Lisa Weeda – Wat zich in Gaza onder het toekijkende oog van de wereld afspeelt, is allicht de grootste schertsvertoning in tijden

Lisa Weeda

Stel dat je een oorlogsslachtoffer kunt redden door simpelweg te dansen. Zou je dat doen? De tweede roman van de Nederlands-Oekraïense Lisa Weeda noopt tot nadenken over betrokkenheid bij andermans leed.

Jana Antonissen – De Morgen


‘Mijn woede is verdwenen.
Te vermoeiend.’

Lisa Weeda


Wanneer ik Lisa Weeda met een ongewild aan mijn mond ontsnappende zucht vertel dat ik haar boek net uit heb, grijnst ze me breed toe vanuit Oostenrijk, waar ze momenteel op schrijfresidentie is.

“En hoe gaat het nu met je?”

Geen onterechte vraag: als parabel over medeplichtigheid in gelivestreamde oorlogstijden is Dans dans revolutie niet bepaald een boek dat vrolijk stemt.

Wel een dat je meteen bij je nekvel grijpt, om je pas een dikke 200 pagina’s later met een serieuze knoop in de maag weer los te laten.

Net als bij haar geroemde debuut Aleksandra, waarin Weeda honderd jaar Oekraïense geschiedenis verweeft met die van haar familie in de Donbas, bedient ze zich ook in dit boek van meervoudige perspectieven en bovennatuurlijke gebeurtenissen.

Sluit ze daarmee bewust aan bij de Sovjettraditie van magisch realisme als manier om met de absurditeit van de politieke werkelijkheid om te gaan?

“Sowieso ben ik gefascineerd door de absurditeit die Oekraïense literatuur kenmerkt”, antwoordt Weeda.

“Dat contrast tussen de droomwereld en de echte wereld, maar ook hoe die twee in elkaar overvloeien, zoals bijvoorbeeld bij de in Charkiv wonende Serhiy Zhadan – een hedendaags literair voorbeeld van me.

“Daarnaast is magisch realisme ook gewoon een prettige manier om een vraag te stellen. Je kunt veel meer spelen met de werkelijkheid.”

In Dans dans revolutie duiken de lichamen van oorlogsslachtoffers uit het fictieve Besulia plots op in de huis- en slaapkamers van een welgesteld, niet nader genoemd westers land.

De lijken zijn daar neergelegd door de Notsjnik, een wezen dat tussen leven en dood kan bewegen, in de hoop dat de westerlingen ze zullen redden.

Dat kan namelijk via de svaboda samoverzjenja, een van generatie op generatie doorgegeven dans waarmee niet alleen het kwaad en de duivel verjaagd kunnen worden, maar waarmee ook ‘slechte doden’ (ofwel: voortijdig overledenen) weer tot leven gewekt kunnen worden.

In het begin wagen veel mensen zich nog vol goede moed aan deze dans, maar wanneer de lijkenstroom maar niet afneemt worden de meesten het beu. De dans kost te veel tijd en moeite, past simpelweg niet in hun leven. Daarbij, het is hun oorlog niet.

Weeda: “De vraag die ik in deze roman stel is: hoeveel geef je om het leed van een ander?

“Dat door middel van een dans te doen is zo absurd dat ik hoop dat het lezers de vrijheid geeft er zonder betutteling over na te denken.”

‘Het eerste jaar na de Russische invasie wond ik me op over romans met ‘banale’ onderwerpen. Nu denk ik: ieder z’n kunstenaarschap.’ Beeld Andreas Jakwerth
‘Het eerste jaar na de Russische invasie wond ik me op over romans met ‘banale’ onderwerpen. Nu denk ik: ieder z’n kunstenaarschap.’
Beeld Andreas Jakwerth

In eeuwenoude, Oost-Europese overgangsrituelen vond de Nederlands-Oekraïense schrijver, die overigens ook scenarist en virtual-realityregisseur is, inspiratie voor deze dans.

Weeda: “In Oekraïne heb je bijvoorbeeld malanka, een maskerade om het nieuwe jaar mee in te wijden. Mijn Notsjnik is gebaseerd op de gigantische, harige kostuums die dan aangetrokken worden.

“Maar je hebt ook allerlei, afhankelijk van de regio lichtjes variërende rituelen, zoals een dans die kracht geeft of een doodgeboren kind dat vergezeld van bepaalde spullen begraven wordt.”

Wat Weeda daarbij erg fascineerde, was de christelijk-imperialistische angst voor deze heidense rituelen.

“Die vooroordelen zijn trouwens springlevend. Nog al te vaak wordt de mensen daar een zekere barbaarsheid toegeschreven.

“Ik herinner me nog een debat over een handelsakkoord met Oekraïne dat ik in 2016 bijwoonde, waarin een politica van de SP (de Socialistische Partij in Nederland, red.) eruit flapte dat mensen daar toch geen iPhones hebben.

“Terwijl ik net in Kiev was geweest, waar koffiebars gewoon vol zitten met op MacBooks tokkelende freelancers en je wifi bij elke bushalte hebt.

“Oekraïne is slechts twee uur vliegen weg, maar de mentale afstand lijkt voor veel mensen hier toch erg groot.”

INGEHAALD DOOR DE REALITEIT

Eigenlijk wilde Weeda na acht jaar aan haar Oekraïense familie-epos te werken een roman over haar vaders kant van de familie schrijven.

“Opnieuw een megalomaan project waar ik, net als bij Aleksandra, veel research voor moet doen. Het zou over doorgegeven schuld en schaamte gaan, en zowel persoonlijk als politiek zijn.”

De reden dat dit boek vooralsnog op zich laat wachten, is de ruw veranderde werkelijkheid. Drie maanden na het verschijnen van Weeda’s debuut viel Rusland Oekraïne binnen. Door die oorlog voelde het urgenter om eerst een boek als Dans dans revolutie te schrijven.

“Eigenlijk wilde ik al lang een virtual-realityvoorstelling maken gebaseerd op een eighties arcade game die Dance Dance Revolution heet, waarbij je op pijlen vooruit, achteruit en opzij moet dansen om te winnen van de computer”, zegt Weeda.

Via zo’n spel wilde ze thematiseren hoe Rusland al decennialang separatistische schaduw republieken in aangrenzende gebieden installeert.

“Op elk moment dat er sinds de val zo’n imperialistische beweging gemaakt werd, zou je uitgenodigd worden tot een dance battle – eerst met Jeltsin, later met Poetin.

“Op het internet circuleert veel, al dan niet gemanipuleerd materiaal waarin die twee hun heupen schudden: amusant, maar ook absurd om zo’n dictator uit de bol te zien gaan.

Dit dansspel zou dan wel leuk zijn, winnen was onmogelijk: “Hoewel je telkens wel een niveau opklom, verloor je iedere keer weer.”

Het concept belandde op de plank, tot Weeda besloot de vraag in een verhalende vorm te gieten: wat gebeurt er als je iemand die niet in een oorlogsgebied woont, maar wel live toekijkt, vraagt om te dansen om iemands leven te redden?

Hoewel Weeda deze roman oorspronkelijk schreef als een parabel over Oost en West, brak in de laatste maanden van haar schrijfproces ook in Gaza oorlog uit, en werd pijnlijk duidelijk dat de vergelijking veel verder opgaat.

“Zo motherfucking gruwelijk, om het zo maar even te zeggen”, verzucht Weeda.

“Net als een van mijn personages volg ik alles via Instagram. Via kennissen die vrijwilligerswerk doen, probeer ik zo goed mogelijk de goede doelen te steunen die volgens hen een verschil maken.

“Het was uiterst bevreemdend om het boek af te werken terwijl een van mijn eigen verhaal lijnen plots werkelijkheid was geworden.”

In Dans dans revolutie maakt de jonge, knappe influencer @AnnaFromBesulia doorwrochte video’s in de hoop de wereld te motiveren massaal de svaboda samoverzjenja te blijven dansen, en zo haar en haar landgenoten te redden.

Een beetje zoals de Palestijnse Bisan Owda sinds de start van de bombardementen op Gaza dagelijks Instagramvideo’s uploadt waarin ze haar volgers de verwoesting toont, in de hoop dat de wereld hen niet vergeet.

Weeda: “Ik wist dat dit boek nu nodig was, maar dat het zó actueel zou worden, had ik niet kunnen bedenken.

‘Poetin blijft maar praten over het oude Rusland dat ook Oekraïne en Wit-Rusland omvat. Alsof dat zou goedpraten wat hij nu aan het doen is.’ Beeld Andreas Jakwerth
Poetin blijft maar praten over het oude Rusland dat ook Oekraïne en Wit-Rusland omvat. Alsof dat zou goedpraten wat hij nu aan het doen is.’ Beeld Andreas Jakwerth

“Wat zich momenteel in Gaza onder het toekijkende oog van de wereld afspeelt, is waarschijnlijk wel de grootste schertsvertoning in tijden.

“Tegelijk vraag ik me wel af waar medeplichtigheid begint en eindigt. Er gebeuren nu bijvoorbeeld ook hele nare dingen in Congo waar ik weinig over weet.

“Je kunt natuurlijk ook helemaal niet op de hoogte blijven van al het leed in de wereld. Dat heb ik ondertussen wel ingezien, waardoor mijn woede wat gaan liggen is.”

Toen Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, verkeerde Weeda lang in een staat van voortdurende razernij, maar daar is ze ondertussen van teruggekomen.

“Met woede win je niks. Bovendien is het erg vermoeiend, en zinloos. Het heeft gewoon weinig nut om boos te worden op je onwetende buurjongen.

“Daarbij draait mijn werk om vragen stellen, niet tegen mensen schreeuwen.

“Wij zijn ook niet gemaakt om de hele dag de duisterste beelden en berichten binnen te krijgen. Desondanks denk ik dat het belangrijk is dat we het gesprek blijven voeren; we mogen wel iets meer wennen aan het ongemakkelijke gevoel van andermans pijn.

“Ik mis in onze westerse samenleving soms betrokkenheid, gemeenschapszin.

“Alles is hier zo op individualistische efficiëntie gericht. Kijk bijvoorbeeld maar naar het succes van die spinning-sportklasjes: zelfs in onze vrije tijd betalen we iemand om tegen ons te brullen dat het sneller en beter moet.

“Of kijk naar de laatste Nederlandse verkiezingen, die waren erg naar binnen gekeerd.

“In plaats van over Europa ging het over ‘ons’. Maar wie of wat is dat ‘ons’ dan?

“Ik voelde me niet aangesproken.”

EÉN GROTE TELEURSTELLING

‘Hoelang moeten we ook alweer wennen aan dat we weer leven?’

‘Vijf weken, zeggen ze,’ antwoord ik.

‘Ga weg joh,’ had mijn oma daarop gezegd.

‘Het duurt je hele leven. Je bevindt je voor altijd een beetje aan de zijlijn van de samenleving, als je blijft.’

(uit Dans dans revolutie)

De ‘diaspori van de dood’, zo heten de weer wakker gedanste oorlogsslachtoffers in Dans dans revolutie.

Behoorlijk verward door hun wederopstanding moeten ze daarnaast ook nog een plekje in een compleet nieuwe samenleving proberen te verwerven.

Kort na de invasie van Oekraïne verleende Lisa Weeda zelf onderdak aan twee vluchtelingen – een niet al te positieve ervaring die haar de desperate desoriëntatie van oorlogsvluchtelingen aan den lijve liet ondervinden.

“Ik ving een vrouw, haar dochter en hun verrassend grote hond op.

“Twee maanden hebben we samen in mijn tweekamerappartement gewoond. Op voorhand was afgesproken dat het tijdelijk zou zijn, tot ze iets voor zichzelf vonden.

“In het begin ging dat best goed, maar toen duidelijk werd dat de oorlog nog lang zou aanslepen, werd die vrouw steeds grilliger en afstandelijker.

“Alles hier was één grote teleurstelling voor haar. Ze voelde zich niet serieus genomen, kon geen baan vinden die bij haar niveau paste.

“In Kiev had ze hard gewerkt om haar dochter naar een goede, Engelstalige school te sturen, en hier leek al dat werk plots voor niets.

“Ook een eigen woning vinden lukte maar niet. Zo had ik via via een vakantiehuisje voor hen geregeld, maar zodra we daar arriveerden, zag ik al dat zij dat niet wilde. Terwijl er gewoon niets anders beschikbaar was.

“Ze werd toen heel kwaad op mij, en op een bepaald moment was ze gewoon verdwenen. Kreeg ik plots een telefoontje van de jaarbeurs in Utrecht dat ‘mijn vluchteling’ bij hen aan de balie stond om zich aan te melden voor verblijf in de grote hal daar.”

Sindsdien heeft Weeda haar niet meer gezien.

“Een vriendin van me, die als traumapsycholoog veel met vluchtelingen werkte, vertelde me dat dit vaak gebeurt: wie het dichtstbij staat, vangt de meeste klappen op. Dat hielp om het te plaatsen, maar het brak wel mijn hart.”

Afgelopen december bezocht Weeda voor het eerst sinds de invasie weer het land van haar voorouders, op uitnodiging van PEN Ukraine, een organisatie die zich inzet voor dissidente schrijvers wereldwijd.

‘Gelukkig konden mijn vrienden me overtuigen dat ik als boodschapper tussen Oost en West meer bijdraag dan als ik ergens in een loopgraaf ga liggen.’ Beeld Andreas Jakwerth
‘Gelukkig konden mijn vrienden me overtuigen dat ik als boodschapper tussen Oost en West meer bijdraag dan als ik ergens in een loopgraaf ga liggen.’ Beeld Andreas Jakwerth

“In Kiev gaat het leven min of meer door. Er is een avondklok, winkels en cafés gaan alleen dicht wanneer het luchtalarm afgaat.

“Veel mensen daar blijven nu zelfs in bed liggen wanneer het luchtalarm afgaat, omdat het gewoon te vaak afgaat en ze het zich niet kunnen permitteren slaap te verliezen. Ook bij hen heerst na twee jaar war fatigue.

“De week voor ik er was, werd Kiev nog gebombardeerd, maar uiteindelijk ben ik zelf maar één keer de schuilkelder in gemoeten.

“Of ik bang was? Vooral moe eigenlijk, al die intense ontmoetingen kropen niet in mijn koude kleren.”

Hoewel ze als schrijver overtuigd is van het belang van verhalen, van ernaar luisteren en ze verder vertellen, bekroop Weeda toch een groot gevoel van machteloosheid toen ze na haar bezoek weer in Nederland was.

“Als ik dan in een kerkje met aanpalend massagraf in Boetsja met zo’n oude vrouw stond te praten, wilde ik eigenlijk gewoon daar blijven om haar te helpen. Ik vroeg me af wat ik in godsnaam achter mijn schrijftafel zat te doen. Moest ik niet meer dóén?

“Gelukkig konden mijn vrienden me overtuigen dat ik als boodschapper tussen Oost en West meer bijdraag dan als ik daar ergens in een loopgraaf ga liggen.”

WHATABOUTISME

Bij de oorlog in Oekraïne bestaat er voor de meeste westerlingen weinig twijfel over welke kant je hoort te steunen.

In het geval van de huidige oorlog tussen Israël en Hamas is dat voor veel westerse leiders en instituten beduidend complexer.

Hoe denkt Lisa Weeda daar zelf over?

“Ik probeer het vooral allemaal zo goed mogelijk op te volgen zonder me meteen een mening te vormen.

“Dat gezegd zijnde is de systematische vernietiging van een bevolkingsgroep gewoon gruwelijk. Dat dat bestraft moet worden, kommt nicht in Frage.

“Ik bedoel, moet je een heel ziekenhuis opblazen om een ondergrondse gang te vinden? Dat lijkt me niet.”

Toch vind je op Weeda’s sociale media watermeloenen, vlaggen noch #FreePalestine terug.

“Ik deel zowel video’s van Bisan uit Gaza als de verhalen van een Nederlands-Joodse vrouw van wie de neven nu voor het Israëlische leger gemobiliseerd worden, hoewel haar familie allesbehalve Netanyahu steunt”, vertelt ze.

“Die verschillende kanten van het verhaal wil ik doorgeven zonder slogans of statements. Net zoals ik in Aleksandra zowel het perspectief van de pro-Europese als van de separatistische tak van mijn familie gaf om de lezer te laten zien dat een keuze niet altijd makkelijk is, laat staan vrij.

“Je kiest nu eenmaal niet waar je geboren wordt.”

In het kader van de oorlog in Oekraïne liet Weeda eerder optekenen zich te storen aan het zogenoemde whataboutisme: de drang om te bevragen wie wat gedaan heeft en daarin per se beide partijen aan bod willen laten komen.

“Soms kunnen we zo verstrikt raken in de sensatie van één moment”, verklaart ze.

“Zoals bijvoorbeeld bij het opblazen van de Nord Stream-pijpleiding, waar uiteindelijk wel degelijk Oekraïne achter bleek te zitten.

“Daar heb ik onlangs nog ruzie met een journalist over gekregen. Is dit vingerwijzen naar eventuele contraterroristische acties nu echt waar je het met mij over wilt hebben, denk ik dan.”

'Dat eerste jaar na de invasie liep ik zo boos rond dat ik me zelfs over romans over zogezegd banale onderwerpen als de liefde opwond. Nu denk ik: ieder z’n eigen kunstenaarschap.' Beeld Andreas Jakwerth
‘Dat eerste jaar na de invasie liep ik zo boos rond dat ik me zelfs over romans over zogezegd banale onderwerpen als de liefde opwond. Nu denk ik: ieder z’n eigen kunstenaarschap.’
Beeld Andreas Jakwerth

Hoe staat ze tegenover dergelijk whataboutisme in het geval van de oorlog in Gaza?

“In alle gevallen is het erg dat je mensen ontvoert, verkracht of vermoordt”, antwoordt ze enigszins terughoudend, denkt dan even na.

“Maar om vervolgens zo’n web van kromme redeneringen te spinnen om je extreme gevolgdaden mee te vergoelijken, vind ik heel moeilijk.

“Als je dat met de Russische invasie vergelijkt: Poetin blijft maar praten over het oude Rusland dat ook Oekraïne en Wit-Rusland omvat.

“Alsof dat zou goedpraten wat hij nu aan het doen is. Een narratief zou het nooit van een dode mogen winnen.”

Net zoals Weeda’s debuut in acht talen vertaald werd, zijn ook voor Dans dans revolutie al vertaalrechten verkocht, onder meer aan Duitsland.

En in Duitsland kun je vandaag niet om het conflict tussen Israël en Palestina heen. Veel culturele instellingen daar zwijgen ofwel luid over deze oorlog, ofwel censureren of cancelen ze Palestijnse steunbetuigers.

“Met mijn Duitse uitgever ga ik wel actief het gesprek aan”, zegt Weeda daarover, “wat heeft de oude schuld met de nieuwe te maken; is het een aflaat?”

OORLOG IN EUROPA

Een parabel over oorlogsmedeplichtigheid schrijven anno hypergepolariseerd 2024 noopt wel tot enige bedachtzaamheid.

Weeda: “Ik denk goed na over welke talkshows ik wel of niet doe, om vooral niet gereduceerd te worden tot een quote waar ik niet meer van terug kan komen.

“Al moet ik wel zeggen dat ik veel respect heb voor wat slamdichteres Hind Eljadid deed: live een pro-Palestijnse boodschap brengen tijdens zo’n groots opgezette show (ter viering van het Europese voorzitterschap van België, red.), daar zes uur voor in de cel vliegen, maar alsnog geen spijt hebben.”

Ziet Weeda zichzelf nog iets gelijkaardigs doen?

“In het geval van Oekraïne zou ik niet twijfelen, maar vooraleer ik op het podium een Palestijnse vlag hijs, moet ik me toch nog beter inlezen.”

Kan een kunstenaar vandaag eigenlijk nog onder de politiek uit?

“Dat eerste jaar na de invasie liep ik zo boos rond dat ik me zelfs over romans over zogezegd banale onderwerpen als de liefde opwond. Nu denk ik: ieder z’n eigen kunstenaarschap.

“Ook poëzie of literatuur die puur de schoonheid van taal bezingt, heeft bestaansreden. Zelfs autobiografische millennialliteratuur mag er zijn. Alles kan uiteindelijk politiek zijn.”

Dat Weeda meer in de politieke hoek zit, valt volgens haar ook vanuit haar achtergrond te verklaren.

“Via mijn Oekraïense familie heb ik natuurlijk die hele geschiedenis meegekregen, waardoor ik altijd al graag en veel non-fictie heb gelezen.

“Maar misschien ook mede door mijn filmstudies heb ik tot nu toe erg observerend geschreven, en mezelf behoorlijk buiten schot gehouden. In de toekomst zou ik mezelf als schrijver wel nog meer emotioneel op het spel willen zetten.”

Ondertussen waarschuwen militaire leiders over heel Europa dat we ons maar best mentaal voorbereiden op oorlog.

Over vijf, tien dan wel twintig jaar: de oorlog komt ook hierheen, daarover lijken alle experts het eens.

Hoe kijkt Weeda daarnaar? Kan dat überhaupt, je op oorlog voorbereiden?

“Ik geloof dat het goed is hierover met elkaar in gesprek te gaan, elkaar te bevragen: als de oorlog uitbreekt, wat doen we dan? Blijven of vertrekken? Gaan we helpen, waar zijn we bang voor?”

En zij, wat zou zij doen? Weeda zucht.

“Ik weet niet waar ik mezelf het veiligst zou voelen. Mijn vriendin en ik hebben het er wel over, want we willen binnenkort gaan samenwonen.

“Nu woont zij nog in Roemenië, waar al eens een Russische bom over de grens valt, waardoor je ervan uit zou gaan veiliger in Nederland te zijn. Maar dat blijft een hypothese. In feite weet je het gewoon niet.”

“Zou ik voor Nederland de wapens opnemen? (lacht) 

“Dat weet ik nog zo niet. Veel mensen schrokken hoezeer de Oekraïners massaal voor hun land zijn gaan vechten. Die verbijstering vind ik interessant: wat zegt het over ons dat we daar zo van onder de indruk zijn?

“Nee, ik zou vandaag niet graag in de Baltische staten wonen, waar ze nu gewoon openlijk aan het trainen zijn.”

null Beeld Andreas Jakwerth
Beeld Andreas Jakwerth

Vreest Weeda de toekomst die Europa tegemoet gaat?

“Als je kijkt naar de groeiende populariteit van de zich steeds radicaler uitlatende AfD in Duitsland, denk ik toch dat we spannende tijden tegemoet gaan. En de Nederlandse verkiezingen waren nu ook niet bepaald om over naar huis te schrijven.

“Toch wil ik hoopvol blijven. Over oorlog en onrecht blijven praten is eigenlijk ook hoop op verandering hebben.

“Zorg dat het in het nieuws blijft, dat mensen erover blijven nadenken. Ga de straat op, schrijf een brief of teken een petitie. Zet net dat ene extra stapje.”

WATER AAN DE LIPPEN

‘De mensen moeten zien hoe we stampen op de grond en onze armen naar de hemel bewegen, hoe we helemaal niet vragen om een God of een heilige of een redder, maar dansen met iets wat hier van onze tenen tot onze kruin in ons lichaam begint te leven wanneer we geboren worden; de behoefte het duister te bestrijden.’ 
Uit Dans dans revolutie

Is in deze explosieve tijden die behoefte om het duister te bestrijden voldoende in ons, verwende West-Europeanen, aanwezig?

“Ik hoop wel dat de mensen hier zichzelf nog een tikje verder durven te duwen. Net zoals ik in mijn roman de oude vrouw die anderen de dans aanleert laat zeggen: als je echt het duister wilt bestrijden, moet je ook in jezelf naar de donkerte durven graven.

“Ik denk dat we het ongemak van het toekijken en daar verdrietig of kwaad om zijn nog meer moeten toelaten, moeten leren verdragen.

“Die behoefte om het duister te bestrijden zit zeker in ons, maar ik denk dat ze pas echt tot uiting zal komen als het water ook ons aan de lippen staat.

“Ik ben wel benieuwd waar die grens dan juist ligt – voor de meeste mensen heel ver weg, vrees ik.”

Dans dans revolutie

Lisa Weeda: ‘Als ik naast een massagraf in Boetsja met een oude vrouw stond te praten, wilde ik eigenlijk gewoon daar blijven om haar te helpen.’ Beeld Andreas Jakwerth

Overzicht

Lees alle berichten in deze categorie


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven