Politieke dynastieën waarbij zoon of dochter het parlementsmandaat van vader of moeder navolgen, bestaan overal, maar toch vooral in België. Ruim een op de tien van onze parlementsleden kreeg de politiek met de paplepel ingegeven, zo leert nieuw onderzoek.
Bart Eeckhout – De Morgen
‘Iemand als Conner Rousseau zou op die leeftijd nooit die positie bereikt hebben zonder zijn familiale banden’
Zogenaamde nepobaby’s staan in de populaire cultuur al een tijdje in de belangstelling. Nepo komt van nepotisme, wat aangeeft dat die belangstelling vaak kritisch is.
Nepobaby’s zijn kinderen van beroemde ouders, die het privilege van hun vader en moeder gebruiken om zelf carrière te maken – denk in Vlaanderen bijvoorbeeld aan De Verhulstjes.
In de politiek is zulke dynastievorming al langer een fenomeen. Nieuw onderzoek van de politicologen Jéremie Tojerow en Jean-Benoit Pilet van de Franstalige universiteit ULB brengt die dynastieën voor het eerst in kaart.
De cijfers zijn behoorlijk indrukwekkend. Zowat een op de tien politici met een nationaal mandaat heeft een vader of moeder die ook al een nationaal mandaat had.
Daarmee zitten we, vanaf 2003, op een niveau dat voordien nooit bereikt werd sinds… de invoering van het enkelvoudig stemrecht.
Opmerkelijk: in andere landen neemt de impact van politieke familiedynastieën juist af, hier pieken we op een historisch hoog niveau.
De absolute piek werd bereikt in 2003 toen 15 procent van de Kamerleden (23 op 150) zoon of dochter van waren, maar ook in 2014 zaten we in de Kamer op zo’n 12,5 procent.
De cijfers verschillen wat per assemblee. In het Vlaams Parlement komt de ‘dynastie-index’ uit op 10 procent, in het Europees Parlement gaat het om 5 procent van de verkozenen en ook in Brussel is de dynastieke impact vrij laag.
“De instroom van meer nieuwe Belgen in de Brusselse politiek biedt een logische verklaring”, legt onderzoeker Jéremie Tojerow uit.
Dat familiebanden een zo prominente rol spelen in ons land is niet zo verrassend als je naar het politieke landschap kijkt.
De twee laatste federale premiers – Alexander De Croo (Open Vld) en Charles Michel (MR) – zijn zonen van bekende oud-ministers.
Bij de vorming van Vivaldi waren drie partij voorzitters zoon van een oud-parlementslid: Joachim Coens (cd&v), Egbert Lachaert (Open Vld) en Conner Rousseau (Vooruit, weliswaar met een andere familienaam dan zijn moeder-senator Christel Geerts).
Zoals uit de voorbeelden al blijkt, is dynastievorming vooral een kwestie van de drie klassieke politieke formaties – rood, blauw, oranje – omdat die nu eenmaal een groter netwerk hebben van oud-politici wier kinderen de stok kunnen overnemen.
Hoe komt het toch dat die politieke families uitgerekend bij ons zo sterk vertegenwoordigd zijn?
Dat het aantal zonen en dochters van vanaf 2003 piekt, suggereert alvast een deel van de verklaring. Vanaf dat jaar zijn er de grotere, provinciale kieskringen, waarin een bovenlokaal bekende naam een voordeel kan zijn.
Onderzoeker Jéremie Tojerow nuanceert wel.
“Het mechanisme zelf speelt wellicht geen doorslaggevende rol. Andere landen hebben namelijk nog grotere kieskringen.
“Wat meer meespeelt is hoe partijen op dat moment zijn gaan veranderen naar professionele, centraal aangestuurde organisaties.
“Lijstvorming wordt minder een zaak van leden en meer van een selecte partijtop.
“Ook de invloed en rekrutering van de zuil neemt af. In zo’n omgeving geeft het een voordeel als je tot het bekende, interne netwerk hoort.”
Er speelt nog wat anders mee, denkt Bruno Tobback (Vooruit), zelf ervaringsdeskundige als zoon van een bekende politieke vader.
“België is een klein land met zeer veel politici”, lacht hij.
“Dat betekent dat een partij veel mensen nodig heeft om alle lijsten te vormen. België en zeker Vlaanderen hebben ook een cultuur van toegankelijke, vlot aanspreekbare politici. Dan helpt het als je een bekende naam hebt.”
Tobback erkent dat die bekende naam hem destijds, in 1995, fameus hielp om vanop een onverkiesbare plek toch verkozen te raken.
“De partij zat toen met de Agusta-affaire en het was alle hens aan dek. Mijn vader stond centraal in de campagne. Maar nadien heb ik wel mijn eigen naam gemaakt.
“Ik zit nu al langer in de nationale politiek dan hij ooit gedaan heeft.”
Jean-Jacques De Gucht (Open Vld en ook zoon van) zegt ook nadelen te ondervinden van de familienaam.
“Natuurlijk heeft de naam me geholpen om voor het eerst verkozen te raken. En de familieband helpt me nog altijd doordat ik een van de meest ervaren politici van het land zomaar als klankbord kan gebruiken.
“Maar het is wel vervelend dat ik na zeventien jaar nationale politiek nog altijd word weggezet als fils à papa. Dat u me nu ook weer belt, is daar een illustratie van.
“Terwijl er toch ook beenhouwers en bakkers zijn die dezelfde stiel als hun vader of moeder uitoefenen. Is dat dan ook een probleem?”
Goed punt. Is het eigenlijk zo’n probleem dat er zoveel politieke dynastieën zijn?
Tojerow vindt toch van wel.
“Natuurlijk kan een politicus net als een bakker de liefde voor het vak van zijn ouders gewoon aan de ontbijttafel meegekregen hebben. Daar is niks mis mee.
“Maar politiek gaat over macht, brood bakken niet.
“In een gezonde democratie krijgt iedereen ongeveer dezelfde kans om deel te nemen aan de macht. Als blijkt dat een bekende familienaam of dynastie je extra ingangen geeft, is er een probleem.
“Het gaat niet om de individuele politicus op zich, maar iemand als Conner Rousseau zou nooit op die leeftijd die positie bereikt hebben als hij geen familiale banden in de partijtop had gehad.”
Lees ook
- Gwendolyn Rutten
Ook bij ons kan het uit de hand lopen - Bart Eeckhout
Waarom verontwaardiging over positiewissel bij Open Vld verre van onterecht is - Open VLD in crisis
Walter Pauli analyseert de politieke fall-out van een veel te persoonlijk conflict
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van
Bron: De Morgen