Reuzegom – Papa van Sanda Dia komt op de plekken die hij nooit had willen bezoeken


Hij wil het met z’n eigen ogen gezien hebben, net voor de start van het strafproces maandag. De cafés in Leuven waar zijn zoon Sanda Dia in contact kwam met de elitaire studentenclub Reuzegom en waar de fatale doop begon. En de blokhut in Vorselaar, waar Sanda op 5 december 2018 urenlang in een ijskoude put zat, tijdens de tweedaagse studentendoop. Daar plant papa Papis Dia een rozenstruikje.
“Nooit kom ik hier nog terug.”

Pieter Huyberechts – Het Nieuwsblad



Als steun en eerbetoon aan Sanda Dia, zijn vader Papis Dia en gans de familie
hebben we de zaak Sanda Dia gevolgd vanaf 7 december 2018 tot vandaag.

Je kan een overzicht vinden van vele krantenartikels, boeken en podcasts in het

In memoriam Sanda Dia

Lees alle berichten over: Sanda Dia

Rust zacht Sanda

#JusticeForSanda


“Hier heb ik Sanda voor het laatst in levenden lijve gezien.”

We staan in de Mechelsestraat, een van Leuvens bekendste winkelstraten en de plek waar ingenieursstudent Sanda Dia op kot zat. Op een klein appartementje, in hetzelfde gebouw als Italiaans restaurant Zoff.

“Zijn kot was aan de achterkant, langs een smalle trap omhoog. Ik was altijd bevreesd dat hij nooit zou kunnen ontsnappen mocht er ooit brand uitbreken. Zulke dingen hielden mij wakker. Zo was ik, een bezorgde vader.”

De laatste keer dat vader – hier met vriendin Mak – en zoon elkaar in levenden lijve zagen, was hier, op de hoek van de Vismarkt en de Mechelsestraat, waar Sanda op kot zat.
De laatste keer dat vader – hier met vriendin Mak – en zoon elkaar in levenden lijve zagen, was hier, op de hoek van de Vismarkt en de Mechelsestraat, waar Sanda op kot zat. © phu

Die zondagavond, begin december 2018, enkele dagen voor de doop, was zo’n typisch vader-zoon-moment. Discussiëren over de kleinste dingen. In dit geval: of Papis zich wel mocht parkeren op de hoek van de Vismarkt.

“Ah, Sanda en ik, wij discussieerden over futiliteiten, over alles en niets, zeker als we samen in de wagen zaten”, vertelt hij.

“Zo ging dat onder beste vrienden. Ik herinner me nog dat het die zondagavond snel moest gaan, want ik stond niet helemaal wettelijk geparkeerd. Sanda stapte vlug uit, nam zijn zak uit de koffer, we namen afscheid en ik reed terug naar Edegem.”

In het weekend had Papis nog nietsvermoedend mee een apostelkleed zitten knutselen. Dat zijn zoon aan zijn tweedaags ontgroeningsritueel bij Reuzegom zou beginnen, wist hij hoegenaamd niet.

Sanda wist maar al te goed dat ik zoiets zou veroordelen. Het was onze wereld niet, ik moest er niets van weten. Dat kleed had hij nodig voor een opdracht in Leuven, zei hij. Hij moest rozen verkopen. Wisten wij veel. De woorden Reuzegom en tweedaagse doop zijn thuis nooit gevallen.”

Vader en zoon zouden op 4 december, dag één van de studentendoop, nog kort telefonisch contact hebben.

“Op dat ogenblik stond hij hier als apostel al rozen te verkopen”, vertelt Mak, al vele jaren de vriendin van Papis.

“We hadden al rozen gekocht en hij zei ons kort dat de verkoop ervan niet vlotte. Dus heb ik er voor tien euro nog een paar extra besteld. Na zijn dood heb ik ze op zijn kot gevonden, laten drogen en thuis bewaard.”

“Wisten wij veel wat daar allemaal gebeurd was, op dat kot. Wisten wij veel dat Sanda en de andere schachten daar na de eerste doopnacht gelegd waren”, zegt Mak.

“Plots, na zijn overlijden, moesten we dat kot gaan opruimen en stelden we vast dat het er zo vuil bij lag.”

Pelgrimstocht

Geen voet heeft Papis sindsdien nog in Leuven gezet, de stad waar zijn zoon in 2016 aan zijn ambitieuze professionele leven was begonnen.

Hoe moeilijk het bekostigen van de universitaire droom ook was geweest, het plan was uitgestippeld: ingenieur worden, financieel zorgeloos worden en reizen, veel reizen.

“Hij was zot van Japan”, vertelt Papis.

“Zijn blik was heel werelds. Hij was klaar om de wereld te veroveren.”

Jarenlang reed Papis in een wijde boog om Leuven heen. Het verdriet is te groot. Hij blijft ook boos op de KU Leuven, over hoe de universiteit het drama afhandelde. In eerste instantie waren er tuchtrechtelijk lichte straffen uitgesproken.

Maar nu keert Papis dus voor het eerst terug naar Leuven. Moet dat wel, die zelfpijniging langs plekken als fuifzaal de Albatros, waar het eerste vastgelegde racistische incident met zijn zoon als slachtoffer ontegensprekelijk plaatsvond?

Langs fuifzaal Rumba, waar zijn zoon op 4 december comateus van liters bier en gin na de Reuzegom-cantus aan de uitgang lag?

Of terug naar Sanda’s kot, waar de ketchup- en chocoresten en enkele plukken afgeknipt haar na zijn overlijden aantoonden hoe “leutig” het allemaal wel niet was geweest?

“Met het proces in aantocht wil ik mij alles kunnen visualiseren”, zegt Papis.

“Ik wil de Reuzegommers in de ogen kijken als ze dingen gaan vertellen die simpelweg niet kloppen. De kracht om het hele strafdossier te lezen heb ik niet, maar ik wil alles wel gezien hebben.”

Bovendien zou het hem ergens ook opluchten, terugkeren naar Leuven, had Papis vooraf verteld. Mak sprak van “een pelgrimstocht”.

Papis Dia voor het immense kunstwerk ter nagedachtenis van zijn zoon.
Papis Dia voor het immense kunstwerk ter nagedachtenis van zijn zoon. © phu

Pedagogische tik

Aan Pieter De Somer, Leuvens grootste aula, is het zoals steeds druk. Een wirwar aan fietsende en keuvelende studenten. Voor ons doemt het immense graffitikunstwerk van Case Maclaim op, de Duitse illustrator, wereldwijd geroemd om zijn fotorealistische street art.

In dit geval: een metershoge Sanda, met de priemende blik, zijn hoofd rustend in beide handen. Een beeld dat intussen iedereen kent.

Het waren Sanda’s beste vrienden – Lucas en Julie Serrien, Ferre Vervoort en Robrecht Cleiren onder andere – die van de KU Leuven het beste ontwerp mochten kiezen.

Minutenlang staart Papis naar de beeltenis van zijn zoon. Hij zal het nooit begrijpen. Dat tijd alle wonden heelt, is een mythe.

“Volgens mij had Sanda nu in het buitenland gezeten”, zegt hij. “Diploma op zak, vlot Japans sprekend. Een vriendin, een goede job.” Hij schudt het hoofd en wenkt Mak om verder te stappen.

We lopen langs de Naamsestraat, waar rector Luc Sels (KU Leuven) zijn bureau heeft. Tot een ontmoeting komt het niet.

Zoveel jaren na de noodlottige gebeurtenissen voelt Papis nog steeds de nood niet om de rector te zien. Het komt vaak terug: hij zal de houding van de universiteit blijven hekelen.

“Als de feiten van de doop niet aan het licht waren gekomen, waren de Reuzegommers er met een pedagogische tik vanaf gekomen. Dat zal ik nooit begrijpen.

“De rector was op Sanda’s begrafenis en heeft in mijn ogen een foute afweging gemaakt. Onlangs hebben we hem per toeval gekruist, op de Grote Markt in Brussel. Ik voelde niet de nood om hem aan te spreken.”

De politie bellen

We houden halt aan café In den Boule, het destijds beruchte café waar de Reuzegommers hun zuipavonden hielden en waar menig avondje begon én eindigde. De plek ook waar Sanda Dia als schacht in september 2018 werd ingewijd bij ‘de Reuzz’.

Hier moest op die eerste avond het kaf van het koren gescheiden worden. De potentiële schachten werden er getest, schachtentemmer Janker vatte hier het aangekondigde “gestoord bruut jaar” aan.

Sanda kreeg er van het presidium een spervuur aan vragen. Genre: “Hoe groot is de oprit van uw zwembad?”

De vragenronde was doorspekt met stoere en racistische praat. “We hebben met lid Rafiki al een n*g*r in onze rangen. Slechts één op de tienduizend n*g*rs is een goeie. Wat maakt dat we u bij de Reuzz zouden dulden?”

Sanda onderging het ritueel en dronk zich mee de nacht in. Het startsein van vele discutabele avonden als onderdanige schacht in In den Boule.

De vaste uitvalsbasis van Reuzegom, cafe In den Boule in de Augustinenstraat.
De vaste uitvalsbasis van Reuzegom, cafe In den Boule in de Augustinenstraat. © phu

Op de witte muur van het café, rechts onder het straatbordje, prijkte tot voor kort zijn beeltenis. “Justice for Sanda”, als statement. Onlangs is het overschilderd.

Papis houdt halt op de kasseien, kijkt naar het café en zwijgt. Het is hier dat zijn zoon op dag één van de faliekant verlopen doop na de rozenverkoop pas echt aan het mysterieuze bacchanaal begon. Het startpunt van onderwerping, liters gin en bier en bijgevolg aftakeling.

Papis wil in de binnenstad absoluut nog één plek zien, zegt hij. De garageboxen in de Mechelsestraat waar de schachten na een cantus in de Rumba en een veel te korte nacht op Sanda’s kot aan dag twee van de doop begonnen.

Waar ze op hun knieën moesten wachten en de Reuzegommers gewaarschuwd werden door een toevallig passerende professor. Die zag hoe beroerd Sanda er aan toe was.

“Ze zeiden haar dat de doop voorbij was, dat ze snel collectief hun bed gingen opzoeken”, zegt Papis. “Het was een dramatische leugen met fatale afloop.”

En dat maakt hem kwaad.

“Hier hadden de Reuzegommers de beslissing moeten nemen om met mijn zoon naar het ziekenhuis te gaan. Die vrouw is zelfs nog op haar stappen teruggekeerd omdat ze het niet vertrouwde en heeft hen gezegd dat ze anders de politie zou bellen.”

Hij schudt eens te meer het hoofd. “Ik had die vrouw van de KU Leuven zo graag gesproken, maar ze beantwoordt mijn mails niet.”

IJzige stilte

Bij een koffie bespreken we of het wel raadzaam is om nog koers te zetten naar Vorselaar. Daar, in de Kempense bossen, vond deel twee van de doop plaats.

Na het bacchanaal in Leuven, de prelude, de echte ontgroening op 5 december 2018, met een rist opdrachten in een put.

De hoogmis van het jaarlijkse ontgroeningsritueel. De “mythische” plek van vele stoere verhalen aan de toog van In den Boule.

Blokhut Cardon ligt, hoewel pal aan de autosnelweg, goed verscholen. Menig gps heeft er moeite mee. Langs kronkelwegen door Lille, Wechelderzande en Pulderbos doemt het gewezen scoutslokaal op waar de Reuzegommers jaar na jaar hun schachten tot volwaardige leden promoveerden.

Op deze plek moest Sanda urenlang in een zelfgegraven, met ijskoud water gevulde put doorbrengen. Het werd hem fataal.
Op deze plek moest Sanda urenlang in een zelfgegraven, met ijskoud water gevulde put doorbrengen. Het werd hem fataal. © phu

Dat de zon als bij wonder voor het eerst die dag door de wolken priemt, doet weinig aan de gevoelstemperatuur. Het is er koud.

“Ik moet de plek zien waar mijn zoon gestorven is”, zegt Papis bij aankomst.

Kordaat stapt hij richting de aftandse scoutslokalen. De sfeer slaat meteen om. Hij gaat op het bankje zitten waar de Reuzegommers die dag gezellig aan het kampvuur zaten met een biertje en af en toe een joint. Er valt een ijzige stilte.

Enkele tientallen meters verder, in de open vlakte achter het struikgewas, lag de befaamde put. De schachten moesten die put die middag in december zelf graven, waarna de put met ijskoud water werd gevuld. Sanda en zijn twee medeschachten zouden er de rest van de dag in doorbrengen.

Het is hier dat Flodder, één van de leden, bij aankomst de rest al per Whatsapp briefte dat “Sanda al rijp was voor de vuilnisbak”.

Gebed in de blokhut

In de uren die volgden, gekruid met mensonterende opdrachten, zou Sanda’s toestand zienderogen verslechteren.

Niemand greep echt in, pas ’s avonds werd hij alsnog naar het kampvuur gedragen om op te warmen. Veel en veel te laat, zou in het ziekenhuis blijken. In allerijl gooiden de Reuzegommers die avond laat nog de put dicht.

Uren later arriveerde de politie. Twee dagen later, op 7 december, overleed Sanda.

Blokhut Cardon in Vorselaar, de plek waar het tweede deel van de doop plaatsvond.
Blokhut Cardon in Vorselaar, de plek waar het tweede deel van de doop plaatsvond. © phu

Papis begint te huilen wanneer hij over de grasvlakte stapt. Het hakt er stevig in.

“Hoe kan je iemand hier zo achterlaten? Ik heb een vest aan, het is hier koud, vochtig. En we zijn maart, niet december. Hoe bestaat het? Hier zijn ze tot het uiterste gegaan, hier hebben ze Sanda, zo’n fragiel iemand, aan zijn lot overgelaten, hem laten sterven als een dier.”

Hij noemt het onbegrijpelijk. Herhaaldelijk zegt hij dat sommige Reuzegommers kwade intenties hadden.

“Daar blijf ik bij, tot ze mij op het proces het tegendeel kunnen bewijzen. Er borrelen wraakgevoelens op, want ze hebben me mijn zoon afgenomen. Maar het heeft geen zin.”

Minutenlang loopt hij ijsberend rond, waarna hij de blokhut binnenstapt om kort te bidden.

“Zijn geloof biedt hem troost”, zegt Mak. “Hij heeft dat nodig nu om rustig te worden.”

Papis plant een rozenstruik op de plek waar zijn zoon het leven liet.
Papis plant een rozenstruik op de plek waar zijn zoon het leven liet. © phu

Met een klein schopje en een fles water stapt hij wat later opnieuw richting de plek waar zijn zoon in de vooravond het bewustzijn verloor. Naast de Pulderbeek, waar de schachten geknield in het water werden geduwd, plant hij een rozenstruikje. Minutenlang valt er geen woord.

“Kom, on y va”, zegt hij vervolgens.

“Weg van deze plek. Ik ben ergens blij dat ik het gezien heb, maar nu moet ik hier weg. Nooit keer ik hier nog terug.”

Proces van start

In de auto staart hij voor zich uit, verzonken in gedachten. Met een zakdoek droogt hij zijn tranen. Op weg huiswaarts houden we nog een laatste keer halt, aan het graf van Sanda in Edegem.

Minstens één keer per week is hij hier te vinden. Alleen, met zijn emmer water om de vele bloemen op het graf te besproeien en de kaarsen aan te steken.

Dat hij nog niet naar Senegal is verhuisd, weg van alles, is omdat hij zijn zoon nooit zal achterlaten.

Aan het graf van zijn zoon waar hij minstens één keer week komt.
Aan het graf van zijn zoon waar hij minstens één keer week komt. © phu

Na 4,5 jaar volgt maandag voor het Antwerpse hof van beroep het langverwachte strafproces. Als nieuwe juridische obstakels uitblijven, zal het naar schatting anderhalve week in beslag nemen.

Na een kort verhoor van alle achttien beschuldigden zal de procureur vrij snel een strafeis formuleren.

De achttien gewezen Reuzegommers staan terecht voor onopzettelijke doding, het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen met de dood tot gevolg, onterende behandeling en schuldig verzuim.

Vader Papis weet niet meer wat te verwachten, zegt hij thuis, bij een nieuwe kop koffie. De eerste zitting, in Hasselt, na een hobbelig juridisch parcours, draaide voor de familie uit op een desillusie. Op oprechte spijt zitten ze na al die jaren niet meer te wachten.

“Ik ga mij proberen in te houden”, zegt hij.

“Het zal niet gemakkelijk zijn. Er zijn zoveel emoties die opborrelen. Als ik het woord krijg, zal ik hen zeggen hoe hard ze onze levens hebben vernietigd. Ik zal hen recht in de ogen kijken.

“Niet zoals zij, toen in Hasselt, laf met de rug naar ons.”


Papis Dia bij het gigantische graffitikunstwerk van Sanda in het centrum van Leuven.

Lees ook


Bron: Het Nieuwsblad

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven