Marc Reynebeau – Israël-Gaza – Terreur heeft een context, maar willen overleven heeft die ook


De neiging is groot om in het Israëlisch-Palestijnse conflict een kant te kiezen, schrijft Marc Reynebeau. Maar niemand is gebaat bij al te simpele inzichten.

Marc Reynebeau – De Standaard


Er kan onmogelijk twijfel over bestaan: wat op 7 oktober in Israël gebeurde, was een gruwelijke en moorddadige daad van terreur.

Gruwelijk en moorddadig is terreur altijd, in de eerste plaats voor wie er het principieel onschuldige, willekeurige slachtoffer van wordt.

Dat is niet anders voor wat maandag in Brussel gebeurde.

Terreur is bedoeld om gruwelijk, moorddadig en willekeurig te zijn en heeft geen ander doel dan zichzelf.

Het is in haar onmenselijkheid een absoluut verwerpelijke en onaanvaardbare vorm van politiek handelen.

Dat laatste is vanzelfsprekend en als stelling zelfs overbodig. Toch lijkt het nodig om het met zoveel woorden te stellen. De gruwel maakt het immers altijd moeilijk om inzicht te krijgen in de terreur – en om er rekening mee te houden.

Niet als morele vergoelijking, maar als bron van rationele kennis.

Dat is des te moeilijker omdat ‘wij’ ons gemakkelijker kunnen vereenzelvigen met de slachtoffers van 7 oktober, zoals met de moderniteit in de Israëlische steden of de jonge, uitgelaten bezoekers van een technofestival, dan met de miserie in Gaza en het fundamentalisme dat er de plak zwaait.

Hoe blind terrorisme ook altijd is in wat het aanricht, het gebeurt toch altijd in een context, het komt ergens vandaan, er gaat een geschiedenis aan vooraf.

Maar het verschil blijft wel groot tussen dat proberen te begrijpen en begrip opbrengen voor de terreur zelf, laat staan die proberen goed te praten.

Dat onderscheid heeft, zeker buiten het conflictgebied, veel gesprekken over het bloedbad in Israël tot nu toe erg bemoeilijkt.

Rede, emotie, moraal en ethiek lopen in die gesprekken door elkaar.

Niet alleen het geval, bij wijze van spreken, aan de cafétoog, maar ook aan de top van de Europese Unie, met de faux pas van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen.

Botsing van beschavingen

Dat gaat dan niet alleen om principiële stellingnamen of over de vraag of de EU nog humanitaire steun moet verlenen aan de Palestijnen.

Er komt nog een tweede gedachte bij: escalatie verijdelen en vermijden dat het conflict in het Midden-Oosten zou worden ‘geïmporteerd’ in Europa.

Ook daar zouden Joodse gemeenschappen het doelwit van terreur kunnen worden, en ook daar woont een aanzienlijke bevolking met een Arabische en islamitische achtergrond, wier sympathie vooral naar de Palestijnen uitgaat.

De banaalste en onproductiefste manier om over het conflict te denken is een binaire keuze vooropstellen: pro of contra Israël of de Palestijnen.

Verwijzingen naar 9/11 of zelfs de Holocaust helpen daarbij niet echt. Zeker niet als ze geïsoleerd worden gepresenteerd, als de gruwel die ze zijn, en niet als dieptepunten in een lang, door veel tragiek gekleurd historisch proces.

Antisemitisme is ook in Europa nog lang niet uitgeroeid. Suggereren dat wat zich sinds 7 oktober rond Gaza afspeelt, een etappe is in een ‘botsing van beschavingen’ brengt al evenmin verheldering.

Op zo’n niveau van abstractie worden de gruwelijke details onzichtbaar, wat geen recht doet aan de slachtoffers en waarmee Europese zoetwaterfilosofen het omgekeerde doen van de gevreesde ‘import’ van het conflict: ze ‘exporteren’ hún agenda ermee naar het Midden-Oosten.

Daarmee houden de complicaties niet op.

De bredere context valt immers niet onverdeeld positief uit voor Israël, met, ten aanzien van de Palestijnen, een lange geschiedenis van bezetting, kolonisatie, onderdrukking en annexatie. Dat is geen oude geschiedenis.

De nu door een tijdelijk oorlogskabinet vervangen extreemrechtse regering opperde zelfs het plan om, vooral op Bijbelse gronden, de hele Westelijke Jordaanoever te annexeren.

Iedereen kwetsbaar

Dat beleid is dan weer niet te vereenzelvigen met Israël als samenleving in al haar diversiteit.

In Israël leeft ook een brede en diepgeworteld democratische en progressieve stroming, die de drijvende kracht was achter het massale, maandenlang volgehouden verzet tegen de autoritaire en religieus-extremistische tendensen in de Israëlische politiek.

Dat beleid belooft niets goeds voor de Palestijnen, maar ook niet voor de democratische rechtsstaat, de vrouwen, of de rechten van minderheden in het land.

Zelfs bij militairen rezen twijfels of dit wel het Israël was waarvoor zij hun leven wilden riskeren.

Die twijfel is nu voorbij. Veiligheid is meer dan ooit de eerste bekommernis.

In een land waar, zeker buiten de grote steden, elk huis een schuilkelder hoort te hebben voor het geval Hamas weer eens zijn geïmproviseerde raketten afvuurt, is veiligheid allerminst een theoretische of abstracte overweging.

Daar komt nu een trauma bij. ‘7 oktober’ werd in principe onmogelijk geacht.

Het lowtech, licht bewapende, constant gemonitorde en achter stalen barrières in de Gazastrook afgesloten Hamas is geen maat voor het gesofisticeerde Israëlische leger.

En toch gebeurde het, in de asymmetrie van een blinde terreur die niemand ontzag, ook niet de alternatieve scène op het muziekfestival, zelfs niet Israëlische vredesactivisten.

Zo bleek iedereen kwetsbaar te zijn, waar alleen wat aan te doen is door Hamas volledig uit te schakelen, al kan dat alleen een doel zijn op de korte termijn.

Waarbij de grens tussen wraak en het verzekeren van de veiligheid erg dun wordt – en, zoals nu al in Gaza blijkt, veel collateral damage en burgerslachtoffers het fatale gevolg zullen zijn.

Die zorg voor veiligheid wordt in progressieve middens in Europa en de VS onderschat, stond maandag in een open brief die was ondertekend door enkele tientallen Israëlische activisten, academici en kunstenaars, onder wie tal van gangmakers van het democratische protest tegen de regering.

Zij voelen zich in de steek gelaten door progressieven elders in de wereld.

‘Dat zoeken naar context voor de terreur’, aldus een van hen (maandag in het Nederlandse tv-programma Nieuwsuur) dient als psychologisch mechanisme om niet van mening te hoeven veranderen.

Terwijl de pro-Palestijnse betogingen aan onder meer Amerikaanse universiteiten de legitimiteit van een vredesdialoog met Palestijnen in Israël dreigt te ondergraven.

De tragische ironie wil dat ook dat aanvoelen een onderdeel van ‘de context’ is.


Een pro-Palestijnse betoging in Antwerpen, na de Israëlische bombardementen op Gaza. 
© Sebastian Steveniers

Marc Reynebeau – Journalist verbonden aan De Standaard. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.


Lees ook


Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Marc Reynebeau in en vind meer berichten.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven