Als je vandaag naar Gaza kijkt, kun je er niet omheen: van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die 75 jaar geleden werden afgekondigd, is maar weinig gerealiseerd.
Bieke Purnelle – De Standaard
Op zondag 10 december was het exact 75 jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties werd aangenomen.
De dag ging voorbij zonder festiviteiten en plechtigheden en verliep zoals de voorgaande, met te veel menselijke wreedheid en evenveel menselijke ellende.
De verklaring betekende nochtans een ommekeer in het juridische denken omdat ze het begrip ‘mens’ onderscheidde van het begrip ‘burger’.
De introductie van de ‘mens’ in het internationaal recht betekende dat ook niet-burgers, op basis van hun mens-zijn, rechten hadden.
De hoopvolle opstellers openden de historische verklaring als volgt:
- Overwegende, dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld
- Overwegende, dat terzijdestelling van en minachting voor de rechten van de mens geleid hebben tot barbaarse handelingen, die het geweten van de mensheid geweld hebben aangedaan en dat de komst van een wereld, waarin de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof zullen genieten, en vrij zullen zijn van vrees en gebrek, is verkondigd als het hoogste ideaal van iedere mens
De afgelopen week hoorde ik een VN-gezant opsommen wat hij zag gebeuren in Gaza.
- Bommen op burgers
- Massa-executies
- Verdrijving
- Uithongering
- Het ontzeggen van water
- Humanitaire hulp verhinderen
- Aanvallen op medewerkers van de VN
- Aanvallen op medewerkers van ngo’s
- Het vernietigen van civiele infrastructuur
Kortom, alles wat in strijd is met de jarige verklaring in kwestie. Ik had zijn droge opsomming niet nodig om te weten dat mensenrechten niet bestaan in Gaza.
- Ik heb te veel schreeuwende en bebloede kinderen tussen het puin zien rennen en neervallen.
- Ik heb het gezicht gezien van de arts die hun ledematen moest amputeren zonder verdoving.
- Ik heb mensen met hun blote handen in het puin zien graven op zoek naar de restanten van hun geliefden.
A heartbroken Palestinian father breaks down as he escorting his daughter out of hospital after she was killed in Israeli attack on #Gaza. pic.twitter.com/FwnmMItkxK
— Ramy Abdu| رامي عبده (@RamAbdu) December 11, 2023
Het verschil tussen de gruwel in Gaza en de verschrikkingen die de aanleiding waren voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, is dat we vandaag niet kunnen zeggen dat we het niet wisten.
We weten het.
We zien het elke dag,
tenminste als we het willen zien.
Een paar dagen na de trieste verjaardag viel mijn blik op een nieuwsbericht over het cancelen van de uitreiking van de Hannah Arendtprijs aan de Russisch-Amerikaanse auteur en journalist Masha Gessen.
Aanleiding was Gessens essay In de schaduw van de Holocaust in The New Yorker. Daarin uit Gessen scherpe kritiek op het Duitse beleid ten aanzien van Israël en vergelijkt ze het lot van de Gazanen met dat van de Joden in de getto’s van Oost-Europa onder de Duitse bezetting.
In een open brief stelde de Deutsch-Israelische Gesellschaft van Bremen dat Gessen (die Joods is en wiens grootvader vermoord werd door de nazi’s) ‘in strijd is met de noodzakelijke en daadkrachtige actie tegen toenemend antisemitisme’ en eist de organisatie dat de prijsuitreiking wordt afgelast.
Het cancelen van de uitreiking van een prijs die vernoemd is naar een notoir Joods antiautoritair denker en auteur, aan een kritische auteur en bepleiter van mensenrechten, om een autoritaire regering die genocide pleegt te verdedigen: het is van een zeldzame en tragische ironie.
Dat Hannah Arendt zelf allesbehalve geliefd en geprezen werd in conservatieve Joodse kringen is geen geheim.
Arendt kantte zich tegen de Joodse koloniale politiek en zag het zionisme als een contraproductieve strategie om antisemitisme te bestrijden.
In het jaar waarin het grootste deel van de wereld de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekende, schreef Arendt een vlammend betoog met als titel ‘To save the Jewish homeland. There is still time’, waarin ze precies voorspelde wat voor een land Israël zou worden: geïsoleerd, omringd door vijanden, obsessief bezig met de eigen militaire veiligheid.
‘Het zal een catastrofe worden, misschien wel de laatste catastrofe voor het Joodse volk.’
Arendts standpunten leverden haar haat en kritiek op.
Haar artikels werden geweigerd, en toen haar boek Eichmann in Jerusalem verscheen, werd ze een paria van de internationale Joodse gemeenschap.
Haar these dat gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid niet door monsters, maar door gewone mensen worden gepleegd, wanneer die niet in staat zijn het onderscheid te zien tussen goed en kwaad, viel haast nergens in goede aarde.
Ook tegenover de voornoemde universele mensenrechten stond ze kritisch. Als staatloze op de vlucht had ze zelf ondervonden hoe weinig je aan rechten hebt als ze dode letter blijven.
Het valt niet te ontkennen dat er van het nobele streven van de ontwerpers van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bitter weinig is gerealiseerd.
De genocide in Gaza is een harde les die leert dat mensenrechten allesbehalve universeel zijn.
Mensenrechten zijn waardeloos wanneer mensen enkel nog het schepsel ‘mens’ zijn, maar niet langer burgers en dus mogelijke gelijken.
Arendt formuleerde een voorwaarde voor de effectiviteit van mensenrechten, namelijk ‘het recht om rechten te hebben’.
Daarmee verwees ze naar het recht op deelname aan de politieke gemeenschap, het recht om te worden gehoord en beoordeeld naar eigen denken en handelen.
Ze omschreef dat het ‘recht om rechten te hebben’ als het ‘enige recht zonder welk geen ander zich kan materialiseren’.
Als we mensen geen burgerrechten geven, kunnen ze ook geen aanspraak maken op mensenrechten. Het is een these waar onthutsend veel bewijs voor bestaat.
Ik ben de Deutsch-Israelische Gesellschaft van Bremen dankbaar om het werk van Arendt en Gessen onbedoeld in de schijnwerpers te plaatsen. De wereld heeft hun kritische denk- en schrijfwerk hard nodig.
Bieke Purnelle is freelanceschrijver en directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender en feminisme. Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.
Lees ook
Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van
Bron: De Standaard