Portret – Alexia Bertrand


Ze heeft er haar eerste week in de federale regering opzitten. Alexia Bertrand, de blauwe jonkvrouw, beseft dat de begroting beheren een ondankbare job is. ‘Maar ik heb in het leven heel veel kansen gekregen, en voelde dat ik zelf iets wilde teruggeven. Is dat een roeping?’

Peter De Lobel en Pascal Dendooven – De Standaard


‘Ik, te hard? Oei, dat zal mijn drive zijn’

Alexia Bertrand


Bijzonder intelligent. Ambitieus. Briljant! Wie probeert aan de hand van derden een portret te schetsen van de nieuwe staats­secretaris voor Begroting, Alexia Bertrand (Open VLD), krijgt soms de indruk dat er een debatfiche is rondgestuurd.

Telkens komen dezelfde adjectieven terug. Al worden ook de keerzijdes geregeld ­vermeld. Sommigen vinden Bertrand té hard, té scherp en zelfs wat té ambitieus.

Dat Open VLD-voorzitter Egbert ­Lachaert vorige week de 43-jarige Bertrand uit zijn hoed toverde als nieuwe staatssecre­taris voor Begroting, was voor ­velen een grote verrassing. Ook haar voorzitter Georges-Louis Bouchez (MR) was niet op de hoogte.

Vlak voor het nieuws ­bekendgemaakt werd, probeerde Bertrand hem nog te bereiken. Ze wilde hem zelf vertellen dat ze naar de federale regering ging én dat ze dat bovendien zou doen voor Open VLD.

Maar Bouchez was op weg naar Abu Dhabi om Max Verstappen zijn 35ste Formule 1 overwinning te zien behalen. Zijn telefoons en hijzelf waren even in vliegtuigmodus.

Toen Lachaert even later probeerde, lukte het wel. De Open VLD’er zei achteraf dat het telefoontje ‘al bij al nog meeviel, ik had erger verwacht’.

Bouchez viel dan ook niet compleet uit de lucht. Dat zijn fractieleidster in het Brussels Parlement enorme ambities had, wist hij al langer. En sinds eind augustus wist hij ook dat ze bereid was erg ver te gaan om die te realiseren.

Dat hij journaliste Hadja Lahbib in juli minister van Buitenlandse Zaken maakte, ter vervanging van Sophie Wilmès (die tijdelijk een stap terugzette om voor haar zieke echtgenoot te zorgen), ervoer Bertrand als een ­persoonlijk affront.

Ze vond dat ze al de nodige vakjes kon afvinken. Ze is perfect tweetalig, had als kabinetschef van Didier Reynders (MR) ervaring met de federale ­regering én Buitenlandse Zaken, had een MR-lidkaart en was gekozene in zowel een gemeenteraad als het parlement.

Eigenlijk allemaal kaarten die Lahbib niet in handen had, zelfs die lidkaart niet.

Beste vrienden

Op papier deelt Bertrand heel wat standpunten met de N-VA van Peter De Roover (links). belga

Lahbibs ministerschap veroorzaakte flink wat deining binnen de MR, al geeft een Brussels MR-parlementslid – dat het nochtans goed kan vinden met Bertrand – wel aan dat Bouchez ook een punt had.

‘Over de aanstelling van Lahbib is veel inkt gevloeid, maar dat past natuurlijk in Bouchezs plannen om de MR te verbreden. Dan moet je verder kijken dan de mensen die er nu al in zitten. Hij wil naar 30 procent, hé, vergeet dat niet.

Alexia was daar enorm ontgoocheld over, dat is zeker. Maar het politieke leven verloopt zelden lineair.’

Bertrand gaf zich ook niet zomaar gewonnen. Eind augustus maakte ze de drempel voor Bouchez om haar nog eens over het hoofd te zien een stuk hoger.

In een interview met La Libre liet ze optekenen dat zij en niemand anders de kandidaat van de MR was voor het Brusselse ­minister-presidentschap.

Bouchez had ze daarover niet ingelicht.

Er gingen geruchten dat hij haar naar de Europese lijst zou schuiven, iets wat ze absoluut niet zag ­zitten. Haar ambities lagen federaal, maar als het moest, zou ze zich tevredenstellen met het Brusselse lijsttrekkerschap.

Maar minder was geen optie, klonk de waarschuwing aan Bouchez.

Wie evenmin op voorhand ingelicht werd, was David Leisterh (MR). Behalve een goede vriend en collega in het Brussels Parlement, is dat nochtans de Brusselse MR-voorzitter. Degene die gaat over de ­lijsten dus.

Bovendien heeft Leisterh zélf de ambitie om Brussels MP te worden en Rudi Vervoort (PS) van de troon te stoten.

Leisterh steekt dan ook niet onder ­stoelen of banken dat Bertrands interview de sfeer bij de hoofdstedelijke liberalen niet ten goede kwam.

‘Wij zijn in 2012 ­samen begonnen op het kabinet van Didier Reynders (MR). Later hebben we samen campagne gevoerd in Brussel, zij werd echt een van mijn beste vrienden.’

Dat ze hem op deze manier de pas probeerde af te ­snijden, kwam dus hard aan.

‘Het was een paar weken…euh, koude oorlog. Ja, grote spanningen. Maar goed, uiteindelijk zijn we rond de tafel gaan zitten en stelden we gezamenlijk vast dat we nog steeds vrienden waren, maar ook dat er een stevig politiek probleem was. Een probleem dat we op dat moment geen van beiden konden oplossen. We hebben het toen eigenlijk ­geparkeerd en zouden later naar een oplossing zoeken.’

Door Bertrands overstap naar Open VLD liggen de kaarten nu wel een stuk eenvoudiger?

‘Ik denk het wel, ja.’

Ook Leisterh roemt Bertrands ambitie en intelligentie, ‘maar wat ik eigenlijk het meest indrukwekkend vond, was dat zij überhaupt de stap naar de politiek zette.

‘Zij had een ongelofelijk mooie carrière voor zich en gaf dat op om aan een ­compleet onzeker bestaan in de politiek te beginnen.’

Een ‘interessante’ overstap

Als dochter van Luc Bertrand had de nieuwbakken staatssecretaris inderdaad heel andere paden kunnen bewandelen. Haar vader zag in haar de ideale opvolger aan het hoofd van Ackermans & van ­Haaren (AvH), één van de belangrijkste ­holdings op de Belgische beurs.

Die heeft onder meer een belang in de baggergroep Deme, die mee de grote windmolenparken realiseerde voor de Belgische kust.

Alexia Bertrand maakte de voorbije negen jaar deel uit van de raad van bestuur van AvH, waar ze één van de vijf met de familie ­verbonden bestuurders was.

Was, want eind vorige week nam ze ontslag vanwege haar benoeming tot staatssecretaris. AvH moet daardoor op zoek naar een nieuwe vrouwelijke bestuurster. Of die binnen de familie kan gevonden worden, is niet zeker.

Vader Luc Bertrand kampt dan ook met gemengde gevoelens. De ondernemer schrikt er niet voor terug om stevige kritiek op de overheid te geven, ook al is zijn ­belangrijkste bedrijf, Deme, tamelijk ­afhankelijk van overheidsbeslissingen.

Het speelt een belangrijke rol in de energietransitie en is al lang geen klassieke baggeraar meer.

‘Wat mij wakker houdt, is dat beslissingen uitblijven. De politiek, ­zowel ­federaal als regionaal, moet niet ­praten, maar doen.

‘De Vlaamse regering, de ­premier en de minister van Energie moeten samenkomen en beslissen. Het is vrij simpel. Er zijn geen tien oplossingen.

‘Bedrijven die zo’n hoge energiefactuur krijgen, zijn bijna dood. Die houden het nog één of twee jaar uit. En dan zijn ze weg’, waarschuwde hij onlangs in het ­zakenblad Trends.

‘Voor een parlement is dat gezond, denk ik: een mix van mensen die al erg jong in de politiek gegaan zijn, met anderen die ervaring uit het bedrijfsleven meebrengen’

Alexia Bertrand

Zijn dochter, voluit jonkvrouw Alexia Marie Lucrèce Yveline Bertrand, is geboren in Wilrijk, maar woont met haar man en drie kinderen in Sint-Pieters-Woluwe.

Dat zij de overstap van de MR naar Open VLD maakt, vindt haar vader ‘interessant’.

‘Het kan helpen om het complete immobilisme aan de top van dit land, in beweging te ­krijgen.’

Maar: ‘Dat ik haar vandaag moet lossen, doet me pijn.’ In de langetermijnstrategie van AvH had ze echt nog haar meerwaarde kunnen bewijzen, vindt hij.

Maar zoals ze zelf enkele jaren geleden zei: ‘Vader heeft ons altijd geleerd dat we onafhankelijk moeten denken en alles ter discussie moeten stellen. Het logische ­gevolg is dat we het niet altijd eens zijn.’

Zullen bepaalde politieke krachten er geen graten in zien dat een familielid van een belangrijke industriële holding als AvH nu in de regering zit?

Alexia zal nooit ­dergelijke zaken vermengen. Dat is uit den boze. Ik zou haar ook nooit iets durven te vragen. Dat ze nu in de regering zit, zal ­eerder tegen mij spelen.’

Beslissende minuten

‘Soms neem je op een paar minuten beslissingen die je hele leven veranderen’, vertelt Alexia Bertrand tijdens een kort telefoongesprek, tussen een uitgelopen kernkabinet en een volgende dringende vergadering.

Ze heeft het dan over de beslissing om in de politiek te gaan.

‘Dat was op de terugweg van een etentje met vrienden. Mijn man en ik zaten in de wagen en stelden vast dat we ons weer maar eens hadden opgewonden over de politiek. Plots besefte ik dat ik dan maar de moed moest hebben om er zelf iets aan te proberen doen.

‘Is dat een roeping?

‘Ik heb in het ­leven heel veel kansen gekregen, en voelde dat ik zelf iets wilde teruggeven. Voor een parlement is dat ook gezond, denk ik; een mix van mensen die al erg jong in de politiek gegaan zijn, met anderen die ervaring uit het bedrijfsleven meebrengen.’

‘Ik heb haar ooit gezegd dat ik haar tussenkomsten zou filmen om aan haar kinderen te tonen als ze zo bleef voortdoen’

Georges Dallemagne (Les Engagés)
Zit sinds 2012 met Bertrand in de gemeenteraad van Sint-Pieters-Woluwe

Dat was 2012. Niet lang na die autorit stapte Bertrand tijdens een politieke conferentie op toenmalig MR-vicepremier Didier Reynders af en zei dat ze voor hem wilde ­komen werken.

Niet dat ze op dat moment echt moest hengelen naar een job. Ze was dan al een paar jaar aan de slag bij advocatenbureau Linklaters, had voordien met grote onderscheiding een rechtendiploma ­behaald aan de UCL, had een master aan Harvard op zak en was zelfs geslaagd voor haar examen aan de balie in New York.

En toch. De politiek fascineerde en Reynders zag het potentieel. Niet veel later kon ze beginnen als adviseur Asiel en Migratie, Justitie en Economische Zaken op zijn ­kabinet. Drie jaar later was ze er kabinetschef.

Het was ook in 2012 dat ze voor de eerste keer op een kieslijst stond. Dat was in in Sint-Pieters-Woluwe. Vanop de achtste plaats haalde ze de op drie na hoogste ­score.

De liberale Liste du Bourgmestre klopte de concurrentie met grote voorsprong, maar toch was het feest van korte duur. Bertrand leerde er naar eigen zeggen haar eerste harde politieke les.

‘Daar zaten wij voor iets tussen’, zegt ­Kamerlid Georges Dallemagne van Les ­Engagés, het vroegere CDH.

‘CDH heeft de MR toen uit de coalitie gewipt, zodat ­Benoît Cerexhe burgemeester kon worden, terwijl dat altijd een liberale gemeente is geweest.’

Dallemagne zit al sinds 2012 in de gemeenteraad met Bertrand. En ook hij, hoewel van een heel andere strekking, moet toegeven dat ze haar dossiers tot in de puntjes beheerst en ‘le sens de la replique’ heeft.

‘Ze is een sterke politica, en eens ze bijt, laat ze niet meer los. Wat me ook altijd opviel, is dat ze ondanks haar ­gegoede komaf heel erg begaan is met ­sociale problemen.’

In die eerste maanden in de oppositie ging ze er wel vol tegenaan, zegt Dalle­magne.

‘Soms was ze gewoon te hard. Ik heb haar ooit gezegd dat ik haar tussenkomsten zou filmen om aan haar kinderen te tonen als ze zo bleef voortdoen. Maar bon, ze heeft politieke feeling en weet ­onder welke hoek ze een dossier moet ­aanbrengen.’

Beslagen op het ijs

Ook toen ze in 2019 fractieleider werd in het Brussels Parlement, had Bertrand de fluwelen handschoenen thuisgelaten. Van in het begin wond ze zich op over de inertie van de parlementaire assemblee. En ook hier voerde ze direct bikkelharde ­oppositie.

De manier waarop Brussels ­minister van Volksgezondheid Alain Maron (Ecolo) de coronacrisis in het begin aanpakte, vond in haar ogen geen genade. 

En ook minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) kreeg Bertrand over zich heen toen er bijvoorbeeld een rijstrook werd geschrapt in de Wetstraat om de fiets meer ruimte te bieden.

Eigenlijk legde ze vaak gewoon de hele regering over de knie, om die een gebrek aan visie te verwijten.

Brussels minister Sven Gatz (Open VLD), onder meer bevoegd voor Financiën en Begroting, kan ervan meespreken. Dat Gatz net als zij een liberaal is, maakte voor haar tussenkomsten geen verschil.

Ze ­verweet de Brusselse regering dat die ‘een zieke begroting’ had, dat ze weigerde te hervormen en daarom recht op een muur afstevende.

‘Ze pakte me behoorlijk hard aan, ja’, zegt Gatz. ‘Nu ja, zij was de chef van de oppositie. Dan is het maar terecht dat je dat doet. Het is niet omdat we van dezelfde politieke familie zijn dat ze ­zomaar kon zeggen dat alles wat de regering voorstelde goed was.

‘Je voelt ook ­direct hoe goed mensen hun tussenkomst hebben voorbereid. En zij kwam altijd ­beslagen op het ijs. Het zijn dat soort politici die in een commissie ook een debat kunnen opzetten.

‘Als liefhebber van het parlement houd ik daarvan, die spanning tussen meerderheid en oppositie. Je hebt dat nodig. Anders kom je in een steriel, protocollair parlement terecht, waar ­niemand iets aan heeft.

‘Trouwens, ze gaf soms ook wel eens een compliment over elementen van de begroting, maar dat ­genereert natuurlijk wat minder media-aandacht.’

Zelf lijkt Bertrand zich er niet van bewust dat ze zo hard overkomt.

‘Oei neen. Ik hoop dat het gewoon met mijn drive te ­maken heeft. Ik probeer gewoon zo spontaan mogelijk aan politiek te doen.’

Het ligt in lijn met de mentaliteit die ze van thuis meekreeg. ‘Wij kregen erg veel vrijheid, maar onze ouders zeiden wel: wat je ook doet, zorg dat je het zo goed mogelijk doet.’

‘De overstap van Alexia kan helpen om het complete immobilisme aan de top van dit land, in beweging te krijgen. Maar dat ik haar vandaag moet lossen, doet me pijn’

Luc Bertrand 
Hoofd Ackermans & van ­Haaren en vader Alexia Bertrand

Sinds deze week moet ze als staatssecretaris zelf optornen tegen een oppositie die haar kan verwijten dat de begroting ziek is en dat we alsmaar dieper in de budgettaire put sukkelen. Om van Europa nog te zwijgen, dat voor België het ene na het andere waarschuwende rapport schrijft.

‘Tja, dat dit een ondankbare job wordt, wist ik toen ik eraan begon’, zegt ze.

‘Ik heb ook vaak tegen Sven gezegd dat ik goed besefte dat hij niet de enige verantwoordelijke was voor de begroting. Ik heb hem zelfs ooit gezegd dat ik blij was dat hij minister van Begroting was en niet iemand van links. Zonder hem was het in Brussel nog veel ­erger geweest.

‘Als minister of staatssecretaris van Begroting moet je de hele tijd de schade beperken. Ik heb dan ook veel ­respect voor mijn voorgangster (Eva De Bleeker, red.).

‘De successen die je boekt, zijn eigenlijk dingen die men niet ziet, geld dat niet is uitgegeven. Je moet dat dan als persoonlijke overwinningen zien, denk ik, want daar publiek mee uitpakken gaat moeilijk.

‘Ik heb daar voor alle duidelijkheid geen probleem mee, hé. Als ik zeg dat ik een bijdrage wil leveren, dan ligt mijn focus niet op wat er daarna over mij in de pers verschijnt.’

Onzeker pad naar 2024

Bertrand profileert zich economisch rechts, en kon zich in de regering-Michel goed vinden in de lijn van N-VA-staatssecretaris Theo Francken op Asiel en Migratie. Al ergerde ze zich blauw aan de populistische toon die hij en zijn partij vaak hanteerden.

In een interview met Doorbraak waarschuwde ze ooit voor ‘het gevaar van gewenning aan het beleid van de PS’.

Op papier zijn dat allemaal standpunten waar in 2024 mogelijk een pak Vlaamse kiezers oren naar zullen hebben.

Maar of de kiezer haar meteen in de ­armen zal sluiten, laat staan of de 6.000 kiezers die ze in 2019 achter zich kreeg, ­zullen volgen, dat is een groot vraagteken.

‘Voor de MR is dat een gat van 6.000 stemmen in Brussel. En ik zie nog niet hoe we die gaan terughalen’, zegt een Brussels ­MR-parlementslid.

‘Een gezamenlijke lijst? Op papier is dat misschien sexy, maar in de praktijk?’

Ook bij Open VLD is men er nog niet uit. ‘Politiek zit ze in een erg onzekere positie’, zegt een liberaal die haar goed kent.

‘Het is maar het staatssecretarisschap, en ze laat er alle kansen op het minister-presidentschap mee schieten.

‘Misschien was ­intern al gezegd dat dit niet meer tot de mogelijkheden behoorde. Maar het blijft een risico en dat toont dat ze een politiek dier is. Maar of het bij de Vlaming gaat pakken? Ik weet het niet.’

Bertrand zelf blijft er rustig bij.

‘Het was geen deel van mijn overwegingen toen ik vorige week moest beslissen. Ik sta in 2024 ter beschikking van de partij, Open VLD. En wij hebben een leven in Brussel, mijn kinderen gaan hier naar school, dus ik heb niet de intentie om te verhuizen.’

Toch ­hinten op die gezamenlijke lijst met MR dan? ‘Ik beslis daar niet over, maar voor de MR lijkt me dat een win-win.’

In een interview zei ze ooit dat de belangrijkste les die ze van Didier Reynders leerde, was dat ze geduld moet hebben.

‘Hij kan wachten op het juiste moment om een dossier door te duwen. Timing is heel belangrijk.’

Een les die vorige week van pas kwam. En misschien in 2024 opnieuw.


 Alexia Bertrand belga

Bekijk alle beschikbare portretten

Portretten



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven