Bij Sibo Rugwiza Kanobana, onderzoeker en docent sociolinguïstiek, hoef je niet aan te kloppen met clichés over racisme, identiteitspolitiek en migratie. Als zoon van een witte Belgische moeder en een zwarte Congolese vader weet hij zowel wat racisme als wat wit privilege is. ‘Ik had misschien al wel eerder lawaai mogen maken.’
Ans Boersma – De Morgen
‘Kapitalisme teert op uitbuiting, uitsluiting en onteigening. Om dat te kunnen verantwoorden heb je racisme nodig’
Sibo Rugwiza Kanobana
Docent sociolinguïstiek
Lange tijd hield onderzoeker Sibo Kanobana (48) zich buiten het racismedebat. Hij vroeg zich af wat de waarde zou zijn van zijn werk, vertelt hij in zijn woning in Gent, waar het zonlicht deze namiddag rijkelijk binnenvalt.
Want zichzelf buiten beschouwing laten en objectief onderzoek doen lukte niet met zijn achtergrond.
“Ik heb geprofiteerd van witheid vanwege mijn lichte huidskleur in Congo, en vanwege welvaart, toegang tot goede scholen en netwerken in België”, beschrijft hij in zijn pas verschenen boek Witte orde.
Tot hij bedacht dat iedereen een geschiedenis meebrengt en zijn persoonlijke perspectief juist van belang was om een nieuw licht te werpen op wat structureel racisme is.
Het resultaat is een boek waarin hij glashelder verwoordt hoe achter het alledaagse leven een systeem schuilgaat van witheid, wat onder andere de waarde van een mensenleven bepaalt, wie erbij hoort en wie al dan niet een tweede kans krijgt.
“Racisme is geen probleem van blanke mensen tegen mensen van kleur: het is een ideologie waar iedereen aan deelneemt”, is zijn vaststelling.
Hebt u zichzelf beter leren kennen door het schrijven van dit boek?
“Eigenlijk is mijn hele leven een voorbereiding geweest op dit schrijfproces. Ik had altijd het gevoel dat er iets niet klopt tussen wat ik aangeleerd krijg over enerzijds wie we zijn, en anderzijds wat ik beleef en voel.
“We zien vaak cijfers die een zwart-wit wereldbeeld uitdragen van autochtone Vlamingen en mensen met een migratie achtergrond, alsof die twee groepen tegenover elkaar staan.
“Mijn ervaring is dat die twee groepen in het dagelijkse leven juist constant met elkaar in verbinding zijn en verschillen niet als onoverbrugbaar worden ervaren.
“Ik ging op zoek naar een objectieve analyse hiervan, maar die was niet te vinden. Deze ambitie heb ik dus losgelaten. Net als een zekere schaamte.”
Waar zat die schaamte op vast?
“Ik ben altijd onzeker geweest over mijn taalvaardigheid. Mijn hele schoolloopbaan hoorde ik dat mijn Nederlands niet goed genoeg was.
“Een intellectueel zijn stond dan ook niet echt op mijn radar. Maar het is niet omdat je Nederlands niet foutloos is dat je geen zinnige dingen te vertellen hebt.
“Ik zie jongere mensen – neem een Dries Van Langenhove of Maarten Boudry – die doen alsof ze de waarheid in pacht hebben en iedereen moet daarnaar luisteren.
“Djezus guys. Adem een beetje, rijp een beetje, word wat ouder en twijfel wat meer. Ik heb dat wel gedaan, maar soms denk ik: ik had misschien al wel eerder lawaai mogen maken.
“De schaamte hangt ook samen met mijn verschillende identiteiten. Het voelde altijd alsof ik een keuze moest maken.
“Ik heb altijd beseft dat ik eigenlijk ook een witte man ben, een Vlaming, terwijl ik ook een zwarte man ben en een allochtoon.
“Mijn overgrootvader aan mijn moeders kant was een flamingant, aan Afrikaanse kant maak ik deel uit van een Tutsi-elite. Aan wie moet ik trouw zweren?
“Het feit dat ik nu vanuit mijn comfortabele situatie het systeem kan bevragen, is alleen maar omdat mijn voorouders hieraan hebben deelgenomen.
“Als mijn Afrikaanse grootvader een antikoloniale strijd had gevoerd, had hij zijn kinderen niet naar koloniale scholen gestuurd en was ik in andere omstandigheden geboren. Of had ik wellicht nooit bestaan.”
We mogen racisme niet reduceren tot een moreel probleem dat opgelost wordt met diversiteitstrainingen, maar moeten het zien als een politiek en economisch probleem dat structureel aangepakt moet worden, stelt u.
“Racisme zag ik altijd als onwetendheid. Dat bestrijd je door mensen op te voeden, dacht ik. Dat is een beperkt zicht op wat racisme is.
“We moeten niet alleen kijken naar wie zich eraan schuldig maakt, maar vooral naar hoe het systeem in elkaar zit.
“De link tussen racisme en het kapitalisme is voor mij niet altijd duidelijk geweest.
“Witheid is geen blankheid, geen huidskleur. Het is een ideologie die waarde toekent aan mensenlevens.
“Door huidskleur, maar zeker ook door taal, religie, cultuur, vermogen en je paspoort.”
Waarom staat witheid niet los van onze welvaart?
“Kapitalisme teert op uitbuiting, uitsluiting en onteigening.
Om dat te kunnen verantwoorden heb je racisme nodig.
“Je moet immers de menselijkheid van mensen kunnen wegnemen in dienst van het kapitalistische project.
“We zijn er niet op uit om mensen uit te buiten in sweatshops in Bangladesh, maar we weten allemaal wel dat het gebeurt.
“We stellen dat vervolgens niet fundamenteel ter discussie, omdat we er zelf van profiteren.
Hoe bepalend zijn deze percepties?
“We moeten beseffen dat Europeanen hun democratische rechten en sociale mobiliteit verkregen dankzij de welvaart die de kolonisatie genereerde.
“In zekere zin kan je stellen dat de gekoloniseerden mee hebben bijgedragen aan de rijkdom van het Westen, maar er niet van hebben geprofiteerd.
“Maar als hun nageslacht vervolgens naar hier komt zien we hen als profiteurs.”
“Als je denkt aan Syriërs, denk je voornamelijk aan bruine mannen. Maar als je Syriërs ontmoet, zie je dat ze heel divers zijn.
“Toch gebruiken we deze stereotiepe beelden om orde te scheppen. Daarmee maken we abstracties die ver staan van onze dagelijkse werkelijkheid.
“Neem iets wat niets te maken heeft met racisme: in België leeft het idee dat Hollanders luid zijn.”
Niet geheel onterecht toch?
(lacht) “Maar de Nederlanders die niet luid zijn, vallen niet op.
“En stel dat je dan een keer een stille Nederlander tegenkomt, ook dan zul je de theorie die je hebt over luide Hollanders nooit echt in vraag stellen. De uitzondering blijft de regel bevestigen.
“Het is een vorm van selffulfilling prophecy, die door de structuur van de maatschappij in stand gehouden wordt.
“Maar het verschil is dat het stereotiepe beeld van de luide Nederlander niet politiek wordt uitgespeeld om sociaaleconomische ongelijkheid te verantwoorden.”
Dit is daarom een vrij onschuldig voorbeeld. In uw boek stelt u dat niet wit zijn altijd een potentiële misdaad is.
“Het vooroordeel bestaat dat mannen van kleur vaak criminelen zijn. Daarom zijn er ook vaker politiecontroles bij mannen van kleur.
“Maar ook de jacht op mensen zonder wettig verblijf resulteert in etnisch profileren, of je nu papieren hebt of niet.
“Daar staan altijd omstanders bij. Dus ongeacht of die jongeman iets verkeerd gedaan heeft of niet, het feit dat hij gecontroleerd wordt door de politie maakt hem ook voor alle omstanders verdacht.
“Dat bevestigt het vooroordeel: kijk die bruine mannen weer problemen maken. Het is een vicieuze cirkel.”
U gebruikt zowel de woorden blank als wit. Waarom?
“Dat brengt helderheid.
“Ik beperk blank tot hoe mensen eruit zien. Wie wit is en wie niet verandert door de tijd.
“Neem Joden, Italianen en Ieren: die werden niet altijd als wit beschouwd, ook al zijn ze blank. Door woorden te vervangen, veranderen we de wereld niet.
“Kijk naar het woord allochtoon: dat wordt vrolijk vervangen door migrant, etnisch-culturele minderheden, mensen met een migratieachtergrond.
“We blijven nieuwe etiketten plakken op dezelfde dozen. We kunnen ons beter afvragen wat we in die doos steken en waarom.
“Als onze ideologieën hetzelfde blijven, heeft woorden veranderen geen nut.”
Iemand die zwart is, kan nooit blank worden, maar wel wit, schrijft u. Ik moest denken aan Tyre Nichols, de zwarte man die vorig jaar in Memphis door politiegeweld om het leven kwam. Vijf zwarte politieagenten zijn veroordeeld. Daar was toen verbazing over.
“Iedereen die The Wire heeft gezien weet: het maakt niet zoveel uit. Je hebt een zwarte burgemeester, je hebt een zwart politiekorps en nog altijd hetzelfde racisme.
“Een zwarte flik zit in een bepaald systeem en ziet andere zwarte mensen als bedreiging voor de sociale orde.
“We hoeven niet eens ver te kijken: tijdens de kolonisatie waren het niet de Belgen zelf die steeds de zweep vasthielden en die de Congolezen sloegen, daar waren Congolese handlangers voor die georganiseerd waren in de Force publique, de koloniale politie.
“Het is ook een kwestie van overleven, en dan moet je soms collaboreren.
“In Tennessee werd vervolgens gezegd: ah, zie je wel, white supremacy bestaat niet.
“Jawel. Maar het is een ideologie waar we allemaal aan deelnemen. Dat geldt ook voor mij.
“Ik maak deel uit van de elite, ben docent aan de universiteit en ben huiseigenaar. Plots heb ik belangen en profiteer ik mee. Ik ben onderdeel van de witte orde.”
U bent hard voor politici met migratieroots die in machtsposities zitten en meedoen met de witte orde, zoals Zuhal Demir, Assita Kanko en Dilan Yeşilgöz. Is die kritiek terecht? Het is toch niet zo dat omdat je een migratieachtergrond hebt, je verplicht bent om je in te zetten voor – ik noem eens iets – gezinshereniging?
“Niemand moet iets, maar ik denk wel dat het als een boemerang kan terugvliegen in je gezicht.
“Links zal zeggen: hoe is het in godsnaam mogelijk dat iemand van kleur zo’n beleid voert?
“Maar rechts gebruikt hun huidskleur of migratieachtergrond om racisme te ontkennen: omdat het een persoon van kleur is, kan zijn of haar beleid niet racistisch zijn.
“Een aantal van deze politici spelen een gevaarlijk spelletje dat zich ooit tegen hen kan keren: je moet de meest loyale soldaat zijn van het systeem, maar jij kunt door hetzelfde systeem ook uitgespuwd worden als je het niet meer dient.
“Onder het mom niet racistisch te zijn, faciliteert N-VA namelijk wel een bepaald racistisch discours: ze maken het salonfähig.
“Het is geen racisme op basis van kleur meer, maar op basis van vermeende onoverbrugbare culturele verschillen.
“Dat gebeurt in heel Europa en ik maak mij daar zorgen over.”
Kunnen we die witte orde oprekken?
“Ik denk dat het in Europa zal blijven bestaan, ook al neemt het aantal mensen met fluïde identiteit toe.
“Kijk naar de klas van mijn zoon: 22 van de 25 leerlingen spreken een andere taal thuis. De helft is moslim.
“Geen moment zijn deze verschillende achtergronden iets dat de klas fundamenteel verdeelt.
“Groepjes ontstaan om andere redenen: door Pokémon of voetbal bijvoorbeeld.
“Maar in de bredere samenleving worden vooral etniciteit en religie gezien als de essentie van je identiteit en vervolgens als bedreiging.
“We streven naar westerse homogeniteit: naar één vlag, één taal, één volk.
“Ook met mensen met verschillende huidskleuren die de witte orde onderschrijven kun je die homogeniteit uitdragen.
“Dat is het maatschappelijke ideaalbeeld en hangt samen met machtsbehoud en controle.
“We kunnen daarom aan diversiteitsbeleid doen wat we willen, zoveel ontmoetingen hebben met zoveel culturen als we willen, uit diverse keukens eten wat we willen: bij elk crisismoment zullen we terugvallen op deze mechanismes omdat spanningen niet vervat zitten in cultuurverschillen, maar in politieke en economische belangen.”
Denkt u dat uw zoon een ander traject zal afleggen dan u?
“Dat weet ik niet. Maar misschien wekt mijn boek de indruk dat er nooit iets verandert. Fundamenteel misschien niet, maar aan de oppervlakte wel.
“Toen mijn vader en moeder met elkaar wilden trouwen, werd dat door beide families afgekeurd. Toen ik de ouders van mijn witte vriendin bezocht, was er geen spanning.
“Het zal daarom ook weer anders zijn voor mijn zoon, maar de dynamieken zijn nog hetzelfde.
“De impliciete vraag blijft aanwezig: wat ben je? Autochtoon of allochtoon? Vlaming of niet? Wit of niet-wit?
“Ik kan hem daar alleen maar tegen beschermen door hem zoveel mogelijk klassenprivileges te geven, kortom, door hem toegang te geven tot witheid.
“Ervoor zorgen dat hij in de juiste netwerken belandt, zoals mijn ouders voor mij hebben gedaan.
“Dat voelt wrang aan, want om mijn zoon te kunnen beschermen zwicht ik voor de witte orde.”
Bio Sibo Kanobana
- Sibo Rugwiza Kanobana (1975)
- Onderzoeker en docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de UGent en Open Universiteit Nederland
- Geboren in Mbandaka (Congo), volgde onderwijs in Brussel, woont in Gent met zijn partner en zoon
- Coauteur van De bastaards van onze kolonie – Verzwegen verhalen van Belgische metissen (2010) en samensteller van de bundel Zwarte bladzijden – Afro-Belgische reflecties op Vlaamse (post)koloniale literatuur (2021)
Lees ook
Dubbelinterview
Dyab Abou Jahjah en Sibo Kanobana
Het Grote Woke debat
Ze hebben mijn zoon vermoord
Vader van Sanda Dia stelt boek voor
Wat als de rollen omgekeerd waren?
Vul hieronder de zoekopdracht Racisme in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen