Hendrik Vos – Europa moet in het Midden-Oosten oproepen tot dialoog, niet tot wraak


Hoe Ursula von der Leyen reageert op het geweld in Gaza tart alle verbeelding.

Hendrik Vos – De Standaard


De Franse president Emmanuel Macron bezocht vorige week de Duitse bondskanselier Olaf Scholz in Hamburg. Ze dobberden op een boot over de Elbe en Macron kreeg een broodje met haring en augurk dat hem kennelijk niet smaakte.

Het is geen groot geheim dat ze elkaar niet mogen. Maar regelmatige ontmoetingen tussen de president en de kanselier behoren nu eenmaal tot de geplogenheden, al vele decennia.

Geen twee wereldleiders zien elkaar zo dikwijls. Frankrijk en Duitsland waren nochtans aartsvijanden en sukkelden van de ene oorlog in de andere, met ontelbare doden aan beide zijden. Elk conflict droeg de kiem van een volgend treffen in zich.

Na de Tweede Wereldoorlog nam de geschiedenis een ongebruikelijke wending.

Onder de bevolking sudderde nog altijd haat en wrok, maar toch zouden Frankrijk en Duitsland voortaan samen kolen en staal beheren. Dat werd het begin van een intense economische aaneenklontering.

In de jaren 60 kwam daar een vriendschapsverdrag bovenop: tot op het hoogste niveau zouden ze elkaar permanent op de hoogte houden van hun bekommernissen, gevoeligheden en prioriteiten.

Sindsdien spreken de leiders gedurig met elkaar af.

Vriendjes zijn ze daarom niet en hun belangen blijven verschillen. Ze maken ruzie en serveren elkaar morsige broodjes, maar ze piekeren er niet over om weer de wapens op te nemen. Ooit was dat ondenkbaar. Germanen en Romanen leken gedoemd om elkaar te blijven bekampen.

De verzoening kwam niet vanzelf.

Amerika stimuleerde vrede, onder andere door met veel geld voor de heropbouw over de brug te komen. De Marshallhulp ging niet alleen naar de geallieerden, maar ook ruimhartig naar het verslagen West-Duitsland.

Daar was ook eigenbelang mee gemoeid: op de grens met de communisten wilde Amerika geen zootje ruziënde partners die elkaar maniakaal zouden blijven uitmoorden.

Natuurlijk verschilt de toestand in het Midden-Oosten van wat zich ooit in onze contreien afspeelde.

Zo gaat het ginds niet om twee landen die elkaar waard zijn. Israël is rijk en heeft machtige vrienden en een ultramoderne defensie. De Palestijnen zijn straatarm en voor een deel bijeengedreven in een reservaat, achter een hoge muur. Om zich te laten horen, gooiden ze met stenen.

Aan de andere kant stond een leger met kernwapens. Het zegt iets over de verhoudingen.

Intussen zijn er in de Palestijnse gebieden ook raketten, maar die worden door de gesofisticeerde Israëlische luchtafweer haast allemaal uit de lucht geplukt.

Israëlische raketten raken wel vlot doel, meestal in dichtbevolkt gebied. Altijd gaan er mensen dood. Altijd zijn er kinderen bij.

Gaza is een veel te vol land, niet groter dan de Belgische kust, maar zonder gocarts, frisco’s of verdwaalpalen. Iedereen is er menselijk schild, gewild of ongewild.

Op de Westelijke Jordaanoever worden Palestijnen voortdurend van hun land verjaagd. Huizen worden gesloopt, wie zich verzet, wordt doodgeschoten. De Israëlische regering radicaliseert en moedigt dat alles aan.

Meest frustrerend voor de Palestijnen is wellicht dat de rest van de wereld de schouders ophaalt en geen zin meer heeft om op die hopeloze toestand te reageren. Een dode Palestijn is geen nieuws meer. Er is toch niks aan te doen.

Wie het over de horror van vorige week heeft, maar die achtergrond niet in rekening brengt, heeft geen historisch besef of mist alle vermogen tot empathie.

De Amerikanen hebben doorgaans, zonder veel nuance, de kant van Israël gekozen.

Europese landen probeerden, het ene meer dan het andere, ook oog te hebben voor de uitzichtloosheid aan Palestijnse zijde.

We werden de grootste donor van hulp.

Tegelijk werden met Israël prima betrekkingen onderhouden en de Unie is intussen Israëls belangrijkste handelspartner.

Niet zelden leidde dat tot absurde situaties: in Palestijns gebied werd met Europees geld een school of ziekenhuis gebouwd dat nadien door Israëli’s werd gebulldozerd omdat het zogezegd op de verkeerde plek stond.

De Unie reageerde doorgaans met een persberichtje om te zeggen dat ze dat spijtig vond. Een krachtiger antwoord kon ze niet bedenken.

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen haastte zich vorige week naar Israël om te verklaren dat het land niet alleen het recht, maar ook de plicht heeft om op de oorlogsverklaring van Hamas te antwoorden.

Iedereen weet hoe meedogenloos die reactie zal zijn.

Dagen later mompelde ze ook nog iets over het belang van internationaal recht. Het zou er nog aan mankeren.

Precies vanwege haar eigen geschiedenis zou de Unie ook resoluut een andere rol kunnen spelen en niet de wraak, maar de dialoog tussen beide gemeenschappen verdedigen en faciliteren, met gebruik van de machtsmiddelen die ze heeft tegenover alle betrokkenen.

Dat is althans waarvoor een commissie voorzitter met verantwoordelijkheidsbesef zou gaan.


Ursula von der Leyen Beeld Hans Lucas/afp

Lees ook

  • Mustafa Barghouti
    Het echte doel van deze oorlog is een etnische zuivering van Gaza

  • Yuval Noah Harari
    Links is in het Westen ‘onverschillig’ tegenover gruweldaden van Hamas

  • Johan Depoortere
    De hypocrisie van het Westen is adembenemend

  • David Grossman
    Israël presenteert zich als democratie, maar is het niet

  • Bart Eeckhout
    Valt er een morele hiërarchie aan te brengen in het kwaad dat Hamas en Israël aanrichten

  • Maarten Boudry
    Als Israël dat wilde, had het de hele Gazastrook al ontelbare keren van de kaart kunnen vegen

  • David Grossman
    Ik wil niet langer vertoeven in een wereld die zulke monsters toelaat om te bestaan

  • Arnon Grunberg
    Hamas heeft deze oorlog al gewonnen

  • Ramsey Nasr
    Palestijnse slachtoffers hebben geen namen, het zijn nummers

  • Yuval Noah Harari
    Alleen internationale inmenging kan ons nog redden

Vul hieronder de zoekopdracht Hendrik Vos in en vind meer berichten.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven