Marc Reynebeau – De geschiedenis hoeft geen leugenfabriek te zijn


Nu Europa zelf zijn toekomst moet bepalen, kan het maar beter wat leren uit het verleden, stelt Marc Reynebeau. Democratie en vrede sluiten elkaar niet uit.

Marc Reynebeau – De Standaard

26 februari 2025

Leestijd: 6 min


Historiografie en Donald Trump, het valt moeilijk te rijmen. Tenzij Trump de geschiedenis in zijn voordeel kan omwringen. Hij dwingt Europa meer dan ooit om de geschiedenis ernstig te nemen.

Deze tijd is “historisch”, vindt zelfs de aanstaande Duitse bondskanselier Friedrich Merz, hoezeer Duitse politici zich door hun eigen verleden ook tot timiditeit genoopt voelen.

Want de in 1945 opgetuigde trans-Atlantische pax americana loopt ten einde, zoals Merz vaststelt, nota bene door toedoen van de promotor en belangrijkste begunstigde ervan, de VS.

De demissionaire kanselier Olaf Scholz gewaagde in 2022, drie dagen na de Russische inval in Oekraïne, al van een Zeitenwende, een keerpunt in de tijd, toen hij voor 100 miljard euro extra militaire uitgaven aankondigde.

Toch bleef Berlijn terughoudend, uit schuldgevoel over wat de nazi’s Rusland in de Tweede Wereldoorlog aandeden. Daarbij vergat Duitsland dat de nazi’s toen evenveel ellende aanrichtten in Oekraïne als in de rest van de Sovjet-Unie.

Ook Polen deelde dat lot, maar onderging hetzelfde vanwege Stalin, waardoor dat land, anders dan Hongarije, Slowakije of enkele Roemenen, het nu vertikt om als waterdrager van Poetin tegen het Kremlin aan te schurken.

De factcheck van Macron

Hoe nauw het luistert met zelfs het recentste verleden, zag de Franse president Emmanuel Macron toen hij maandag belet vroeg in het Witte Huis.

Hij begon zelf met een historisch leugentje, bij wijze van beleefdheidsformule, toen hij de aloude Frans-Amerikaanse vriendschap in herinnering bracht.

Hij startte die met de Markies de Lafayette, die de Verenigde Staten ging helpen om hun onafhankelijkheid van 1776 militair te consolideren. Macron had een analogie daarmee kunnen inroepen: hoe Oekraïne nu zijn soevereiniteit militair betwist ziet door Moskou.

Het leugentje is dat de actie van Lafayette niets met vriendschap of idealisme te maken had. Frankrijk steunde de VS vooral vanwege een gemeenschappelijke vijand, de Britten.

Maar toen kwam Trumps leugen­fabriek op gang en Macron begon warempel zijn Amerikaanse collega publiekelijk te factchecken. Omtrent de omvang en aard van de Europese steun aan Oekraïne, of dat niet Kiev, maar Moskou de agressor was in 2022.

Macron nam een risico, want in kringen waar blinde Trump-idolatrie heerst, is factchecken heiligschennis.

Een andere leugen van Trump is niet helemaal onwaar. Zijn vredesplan dient, zegt hij, om een eind te maken aan “de zinloze dood van zoveel jonge Oekraïense en Russische soldaten”.

Hier schuilt de leugen in de presentatie: alsof de bloedbaden ginds een onfortuinlijk toeval zijn dat zowel Oekraïne als Rusland overkomt, en niet het gevolg van Poetins bewuste schending van fundamentele internationale regels, systematische oorlogsmisdaden inbegrepen.

Die historische lezing deelt Washington nu, zo bevestigde het maandag in de VN, met de dictaturen in Rusland, Wit-Rusland en Noord-Korea.

Een voorganger van Trump noemde die club ooit “de as van het kwaad”. Het is veeleer de as van, in het beste geval, de politieke amoraliteit.

De selectieve lezing van historische feiten past in het autoritaire en rechts-radicale vertoog dat alles naar zijn hand wil zetten en ook het verleden in een dwangbuis propt.

Wat, voor zover nodig, veel zegt over de ideologie in het nieuwe Amerikaanse bewind.

