De N-VA spuit veel mist over haar mirakeloplossing, de scheiding van België, vindt Luc Huyse. Kijk naar Catalonië, kijk naar de falende Vlaamse regering: confederalisme is een sprookje.
‘België legaal hervormen lukt niet meer. Daarom zullen we het op een andere manier moeten doen.’
Dat is vintage N-VA-voorzitter Bart De Wever. Ophef verzekerd.
Drie facetten van zijn plannen krijgen in de berichtgeving voorrang:
- Hoe sluw hij weer is in de manipulatie van de politieke en publieke agenda.
- Hoe hij medestanders zal weten te vinden.
- En vooral: of die extralegale plannen de toetsing door rechters zullen overleven.
Helaas blijft een vitale kwestie buiten het blikveld. Boven het project hangt een dikke mist. En toch gaat het om een ingreep met een immense impact op de Vlaamse samenleving, op de huidige en de toekomstige generaties.
Want laten we wel wezen, confederalisme is een tussenstap op de weg naar een onafhankelijke republiek Vlaanderen.
Maar wat wil de N-VA met die soevereiniteit aanvangen? Hoe moet Vlaanderen er in 2035 uitzien als de kiezers in mei 2024 massaal voor de partij stemmen?
De oorverdovende stilte van de N-VA duurt al vele jaren.
In januari 2009 betwistte Peter De Roover, toen secretaris van de Vlaamse Volksbeweging, de noodzaak van zo’n publieke denkoefening. Hij vreesde dat daardoor ‘de eis tot autonomie zou verzanden in ideologische schaduwgevechten, gesteund op clichés en vooroordelen’ (De Vlaamse republiek: van utopie tot project).
In De Morgen zei hij dat de vraag welk Vlaanderen we willen, wel boeiend is, maar losstaat van het onafhankelijkheidsproject.
‘Dat is onvoorwaardelijk, in die zin dat het niet ondergeschikt is aan de vraag wat de Vlamingen met die autonomie willen doen.’
Dat dogma is springlevend. Het rust op de muurvaste overtuiging dat Vlaanderen alleen welvarend kan zijn en blijven als België barst.
Die onwrikbare diagnose kleurt wat nu, in de woorden van De Wever, het ‘alles-of-niets-moment’ heet. Ook een nieuwe website looft de zegeningen van de Belgische echtscheiding.
Lees maar:
- De treinen rijden op tijd
- Geen schuldenberg voor uw kinderen
- Een verzekerd pensioen
- Lagere belastingen
- Een einde van de straffeloosheid
- Een betaalbare en beschikbare zorg
- …
Elk van die beloftes sluit af met een krachtige uitroep:
‘Dat is confederalisme’.
Die electorale campagnetaal laat tal van cruciale vragen open.
- Wie wint in Vlaanderen bij een splitsing en wie verliest?
- Wat zal het uiteengaan kosten?
- Hoe lang zal het duren?
- Hoe kan de bevolking haar stem laten horen in de zoektocht naar antwoorden?
Er komen veel, vaak risicovolle uitdagingen op Vlaanderen af. Europese, met een oorlog in de buurt. Mondiale, met de klimaatopwarming, de energiecrisis, een verbroken geopolitiek machtsevenwicht.
In haar campagne voor de verkiezingen van mei 2024 doet de N-VA een verdwijntruc. Alleen de ontbinding van België telt.
Van planners van politieke omwentelingen, extralegaal of anders, is geweten dat ze dissonante klanken schuwen.
Die diepgewortelde neiging leidt onbewust tot een blind optimisme: succes is verzekerd, de risico’s zijn te verwaarlozen, begrip voor wat een bevolking aan informatie verwacht, is niet nodig.
Wetenschappelijk onderzoek van het kiesgedrag in Vlaanderen geeft al sinds de jaren 90 aan dat nog geen 20 procent van de bevolking gewonnen is voor een splitsing van het land.
Alleen willen sommige politici dat niet zien.
Soms lijkt het op een onvermogen om de objectieve realiteit in zich op te nemen. Soms is het collectief zelfbedrog. Wat niet weet, wat niet deert. Zo blijft de mist hangen.
Toch is een botsing met de werkelijkheid niet altijd te vermijden. Sinds begin oktober 2017 staat Catalonië torenhoog op de agenda van de N-VA. Eerst was er het tweede referendum over de afscheuring van Spanje en, kort daarna, de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van de regionale regering.
De N-VA zag wat daar gebeurde als een manifest precedent, als een na te volgen scenario. Ze liet dat via de pers ook duidelijk aan de Vlaamse bevolking weten.
Minister-president Geert Bourgeois zei jaloers te zijn op de Catalanen. Een maand later was de partij in groten getale aanwezig op een betoging in Brussel. Ze stapte op onder de slogan ‘Wij zijn allemaal Catalanen’.
Zo zag de N-VA in de Catalaanse opstand, wellicht voor het eerst, extralegale operaties aan het werk.
Maar zes jaar later is Catalonië nog altijd niet onafhankelijk.
De realiteit wint.
Maar De Wever heeft wel degelijk lessen getrokken. In een interview met De Tijd zei hij vorige maand: ‘Ik wil helemaal geen Catalaans scenario overwegen. Ik ben niet zot. Het idee om met de helft van de zetels een revolutie te ontketenen in Vlaanderen, wie gelooft zoiets?’
Op andere momenten blijft de realitycheck onaangeroerd. De N-VA was de regering-Michel I (2014-2018) ingestapt met de ‘de kracht van de verandering’ als motto. Maar de partij kwam geregeld in de vuurlinie te liggen. In tal van kwesties bleken zij en haar standpunten niet aan bod te zijn gekomen.
‘Ik beken: we zijn gestart met euvele overmoed’, zei De Wever daarover in Het Laatste Nieuws. Ook in het migratiebeleid bleef de beloofde ommekeer achterwege. Toen boog ook federaal fractieleider De Roover nederig het hoofd.
De partij had in de euforie van de verkiezingszege in mei 2014 ‘overspannen verwachtingen’ geschapen (DS 13 augustus 2018).
Toch legde de N-VA de schuld voor het falen vooral bij anderen. Dat deed Matthias Diependaele, op dat moment fractieleider in het Vlaams parlement, in hetzelfde interview zo: ‘Als je ziet hoe de coalitiepartners, maar ook de pers, tegen ons zijn, dan vind ik dat we meer dan ons deel gerealiseerd hebben.’
Soms kwamen er grovere verdachtmakingen:
- ‘Journalisten brengen misleidende berichtgeving.’
- ‘Academici zijn vermomde criticasters.’
- ‘Rechters zijn wereldvreemd.’
- ‘Advocaten voeren een guerrilla met procedures.’
- ‘Mensenrechtenorganisaties zijn fundamentalisten.’
Het is een gekende reactie:
‘Als men ons maar liet doen’.
Het beleid van de huidige Vlaamse regering faalt op spectaculaire wijze.
- In de zorg
- In het onderwijs
- In de omgang met wat industrie en landbouw aan vervuiling veroorzaken
Dat zijn stuk voor stuk domeinen waarvoor de N-VA verantwoordelijk is. Die veel uitdagender realitycheck noopt de partij niet tot een zelfonderzoek over confederalisme en onafhankelijkheid.
‘Ik kan het zonlicht niet ontkennen: de perceptie van de Vlaamse regering is niet positief. Maar dat is onterecht’, zei De Wever nog in De Tijd.
Slechte communicatie is de schuldige. Wat zou het anders kunnen zijn?
In een democratie verwekt aanhoudende mist uiteindelijk ongevallen.
Wie in mei 2024 voor de N-VA kiest, is, met andere woorden, blind getrouwd.
Lees ook
Bron: De Standaard