Ze staat op podia in binnen- en buitenland, maar af en toe duikt sopraan Elise Caluwaerts ook op voor de klas. Met haar project DeMaestros wil ze kwetsbare kinderen en jongeren de kracht van muziek meegeven.
Deborah Seymus – De Morgen
Tijdens de middagpauze is het een drukte vanjewelste op het Koninklijk Atheneum aan de Antwerpse Rooseveltplaats. Jongens proberen op het plein al schaterlachend een balletje te trappen tussen de groepjes ingeduffelde meisjes. Hier is geen wit kind te zien.
Ook niet in de muziekles die Elise Caluwaerts, de Vlaamse sopraan die een internationale carrière uitbouwde, organiseert met DeMaestros. Met dat project wil ze talent van kinderen en jongeren op concentratiescholen mee helpen ontwikkelen.
Inspiratie vond Caluwaerts in onder andere Londen en New York.
“Toen ik daar woonde, viel het me op hoe anders die steden waren georganiseerd. Van subsidies is er geen sprake, cultuurprojecten zijn afhankelijk van mecenaat.
Zo kwam ik in aanraking met Blackheath Halls, waarbij kinderen van alle afkomsten en kleuren samenkomen om te zingen. Dat project werd gefinancierd door dertig advocatenkantoren, die zich telkens voor drie jaar engageren, zodat een langetermijnwerking mogelijk was.”
Caluwaerts wou jongeren uit concentratie scholen ook hier in België de kans geven om vrijwillig en zonder scoresysteem met muziek in aanraking te komen.
De zangeres stelde een raad van bestuur samen met onder andere professor sociaal beleid Bea Cantillon en met de opgehaalde fondsen schreef ze muzikanten van diverse achtergronden aan, om les te geven.
“Om geen bestaande lessen te onderbreken, rees het idee om de middagpauze te gebruiken. Met een folder die we aan het onthaal leggen, leren de leerlingen ons project kennen. Elke leerling is welkom. We werken nu met in totaal ongeveer 50 kinderen en willen dat volgend jaar naar 150 à 200 optrekken.”
EIGEN GELUID
In de grote Athena-zaal van het Koninklijk Atheneum kijkt een groepje kinderen ons ondertussen verlegen aan.
Jazzzangeres Prisca Nishimwe legt uit dat ze vandaag met hun stem gaan werken.
“Een rechte, open houding is het allerbelangrijkste om mee te starten voor je nog maar een noot zingt”, vertelt ze.
“We gaan op zoek naar steun uit het middenrif.” Terwijl ze de groep aanmaant om te luisteren naar wat ze voelen, stappen de eerste jongeren giechelend naar voren. Eén jongen is iets zelfverzekerder en neemt het voortouw bij de eerste oefening.
Vervolgens mag elke leerling in de les zijn eigen geluid verzinnen. De bedoeling is dat zij dat repetitief aanhouden om zo tot een smeltkroes van geluiden te komen.
Er ontstaat hilariteit wanneer er drie meisjes afgeleid raken door elkaars geluid. De leerkracht vraagt telkens om door te zetten, en zowaar, na flink wat oefenwerk klinkt de kakofonie haast aanstekelijk.
“Voor een kind dat opgroeit in kwetsbare omstandigheden is het een manier om te leren dat hij of zij iets kan”, zegt Caluwaerts.
“Toen ik het project ging voorstellen aan de leerlingen wilden ze wel, maar zeiden ze er meteen bij dat ze het niet zouden kunnen. Dat willen wij hen vooral bijbrengen: dat ze iets in hun mars hebben. En dat hun creativiteit en zichzelf uitdrukken iets waard is.”
“Toen ik na jaren in het buitenland weer in Antwerpen kwam wonen, werd ik zó warm onthaald”, zegt Caluwaerts.
“Door de coronapandemie had ik tijd om in Antwerpen rond te lopen. Ik zag heel wat kwetsbare situaties en wilde iets doen om ons sociale weefsel te versterken en om kwetsbare jongeren te laten voelen dat zij – letterlijk – ook een stem hebben die gehoord mag worden.
“Ik ben blij dat dit met DeMaestros lukt.”
BETERE SCHOOLRESULTATEN
Het atheneum is de wekelijkse proeftuin van DeMaestros, later is het de bedoeling om het project in andere concentratiescholen uit te rollen.
Caluwaerts: “De school begrijpt dat dit je sociale leersysteem beter maakt. Muziek is niet alleen een intellectuele uitdaging en emotionele uitlaatklep, het leert je ook discipline waardoor schoolresultaten verbeteren.”
De les zit erop. Iedereen krijgt een high five. Prisca vertelt de groep dat ze mooie stemmen hebben.
“Echt?”, vraagt een meisje. Ze glundert wanneer ze opnieuw bevestiging krijgt.
“Oké, dan kom ik volgende week terug.”
Lees ook
Bron: De Morgen