Klimaatwetenschapper Valerie Trouet – Ik ben het beu


‘Ik ben het beu.’ De column van Valerie Trouet (50) onlangs in deze krant, waarin ze aangaf te stoppen met ons te alarmeren over het klimaat, deed stof opwaaien. Maar ze blijft bij haar standpunt: ‘Op tijd onder twee graden opwarming blijven, ik geloof er niet meer in.’

Sofie Mulders – De Morgen

28 december 2024

Leestijd: 20 min


‘Ergens in een uithoek van het land gaan wonen om dan vier uur per dag in de file te staan en dat dan als je vrijheid beschouwen:
‘I don’t get it’’

Valérie Trouet


De sfeer was ietwat anders toen Valerie Trouet in de eindejaarsperiode van twee jaar geleden een interview gaf voor deze krant.

We zaten elk voor een computerscherm toen, zij in het zonnige Arizona, op een zucht van haar vertrek naar België om het Klimaatcentrum te leiden, ik ergens in Vlaams-Brabant, waar de dagen eindeloos grijs waren.

Vandaag zitten we in een koffiebar in Brussel en Trouet heeft zelf nog eens kunnen ondervinden hoe schaars de blauwe lucht hier op het einde van het jaar is.

Haar gevoel voor humor is ze niet verloren, maar de hoop die er twee jaar geleden nog was, heeft plaatsgemaakt voor moedeloosheid. Dat bleek duidelijk uit de column die ze eind november voor De Morgen schreef, en die in de dagen erna enige deining veroorzaakte.

“Vlak na Kerstmis”, antwoordt ze met een glimlach als ik haar vraag wanneer haar vlucht naar de VS gepland staat.

Trouet heeft haar rol bij het Klimaatcentrum afgesloten, en keert terug naar Arizona om daar weer wetenschappelijk onderzoek te gaan doen. Al meer dan twintig jaar bestudeert Trouet de klimaatverandering aan de hand van jaarringen in bomen.

Wereldwijd wordt ze erkend als een van de topexperts in dendrochronologie, zoals die wetenschap heet.

In haar column schreef ze onder andere dit:

‘Tot een maand geleden had ik u nog proberen te overtuigen dat elk tiende van een graad telt en de moeite is om voor te vechten. Maar niet meer. Defaitisme verslaat soms zelfs de hardnekkigste pragmatist. Ik probeer niemand nog te overtuigen. Ik ben het cassandrabestaan beu, beu om de enige te zijn die beseft dat de remmen niet werken van de voortdenderende Eurostar waarop wij leven. Ik heb het u gezegd en u hebt uw schouders opgehaald. Trek uw plan, het zijn uw kinderen, bescherm ze zelf. (…) I’m out.’

Staat u vandaag nog achter die woorden? Zou u het opnieuw schrijven?

“Absoluut. Ik begrijp ook niet goed waarom er ophef over is geweest.”

Twee jaar geleden zei u in ons gesprek dat u een pragmaticus bent. Van wetenschappers wordt bovendien verwacht dat ze met feiten en cijfers komen, niet met emoties. En nu was daar plots wel die emotie, in uw column.

“Mijn column bestond uit twee delen. In het ene deel schrijf ik dat ik niet langer mensen ga proberen te overtuigen om de urgentie van het klimaatprobleem in te zien.

“Maar in het tweede deel ben ik wel pragmatisch. Ik beschrijf gewoon wat er op ons afkomt als we niet dringend in actie schieten. Namelijk dat ook in Europa de overstromingen en bosbranden elkaar razendsnel zullen opvolgen, en we serieus in de problemen zullen raken als we de opwarming met 2 graden overschrijden en het tempo van de klimaatextremen nog zal versnellen.

(‘Als de rampen elkaar binnen een paar jaar snel zullen opvolgen, ligt heel België plat’, schreef Trouet. ‘Mentaal plat, logistiek plat, economisch plat. De hulpdiensten zullen niet weten waar te beginnen en op hulp van de buurlanden zullen we ook niet moeten rekenen, want die zitten in hetzelfde schuitje. De klimaatverandering is tenslotte globaal.’)

“Iedereen is op dat eerste deel gesprongen, maar het tweede deel werd weer mooi aan de kant geschoven. Terwijl dat juist de essentie van mijn boodschap aan de lezer was: weten jullie wel wat er zal gebeuren als Vlaanderen tegen 2030 maar 33 procent minder uitstoot in plaats van de 40 procent die door de vorige regering was beloofd, en die al minder is dan de 47 procent die door de EU was gevraagd?

“Waarom is niet iedereen híérover verontwaardigd?

“We halen collectief de schouders op over die 33 procent, en daarom wilde ik in mijn column uitleggen wat dit concreet betekent. Ik ben dus heel pragmatisch geweest. De toekomstvisie die ik schets is echt niet zo uitzonderlijk. Onder wetenschappers is dit scenario algemeen aanvaard.

“Ik heb veel reacties van wetenschappers gekregen die zeiden: ‘Eindelijk iemand die verwoordt wat ik al heel lang voel.’”

Twee jaar geleden zei u ook: ‘Voor het eerst sinds lang heb ik weer hoop.’ Wat is er in die twee jaar gebeurd dat dit helemaal gekeerd is?

“Ik had toen nog hoop op een snelle aanpak van de klimaatproblematiek, wereldwijd. Maar dat is totaal niet gebeurd. En nu Donald Trump herkozen is als president van de VS, weet je dat het helemaal om zeep is. Dat heeft voor mij de doorslag gegeven.

“Ik ben er echt van overtuigd dat we er niet op tijd zullen komen. Niet boven de 1,5 graden opwarming gaan, zoals in 2015 nog in het Klimaatakkoord van Parijs werd nagestreefd, zal zeker niet meer lukken.

“En wetenschappelijk is berekend dat we momenteel slechts 14 procent kans hebben om nog onder de 2 graden te blijven. Erg hoopvol vind ik dat allemaal niet.”

Op 13 november was u te gast in De afspraak, en ook muzikant Raf Walschaerts was uitgenodigd. Het ging over de recente overstromingen in Spanje en de klimaatverandering in het algemeen, en op een gegeven moment zei hij: ‘Hoe urgent het ook allemaal kan zijn, het wordt te alarmistisch gebracht. Als er vijf computermodellen zijn, kiest de pers er het zwartste model uit.’

“Alle respect voor Raf Walschaerts, want ik denk niet dat hij een klimaatontkenner is en blijkbaar verwoordt hij iets wat onder het brede publiek leeft, maar wat hij daar zei, is gewoon niet waar.

“Het is eerder andersom: de extreemste berekende scenario’s worden niet genoeg gekozen. Er wordt veel te weinig aandacht besteed aan hoe erg het kan worden.

“Ofwel ben je als wetenschapper diplomatisch, optimistisch en genuanceerd, en dan denkt iedereen dat we goed bezig zijn en ons vooral niet moeten haasten. Dat is de houding die nu heerst.

“Ofwel ben je eerlijk, en zeg je dat we helemaal niet goed bezig zijn, en dan word je als een alarmist afgeschreven en haken de mensen ook af.

“Ik kan dan alleen maar concluderen dat ik blijkbaar niet de manier heb gevonden om dit probleem goed bij het grote publiek te brengen.”

Vindt u dat erg?

“Ik ben een wetenschapper, geen communicatie-expert, dus eigenlijk is het niet mijn verantwoordelijkheid, maar ja, ik vind dat erg. Het is iets waar veel wetenschappers mee bezig zijn.

“Ik vind het wel bijzonder dat andere thema’s, zoals migratie, blijkbaar wel heel alarmistisch gebracht kunnen worden zonder dat de boodschapper daarbij een alarmist wordt genoemd.”

Walschaerts zei nog iets opvallends: ‘Er is een fenomeen betrokken bij de overstromingen in Spanje dat minder rechtstreeks met klimaatverstoring heeft te maken. Dat soort informatie zou ik graag horen, en dan zou ik veel meer betrokken blijven.’

“Er is zeker een natuurfenomeen betrokken geweest bij de recente ramp in Valencia, met name DANA (een geïsoleerde depressie op grote hoogte, die om de zoveel tijd rond de Middellandse Zee voorkomt, red.) en ik denk niet dat dit in de duiding bij de overstromingen op grote schaal werd verzwegen.

“Het fenomeen is dus niet nieuw, maar het is heel duidelijk wetenschappelijk aangetoond dat door de opwarming van de aarde de intensiteit van DANA in grote mate toeneemt.

“Hoe warmer het water van de Middellandse Zee is, hoe meer vocht verdampt, en hoe meer water de lucht vasthoudt.

“Daar komt bij dat de Spaanse bodem als gevolg van de opwarming steeds verder uitdroogt, waardoor regenwater veel moeilijker in de grond kan absorberen. Ik weet niet of het veel duidelijker dan dit geformuleerd kan worden.”

De overstromingen van Wallonië in 2021 zijn een kantelpunt geweest, zei u in ons gesprek twee jaar geleden. Maar ondertussen investeert de nieuwe Vlaamse regering wel de helft minder geld in de Blue Deal, het plan dat Vlaanderen weerbaarder moet maken tegen overstromingen en droogte.

“Het discours van de Vlaamse regering was lang dat men vooral wilde inzetten op adaptatie (investeren in maatregelen waardoor we ons beter aan de klimaatverandering kunnen aanpassen, zoals de Blue Deal, red.), in plaats van mitigatie (maatregelen om de opwarming te beperken, red.).

“En wat blijkt? In mitigatie wordt nog steeds amper geïnvesteerd, maar ondertussen wordt ook het geld voor adaptatie gehalveerd. Van het hele verhaal van adapteren in plaats van mitigeren blijft met andere woorden niets over.

“Men doet dus gewoon alsof het probleem niet meer bestaat, en het ondertussen op magische wijze is opgelost. Ik vind dat onvoorstelbaar.”

Hebt u dit de voorbije twee jaar, als directeur van het Klimaatcentrum, ooit tegen een van onze politici gezegd?

“Ik heb niet vaak met politici gesproken. Voor de federale verkiezingen hadden we aan verschillende politieke partijen een memorandum bezorgd. Sommigen zijn op onze uitnodiging ingegaan, anderen niet.”

‘Ach, weet je, in België kun je als wetenschapper weinig goeds doen. Alles wat je zegt of voorstelt, wordt bekritiseerd.’
Beeld Thomas Sweertvaegher
Er wordt vaak gezegd dat het onzinnig is dat Europa grote klimaat inspanningen moet leveren, omdat het maar voor ongeveer 6 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot verantwoordelijk is, terwijl China en de VS de grootste vervuilers zijn.

“Dat Europa als enige bezig is met de transitie naar een fossielvrije maatschappij, is een compleet achterhaald idee.

“China is koploper in elektrische voertuigen, zonne-energie en windenergie. Dat is gewoon een economische realiteit.

“Hetzelfde geldt voor de VS: Texas, toch de oliestaat bij uitstek, is tegelijk de staat die de meeste windenergie produceert.

“Bovendien: 6 procent is wel 6 procent. Het is niet 0 procent. Blijkbaar wordt toch nog niet goed begrepen dat élke inspanning nodig is om de verdere opwarming van de aarde tegen te gaan.”

Als reactie op uw column zeiden sommige wetenschappers dat u in uw doemscenario juist te weinig rekening houdt met die inspanningen in de energietransitie. Gerard Govers, vicerector van de KU Leuven, schreef in deze krant: ‘In 2017 investeerde de wereld voor de eerste keer evenveel (ongeveer 1.100 miljard dollar) in zuivere energie als in fossiele brandstoffen. Zes jaar later investeren we zo’n 70 procent méér in zuivere energie (1.750 miljard) dan in fossiele brandstoffen (1.050 miljard). Dat beleid heeft wel degelijk gevolgen: de uitstoot van Europa is, sinds 1990, al met 35 procent gedaald en op wereldniveau zien we nu al ongeveer tien jaar een bijna-stagnatie.’

“Ik heb veel respect voor Gerard Govers, en ik vond zijn stuk heel constructief, maar ik denk niet dat ik te pessimistisch ben.

“Inderdaad, er wordt heel veel in hernieuwbare energie geïnvesteerd. Dat is zeker een positieve noot. Maar tot nu toe vervangt al die hernieuwbare energie niet de fossiele. Ze vervangt alleen ons extra energieverbruik.

“Onze uitstoot in 2023 is nog altijd de hoogste ooit, en is nog met 2 procent gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor.

“En nu komt Trump aan de macht, en zijn beleid zal zeker niet voor minder uitstoot zorgen.”

Hoe kan Trump de transitie naar fossielvrij vertragen?

“Door de prijzen van gas en olie naar beneden te halen, en door meer op te pompen.

“Hij zei het letterlijk: ‘Drill, baby, drill’.

“Nog iets over de daling van de Europese uitstoot sinds 1990: in 35 jaar is die inderdaad met 35 procent gedaald. Maar dat was het gemakkelijke stuk. Dat ging over energie-efficiëntie, het was het laaghangend fruit in het doen dalen van de uitstoot.

“In Europa is afgesproken dat we in 2030 aan een daling van 50 procent moeten zitten.

“In vijf jaar tijd moeten we dus een extra daling van 15 procent realiseren, terwijl die veel moeilijker te realiseren zal zijn.

“Bovendien geldt dat hoe langer je treuzelt met mitigatie, hoe moeilijker je het maakt voor jezelf. Want ondertussen blijven we CO2 uitstoten, en wordt de hoeveelheid CO2 die je moet terugbrengen dus groter (zie grafiek).

“En opnieuw: wereldwijd is onze uitstoot nog altijd aan het stijgen.”

Klimatoloog Niels Souverijns zei op Radio 1 dat er wel degelijk hoop is dat we de nuluitstoot kunnen bereiken, omwille van die veranderingen in het energielandschap. En zodra we de nuluitstoot bereikt hebben, kunnen we negatieve emissies creëren, zei hij, door bomen te planten en bepaalde technologie aan te wenden.

“Maar opnieuw: de hele vraag is niet of we nog onder die 2 graden kunnen blijven, want dat kan.

“De vraag is of we dit op tijd zullen kunnen doen, voor die klimaatextremen écht te groot worden. En daar geloof ik niet meer in.

“Dat was een van de boodschappen in mijn column: nu hebben we nog de ruimte om de nodige investeringen te doen, zowel op mentaal, economisch als logistiek vlak.

“Maar we doen ze niet.

“Bij de regeringsonderhandelingen wordt er zelfs niet over klimaat gepraat. Er zijn plannen voor onderwijs, economie en gezondheidszorg, en dat is zeer terecht, maar die plannen zijn er níét voor klimaat. Ik begrijp dat echt niet.

“Sinds 1990 wordt door klimaatwetenschappers al gezegd: doe nu de kleine opofferingen, om te vermijden dat we op een punt komen waar de offers zo groot zullen zijn dat niemand ze nog wil brengen. En op dat punt zijn we nu gekomen.”

Bent u opgelucht nu u weer onderzoek kunt doen in plaats van spreekbuis van de klimaatwetenschap te zijn?

“Opgelucht is een groot woord. Ik heb het wetenschappelijk onderzoek de voorbije jaren wel echt gemist. Het is iets waar ik goed in ben, en wat mij gelukkig maakt.

“Ik had de job als directeur van het Klimaatcentrum aangenomen omdat ik het gevoel had dat ik door uitsluitend wetenschappelijk onderzoek te doen niet genoeg bijdroeg. Ik wilde dichter bij de klimaatactie staan.

“Dat heb ik twee jaar met plezier en overgave gedaan, en ik heb er absoluut geen spijt van, maar voor mijn eigen balans is het nodig dat ik weer de wetenschap opzoek.

“Het zal goed zijn wanneer nu iemand anders met dezelfde energie als ik twee jaar geleden had het Klimaatcentrum kan leiden.”

Het Klimaatcentrum heeft onder andere tot een klimaatcongres geleid, en een expertencatalogus, maar heeft dat wel genoeg verschil gemaakt?

“We hebben ook voor het eerst alle Belgische klimaatgegevens − dat zijn meer dan honderd jaar aan maandelijkse metingen van temperatuur en neerslag − publiek beschikbaar gemaakt, wat van groot belang is voor verder onderzoek en analyses.

“Bovendien hebben we gewerkt aan klimaat projecties (simulaties van de verwachte klimaatveranderingen, red.).

“Die modellen zouden de basis moeten vormen van adaptatieplannen. Dat zijn toch twee heel belangrijke zaken die we in twee jaar tijd hebben gerealiseerd.

“Daarnaast zijn er ook nog een aantal wetenschappelijke projecten die nu volop aan het lopen zijn. Er is bijvoorbeeld een project gestart waarin onderzocht wordt wat er concreet in België zal gebeuren als die 1,5 graden opwarming overschreden wordt.

“In de VS heeft elke zichzelf respecterende universiteit een eigen klimaatcentrum, in België was er tot nu toe geen enkele hub die alle onderzoeken rond klimaatverandering coördineert, inclusief de economische en sociale aspecten ervan.

“Dat hebben we met het Klimaatcentrum nu wel gerealiseerd.”

In uw column schreef u ook: ‘Hoe ik onze klimaattoekomst echt zie, heb ik vanwege contraproductiviteit tot nu toe zorgvuldig verzwegen.’ Dat klinkt alsof wetenschappers veel zaken verzwijgen als ze in het openbaar communiceren.

“Misschien is het eerder zo dat alleen bepaalde stukken van hun discours in de media worden gepubliceerd. Of dat wetenschappers alleen in duidingsprogramma’s worden gevraagd wanneer er iets positiefs te melden valt.

“Het zoveelste alarmerende bericht, daar zijn veel media niet in geïnteresseerd.”

We hebben het nu over de opwarming van de aarde, maar ook als het gaat over bijvoorbeeld biodiversiteit, de aanwezigheid van de wolf, of de noodzakelijke krimp van de veestapel, worden de bevindingen van wetenschappers niet of amper gevolgd door beleidsmakers.

“Ik vind het interessant dat je dit zegt. Want de bedoeling van het Klimaatcentrum is juist om een soort van tussenstation te zijn.

“We geven de wetenschappelijke data door aan stakeholders − beleidsmakers, media en de privésector − zodat er naar gehandeld kan worden en de klimaattransitie mogelijk wordt.

“Maar verschillende wetenschappers hebben me de afgelopen jaren verteld dat ze terughoudend zijn om beleidsmakers advies te geven. Want, zo zeggen ze, dikwijls stoppen ze je studie ergens in een lade, en in het slechtste geval verdraaien ze je woorden zodat het hun goed uitkomt.

“Ik begrijp heel goed dat je daar als wetenschapper je tijd niet in wilt blijven steken.”

Alles ligt klaar om het probleem serieus aan te pakken, zeggen verschillende wetenschappers, alleen zal het geld kosten.

“Natuurlijk zal het geld kosten. Maar niets doen of te weinig doen zal ons nog veel meer geld kosten.

“Laten we al eens beginnen met fossiele brandstoffen niet meer te subsidiëren.

“Per jaar kost dit aan België 16 miljard euro.

(België gaf in 2021 15,5 miljard euro uit aan directe en indirecte subsidies voor fossiele brandstoffen zoals aardgas, diesel, stookolie en kerosine, red.)

“Schaf die subsidies af, en besteed het geld aan iets anders. Bijkomend voordeel: fossiele brandstoffen zullen duur worden, waardoor schone alternatieven snel goedkoper zullen worden.”

‘Vaak leggen politici studies in een la, zeggen collega’s. In het slechtste geval verdraaien ze je woorden, zodat het hun goed uitkomt.’
Beeld Thomas Sweertvaegher
Daar zullen veel mensen wel de dupe van worden. Niet iedereen kan zomaar een warmtepomp of elektrische auto betalen, zelfs niet als ze goedkoper worden.

“Natuurlijk moet je dit niet ineens doen. Je hebt een plan nodig om dit systeem geleidelijk uit te rollen.

“De sociale energietarieven moeten uiteraard ook niet de eerste subsidie zijn die je schrapt.

“Van die 16 miljard wordt ongeveer 200 miljoen euro aan sociale energietarieven gespendeerd, dus daar zit zeker niet de grootste besparing die je meteen moet doorvoeren.”

De Vlaamse subsidie van 5.000 euro voor wie een nieuwe elektrische wagen koopt is alweer afgeschaft, maar volgens u was die wel een goed idee.

“Uiteraard moet een overheid ook het openbaar vervoer grondig aanpakken, zodat mensen liefst geen auto meer nodig hebben, maar op zich vond ik dat inderdaad geen slechte maatregel. Toch niet als je ziet hoeveel auto’s er hier rondrijden. (zoekt even naar haar woorden) Laat het me zo stellen: België is een interessant land.”

Dat moet u toch eens even uitleggen.

“Mensen zijn hier zo gehecht aan hun auto. Ergens in een uithoek van het land gaan wonen om dan vier uur per dag in de file te staan en dat dan als je vrijheid beschouwen: I don’t get it.

“Wie zoals ik jaren ergens anders heeft gewoond, denkt dan: waar zijn jullie in godsnaam mee bezig? Zeker omdat België zo’n kleine oppervlakte heeft.

“Dat het in een gigantisch land als de VS moeilijker is om je treinverkeer te organiseren en rendabel te maken, dat snap ik, maar in België?

‘Een tijd geleden zei ik op tv ook eens iets over subsidies voor elektrische wagens, en daarna kreeg ik de hele Fietsersbond over me heen omdat ik ook niet had gezegd dat we fietsen moeten promoten

“Maar als iedereen hier toch zo aan zijn auto blijft vasthangen, en als je weet dat een groot percentage van de CO2-uitstoot uit het transport komt, tja, geef de mensen dan geld om naar een elektrische wagen over te schakelen.

(windt zich op) “Ach, weet je, je kunt hier weinig goeds doen. Alles wat je zegt of voorstelt, wordt bekritiseerd.

“Een tijd geleden zei ik op tv ook eens iets over subsidies voor elektrische wagens, en daarna kreeg ik de hele Fietsersbond over me heen omdat ik ook niet had gezegd dat we fietsen moeten promoten.

“Kom zeg. Op die manier kun je over alles zeggen dat het niet goed genoeg is.

‘Don’t let the perfect be the enemy of the good’, denk ik dan.

” ‘Als het niet perfect is, gaan we het niet doen’: met die gedachte gaan we het nooit halen.

“Het is te laat voor perfectie. Laten we al eens beginnen met goed.

(glimlacht, weer rustig) “Excuus voor mijn opwinding. Je hebt me op mijn paard gekregen.”

Zullen we eindigen met nog een citaat van Gerard Govers? Hij schreef in zijn opiniestuk: ‘Een wetenschapper met kennis van zaken heeft eigenlijk maar één keuze en dat is aan de weg blijven timmeren. Laten we dus hopen dat Valerie Trouet snel de draad in het klimaatdebat weer opneemt.’ Gaat u dat doen?

(schudt het hoofd) “Nee, ik ga even bezinnen. En mij weer op het wetenschappelijk onderzoek toeleggen.

“Anderzijds: ik zit hier toch weer een interview te geven, dus blijkbaar heb ik de draad nog niet helemaal losgelaten.”

U gaat ons land niet heel erg missen, heb ik de indruk.

(lacht) “Nee, niet heel erg. Ik ben blij dat ik twee jaar geleden weer naar hier ben gekomen, maar ik heb wel iets beseft: België is niet zo hard veranderd. Ik wel.”


Valerie Trouet
  • 1974: Geboren in Heverlee

  • 1999: Bio-ingenieur (UGent)

  • 2004: Doctor in de bio-ingenieur wetenschappen (KU Leuven)

  • 2007-2010: Verbonden aan het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek, het meest prominente jaarringlab van Europa

  • 2011: Assistent-professor aan de University of Arizona

  • 2016: Medeontdekker van Adonis, de oudste levende boom van Europa

  • 2020: Gewoon hoogleraar paleo-klimatologie aan de University of Arizona.

  • Publiceert Wat bomen ons vertellen

  • 2023: Directeur van het Belgische klimaatcentrum
Wat bomen ons vertellen

Valerie Trouet: ‘Ergens in een uithoek van het land gaan wonen om dan vier uur per dag in de file te staan en dat dan als je vrijheid beschouwen: I don’t get it.’
Beeld Thomas Sweertvaegher

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Welkom op Bluesky

Naar de website


Scroll naar boven