Rouwen – Leuven heeft de warmste begraafplaats – Dit is geen kerkhof maar een bos met af en toe een graf

Begraaafplaats Leuven

Een plantenlaboratorium, een troostmuur waar je dag en nacht kunt rouwen, een groene koesterplek voor ouders van sterrenkindjes en grafdelvers die kerkhofhoning telen … Stadsbegraafplaats Leuven mag zich een jaar lang de Warmste Begraafplaats van Vlaanderen noemen en dat is meer dan terecht.

Charlotte De Somviele – De Standaard

20 oktober 2023


‘Dit is een stadsbegraafplaats, maar waarom noemen jullie het eigenlijk geen stadsbegraaf park?’

Op een van de open grasvlaktes achter de witte oorlogsgraven zit ambtenaar Joost rustig een kommetje sla te eten. Picknicken op een kerkhof in de herfstzon, in Leuven kijkt niemand ervan op.

‘In het begin dacht ik: oei, ik zit hier ­tussen de doden,’ lacht Joost, ‘maar tijdens een drukke kantoordag vind ik hier even rust. Als de grasmachines niet te veel ­lawaai maken tenminste.’

De Leuvense schepen van Begraafplaatsen Bieke Verlinden (Vooruit), die me samen met haar ­collega’s Roel en Joeri een rondleiding geeft, pikt snel in.

‘Terechte opmerking, Joost. Maar we experimenteren nu met ­extensief grasbeheer, waarbij we sommige stukken nog maar één keer per jaar maaien. Zo willen we van het kerkhof nog meer een stilteplek maken.’

Groene beschutting

Het team achter de 18de-eeuwse stads­begraafplaats van Leuven, met zijn 8,5 hectare een van de grootste van ons land, is al tien jaar voortrekker van een nieuwe – lees: groenere, meer verbindende en openhartige – rouwcultuur.

Het leverde de prijs voor de Warmste Begraafplaats van Vlaanderen op, uitgereikt door het rouwtijdschrift Reveil.

(Inter)nationale collega’s ­komen er inspiratie opdoen, ook de rondleidingen zitten altijd vol.

© Fred Debrock

‘Een begraafplaats kan zoveel meer zijn dan gewoon een plek om lijken te stockeren’, zegt Roel Van Roosbroeck, deskundige begraafplaatsen van de stad Leuven, ­terwijl we langs een indrukwekkende laan met 250 jaar oude beuken wandelen. In hun schaduw liggen al even oude graven.

‘Vroeger schreeuwde alles aan deze plek: blijf hier weg! Om 16 uur gingen de hekken op slot, je mocht er niet fietsen of met je hond wandelen. Na stevig onderhandelen met het stadsbestuur kan dat nu wel.

´De poorten blijven dag en nacht open voor wie wil rouwen. En nee, dat lokt geen hangjongeren en leidt niet tot meer vandalisme. Er is net meer sociale controle.’

Joeri Steeno, Bieke Verlinden en Roel Van Roosbroeck.
Joeri Steeno, Bieke Verlinden en Roel Van Roosbroeck. © Fred Debrock

Landschapsarchitect Joeri Steeno heeft enkele plannen en tekeningen bij om de evolutie te tonen.

Vroeger lag het kerkhof vol kiezels en waren de paden dubbel zo breed, voor koning auto.

De laatste jaren werd radicaal ingezet op ontharding en vergroening.

‘Weliswaar altijd in functie van de rouw beleving’, zegt Steeno.

‘Nu 70 procent van de mensen voor crematie kiest, is er veel meer open ruimte. Zo hebben we nu troostweides met veldbloemen waar iedereen in de zomer een troostboeketje mag plukken. Extra begroeiing biedt ook meer beschutting rond de graven, ­zodat mensen zich minder bekeken voelen in hun verdriet.’

Even later komen we voorbij een prachtige troostmuur, vol porseleinen foto’s die van geruimde graven zijn gehaald. Af en toe hangt er ook een jonger gezicht tussen, maar altijd zonder naam of data.

Het doet denken aan de indrukwekkende fotowand in Kazerne Dossin, waar de slachtoffers van het naziregime worden herdacht.

© Fred Debrock

‘Als de familie geen interesse heeft, ­worden de zerken na 20 jaar grafrust afgebroken en vermalen om als ballast onder autosnelwegen te leggen’, vertelt Van Roosbroeck.

‘Maar het voelde voor ons zo vreemd om die foto’s in de container te zien liggen, alsof die mensen zomaar werden weggegooid. Daar is het idee voor de fotomuur ontstaan. Iedereen mag hier een geliefde herdenken. (wijst naar de muur)

´Daar hangt bijvoorbeeld de dochter van een bejaarde vrouw die elke dag met haar hond langskomt. Zij was slecht ter been en kon nooit naar het naburige dorp waar haar dochter begraven ligt. Nu heeft ze haar kind dicht bij zich.’

Plantenlaboratorium

De natuurbeleving speelt een cruciale rol in de zoektocht naar nieuwe rouwvormen. Maar kan een kerkhof ook een ecologisch experiment op zich zijn?

Als het van Steeno afhangt wel. Samen met zijn collega’s vormde hij de oude kerkhofsite om tot een plantenlaboratorium dat test welke soorten het best bestand zijn tegen de hitte en droogte. Op termijn kunnen die de oude beuken vervangen die door de klimaatopwarming langzaam aan het sterven zijn.

‘De laatste drie jaar hebben we 850 grotere planten aangeplant, waaronder 170 bomen en 550 heesters’, legt Steeno uit.

‘Onder meer de pecannoot- en kakiboom blijkt goed stand te houden zonder water. Het groenbeleid in de stad gaan we nu daarop afstemmen.’

Van de oude urnenmuren waar nu een bijenhotel in zit tot het groenafval, alles wordt hier hergebruikt.

Steeno: ‘Normaal zie je rond deze periode een legertje van de groendienst in de weer om alles proper te maken voor Allerheiligen.

´Maar sinds ­enkele jaren laten we de dode bladeren liggen en gebruiken we die als compost om de bodem te vitaliseren. Noem het kringlooptuinieren op grote schaal.’

© Fred Debrock

Die ommekeer verliep niet zonder slag of stoot.

‘Mensen hadden het gevoel dat hun begraaf plaats verloederde en dat ­begrijpen we’, zegt schepen Verlinden.

‘Maar als je hen in je verhaal betrekt, zijn ze mee. Dichter bij een natuurbegraafplaats zal je in Vlaanderen voorlopig niet komen.

´Een van onze grafdelvers, die we liever gastheren noemen, teelt hier zelfs kerkhof honing.’

Zeventiger Nicole, die met haar man Jean op wandel is door het troostpark, is enthousiast over de transformatie.

‘Dit voelt niet als een kerkhof, wel als een bos met af en toe een graf tussen. Elke keer vraag ik me af: zou ik hier later willen ­liggen? Ik denk het wel.’

Sterrenkindjes

Beter dan architecten weten lotgenoten hoe je het best kunt rouwen. Hier worden ze nauw betrokken bij de toekomst van de begraaf plaats. Dat is het duidelijkst in de sterretjestuin.

In 2009 was Leuven de eerste Europese stad waar sterrenkindjes die ouders verliezen tijdens de eerste zes maanden van de zwangerschap, een laatste rustplaats konden krijgen.

De tuin vol witte sterretjes – 900 inmiddels – grijpt naar de keel, ook zonder de witte rozen en madeliefjes die er in het voorjaar bloeien.

‘Indertijd was het concept revolutionair, nu is het achterhaald’, bekent Van Roosbroeck.

‘Sommige ouders vinden het moeilijk dat hun sterrenkindje geen volwaardige plek op de kinderbegraafplaats heeft ­gekregen. In ons nieuwe ontwerp gaan we beide integreren.’

© Fred Debrock

In de tuin springt meteen één graf in het oog, van een jongetje dat recent overleed en vlak bij de begraafplaats naar school ging.

Zijn familie en klasgenootjes hingen zijn gedenksteen vol ballonnen, briefjes, bloemen en tekeningen. Twee ­meter liefde die de dood overstijgt.

Steeno: ‘Een maand na zijn overlijden sloeg het noodlot opnieuw toe. Wij moesten het hele graf opschuiven om plaats te maken voor een nieuw kindje. Voor de ouders was dat verschrikkelijk.’

Het concept voor de nieuwe kinder­ begraaf plaats werd dus helemaal omgegooid.

‘Ouders mogen nu zelf kiezen waar ze hun kind willen begraven tussen verschillende groene eilandjes die hen meer privacy moeten gunnen.

´Er komen mobiele trooststoelen en houten platformen, zodat de hele familie hier eens kan neerstrijken bij een verjaardag. Want wat heb je aan een zitbank als je kind 30 meter verder ligt?’

Voor Verlinden is het duidelijk: ‘De dood moet meer gaan leven.’

De begraafplaats vormt de spil in het bespreekbaar maken van verlies en organiseert rouwgroepen voor partnerverlies, een kaarsjesavond tijdens Wereldlichtjesdag en een lotgenotencontact rond abortusverwerking.

In samenwerking met de KU Leuven loopt een onderzoeksproject rond humusatie of veraarding (het lichaam van de overledene transformeert daarbij langzaam tot aarde), een ecologisch alternatief dat in België nog niet legaal is.

En ook politiek lobbyt het team voor meer autonomie bij het kabinet van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur.

‘Nu mag je op een begraafplaats zelf geen as uitstrooien, of de kist van je geliefde laten zakken. Dat is absurd’, besluit Van Roosbroeck.

‘We moeten de rouw terug in handen geven van de nabestaanden zelf. Alleen zo kunnen we beter met de dood leren omgaan.’‘


Begraafplaats
© Fred Debrock

Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven