De oudste is 66, hoogleraar psychoanalyse op rust, en schreef meerdere boeken over de menselijke psyche. De jongste is 8 en brengt net voor het nieuwe schooljaar nog enkele zorgeloze zomerdagen door bij haar grootouders. Paul Verhaeghe en Luce Bevernage, grootvader en kleindochter.
Stijn De Wandeleer – De Morgen
PAUL
“Het is bij ons thuis altijd een levendige boel geweest. We zijn in onze familie ondertussen met zeven kleinkinderen, van wie de jongste acht maanden oud is, en de oudste 24 jaar. Tijdens de zomervakantie komen de kleinkinderen hier regelmatig langs, maar ook in de loop van het jaar zien wij elkaar wekelijks. Er zit een grote continuïteit in ons contact: we gaan niet bij elkaar op ‘bezoek’, we gaan gewoon langs.
“Ik ben er een groot voorstander van om de opvoeding van kinderen over meerdere drukpunten te verdelen. Twee ouders opsluiten met hun kinderen en hen alleen voor de opvoeding laten opdraaien, dat is volgens mij het slechtste wat je kunt doen. Luce heeft vier grootouders die ze regelmatig ziet, en ook een oom en een tante bij wie ze kind aan huis is.
“Wij vormen samen een groep die min of meer dezelfde normen en waarden deelt, en waarin ze zich vrij kan bewegen. Het voordeel van de opvoeding van kinderen niet alleen bij de ouders te leggen, maar aspecten ervan ook onder een bredere groep te verdelen, is dat je kinderen van elke telg van die groep afzonderlijke sterktes meepikken.
“De liefde voor lezen heeft Luce duidelijk van hier en van haar mama meegekregen. Ik heb die ook altijd proberen aanwakkeren − onlangs hebben we de hele Harry Potter-reeks in huis gehaald − en mijn vrouw heeft onze kinderen en kleinkinderen vroeger ook systematisch voorgelezen. Nee, Sigmund Freud zal ik Luce later nooit uit mezelf in de handen duwen. Maar literatuur, dat wil ik haar wel aanreiken, natuurlijk. Ook met onze kinderen wisselen we voortdurend boeken uit. Met de liefde voor lezen te stimuleren kun je niet vroeg genoeg beginnen.
“Ik herken veel van mijn dochter in Luce. Ze leest niet alleen graag, maar houdt ook enorm van knutselen en is verbaal ontzettend sterk. Kleinkinderen krijgen is toch ook een confrontatie met hoe een nieuwe generatie verschilt van de voorgaande. Mijn generatie moest op school nog braaf in de rij staan en zwijgen.
“In de freinetschool waar Luce naartoe gaat, zie je op het eerste gezicht alleen chaos. Tot je het systeem begint te begrijpen, en merkt dat er gewoon een andere organisatievorm heerst, die eigenlijk vooral door de kinderen gedragen wordt. De oudere kinderen krijgen er bijvoorbeeld ook al meteen verantwoordelijkheid voor de jongere. Dat vind ik fantastisch.
“We vergeten vaak dat wij niet alleen naar onze kinderen kijken, maar dat ze ook terugkijken en je een spiegel voorhouden. Het is een generatie die opmerkingen dúrft te maken. Onze kleinkinderen zijn natuurlijk opgevoed met het idee dat ze beleefd moeten zijn, maar ze mogen wel hun mening geven, en dat doen ze ook. Ook de vanzelfsprekendheid waarmee ze met hun lichaam omgaan, vind ik opmerkelijk. Ik bedoel dat letterlijk en figuurlijk: er zit een ongelooflijke soepelheid in hun ledematen. Als wij vroeger sportten, moest het vooral pijn doen. En praten over seksualiteit was al helemaal uit den boze. Dat is nu wel anders, en dat vind ik een positieve evolutie.
