Ruud Goossens – En toen militeerde Bumba ineens voor Vlaams Belang, dat zijn Ketnet naar de haaien wil

© Ruben L. Oppenheimer

Een Studio 100-clown verzeilde deze week in de Vlaams Belang-campagne. Bizar, vindt Ruud Goossens. Met die partij gaat de zender waarop Bumba floreert net naar de haaien.

Ruud Goossens – De Standaard


Viktor Orban liet er bepaald geen gras over groeien, toen hij in 2010, na acht lange oppositiejaren, de macht heroverde in Hongarije. Zijn regering richtte haar pijlen meteen op de openbare omroep. Die moest helemaal onder de knoet van zijn Fidesz-partij komen.

Meer dan 1000 werknemers werden aan de deur gezet, onder wie ook heel wat journalisten. Hun plek werd ingenomen door Orbangetrouwen. In een waanzinnig tempo veranderde de openbare omroep vervolgens in een propagandakanaal van de heersende partij.

In Polen pakte Jaroslaw Kaczynski het enkele jaren later op haast identieke wijze aan. Tijdens de campagne in 2015 was zijn Recht en Rechtvaardigheid (PiS) nog erg vaag gebleven over haar plannen met de media. Maar zodra Kaczynski gewonnen had, ging het fluks.

De openbare omroep werd toevertrouwd aan een PiS-politicus. Ook in Polen volgde een massale ontslaggolf. De kijkcijfers kelderden, maar daar maalde Kaczynski niet om. Hij had een vehikel in handen om zijn eigen kies­publiek voortdurend te bewerken.

Wie de Hongaarse of Poolse situatie vergelijkt met de verhalen die de afgelopen weken in Vlaanderen opdoken over politieke inmenging bij de openbare omroep, kan twee lessen trekken.

De eerste is dat de situatie bij de VRT, alle Knappe koppen en Jan Jambons ten spijt, nog behoorlijk meevalt.

Evengoed zie je hoe belangrijk het is om tijdig op de rem te duwen als politici hun ten­takels uitsteken. Dat is zeker zo nu er in Vlaanderen een regeringsdeelname dreigt van Vlaams Belang.

Die partij kijkt immers al jaren bewonderend naar het illiberale palmares van haar geestesgenoten elders in Europa.

Het vuur van Dillen

Elk jaar gaat Vlaams Belangvoorzitter Tom Van Grieken, vergezeld van een camera, bloemen neerleggen op het graf van een man die zijn leven lang dweepte met de Vlaamse fellow travellers van het nazisme.

Dat veroorzaakt hier geen storm meer, het voorbije weekend stond Van Grieken dus weer aan de zerk van Karel Dillen. Dan heeft hij er vast ook geen probleem mee dat we de stichter van zijn partij hier nog eens citeren.

In de aanloop naar de verkiezingen van 1991, die de geschiedenis ingingen als Zwarte Zondag, zei Dillen dat alle journalisten, wat hem betreft, voor het kanon gezet mochten worden. Sterker, hij wilde dan zelf graag “Vuur!” roepen.

Dat is natuurlijk lang geleden. Studio 100 leende Plopsaland toen nog niet uit aan extreemrechts, zoals deze week tijdens de familiedag van Vlaams Belang, en Bumba militeerde nog niet voor Van Grieken.

Maar een blik op het einde van de vorige eeuw leert wel hoe diep de afkeer in Vlaams Belang kringen is tegenover onafhankelijke journalistiek in het algemeen (“hoernalisten”, placht Filip Dewinter te zeggen) en de openbare omroep in het bijzonder.

De BRTN werd in VB-pamfletten de “BRT-Nul” of het “Huis van Onverdraagzaamheid”. In het parlement had Gerolf Annemans het over een “een nest dat een steeds kwalijker geur ging verspreiden”.

Die weerzin is nooit verdwenen. Drie jaar geleden merkte Vlaams parlementslid Klaas Slootmans op Facebook op dat het “hoog tijd is voor een grote kuis aan de Reyerslaan”.

Dat blijkt, als je het verkiezingsprogramma van Vlaams Belang leest, geen loze kreet. De partij wil de openbare omroep drastisch afslanken.

Met factchecken mag de VRT zich niet meer bezighouden, want de burger weet “voor zichzelf wel feiten en fictie te scheiden”.

Alle amusement wordt aan de omroep onttrokken, dat wordt geprivatiseerd. Alleen om nieuws en cultuur mag de VRT zich nog bekommeren.

Op redactionele autonomie, die nochtans is vastgelegd in het media­decreet, moeten de journalisten daarbij niet meer rekenen.

Volgens het Belang is die autonomie verworden “tot een handig wapen om bepaalde politieke stromingen te benadelen”.

Ze maakt het redacties mogelijk om “al te eigengereid” op te treden. Dat zou niet meer de bedoeling zijn. Elke drie maanden zou de nieuwsdienst zijn keuzes immers moeten toelichten aan de broodheren.

Vlaams Belang wil dus, zoals gepensioneerd VRT-gezicht Kurt van Eeghem onlangs aan Knack vertelde, van de VRT “een instituut maken dat moet doen wat de politiek zegt”.

“Als ik nog eens een idee heb voor een programma, zal ik inderdaad op een lijst van een politieke partij moeten gaan staan om het uitgevoerd te krijgen.”

Media-obsessie

Vlaams Belang zegt altijd dat het haar alleen om “diversiteit” en “pluralisme” te doen is. De partij wil meer aan bod komen.

Maar een blik over de grens leert dat diversiteit en pluralisme, zodra extreemrechts de knoppen in handen krijgt, meteen voor de bijl gaan.

Hongarije is de afgelopen 14 jaar diep weggezakt op de Press Freedom Index van Reporters Zonder Grenzen.

80 procent van de media eten er ondertussen uit de hand van Fidesz. Want ook dát is een trend: het houdt nooit op bij de openbare omroep.

Eind vorig jaar duwde Orban er een wet door die “buitenlandse inmenging” in de mediasector aan banden wil leggen. Iedereen weet dat hij op die manier achter de laatste kritische websites wil aangaan. Alle andere titels zijn nu al in handen van bevriende oligarchen.

Het is fascinerend om te zien hoe geobsedeerd álle Europese geestesgenoten van het Belang zijn door die strijd om de media.

In Nederland pleit Geert Wilders voor de afschaffing van de NPO, “een nutteloos ding”.

Als de Duitse AfD dit najaar aan de macht raakt in Thüringen, wil ze de overeenkomst met de regionale openbare omroep MRD opblazen.

In Italië gaan de journalisten van de Rai staken wegens de “verstikkende controle” door de radicaal-rechtse regering van Giorgia Meloni.

En ook in Oostenrijk, waar de extreemrechtse FPÖ in alle peilingen aan kop ligt, dreigt er onweer.

Onlangs lekte een reeks chatberichten uit waarin FPÖ-kopstukken van gedachten wisselden over de openbare omroep. Het ging er niet subtiel aan toe. “We moeten hen afschieten”, klonk het over journalisten van de ORF.

Dat soort taal vinden ze bij Vlaams Belang, mogelijk met Karel Dillen in gedachten, geen halszaak. De FPÖ’ers blijven vrolijk deel uitmaken van Identiteit en Democratie, de Europese radicaalrechtse partij die door Annemans geleid wordt.

En op de extreemrechtse CPAC-conferentie in Boedapest spoorde Van Grieken de Hongaren vorige week nog aan “om voort te doen zoals ze bezig zijn”. Over Orbans mediabeleid sprak hij geen kritisch woord.

Zwijgplicht

In zo’n klimaat verdient de openbare omroep alle steun. De VRT moet overleven in een erg moeilijke context.

Er zijn in Vlaanderen twee grote en machtige mediagroepen – DPG en Mediahuis – die de Reyerslaan geen cadeaus doen.

Tegelijk komt het gevaar in politieke hoek dan weer niet alleen van het Belang. Ook bij de N-VA is het ressentiment tegenover de VRT eenvoudig op te scheppen.

De afgelopen jaren werden de middelen van de openbare omroep drastisch teruggeschroefd. Dat leidde ertoe dat de VRT steeds afhankelijker werd van andere geldstromen, al dan niet uit de Vlaamse regering. Dat kwam de autonomie van de zender niet ten goede.

De ceo van de VRT kreeg deze week een uitgelezen kans om dat punt te maken. De oppositie wilde hem uithoren in het Vlaams Parlement, ze wilde weten of de verhalen over door de regering bestelde programma’s correct zijn.

Frederik Delaplace had die gelegenheid kunnen aangrijpen om voldoende middelen voor zijn zender te vragen. Hij had kunnen uitleggen dat een sterke openbare omroep een van de pijlers van een liberale democratie is.

Hij had kunnen hameren op het belang van kritische journalistiek. Hij had ook kunnen vertellen dat de plannen van de partij die in juni het grootst dreigt te worden, nefast zijn voor zijn zender.

Maar Delaplace koos ervoor om, net met de hulp van Vlaams Belang, aan die hoorzitting te ontsnappen.

Daarmee wekt hij de indruk dat hij het cruciale gevecht om zijn omroep al heeft opgegeven. En dat hij, met het oog op de tijd ná de verkiezingen van 9 juni, net als de jongens van Studio 100, voor de weg van de minste weerstand kiest.

Op zijn minst zou hij zijn werk­nemers de kans moeten geven om een minder opportunistische koers te varen. En zou hij komaf moeten maken met de zwijgplicht die hij hen nu al een jaar oplegt. Die valt niet te verdedigen.

De strijd voor de openbare omroep is te belangrijk om hem alleen aan gepensioneerde VRT’ers over te laten.

Misschien krijgen enkele schermgezichten, als er geen sancties dreigen, wel zin om zich aan de kant van Kurt Van Eeghem te scharen.

En misschien durft Bumba zijn strategische misser van deze week dan ook recht te zetten. Die clown is ten slotte al 19 jaar.

Hij moet, na de werkuren in Plopsaland, dringend eens door het VB-programma gaan. Dan zal hij zien dat er in Van Grieken-tijden van het Ketnet waar hij al jaren op floreert, nauwelijks nog wat overblijft.


Ruud Goossens is redacteur van De Standaard. In ‘Onder de waterlijn’ peilt hij maandelijks de onderstromen van de macht.


© Ruben L. Oppenheimer
© Ruben L. Oppenheimer

Lees ook


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven