De opwarming van de aarde is in een stroomversnelling gekomen, volgens een groeiende stapel onderzoeken. Dat belooft niet veel goeds, denken wetenschappers. De verwachting voor komende jaren: hittegolven, stormen en noodweer.
Maarten Keulemans – De Morgen
“Kijk”, wijst klimaatwetenschapper Frank Selten (Technische Universiteit Eindhoven) op zijn laptop. “Dit is een grafiek die eigenlijk groot op de voorpagina van de krant zou moeten staan.”
In een koffiehoek van het Nederlandse Meteorologisch Instituut (KNMI) turen we naar metingen afkomstig van de klimaatsatelliet Ceres, een kunstmaan die nauwgezet bijhoudt hoeveel zonnestraling er boven in de dampkring binnenkomt en hoeveel warmtestraling de aarde weer uitzendt, de ruimte in. Een uitwisseling die bepaalt hoe het klimaat op aarde zich gedraagt.
Komt er meer energie binnen dan er vertrekt, dan warmt het klimaat op. Momenteel komt er grofweg 0,6 procent méér energie binnen dan de aarde afscheidt. Een klein verschil, maar genoeg voor de opwarming van de aarde.
Maar de laatste pakweg tien, twintig jaar is er iets geks aan de hand. De lijntjes beginnen steeds verder uit elkaar te lopen, beschreven de NASA-wetenschappers die Ceres volgen enige tijd geleden in vakblad Geophysical Research Letters. Steeds meer moeite heeft de aarde om haar warmte kwijt te raken. Als een slecht geventileerde zolderkamer, die opwarmt onder de zon.
Dat zouden meer mensen moeten weten, zegt Selten.
“De klimaatverandering is aan het versnellen”, wijst hij op de NASA-cijfers.
“Dit is het gasvlammetje onder de opwarmende pan water. En het brandertje gaat steeds verder open.”
Selten vertelt het na een turbulente periode van opwarming. Een jaar lang waren álle maanden op rij record warm, van juli vorig jaar (0,3 graden warmer dan het vorige maand record) tot en met afgelopen juni (0,14 graden warmer).
En het zeefenomeen El Niño, dat in de Stille Oceaan extra warmte de dampkring in pompte, is niet genoeg om al die hitte te verklaren. Bovendien is er 92 procent kans dat 2024 nóg warmer wordt dan recordjaar 2023, becijferde klimaatinstituut Berkeley Earth vorige week.
Ook de zeewatertemperatuur schoot omhoog. Sinds de lente van vorig jaar is de bovenlaag van de oceanen ineens gemiddeld enkele tienden van een graad warmer dan voorheen.
“Als deze anomalie in augustus nog niet is gestabiliseerd, heeft de wereld onbekend terrein betreden”, aldus NASA-topklimatoloog Gavin Schmidt in vakblad Nature.
“Het kan betekenen dat een opwarmende wereld fundamenteel verandert hoe het klimaatsysteem werkt, veel eerder dan verwacht.”
De cijfers zijn nog gruizig, er zit nog veel statistisch gewiebel in de oplopende lijntjes.
“Eigenlijk kun je pas achteraf goed zien of we echt een versnelling doormaken”, benadrukt klimaatwetenschapper Guido van der Werf (Wageningen Universiteit).
“Maar strijk de plooien van toevallige natuurlijke schommelingen in de temperatuurgrafieken glad, en het is nauwelijks nog mogelijk een rechte lijn door de oplopende wereldtemperatuur sinds 1970 te trekken, blijkt uit een recente analyse.
“Vanaf pakweg 2010 lijkt de temperatuur inderdaad sneller op te lopen.
Het tempo van opwarming is versneld van 0,18 graad per decennium in de jaren 1970-2010, naar ongeveer 0,26 graad per decennium nu, constateerde onlangs ook het Global Climate Change Initiative, een onderzoeksconsortium van 59 wetenschappers uit haast twintig landen.
Volgens weer een andere berekening, door klimaatexpert Zeke Hausfather van Berkeley Earth, zitten we zelfs al op ruwweg 0,3 graden per decennium – in de klimaatwetenschap kan het uitmaken welke meetreeksen je wel of niet meetelt.
En de temperatuur is niet het enige dat snel verandert.
Atmosfeerwetenschapper Thomas Röckmann (Universiteit Utrecht) wijst op de uitstoot van het broeikasgas methaan, die in de tropen om nog onduidelijke redenen opeens scherp is gestegen.
“Ik probeer meestal niet te alarmistisch te zijn. Maar ik maak me zorgen dat sommige veranderingen die we zien sneller gaan dan verwacht”, zegt Röckmann.
De hitte begint wel iets af te zwakken. Juli wordt naar verwachting de eerste maand die géén warmterecord breekt, maar ‘slechts’ tweede wordt, na juli vorig jaar.
De oceanen zijn nog steeds bovengemiddeld warm, maar beginnen afgelopen halfjaar iets af te koelen.
En over een jaar komt de Stille Oceaan in een koelere fase, de La Niña, wat de wereldtemperatuur sowieso iets zal temperen, zo is de verwachting.
Maar pas op, schijn bedriegt, waarschuwt Selten.
“De records krijgen de aandacht. Maar die maskeren de onderliggende trend, namelijk dat het klimaat versneld aan het opwarmen is.”
Röckmann wijst erop dat afgelopen jaar alle maanden de grens overschreden werd van 1,5 graad opwarming ten opzichte van de 19de eeuw, die de internationale gemeenschap plechtig heeft beloofd niet te passeren.
“Dat baart me zorgen. Het is bijna zeker dat we die doelstelling niet halen.”
Helemaal onverwacht is de versnelling van de opwarming overigens niet. Uit tabellen in het laatste IPCC-rapport valt op te maken dat de opwarming tot 2050 ongeveer een kwart sneller zal gaan dan sinds 1970 het geval was, ook als de wereld haar huidige klimaatplannen ten uitvoer brengt.
Dat zou betekenen dat we ergens rond 2040 al de 2 graden opwarming kunnen passeren die de internationale gemeenschap ‘gevaarlijk’ heeft verklaard.
Klimaatwetenschappers hebben de jacht geopend op de oorzaak van de versnelling. Sommige verklaringen zijn al afgevallen.
Zo kan de op klimaatsceptische blogs populaire verklaring dat de uitbarsting van de zeevulkaan Hunga Tonga in 2022 de boosdoener is van tafel.
De vulkaan zal de warmte slechts met zo’n 0,015 graden hebben opgedreven, bleek onlangs uit twee onderzoeken.
Scheepvaart
Een andere mogelijkheid is, ironisch genoeg, schonere lucht.
Sinds 2020 is de scheepvaart door een internationaal verdrag gaan varen op scheepsdiesel die veel minder zwavel mag bevatten. Goed voor mens en milieu, maar zwavelrijke verbrandingsrook houdt ook zonlicht tegen.
Minder zwavel, en het gevolg is extra zonnestraling.
Een ‘faustiaanse afspraak’, noemt NASA-wetenschapper James Hansen het verdrag zelfs, in een vakartikel dat ruim 140.000 keer is gedownload.
Daarmee verwijst hij naar het toneelstuk waarin wetenschapper Faust in ruil voor roem zijn ziel verkoopt aan de duivel.
“Schepen stoten uit in relatief maagdelijke oceaanlucht”, aldus Hansen. Dat zou meteen verklaren waarom uitgerekend de oceaan afgelopen jaren zo sterk opwarmde.
Maar scheepvaart is niet de enige: zo nam de zwaveluitstoot van China sinds 2006 liefst met driekwart af.
Alles bij elkaar is schonere lucht goed voor zo’n 40 procent van de gemeten extra zonne-energie, becijferde een Europees-Amerikaans onderzoeksteam onlangs.
“Ik vond het nogal een eyeopener dat het effect zo groot is”, aldus de Noorse onderzoeksleider Øivind Hodnebrog, in vakblad Science.
Toch blijft daarmee nog steeds ruwweg de helft van de extra energie onverklaard.
Misschien, denken velen, heeft de opwarming bepaalde mechanismen op gang gebracht waardoor de aarde meer energie van de zon vasthoudt. Zoals minder sneeuw en minder witte wolken boven zee, waardoor het zonlicht minder terugkaatst.
“Het aardoppervlak wordt steeds donkerder. Daardoor neemt de opwarming extra toe”, zegt Selten.
Oceanen
Er heerst nervositeit. In het snellere tempo zal de gemiddelde temperatuur op aarde in 2050 zijn opgelopen tot 2,2 of misschien zelfs 2,4 graden ten opzichte van de 19de eeuw, dik boven het klimaatdoel om ‘ruim onder’ de 2 graden te blijven.
“Daarvan zou iedereen rechtop in zijn stoel moeten gaan zitten”, aldus de Utrechtse oceanograaf Eelco Rohling, in een academisch commentaar op Hansens artikel.
“Als je kijkt hoe warm de oceaan nu al is: dat is zo ongewoon, zo onverwacht”, beaamt Röckmann.
“Het valt echt buiten de verwachtingen.”
Ook Selten is er niet gerust op. De extra energie die nu het systeem binnenstroomt, gaat voor ongeveer 98 procent op aan zaken zoals de opwarming van de oceanen, het smelten van ijsmassa’s en het verwarmen van het vasteland, vertelt hij.
Het gedeelte dat mensen merken, zoals het aanjagen van allerlei weerprocessen in de dampkring, volgt vaak pas veel later.
“Denk maar aan de zon. Die bereikt op 21 juni zijn maximum. Maar de maximale zomerwarmte komt pas in juli en augustus.”
Dat zou betekenen dat we komende jaren een opvallende verheviging krijgen van allerlei extremen, denkt de KNMI-wetenschapper. Zoals hittegolven, stormen, stort- en hagelbuien en droogten.
“In een klimaat dat versneld opwarmt, verwacht je meer superextremen, buiten de drie sigma.” Dat is statistische taal voor: gebeurtenissen die gewoonlijk maar eens in de duizend jaar voorkomen.
Hoopvol is dat de toename van de wereldwijde CO2-uitstoot voor het eerst iets lijkt af te vlakken.
Maar tegelijkertijd is er een opvallende verschuiving gaande, van CO2 naar methaan en andere broeikasgassen. Met als gevolg dat de opwarming door broeikasgassen nog steeds toeneemt, maar nu door andere gassen.
Die stijging van methaanuitstoot kan komen door landbouw, maar ook doordat er meer organisch materiaal onder water bederft, een proces waarbij methaan vrijkomt.
“Dat zou zeer zorgwekkend zijn”, zegt Röckmann.
“Omdat het iets is waar we als mensen geen invloed op hebben. Het zou betekenen dat we structureel meer methaan in de dampkring hebben.”
Opwarming van de polen
Ook de opwarming van de polen zou weleens sneller kunnen gaan dan verwacht, bleek intussen uit een nieuwe analyse.
Net als Hansen keek aardwetenschapper Chris Fokkema (Universiteit Utrecht) daarvoor naar het prehistorische klimaat, aan de hand van subtiele chemische veranderingen in de samenstelling van fossiele oceaanmicroben uit de zeebodem.
Na bestudering van enkele tientallen episoden van opwarming in prehistorische tijden, komt Fokkema tot de conclusie dat de polen in werkelijkheid nog iets sterker kunnen opwarmen dan de klimaatmodellen aangeven.
“Het is een heel lokaal proces, maar polen zijn een zeer belangrijk deel van het systeem”, zegt Fokkema.
“En we vermoeden dat op hoge breedtegraden door allerlei terugkoppelingen een flinke versnelling valt te verwachten.”
Misschien moet er nog iets versnellen, vindt Röckmann: de verduurzaming.
“Ik hoop op een kantelpunt op sociaal-maatschappelijk gebied. Misschien zal dat onze keuzen voor meer duurzaamheid versnellen.”
Lees ook
Bron: De Morgen