“Of ik, als hoogleraar psychoanalyse, ook mijn kinderen en kleinkinderen aan uitgebreide psychoanalyse onderworpen heb? Nee, dat doe ik heel bewust niet. Ik heb heel snel een strikte scheiding gemaakt tussen mijn professionele en privéleven. Het stomste dat je kunt doen is proberen psycholoog te spelen over je eigen kinderen of je eigen partner. Je bent simpelweg te veel betrokken partij om nog over objectieve informatie te kunnen spreken. De weinige keren dat het bij me opkwam om het gedrag van mijn kinderen toch van naderbij onder de loep te nemen, heb ik dat bewust aan de kant geschoven. Daar heb ik echt geen moeite mee.
“Maar ik heb natuurlijk wel veel van mijn kinderen en kleinkinderen geleerd. Vooral geduld hebben ze me bijgebracht − iets wat ik vroeger eigenlijk helemaal niet had. (Zegt hij in volstrekte kalmte terwijl Luce op zijn rug is geklommen en met haar handen zijn gezicht bepotelt) Het mooie aan kleinkinderen hebben is dat je dat hele hoofdstuk van het hebben van jonge kinderen nog eens opnieuw kunt meemaken, maar dan zonder dat je zelf nog in de rush van alledag zit. Mijn vrouw en ik zijn allebei met pensioen, waardoor we veel bewuster met onze kleinkinderen kunnen omgaan, en meer tijd voor hen kunnen vrijmaken. Daar kan ik enorm van genieten.”
LUCE
“Eigenlijk is opa echt niet streng, hoor. We mogen hier zelfs meer dan thuis. Thuis mogen we niet naar de televisie kijken voor we gaan slapen, bij opa en oma mag dat wel. En ooit heb ik zelfs eens de nagels van opa gelakt, en de haren van oma in vlechten gedraaid. Er mag hier dus echt wel veel. Ik woon in de stad, en opa heeft een grote tuin, met achterin ook een speeltuin. Als ik hier ben teken ik vooral veel, en kaart ik, maar ik speel ook veel in de tuin.
“Ik ga in Gent naar school, maar ik vind dat de zomervakantie ondertussen wel lang genoeg heeft geduurd. Ik wil graag weer kunnen spelen met vrienden op de speelplaats. Maar rondlopen in de tuin bij opa en oma is ook heel leuk. Vanmorgen heb ik hier nog frambozen geplukt. Opa weet trouwens veel over de natuur. Als mijn zus en ik een vogelnest gevonden hebben, of een dier in de tuin hebben gezien, weet opa meestal wel wat het is.
“Ik lees heel graag. Veel van die leestips krijg ik van opa. Opa kocht onlangs alle Harry Potter-boeken, en daar ben ik net in begonnen, al zijn die wel nogal moeilijk. Ook in De Boeboeks van Marc de Bel ben ik bezig. En in De waanzinnige boomhut-boeken.
“Soms kom ik tijdens het lezen woorden tegen die ik niet begrijp, en dan weet mijn opa meestal wel raad. Gisteren stelde ik nog een vraag over een boek dat opa geschreven heeft, over autoro- (zoekt naar haar woorden) autororiteit. Toen heeft hij me uitgelegd dat het eigenlijk een boek is over leiding geven. Zoals in de scouts dus. Hij heeft dat boek ook aan mij opgedragen, maar ik ben nog te jong om het zelf te lezen. Dat zal ik later weleens doen.”
Gekke gewoontes
Luce over Paul: “Opa maakt veel flauwe mopjes. ‘Dat is weer een typisch opamopje’, zeg ik dan.”
Paul over Luce: “Als Luce een chocolade ontbijtkoek voorgeschoteld krijgt, gaat ze minutieus alle chocolade eruit pulken, waarna ze de koek opeet zonder chocolade − die wil ze niet in haar koek.”
Wie is Paul Verhaeghe?
- 67 jaar.
- Klinisch psycholoog en psychoanalyticus.
- Zijn eerste doctoraat (1985) handelde over hysterie, zijn tweede (1992) over psychodiagnostiek.
- Werkt als gewoon hoogleraar aan de universiteit van Gent.
- Verwierf internationale bekendheid met zijn boeken Liefde in tijden van eenzaamheid, Identiteit, Autoriteit en Intimiteit.
Lees ook
Bron: De Morgen