Reservoir van legitimaties

In de nog onbestemde geopolitiek die het atlantisme zal vervangen, biedt de geschiedenis zich aan als een reservoir van ervaringen en legitimaties. Zoals die uit de jaren 30.

Dat bleef in Vlaanderen lang taboe, om partijpolitieke redenen. Vlaams-nationalis­tische partijen voelden zich geviseerd en beledigd zodra opportunistische echo’s van le bruit des bottes opklonken.

De N-VA had daar, als democratische partij, geen reden toe, anders dan haar voor­loper in het interbellum, het fascistische VNV. Maar het valt te begrijpen.

Het duurde lang voor Vlaanderen, anders dan de rest van democratisch Europa, een goed begrip kreeg van wat de Tweede Wereldoorlog inhield. Het kreeg bewondering aangepraat voor de “idealistische” Vlaams-nationalistische collaboratie.

Relevant is wat die tijd kan leren over het Russische imperialisme van nu. Dan duikt ‘München 1938’ op.

Hitler had toen van Duitsland al een repressieve, militaristische en antisemitische dictatuur gemaakt, had tal van inter­nationale regels geschonden en, even tevoren, Oostenrijk geannexeerd.

In München gaven Frankrijk en Groot-Brittannië hem de vrije hand om het Sudetenland in te lijven, ten koste van Tsjechoslowakije. Dat land mocht er in München niet bij zijn, zoals Oekraïne er van Trump ook niet bij mag zijn.

Dat akkoord heette toen peace in our time en appeasement, en werd later vaak gepercipieerd als democratische zwakheid.

En zie, in een videoboodschap voor een politieke top in Kiev, maandag, stelde premier Bart De Wever (N-VA) dat van “to appease”, Rusland paaien, geen sprake mag zijn.

Vrede kwam er in 1938 ook niet van. Nog geen jaar later viel Duitsland Polen aan en verklaarden Londen en Parijs de oorlog aan Berlijn. Niet omdat hun zoveel aan Polen was gelegen, maar omdat oorlog in Europa onvermijdelijk was. Hitler zou toch van geen ophouden weten.

Het model van Salazar

De Belgische democratie had in dat interbellum nog eigen dilemma’s, met politieke minderheden als het fascistische Vlaams-nationalisme en het almaar rechts-radicalere rexisme aan Franstalige kant.

En met het Paleis, waar koning Leopold III ook erg afwijzend oordeelde over de democratie, wat hij tot zijn dood in 1983 bleef doen. Een deel van de adellijke en burgerlijke elite dacht in 1940 niet anders.

Over Leopold schreef Vincent Stuer het boek Rexit. Leopold III en het tragische misverstand (Borgerhoff & Lamberigts).

Het is een goed gedocumenteerd, maar iets te invoelend relaas over de koningskwestie, die België tot 1950 bezighield.

De altijd zeer op de Belgische neutraliteit gestelde koning wou België uit de oorlog houden, wat leidde tot een breuk met de politiek, die na de Duitse invasie de geallieerde kant koos.

Toch is de zaak meer dan louter een constitutioneel of karakterieel probleem, zoals Stuer suggereert.

De Belgen de oorlog willen besparen is nobel, maar Leopold wilde zelf regeren, accepteerde Hitlers voogdij en koos voor een grondwet naar het model van de Salazar-dictatuur in Portugal.

De oorlog kon toen nog alle kanten uit, maar de aanpassing aan ‘de tijd’ die Leopold motiveerde, lag wel in de lijn van zijn vooroorlogse inzichten.

Het lijkt moreel te simpel om nu, met het lot van Oekraïne als kennis achteraf, te besluiten dat Leopold voor een verlammend dilemma stond.

Oorlog of niet, met hem was van democratie toch geen sprake.

Al kan een les wel zijn dat democratie en mensenrechten een opdracht voor elke dag zijn, ook als geen oorlog dreigt.

Al heeft iemand als Poetin aan die waakzaamheid geen boodschap. En Trump ook niet bijster veel.

Rexit

Het begin van een potje armworstelen, of gewoon beste maatjes? © ap

Marc Reynebeau is journalist, verbonden aan deze krant. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.


Lees ook

Lees meer berichten van

Marc Reynebeau


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven