alleen thuis hebben geleefd.”

Mensen klagen wel dat een kamer in een rusthuis onbetaalbaar wordt.

Staes: “Ze vinden dat een pensioen moet volstaan om dat te betalen, maar dat is een belachelijk idee. Gemiddeld verblijf je amper achttien maanden in een wzc.

“Een kamer kost er gemiddeld 2.100 euro, de overheid legt daar nog 3.000 euro per maand bovenop.

“Stel je voor dat ze daarnaast ook nog het wettelijke minimumpensioen zou moeten verhogen tot 2100 euro: wat een immense stijging van de pensioenuitgaven zou dát veroorzaken.

”De overheid kan de kloof tussen pensioen en rusthuisfactuur wel dichtrijden met correcties voor wie het nodig heeft. Maar als je tijdens je leven een mooie spaarpot hebt opgebouwd, kun je die in de laatste fase van je leven toch aanspreken?

“Vandaag krijgt iedereen die naar een wzc gaat een zorgpremie, 140 euro per maand. Hervorm dat, zodat alleen financieel kwetsbaren dat krijgen.”

Van Gorp: “Het is ook wrang om op je oude dag je hele spaarpot te moeten afgeven, of dat je kinderen zelfs nog moeten bijpassen.

“Een collega vertelde me dat zijn ouders allebei in een wzc zitten, op een aparte kamer. Dat kost hen elke maand 6.000 euro. Wie kan dat betalen? In hoeverre moet de overheid daarin bijdragen? Ik worstel daarmee.”

Staes: “Sommigen denken dat de woon-zorgcentra monsterwinsten boeken, maar dat klopt niet. Een exploitant van een wzc krijgt van de overheid en de bewoner samen gemiddeld 160 euro per dag. Daar moet hij 24 uur per dag zorg, maaltijden en animatie van betalen.

“In Nederland heeft een exploitant 260 euro per dag ter beschikking, in de Scandinavische landen is dat nog meer.

“De ouderenzorg bij ons is ondergefinancierd. De basistegemoetkoming van de overheid dekt maar 90 procent van de zorgkosten. Er is minstens 300 miljoen euro per jaar extra nodig.”

De voorbije jaren waren er verhalen over verwaarlozing in rusthuizen van beursgenoteerde bedrijven. Volgens PVDA keert de privésector ‘op de kap van ouderen dividenden uit aan rijke aandeelhouders’.

Staes: “Dat polariseren van PVDA tegen ondernemers wordt steeds erger. Woon-zorgcentra zijn belangrijke economische pijlers, ze geven heel veel mensen werk.

“Het is belangrijk dat ze financieel gezond zijn, anders gaan ze failliet. En nogmaals: vandaag maakt ieder woon-zorgcentrum verlíés op zorg.”

Van Gorp: “Als geld verdienen de eerste bekommernis wordt, en zorg een bijkomstigheid, loopt het fout af. Als de mensen op de vloer dat voelen, zijn ze weg. Zeker nu er overal handen te kort zijn.

“Je gaat normaal niet in de zorg werken om winsten te boeken op de kap van kwetsbare mensen.

“Toch lopen er vandaag zulke lieden rond. Ik ken artsen die onwaarschijnlijk veel verdienen en hun patiënten onnodig op kosten jagen.

“De kloof tussen wat een verpleegster verdient en wat sommige specialisten binnenhalen, is niet meer redelijk.

“Maar de ongebreidelde winstmaximalisatie, zoals in de farmasector, zie ik in de ouderenzorg niet.”

Ook niet bij Franse beursgenoteerde groepen zoals Orpea?

Van Gorp: “De overheid heeft die woon-zorgcentra gesloten. Dat is een duidelijk signaal naar iedereen die in de sector actief is.”

Staes: “Onze leden hebben recent een ethisch charter opgesteld met duidelijke engagementen. Dat gaat onder meer over faire winsten, die niet enkel naar de aandeelhouder mogen vloeien maar die je ook in de zorg investeert.

“De grote winsten in de zorg zitten vooral bij de toeleveringsbedrijven. Ik zeg soms al lachend: de beste manier om miljonair te worden is om als miljardair te investeren in woon-zorgcentra.”

Luc Van Gorp: ‘Wanneer een terminale patiënt niet kon slapen, ging ik naast het bed zitten om te praten. Vaak legde iemand in die laatste nacht nog een biecht af.’
Beeld Saskia Vanderstichele

EIGEN SCHULD

De gezondheidszorg wordt een belangrijk thema in de regeringsonderhandelingen. De partijen willen de verspilling en overconsumptie tegengaan. Suggesties?

Van Gorp: “Meer preventie! Overgewicht is de grootste ziekmaker in onze maatschappij: diabetes, hartaandoeningen, kanker, rug- en gewrichtsklachten…

“We kunnen 80 % van de hartaandoeningen voorkomen als iedereen een gezondere levensstijl aanneemt, met minder vetten en suikers. Daarmee zou je miljarden besparen.

“Maar als je dat goed wilt doen, moet je de eerste jaren het dubbele in preventie investeren.”

Ex-wielrenner Jan Bakelants zei in Humo: ‘Ik vind dat iedereen de plicht heeft om zorg te dragen voor zijn lichaam. Als je je hele leven hebt gerookt en gedronken, waarom moet de belastingbetaler daar dan voor opdraaien?’

Van Gorp: “Dat is te makkelijk. Hij redeneert vanuit een perfectiemodel: ik, Jan Bakelants ben perfect, en dus moet iedereen perfect zijn.”

Hij zegt alleen dat mensen een beetje hun best mogen doen. Toch niet zo’n rare opmerking als de helft van de bevolking overgewicht heeft?

Van Gorp: “De plek waar je wordt geboren, is heel bepalend voor je kansen in het leven. Als mijn ouders arm waren, en mij vroeger elke dag frieten en cola hadden gegeven, zou ik nu allicht ook overgewicht hebben.”

Staes: “In onze sociale zekerheid hebben we gekozen voor solidariteit: we staan een deel van ons loon af voor de groepspot. Individuele verantwoordelijkheid is daarin van geen tel.”

Als je voortdurend risicogedrag vertoont, zal je verzekeringsmaatschappij toch ook een hogere premie vragen?

Van Gorp: “Een private verzekeringsmaatschappij wel, maar die is niet solidair.”

Staes: “We moeten wel meer gezonde triggers inbouwen. In de VS stimuleren private verzekeringsmaatschappijen hun klanten om zich preventief te laten screenen en gezonder te leven. Dat is een interessant model.”

Van Gorp: “Wij pleiten ook voor een rookvrije generatie: aan mensen vanaf een bepaald geboortejaar mag je geen tabak meer verkopen.”

Mensen die door een ongezonde levensstijl diabetes ontwikkelen, krijgen sociale tarieven voor telefonie, extra kinderbijslag, een speciale parkeerkaart, belastingvermindering en vrijstelling van verkeersbelasting. Vindt u dat normaal?

Van Gorp: “Je moet vooral vermijden dat mensen diabetes krijgen. En dan kijk ik naar een paar heel sterke lobby’s:

  • de voedingsindustrie
  • de alcoholsector
  • de farma
  • de tabaksindustrie

“Wij leven in een ziekmakende maatschappij. Jupiler sponsort onze nationale voetbalcompetitie, Red Bull onze bekendste atleten. En hoeveel fastfoodketens zijn er de laatste twintig jaar bij gekomen in België?

“Het is de voedingsindustrie die ons suikerziek maakt. Daar kun je de mensen toch niet zelf voor laten opdraaien?

“Het dringt te weinig tot de politiek door dat er een verband is tussen ongezonde voeding en de epidemie aan chronische ziektes die ons zo op kosten jaagt. Anders zou ze dat wel aanpakken.”

Staes: “In woon-zorgcentra komen sommige ouderen ondervoed binnen, omdat ze thuis te weinig of verkeerd aten. Bij ons sterken ze weer aan, omdat ze weer op regelmatige tijdstippen eten, in het gezelschap van anderen.”

Maar er worden wel immens veel geneesmiddelen in de ouderenzorg gebruikt. Meer dan de helft van de 80-plussers neemt elke dag minstens vijf verschillende geneesmiddelen, bijna 15 procent neemt er meer dan tien jaar geleden. Wat een goudmijn voor de farmasector!

Staes: “Klopt. Als we ons systeem meer baseren op de behoeftes van ouderen, met meer nabijheid van zorgverstrekkers, kunnen we dat afbouwen. Maar dat begint al in de opleiding van artsen, zorg- en verpleegkundigen.”

Van Gorp: “Wij leven in een verdoofde samenleving: 1,2 miljoen Belgen slikken elke dag slaapmedicatie, hetzelfde aantal neemt antidepressiva of antipsychotica.

“We hebben 800.000 alcoholverslaafden en honderdduizenden problematische drugsgebruikers.

“Dat zijn schrikbarende cijfers. Pijn en verdriet horen bij het leven, maar mensen kunnen daar niet mee om en grijpen snel naar middelen die niks oplossen.

“We moeten dokters aanmoedigen om ook gezonde wandelingen, gezonde voeding of een fitnessabonnement voor te schrijven. Dat zijn soms veel betere medicijnen.

“Zolang daarmee wordt gelachen en we medicatie alleen zien als pillekes, zal het aantal chronisch zieken blijven toenemen.”

Sommige antidepressiva kosten de patiënt amper 70 cent. Ook antibiotica en cholesterolremmers zijn spotgoedkoop. Moeten geneesmiddelen duurder worden om het gebruik te ontmoedigen?

Van Gorp: “Er worden in België zoveel antibiotica voorgeschreven dat ze amper nog werken. Maar waarom zou de patiënt daarvoor moeten boeten? We hebben sensibilisering van artsen nodig.

“Als je vroeger naar de dokter ging, kwam je altijd met twee briefjes buiten: één voor het ziekenfonds en één voor de apotheek.

“Een goede arts durft ook te zeggen: ‘U hebt geen medicatie nodig, u moet gewoon rusten en uitzieken.’”

De CM lanceerde dit voorjaar een campagne om het stigma op langdurig zieken bij te stellen. Waarom net dat thema?

Van Gorp: “België telt een half miljoen langdurig zieken en die worden vaak met de nek aangekeken.

“Als je met een burn-out of rugklachten uitvalt, heb je ontspanning en beweging nodig. Maar als je naar het theater gaat, of een fietsrit van 100 kilometer maakt, krijg je commentaar: ‘Niet werken, maar profiteren lukt precies wel!’

“Blijkbaar mogen die mensen alleen op de zetel liggen. Wie wordt daar nu beter van? Onze campagne nodigt uit om daar op een andere manier naar te kijken.”

Wat vindt u van het politieke discours over langdurig zieken?

Van Gorp: “Dat stoort me, omdat het zo eenzijdig is: ‘Ze moeten allemaal zo snel mogelijk weer aan de slag, voor de heilige graal van de 80 procent tewerkstellingsgraad. En wie niet werkt, moet het uitzweten.’

“Je zit thuis, je kunt amper bewegen van de pijn en je hoort politici zoiets zeggen. Dan word je bang.

“Veel chronisch zieken gaan deeltijds aan de slag, of doen vrijwilligerswerk, om zich nuttig te voelen. De realiteit is echt niet zo zwart-wit als ze wordt voorgesteld.

“Trouwens, als 80 procent straks aan het werk is, wie heeft er dan nog tijd om voor kleinkinderen of zieke ouders te zorgen?

“Aan wie moeten de marktkramers dan hun producten nog slijten? Ook daar zijn we te geobsedeerd door het getal.

“Jobs moeten werkbaar en betekenisvol zijn, zodat mensen ze kunnen volhouden.”

Staes: “De uitval is het hoogst in de zorg en het onderwijs, omdat je daar met mensen bezig bent.

“Vorig jaar bedroeg het ziekteverzuim in de woon-zorgcentra bijna 16 procent. Vooral bij twintigers zie je veel kort ziekteverzuim. Op honderd werkdagen zitten zij er gemiddeld zeven thuis. Dat wijst op een gebrekkige weerbaarheid.

“Het zou goed zijn als we oudere zorgkundigen langer aan de slag zouden kunnen houden door hen jongere collega’s te laten coachen.”

Van Gorp: “Straks wil je mij nog inschakelen in jullie woon-zorgcentra? Ik heb wel een zwakke rug, hoor.”

Staes: “We zullen je sollicitatiebrief met veel interesse bekijken, Luc. (lacht)”

© Humo


Johan Staes en Luc Van Gorp. Beeld Humo
Johan Staes en Luc Van Gorp. Beeld Humo

Lees ook

Frank Vandenbroucke – Het worden tien jaren van stress in de zorg
Economieprofessor Johan Albrecht – Moeten we ouderen nog een nieuwe heup geven
CM-voorzitter Luc Van Gorp – Veel ouderen zijn levensmoe – Waarom zou je zo’n leven nog per se willen rekken
Portret – Lutgart Simoens
Verslaafd aan het leven – Marieke Vervoort – Wie controle heeft over zijn dood, kan voluit leven
CM-voorzitter Luc Van Gorp – Als we blijven verder doen zoals vandaag, stevenen we af op een regelrechte zorgcrash

Bron: De Morgen/Humo

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven