Elk weekend schrijft Joël De Ceulaer een licht satirisch getinte brief aan de (m/v/x) van de week. Hier kunt u die brief lezen of beluisteren.
´Beste Bart De Wever, u bent zichtbaar verzwakt, de fut is eruit, het vat is af.´
Beste Bart De Wever,
Het is het lot dat elke homo politicus van enige betekenis vroeg of laat beschoren is. Het overkwam Jean-Luc Dehaene, Steve Stevaert en Guy Verhofstadt, en nu bent u aan de beurt.
Na een periode van steile opmars – met kiezers en applaus die als manna uit de hemel vallen – volgt onherroepelijk de knik in de grafiek, het moment waarop de curve naar beneden begint te wijzen.
Dát moment, dat qua coronavirus helaas nog niet in zicht is, beleefde u op zaterdagmiddag 14 maart jongstleden, terwijl u de pers te woord stond voor de deur van uw huis in Deurne.
U bevestigde daar wat u al eerder had laten weten: dat u gerust bereid was om, dik tegen uw goesting weliswaar, het vaderland door deze virale crisis te loodsen, als een generaal aan het hoofd van een regering van nationale eenheid.
Terwijl ik zat te kijken, greep een diep mededogen mij bij de keel.
Voor deze man, besefte ik, is het game over. Ik noteerde: ‘Wie met het zwaard leeft, zal door het zwaard sterven.’
In Vlaanderen snelde het gros van het commentariaat meteen te uwer verdediging. En mochten zij niet beknot zijn geweest door de noodzaak tot social distancing, dan hadden ook sp.a-baas Conner Rousseau en CD&V-aanvoerder Joachim Coens u zondag tijdens De zevende dag ongetwijfeld eens goed vastgepakt.
Het was immers de smerige, valse Waal die u weer eens had belogen en bedrogen.
Ofschoon ook zijn manschappen nog altijd de federale restregering bemannen, kijkt Coens sipper met de dag. En in de media luidt het devies dat we, nu de volmachten op tafel liggen, kritischer moeten zijn dan ooit. Terecht!
Misschien werd het virus wel ontwikkeld in een geheime, biologische afdeling van de FN-fabrieken in Herstal – en kwam het via een communistische vakbondsafgevaardigde per abuis in China terecht. We moeten ons op elke denkbare wending voorbereiden.
GRANATEN
Maar zo dreigt u de komende tijd wéér tussen de plooien van de vierde macht te vallen, en dat moeten we toch vermijden.
Vandaar, mijnheer De Wever, deze brief: om te tonen dat ik graag bereid ben om ook ú wat opbouwende kritiek te verstrekken. Dik tegen mijn goesting, dat spreekt vanzelf. Maar als het vaderland roept, sta ik paraat.
Uw eerste probleem is dat van de geloofwaardigheid.
U moet mij eens uitleggen op basis van welke verdiensten u precies geschikt zou zijn om deze noodtoestand te bedwingen – het is een oprechte vraag: kunt u zo eens iets opnoemen?
Neem uw tijd en denk gerust even na. Bel eventueel een paar collega’s of een bevriende politieke wetenschapper voor wat inspiratie.
U vindt niets? Goh, ik ook niet. Het enige wat mij voor de geest komt, zijn de explosieve stijging van de handel in granaten en een door listig fiscaal gegoochel totaal ontspoorde begroting.
De disciplines waarin u tot voor kort ongeëvenaard was, zijn campagne voeren, onmin zaaien en tegenstanders kleineren.
Dat brengt ons bij uw tweede probleem. Dat van de betrouwbaarheid.
Ik twijfel er geen seconde aan dat PS-voorzitter Paul Magnette en MR-topman Georges-Louis Bouchez u de voorbije weken een loer hebben gedraaid. Alleen kerstekinderen zijn in staat om te geloven dat onze Franstalige vrienden geen politieke genadeloosheid kennen.
En toch deed u na het afspringen van uw deal met Magnette alsof u perplex stond – als was u een keeper die zich een hoedje schrikt als de spits van de tegenpartij op doel schiet. Terwijl u zelf de meest virtuoze spits van de voorbije vijftien jaar bent.
PEDALEN
Dat u nu niet op het federale veld staat, maar aldoor langs de zijlijn staat te roepen, is in hoge mate uw eigen verantwoordelijkheid.
U hebt het laatste anderhalf jaar getoond dat u bij een externe crisis de pedalen verliest.
Dat gebeurde met de Marrakesh-crash, waar u munt uit hoopte te slaan, maar die u een kwart van uw stemmen kostte. En dat gebeurde nu opnieuw met de coronacrisis: door openlijk te solliciteren naar het premierschap en de hervorming van het land mee in de mix te gooien, hebt u de Franstalige collega’s een kaakslag toegediend. En ze waren nog murw van uw vertrek uit de regering.
De dolk die u eind 2018 in die Belgische regering plantte, is een boemerang geworden.
Ondertussen oogst ons land alom lof voor de blijkbaar nog niet zo beroerde aanpak van deze crisis, zelfs in The Financial Times.
Misschien, heel misschien, komen wij hier nog relatief goed uit. Dat vooruitzicht bezorgt u zeker vreugde, maar wellicht ook klamme handjes.
U bent zichtbaar en hoorbaar verzwakt. Zoals een compleet leeggereden coureur nog even kan doorgaan op karakter, zo kunt u nog even doorgaan op retoriek. Maar de fut is eruit.
Het vat is af. De beste jaren van uw politieke leven liggen achter u.
Vrijdagmiddag zat u in het middagnieuws van VTM, om oppositie te voeren tegen de volgens u verwarrende communicatie van de federale overheid. Daarmee zwengelde u de verwarring nog wat aan. Ik zou u willen vragen: doe dat nu even niet. Blijf in uw kot.
Ik stuur u een elleboogshake!
Joël De Ceulaer, senior writer
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Uitkijkpost in en vind andere brieven van JDC.
Bron: De Morgen