Interview – Claire Vanhoutte – Echtgenote van Petra De Sutter


Onlangs maakt Petra De Sutter (60) haar opwachting in De slimste mens ter wereld. Maar veel liever heeft Claire Vanhoutte (52), haar echtgenote sinds 2011, het over haar bestaan als kunstenares, haar vroegere job als palliatief deskundige en ja, óók over politiek, want met een minister in huis is die nooit ver weg. ‘Petra bracht kinderen ter wereld, ik begeleidde mensen bij het sterven: de cirkel was rond.’

Evelien Roels – De Morgen/Humo


‘Als Petra en ik uit eten gaan, krijgen we nooit negatieve reacties. Waar zitten alle roepers die zulke bagger posten?’

Claire Vanhoutte


Hoe veelbelovend Claire Vanhoutte is als kunstenares, konden we onlangs zien in het Play4-programma Stukken van mensen, waarin ze één van haar kunstwerken verkocht ten voordele van Kom op tegen Kanker.

Antiquair Frank Van Laer telde er 2.200 euro voor neer, met de belofte dat hij het doek zou veilen en de helft van de meerwaarde ook aan het goede doel zou schenken. Een paar dagen later verkocht hij het voor 7.500 euro.

Claire Vanhoutte: “Ik was ontzettend trots. Het is fijn om te voelen dat je werk geapprecieerd wordt.

“Je moet weten, ik heb lang getwijfeld of ik wel zou meedoen aan Stukken van mensen.

“Ik ben een beginnend kunstenaar: ik vond het spannend om mijn werk te laten beoordelen door professionals. Dat de opbrengst naar een goed doel zou gaan, heeft me over de streep getrokken.”

In mei van dit jaar had je je eerste expo.

Vanhoutte: “Dat was ook al zo spannend. Door mijn leven met Petra ben ik het inmiddels wel gewend om in de picture te staan, maar uit mezelf ga ik niet op zoek naar die aandacht. Ik voelde schroom om mijn werk te tonen, ik dacht: laat me nog maar een beetje wachten.

“Maar Petra overtuigde me om te springen, dus trok ik toch maar mijn stoute schoenen aan. Ik dacht: het ergste wat kan gebeuren, is dat mensen het niet mooi vinden.

“De opkomst was fenomenaal. Op de eerste avond waren er al veel werken verkocht. Het heeft me een drive gegeven om verder te gaan. Ik ben nu hard aan het werk.”

In Stukken van mensen omschreven de experts je stijl als intiem en rustgevend, zacht en dromerig.

Vanhoutte: “De werken die zij hebben gezien, had ik net na de coronaperiode gemaakt – misschien heeft het daarmee te maken.

“Voor mij waren de lockdowns, los van alle ellende in de wereld, een ongelooflijk intieme periode. Petra en ik waren nog nooit zoveel samen geweest.

‘Ik heb lang getwijfeld of ik zou meedoen aan ‘Stukken van mensen’. Als beginnend kunstenaar vond ik het spannend om mijn werk te laten beoordelen door professionals.’ Beeld SBS
‘Ik heb lang getwijfeld of ik zou meedoen aan ‘Stukken van mensen’. Als beginnend kunstenaar vond ik het spannend om mijn werk te laten beoordelen door professionals.’
Beeld SBS

“Intussen is mijn stijl geëvolueerd: ik wil steeds verder exploreren. Het is daardoor moeilijk om een stijl op mijn werk te plakken.

“Ik creëer een imaginaire wereld, ik geef een bepaalde sfeer mee, zonder het verhaal te bepalen. Ik wil er niet míjn verhaal van maken, ik laat ruimte voor de toeschouwer, zodat hij of zij er een eigen verhaal in kan zien.

“Het mooiste aan de expo vond ik de gesprekken daarover. Eén van mijn werken, Kairos, gaat over de relativiteit van tijd. Eén van de bezoekers vertelde me daar een persoonlijk verhaal over. Hij kreeg energie van naar het werk te kijken, zei hij.

“Een uur later kwam een vrouw binnen die vertelde dat ze het moeilijk had om naar Kairos te kijken, omdat ze het zo deprimerend vond.

“Zulke gesprekken geven mij het gevoel dat ik goed bezig ben. Ik raak een snaar, ik breng een verhaal, maar ik vul het zelf niet in.”

Hoe begin je aan een werk? Weet je vooraf wat je gaat schilderen?

Vanhoutte: “Nee. Ik heb een bepaald idee, maar ik weet nooit waar ik zal eindigen. Mijn werk ontstaat door bezig te zijn. Het moeilijke is dan de vraag: wanneer is een schilderij klaar?

“Daarvoor heb ik een lakmoesproef: als ik denk dat een werk klaar is, verhuist het naar de schildersezel in de keuken. Daar leeft het een maand met me mee. Soms merk ik tijdens het koken ineens: die ene lijn stoort mij. Dan gaat het terug naar mijn atelier en werk ik verder. Voelt het na een maand nog helemaal goed, dan is het werk klaar.”

Je praat met veel liefde over je schilderijen. Vind je het niet moeilijk om ze te verkopen?

Vanhoutte: “In het begin was dat verschrikkelijk. Het leek wel alsof ik – met enige zin voor overdrijving – een kind afstond. Intussen kan ik het beter loslaten. Omdat de kopers zo fantastisch zijn.

“Ik kreeg ooit een mailtje van twee zussen. Ze hadden de uitzending van Buurman, wat doet u nu? gezien, het programma van Cath Luyten waarin Petra te gast was, en waarin ook enkele van mijn werken te zien waren. Ze vroegen of ze mijn atelier mochten bezoeken.

“Hier vertelden ze hun verhaal: ze waren de dochters van een voormalige patiënte van Petra, toen ze nog als fertiliteitsarts werkte. Dankzij Petra is die patiënte, hun moeder, zwanger kunnen worden. De dochters wilden haar graag een schilderij cadeau doen.

“Dat is toch ongelooflijk mooi? Ze stuurden me nadien een foto van het doek: het had nergens mooier kunnen hangen.

“Een andere keer vroeg een ouder koppel me of ik bij hen thuis wilde komen kijken: ze vonden één van mijn werken mooi, maar ze twijfelden of het wel in hun huis zou passen.

“Toen ik binnenkwam, verontschuldigde de dame zich: ‘Mijn man gaat nog behangen, zodat uw werk mooi tot zijn recht zal komen!’ Dat is uiteraard niet nodig, maar zulke dingen maken mij gelukkig.

“Veel mensen hebben nog het beeld van de kunstenaar die vervreemd is van de wereld, maar voor mij voelt het helemaal niet zo. Ik nodig net graag mensen uit in mijn atelier, om samen een kop koffie te drinken en mijn werken te bekijken.

“Het klinkt misschien wollig, maar ik heb de ervaring dat kunst verbindt.”

KIND VAN DE RATIO

Was je van kinds af bezig met tekenen?

Vanhoutte: “Volgens mijn ouders wel. Ze vertellen dat ik in mijn eigen wereldje zat en graag tekende. Een vriendin van mijn ouders, die les volgde aan de kunstacademie, vond dat ik talent had en moedigde me aan om ook lessen te volgen. Maar toen mijn ouders me op mijn 8ste wilden inschrijven, bleek ik te jong: in die tijd moest je 11 zijn om aan de academie te mogen beginnen. Jammer, want zo verdween het tekenen naar de achtergrond.

“Als we in de biologieles een eikenblad moesten tekenen, werd dat bij mij nog wel een ontwerp met schaduwen en alles erop en eraan, maar ik was er niet meer dagelijks mee bezig.

“Wat wel bleef, was mijn eindeloze interesse in kunst en cultuur. Dat was ook een groot raakpunt in mijn eerste gesprek met Petra.

“We leerden elkaar kennen tijdens een etentje bij gemeenschappelijke vrienden, en ontdekten dat we allebei een grote liefde hadden voor alles wat met cultuur te maken had. We spraken af om een keer samen naar het ballet in de Stadsschouwburg van Brugge te gaan.

“Onze tweede date ging naar de opera: Tosca van Puccini, ik vergeet het nooit. Cultuur was een soort lijm die ons verbond, en het is nog steeds onze grootste liefde: in onze schaarse vrije tijd samen gaan we graag naar De Munt. Hun producties zijn fenomenaal.”

Zit de liefde voor kunst bij jou in de familie?

Vanhoutte: “Nee, totaal niet. Dat is ook de reden waarom ik er op mijn 18de niet mee verder ben gegaan, denk ik. Anders had ik wellicht voor het kunstonderwijs gekozen.”

null Beeld Saskia Vanderstichele
Beeld Saskia Vanderstichele

In plaats daarvan ging je op je 18de informatica studeren, een totaal andere richting.

Vanhoutte: “Zeg dat wel (lacht). Ik ben een kind van de jaren 70, van West-Vlaanderen op de koop toe.

“Vooral de ratio telde: ‘Het is door hard te werken dat je er komt, dus kies maar een stiel waarmee je je brood kunt verdienen.’

“En je brood verdienen, dat deed je niet met cultuur, wel met een studie als informatica. In de jaren 80 boomden bedrijven zoals IBM.

“Het bleek al snel geen match te zijn, dus ging ik in de sales werken, bij een multinational in de chemie. Het voelde meteen beter: ik was weer onder de mensen.

“Ik had een goede band met mijn klanten. Ze mochten me bellen om halfvijf ’s ochtends, ik sprong in de auto en reed ernaartoe. Hun waardering gaf me een boost. Niet omdat ik dan meer verkocht en een commissie opstreek, maar omdat ik hun dankbaarheid voelde. Voor het geld alleen hou je zo’n job niet vol.”

Jaren later maakte je de overstap naar de verpleegkunde.

Vanhoutte: “Ik weet nog precies wanneer ik die beslissing heb genomen. Ik zat in de auto, op weg naar een klant, toen Petra me huilend opbelde. Ze had een patiënte verloren. Tijdens een bevalling. Ook het baby’tje had het niet gehaald.

“Ik heb mijn afspraak verplaatst en ben recht naar het ziekenhuis gereden. Petra had geen fout gemaakt, maar ze was er kapot van. Ik ben niet van haar zijde geweken tot na de begrafenis.

“De dood van die vrouw en haar baby zette iets in gang bij mij. Ik begon me af te vragen waarmee ik bezig was. Met aandeelhouders nóg rijker te maken? En waarom, om met een mooie wagen te kunnen rijden?

“Ik besefte ineens dat het leven zó voorbij kon zijn. Was dat dan echt hoe ik mijn tijd wilde invullen?

“Ik ben eerst als vrijwilligster gaan werken in het ziekenhuis. Ik kwam terecht op de palliatieve eenheid. Ik voelde daar zoveel warmte, zoveel menselijkheid.

“De verpleegkundigen zeiden dat ik het in me had, en moedigden me aan om verder te gaan. Ik heb de sprong gewaagd: ik zei mijn job op en ging weer studeren.

“Op mijn werk verklaarden ze me gek: ik was 37 jaar, ik had een mooie carrière opgebouwd, ik verdiende goed mijn boterham, en nu ging ik terug naar school? Om tussen de 18-jarigen in de les te zitten? Ze waren ervan overtuigd dat ik snel zou terugkeren. Niet dus.”

Heb je ooit getwijfeld?

Vanhoutte: “Even. Ik was gestart in de vroedkunde, omdat Petra dacht dat die richting me goed zou liggen, maar ik was er niet wild van. Ik ben overgeschakeld op algemene verpleegkunde en dat lag me beter.

“Nadat ik was afgestudeerd, heb ik een tijdje op de intensive care gewerkt, tot er een plekje vrijkwam in de palliatieve thuiszorgploeg van Kortrijk. Daar voelde ik me meteen heel goed.

“Mensen denken vaak dat je keihard moet zijn voor een job in de palliatieve zorgen, maar het is net omgekeerd. Het gaat om mensen helpen, ondersteunen, comfort bieden. Dat lukt niet als je keihard bent.

“Ik was wel blij dat ik een halfuur moest rijden van het werk tot thuis. In de auto, met mijn klassieke muziek op, kon ik tot rust komen. Het lijden en de dood weer loslaten.

“Achteraf besefte ik ook hoe bijzonder het was: Petra hielp mensen om zwanger te worden en zette kinderen op de wereld, ik begeleidde mensen bij het sterven. De cirkel was rond.”

Welke momenten hebben je het meest aangegrepen?

Vanhoutte: “Ik herinner me een brandweerman die zoveel moed toonde dat zijn hele gezin er kracht uit puurde. Zo zijn er veel voorbeelden.

“Mensen van wie je zegt: het is ongelooflijk hoe jij in het leven staat, hoe je naar het einde kijkt.

“Ik denk nu ook aan een man die zijn hele leven een topjob had gehad. Toen ik bij hem kwam, werd hij kwaad: ‘Jij bent maar een verpleegster, jij kunt mij niet helpen, ga weg!’

“Ik ben gebleven, en ik zei: ‘Ik voel veel verdriet bij u. Ik kan het niet voor u oplossen, maar ik kan wel luisteren.’ Ook op die momenten voer je intense gesprekken.

‘Ik zit met verwondering te kijken naar de politiek. Neem die nachtelijke vergaderingen. Dan denk ik: moet dat echt? Gaan jullie een beter resultaat boeken door 36 uur wakker te blijven?’ Beeld Saskia Vanderstichele
‘Ik zit met verwondering te kijken naar de politiek. Neem die nachtelijke vergaderingen. Dan denk ik: moet dat echt? Gaan jullie een beter resultaat boeken door 36 uur wakker te blijven?’ Beeld Saskia Vanderstichele

“Ik heb ontzettend veel van die job geleerd. Bij mensen die weten dat ze weldra gaan sterven, vallen de maskers af. Ze blikken terug en vragen zich af hoe ze hun leven hebben geleefd.

“Ik heb te vaak iemand horen zeggen: ‘Ik was alleen maar bezig met werken, ik heb mijn kinderen niet zien opgroeien en nu is het te laat.’ Die mensen houden je een spiegel voor.

Petra en ik zijn allebei aanhangers van het boeddhisme – als levenshouding, niet als religie.

“Mensen leven vaak alsof de dood niet bestaat, we duwen haar weg. In het boeddhisme wordt dat einde wel nadrukkelijk uitgesproken: tijd is kostbaar, dus laten we ’m goed besteden.”

Enkele jaren geleden besloot je te stoppen met je werk als palliatief deskundige om je volledig op schilderen toe te leggen. Speelde die overtuiging mee in de beslissing?

Vanhoutte: “Helemaal. Toen Petra minister werd, stelden we bovendien vast dat het moeilijk was om onze jobs te combineren. We zagen elkaar amper. Daarom heb ik kort na corona ontslag genomen.

Petra heeft heel drukke dagen en komt vaak gestresseerd thuis. Nu kan ik zeggen: ‘Kom, we gaan in mijn atelier zitten, we steken de kachel aan en drinken samen een kop koffie.’

“Het zijn die momenten die tellen, en die ik me op mijn sterfbed zal herinneren.”

HAATTWEETS

Jij was zelf ook een tijdlang actief in de politiek.

Vanhoutte: “Ik heb in 2014 de lokale afdeling van Groen in Horebeke opgericht. Ik heb ook op de Vlaamse lijst gestaan. Op de 12de plaats weliswaar, de slechtst denkbare plaats (lacht).”

Je behaalde wel mooi zo’n 5.000 voorkeurstemmen.

Vanhoutte (bescheiden): “Ik heb toen hard campagne gevoerd, hoor.”

Ga je in 2024 weer op de lijst staan?

Vanhoutte: “Ik twijfel soms. Ik weet dat ik iets kan betekenen op vlak van cultuur, dierenwelzijn en gezondheidszorg. Politiek kan mooi zijn.

“Toen Cath Luyten me tijdens de opnames van Buurman, wat doet u nu? vroeg wat ik ervan vond dat Petra minister was geworden, antwoordde ik dat het voor mij niet had gehoeven. Daar moet ik op terugkomen, nu ik zie wat Petra in beweging zet.

“Neem nu wat ze heeft gedaan voor de bezorgers van de pakjesdiensten: dat gaat over een verandering waardoor duizenden mensen een beter leven krijgen (het parlement keurde een wetsvoorstel van minister De Sutter goed dat onder meer bepaalt dat koeriers maximaal negen uur per dag pakjes mogen bezorgen, red.).

“Maar voorlopig zeg ik nee tegen een carrière in de politiek. Petra’s job is meer dan een fulltime. Mocht ik ook een mandaat opnemen, dan zien we elkaar nooit meer.”

Hoe kijk je naar het komende verkiezingsjaar?

Vanhoutte: “Het zal je misschien verbazen, maar ik ben een campagnebeest. Het is zwaar, maar tijdens zo’n campagne kom je met veel mensen en meningen in contact, en daar hou ik van.”

Volg je de politiek op de voet?

Vanhoutte: “Met vlagen. Soms heb ik er even geen nood aan. Petra volg ik natuurlijk wel, al moet ik niet per se élke uitzending van Terzake hebben gezien waarin zij te gast is.

“Over het algemeen zit ik met verwondering te kijken naar de politiek. Neem die nachtelijke vergaderingen. Dan denk ik: moet dat echt? Gaan jullie een beter resultaat boeken door 36 uur wakker te blijven?”

Er zitten de laatste tijd wel meer mensen met verwondering naar de politiek te kijken.

Vanhoutte: “Tja. Ik moet wel zeggen: mensen zien vaak alleen de uitwassen, maar ik ben al veel politici tegengekomen die het goed menen, die van de wereld een betere plek willen maken. Voor hen heb ik veel meer respect dan voor wie aan de zijlijn staat te roepen dat het ‘weer eens op niks trekt’.”

Die roepers blijken talrijk. In De inzichten, de podcast van Nic Balthazar, vertelt Petra hoe ze op een bepaald moment om de tien seconden een haattweet kreeg.

Vanhoutte: “Ik vraag me vaak af: wie schrijft zulke dingen? Ik zou die mensen eens willen ontmoeten.

“Er is gek genoeg een grote tegenstelling tussen de reacties op sociale media en die in het echte leven.

“Als Petra en ik uit eten gaan, krijgen we nooit negatieve reacties. Integendeel, wij hebben altijd warme contacten met de mensen. Dan denk ik: waar zitten alle roepers die zulke bagger posten?”

Hoe gaan jullie daarmee om?

Vanhoutte: “Ze zeggen soms dat je een dikke huid kweekt, maar dat geloof ik niet. Als je zoiets leest, ráákt het je – dat kan niet anders.

“In het begin had ik de neiging om te reageren, maar daar ben ik mee gestopt. Ik lees het gewoon niet meer. Petra ook niet.

“Hoe komt het dat zoveel goede, bekwame politici uit de politiek stappen? Hoe komt het dat zoveel vróúwen uit de politiek stappen? Simpel: het is niet fijn om continu gebasht te worden.”

Worden vrouwen harder aangepakt?

Vanhoutte: “Dat gevoel heb ik wel, ja. Bij vriendinnen die politiek actief zijn, hoor ik hetzelfde. Het wordt persoonlijker gespeeld bij een vrouw.”

Petra is een transgender persoon, jullie waren het eerste lesbische koppel dat in Horebeke is getrouwd. Maakt dat het moeilijker? De tolerantie voor minderheidsgroepen lijkt af te nemen.

Vanhoutte: “Dat is zo. En niet alleen bij ons: kijk naar wat er gebeurt in Rusland of, dichter bij huis, in Hongarije. Of luister naar het discours van extreemrechts in Frankrijk, en zelfs in België. Dat baart me zorgen.

Petra en ik hebben er weinig last van – we zijn allebei vrij mondig – maar veel anderen lijden er wél onder.”

Wat denk je als de Italiaanse premier Giorgia Meloni zonder verpinken uitspraken doet als ‘een gezin met twee mama’s, dat is er één te veel’?

Vanhoutte: “Dat is onvoorstelbaar kwetsend. En niet alleen voor vrouwen: als je spreekt over een moeder, spreek je ook over een kind.

“Een kind heeft vooral nood aan warmte, liefde en goede zorgen. Volgens bepaalde ideologieën zou dat dus enkel kunnen binnen een gezin van een man en een vrouw? Onzin.”

Waar komt die groeiende intolerantie vandaan, denk je?

Vanhoutte: “Ik denk dat de sociale media een grote rol spelen.”

Omdat extreemrechts zijn ideeën via die weg vlot verspreid krijgt?

Vanhoutte: “Dat heeft er zeker mee te maken. Bepaalde partijen hebben een vijand nodig: gaat het niet over ‘de vluchteling’ die een gevaar vormt, dan is het de lgbt-gemeenschap. Ze hebben altijd iemand nodig om hun pijlen op te richten. Dat is plat populisme.

“Het valt me ook op dat vrouwenhaat nooit ver weg is als de lgbt-gemeenschap wordt geviseerd. Vrouwenrechten zijn verworven, maar ze zijn niet eeuwig.

“Kijk naar wat er in sommige Amerikaanse staten aan het gebeuren is: abortus wordt weer afgeschaft. Telkens opnieuw wordt de vrouw geviseerd.”

Word je daar boos van?

Vanhoutte: “Ik voel vooral een sterke verontwaardiging, maar ook daadkracht. Als je met zoiets wordt geconfronteerd, moet je ertegen ingaan.

“Dat doen we ook: Petra via de politiek, ik op andere manieren.

“Ik ga ervan uit dat we dingen in beweging kunnen zetten, ook als individu. Dat is onze morele plicht: als persoon maken we deel uit van een groter geheel. Je kunt je isoleren, ik zou me kunnen terugtrekken in mijn atelier, maar dan verandert er niets.”

GIF

Intussen heeft Petra een nieuw boek geschreven: Wie redt de toekomst?

Vanhoutte: “Ja, ze had nog wat tijd over (lacht). Ongelooflijk, hè? Dat is nog een verschil tussen ons: ik zou haar tempo niet kunnen volgen. Zij komt soms om middernacht thuis, leest nog een boek, en om 5 uur ’s ochtends is ze alweer weg.

“Voor haar nieuwe boek heeft Petra gesproken met inspirerende mensen: specialisten, kunstenaars, jongeren, ouderen, politici en wetenschappers. Ze stelde hun allemaal dezelfde vraag: wie redt de toekomst?”

Wat denk jij?

Vanhoutte: “Er is geen pasklaar antwoord, denk ik. Dat is ook de reden waarom de titel een vraag is.”

Maak je je zorgen over de toekomst?

Vanhoutte: “Er gebeurt zoveel tegelijk. Er woedt oorlog, het wereldtoneel is een kruitvat. Het klimaat verandert razendsnel, we voelen de gevolgen elke dag. En toch zijn er nog mensen die de urgentie niet inzien: ‘We zullen het probleem wel oplossen als het zich stelt.’

“Dat verbaast me. In mijn tijd als palliatief deskundige hoorde ik rokers soms zeggen: ‘Ik stop wel als ik problemen krijg.’ Ik vrees dat veel mensen aan die houding zijn gestorven.

“De verandering gaat te traag. Dat is eigen aan de politiek, maar we mogen niet naïef zijn: soms wordt die vertraging veroorzaakt door machtige lobbygroepen. Kijk naar het dossier rond de onkruidverdelger glyfosaat.

“Gezondheidsorganisaties zoals de WHO zijn formeel: die stof veroorzaakt de ziekte van Parkinson, wordt gelinkt aan lymfeklierkanker, laat bijen uitsterven en insecten verdwijnen.

“En toch heeft de Europese Commissie zopas beslist dat het goedje nog zeker tien jaar op de markt mag blijven. Ik kan daar niet bij.”

Komt het nog wel goed?

Vanhoutte: “Ja, natuurlijk. Ik ben niet fatalistisch. Ik kom veel mensen tegen die het goed menen. Polen is een mooi voorbeeld: daar is extreemrechts lang aan de macht geweest, met alle gevolgen van dien, maar dankzij de nieuwe premier, Donald Tusk, zal de slinger weer de andere kant opgaan. Er is altijd hoop.”

Wat mag ik je wensen voor de toekomst?

Vanhoutte: “Dat ik me verder op mijn kunst mag gooien, aan Petra’s zijde. Dat ik mag blijven groeien en exploreren, en mensen kan inspireren. Te beginnen met mijn nieuwe expo in februari: daar kijk ik ontzettend naar uit.”

© Humo

Wie redt de toekomst?
‘We leerden elkaar kennen tijdens een etentje bij gemeenschappelijke vrienden, en ontdekten dat we allebei een grote liefde hadden voor alles wat met cultuur te maken had.’
Beeld RV

Lees ook



Bron: De Morgen/Humo

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven